donderdag 2 oktober 2014

* West-Limburg en de mijncité van Beringen

Het mooie weer nodigde uit om er terug op uit te trekken. In de Aktivia kalender was het aanbod echter schaars met maar één wandeling op de dagagenda. Beverlo, in West Limburg. Waarom niet ? Het voordeel was dat de start vlakbij het treinstation lag tussen Leopoldsburg en Beringen. Aan het inschrijvingsloket voor de start stond er voor mij een kerel met wel een opvallend T-shirt. Op het zwarte kledingstuk stond in sierlijke witte letters geschreven ... 'Laat mij je verleiden met mijn blik'. Toen het mijn beurt was om te betalen had die brave man reeds postgevat aan een tafeltje om net zoals ik het zou voornemen, de bokes te gaan opeten.  Eens betaald zocht ik ook een plaatske op en bij gebrek aan plaats heb ik me dan maar rechtover mijn voorganger aan tafel gezet. Ik had nog niet op zijn gezicht gelet omdat het schuilging onder een veel te grote klak van de Palm. Toen ik mijn 'ransel' opentrok richtte mijn tafelgenoot het woord tot me. 'Djie kan mich ni zegge met welk eug ich noe dich kiek !". Waarlijk, toen hij me bezag keek zijn éne oog naar de inschrijfpost en het andere naar het tafeltje met de drankbonnetjes. Een beetje verrast door zijn manier van kontakt te zoeken kon ik enkel uitbrengen ''Ich zou ni wiete wat te 'kalle', het Limburgs dialect van m'n ex-collega's indachtig. Waarlijk die brave mens bezat een hoog gehalte aan zelfspot en dat beviel me wel. Verder verliep de conversatie met deze Limburgse landgenoot vrij aangenaam en vlot temeer omdat hij één oog dichtkneep. Iets later vertrok ik met het rugnummer 136. Er zouden er die dag rond de 750 vertrekken zou ik later vernemen.

Het begon al vlot ! Na 500 meter had ik al niet meer op de bewegwijzering gelet en bevond ik me een uurke later al terug bij de start. Dan maar opnieuw starten. De juiste weg liep naast de spoorweg en iets verder bij een afslag door het bos naar de mijnterril van Beringen. Onderweg werd er links en rechts wat educatieve uitleg gegeven over de teloorgang van de steenkoolindustrie. Op een plaatje onderweg kon gelezen worden dat de Stationstraat in Beringen-Mijn de hoofdstraat was in het archaïsche Beringen van weleer. Die straat was de scheiding tussen industrie en privé en jaarlijks werden er wit zand en blauwe linten uitgedeeld door de mijndirectie om de straat te versieren voor de processie en de kermis. De huisjes waar de mijnwerkers in woonden heb ik niet meer gezien. Die huisjes, eigendom van de koolmijn, waren voor de mijnwerkers en hadden een oppervlakte van 50m², de bedienden zaten iets ruimer met 130m² en hoe hoger men op de proffesionele ladder stond, hoe groter je huisvesting. De directeur had een lap van bijna 500m². Onderscheid moet er zijn !

Nu wordt er beweerd dat je 's nachts nog steeds de voetstappen hoort van de kompels die over de kasseien naar de mijn trokken. Vind ik nogal griezelig 😈😈😈.
De wandeling op zich was niet zo spectaculair, veel wegen maar het lag aan mezelf. Opnieuw ben ik onderweg de pijltjes uit het oog verloren en liep ik verkeerd. Dat was de aanleiding voor een kleine tussenstop op een gezellig terraske om dan verder richting mijnmuseum 'Beeringen' te trekken en zo  naar het startpunt te keren. Al bij al toch een klein 20km gelopen. Raar toch om te beseffen dat je op grond stapt waaronder vroeger duizenden mensen hun brood moesten verdienen met het delven naar het zwarte goud. Er moet zich een gigantisch gangenstelsel bevinden daar onder je voeten. In de hoofdstraat van 'Beringen Mijn' waande ik me in Istanboel. Waarlijk, de éne Turkse zaak naast de andere. Opvallend veel mensen van Turkse en Italiaanse origine die daar het straatbeeld vormen. 't Is zo eens iets anders, niet ?

Bij het naderen van het eindpunt zag ik mijn trein voorbijrijden. Juist te laat en dus opnieuw een uurtje wachten. Maar  het lokaal van wandelclub 'De Mijnlamp' was vlakbij en nog eventjes open. Nog eventjes verbroederd met enkele leden en ik kreeg er nog ne Grimbergen aangeboden van een lieve dame. Gespreksonderwerp was het vrijwilligerswerk dat ze leverden om hun club boven water te houden. Jaja, zonder vrijwilligers is een vereniging ten dode opgeschreven. Weinigen die dat beseffen en voor deze mensen doe ik mijnen hoed af. Maar toen werd het tijd om naar huis te keren. 

Leve de NMBS met hun stiptheid. Op het perron zat er een nerveuze Indiër te wachten op zijn vrouw. En zie, als je zo alleen bent heb je altijd wat klap. Omdat de aangekondigde vertraging meer dan 20 minuten bedroeg ben ik maar een klapke begonnen met deze Oriëntaalse landgenoot. Hij had 17 jaar bij Ford Genk gewerkt en na het massale ontslag daar volgde hij een cursus orthopedagogiek bij de VDAB. Hij had er zin in. Nu hij niet meer in shiften moest werken kon hij zijn gehandicapte vrouw waar hij al 8 jaar mee getrouwd was, opwachten aan de trein. Hij maakte zich zorgen om haar omdat ze gebrekkelijk te been was en de afstap aan de trein voor haar te moeilijk was. Een bezorgd mens. Allez, zijn vrouw stapte uit met een brede glimlach en ik kon niet anders doen dan hem nog heel veel succes toewensen met zijn nieuwe baan. Weeral een zeer bevredigende dag mogen beleven 😂😂😂



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.