donderdag 26 februari 2015

Diest en omstreken. Flaneren tussen het Hageland en de Kempen.

Zekerheden in't leven ? Ze bestaan gewoonweg niet ! Een stevig rondje stappen in Vlaams Brabant met een grabbel aan hoogtemeters erbij wat de oorspronkelijke bedoeling was maar enigszins anders uitdraaide. Halve waarheden bestaan dan weer wel, in mijn geval was dat dus een half toerke. 




Mijne stapmaat was hersteld van zijn griep en samen met zijne Catsjoe zijn we er terug op uit getrokken om nog een paar kilometerkes te lanterfanten langs Vlaanderens wegeltjes. Het KMI voorspelde een droge dag dus hadden we chance om juist deze dag er uit te mogen plukken. De dag begon eerst nog redelijk mistig maar in de voormiddag ruimde de mist vlug baan voor wat meer open weer. Altijd plezanter dan in de regen te ploeteren. Diest was de bestemming en daar aan het station aangekomen was het al behoorlijk stemmig stapweer. 
Als voormalig graafschap van het Karolingische rijk lag Diest niet enkel aan de Demer maar ook op de handelsweg  Brugge - Keulen. Over stadsrechten beschikte deze Demerstad al in 1229 en in de 13de, 14de en 15de eeuw kende de stad grote welstand dankzij de graan, landbouw  en veemarkten. Vooral het Diestse laken bezorgde deze Demerstad een paar middeleeuwse Michelinsterren.
De verslagen van de vele belegeringen bij de vorming van Europa, en dit door haar lange geschiedenis heen, getuigen van het economisch belang die deze stad tot een gegeerde twistappel maakte. Een serieuze verflaag Oranje kleurt nog steeds de stad en de Nederlandse koning Willem Alexander mag er nog steeds de titel van 'Baron' voeren. 
Eens de trein uit zijn we er aan begonnen met een slordige 25 km in't vooruitzicht. Het terrein begon al redelijk heuvelend. Prima om de toon te zetten. Een heel stuk langs de Demer gelopen tot aan de Maagdentoren in Zichem. Mooi stukje met aan de rechterzijde van de Demervallei enkele mooie huizen die tegen de berghelling aan werden gebouwd. Onderweg een merkwaardig kruiswegkapelleke tegengekomen : 'Ons Lieve Vrouwke met het Kinneke Jezus en Zijne Voetbal'. Echt proper oogde de Demer niet. Nogal een bruin rivierke die me terug deed denken aan de Gironde in Bordeaux. Zei het wel op een iets bescheidenere schaal.

De Maagdentoren in Zichem was de volgende stop. Veel heb ik er niet van gezien want hij was helemaal ingepakt vanwege de restauratiewerken. Zaten daar vroeger jaren allemaal jonge maagdekijns opgesloten ? Wachtende op hun prins met zijn wit paard ? Intrigerend die benaming ! Ik heb het dan maar eens opgezocht. De toren wordt ook al eens de Demertoren, Markentoren, Mariëntoren, Lanteerntoren maar ook Het Vat van Zichem genoemd. De legende van de vermaarde veldheer Don Juan, landvoogd van de Nederlanden die hier zijn oranjekasteel betrok vindt hier haar voetnoten. Rosita, zijn enige dochter en prinses moest de hoge, door haar vader in haar gestelde verwachtingen inlossen. Zijn dochter was voorbestemd om een machtige ridder tot echtgenote te worden. Zijn roem en eer zouden er dan ook wel bij varen. De zoon van een simpele wapenhandelaar kwam echter wat roet in Don Juan zijn eten strooien door Prinses Rosita hare kop zot van hem te maken. Hoe kwader don Juan werd, hoe verliefder de prinses werd op hare proletariër. Ze smeedden zelfs plannen om te trouwen.
De twee nonnekes die garant moesten staan voor Rosita's deugdelijke opvoeding kregen de opdracht om haar op andere gedachten te brengen. Dat was allemaal niks gekort en Don Juan werd daardoor zo kwaad dat hij zijn Rosita met haar nonnekes en al opsloot in de donkere toren. Ze mochten er alleen terug uitkomen als ze haar trouwplannen had opgeborgen. Allemaal boter aan de galg moet het geweest zijn : Prinses Rosita en haar horige Jan met de Pet voelden zich nu éénmaal tot elkaar voorbestemd. Dit tot de grootste wanhoop van Don Juan. 
Op een morgen echter werden er 3 vrouwen aan elkaar samengebonden aangetroffen op de oevers van de Demer. Een plons die gevolgd werd door hulpkreten. Onheil ! Ook voor Don Juan kwam het allemaal te laat. Hij werd waanzinnig toen hij steeds maar weer de smeekbeden van zijn dochter hoorde. 
De toren zelf is een uitzonderlijk exemplaar van laat-middeleeuwse militaire architectuur. Het is een grenstoren van het hertogdom Brabant. Onderaan zijn de muren 4,2 meter dik en bovenaan 1,8 meter. Uitstekend geschikt om destijds de zware beschietingen te kunnen weerstaan.

Van beschietingen moesten we niet weten maar picknicken aan de maagdentoren was wel de moeite. Gebakken petatjes met vol au vent. Het klassiek branderke deed weeral zijn werk. Heerlijk en binnen de kortste keren hadden we al wat klap van een voorbijgangster met haar 2 Yorkshire murmeltjes luisterend naar de stoere namen Jules en Jef. Catsjoe was uitgelaten met hun bezoekje. Ook al was de dame in kwestie na de leuke kennismaking reeds lange tijd vertrokken, Jules of was het nu Jef verkoos echter om bij ons te blijven. Eerst nadat zijn bazinneke al 500 meter verder was, viel zijn hondenfrank. 
Het is niet mooi om met iemand's fysiek voorkomen te grapjassen. Ik weet het maar toch valt het soms al wel eens moeilijk om zich hier niet schuldig aan te maken. Eens terug op stap viel er in de verte een manneke op dat onze richting uitpikkelde. Volgens mijne maat moest er een serieus steentje in zijne schoen gezeten hebben. De manier waarop hij liep was op zijn minst merkwaardig. Zijn stap had veel weg van een mengeling tussen hiphoppen en hinkstapspringen. Hij teende op ons af. Leuke ontmoeting weeral met dit kereltje. Met 'Bet hem ?' en daarmee duidelijk op de Catsjoe doelend opende hij de conversatie. 'Nor wor heddet ?' was zijn volgende vraag. Scherpenheuvel lag als antwoord voor de hand. We vroegen hem of hij daar in Scherpenheuvel geen stemmig kroegje wist. Alsof hij de inspiratie vanonder zijn klakske moest uithalen, deze over en weer over zijn bolleke schuivend, raadde hij ons het cafeetje over het kerkhof aan. Waar het juist lag kon hij echter niet vanonder zijn klakske halen maar het kerkhof, daar moesten we zijn en daar zouden we 'Boenk eroep' zitten. Met bijkomend advies raadde hij ons de 'Averbode' aan als streekbiertje. Proberen te onthouden !
Onderweg naar Scherpenheuvel nog eens een staaltje van onverantwoord rijgedrag ondervonden van een bestuurster. We liepen op de rijweg aan de linkerkant. Geen voetpad nada. Komt daar een witte auto aan en 'k ga niet beweren in volle snelheid maar toch. Achter ons aan kwam er ook een wagen aan, die we niet zagen naderen. In plaats van vaart te minderen en ons, de voetgangers naast de baan, tijd te geven om zich wat veilig op te stellen ... neen, met luid getoeter eiste ze haar doorgang en plaats op op de baan. Mijne maat moest wegspringen waarbij hij een tik met zijn hand tegen haar portier niet kon vermijden. 't Mens stopte wat verder en die was gewoon histerisch. Niks aan aan dat portier en 'Dat gaat ge betalen !'. Gewoon buiten haar zinnen. Vloeken en schelden, doorrijden en daarna nog eens terugdraaien om ons blijven te volgen zodat ze telkens weer opnieuw haar gal kon spuwen. Toen we een landweg indraaiden, waar ze ons niet meer kon volgen, moest haar frustratie op zijn toppunt geweest zijn. Ze ontplofte bijna. Waarschijnlijk had dat mens nog nooit gehoord van zwakke weggebruikers en oordeelde ze dat voetgangers maar moesten wegspringen als ze eraan kwam gereden. Ach wat zijn er toch domme domme mensen. In alle geval heeft ze met haar vertoon een mooi staaltje van verkeersopvoeding gegeven aan hare kleine, ik denk een manneke van een jaar of 6, die zonder gordel naast haar zat op de passagierszetel. Trien verdomme !
Tijdens onze picknick had de Ronny een ontmoeting geregeld met een lieve ex-collega Rita. Nu we toch in de geburen waren schoot het initiatief om haar eens op te bellen onverwacht bij hem te binnen. De basiliek van Scherpenheuvel konden we niet links laten liggen. Santiago de Compostela in een miniversie. Maar eens we daar aan de basiliek zaten, zou Rita even langskomen voor een bonjourke. We moesten maar laten weten waar ze naartoe moest komen. De restaurantjes, cafeetjes en winkeltjes daar aan die basiliek zorgen wel voor wat sfeer. Café 'De Pelgrim' leek me dan ook op het lijf geschreven om elkaar na zovele jaren nog eens te ontmoeten. Geweldig weerzien, en 't ging haar goed ! Veel gebabbeld en gelachen, de dwaze stoten van vroeger terug opgehaald en doorgespoeld met de getipte Averbode. Van nog terug verder te stappen naar de eindmeet kwam niks meer in huis. Afgeklokt op een 12 à 13 kilometertjes was het stapavontuur afgesloten voor deze dag. 't Werd zelfs zo laat dat Rita ons voorstelde om ons terug naar de statie in Aarschot te voeren. Ja, waarom niet ? Als we dan toch in Aarschot zouden belanden, waarom dan niet ineens nog rap een restaurantje binnenduikelen ? 
Onderweg naar Aarschot heeft ze nog een ommetje gereden om het huizeke van de Jeroen Meus in Schoonderbuken te tonen. Wat een lap zeg ! 
En de verwondering bleef nog even niet uit. Op het marktpleintje in Aarschot loop ik daar de Michel tegen het lijf. Ook een ex-collega en bovenstebeste kerel, weliswaar tientallen jaartjes jonger maar toch een vent waar ik enkele jaren hartelijk mee heb mogen samen werken. Hij was frieten gaan halen aan het kraampje op de marktplaats. Wat een fijne verrassing zeg en wat is de wereld toch klein hé ? Als ik ooit nog eens meespeel in de één of andere highlandgames mag ik hem zeker niet vergeten te vragen om eens een airke te komen blazen op zijn doedelzak. De bagpipes maken nu zijn leven uit. Deed me echt plezier om die toffe gast terug te kunnen zien. Jammer dat hij zijn frieten al had gaan halen anders hadden we hem mee kunnen tronen naar het restaurantje. Iets verder was er er eentje open. In de verste verte niet kunnen vermoeden dat we op het marktje daar in Aarschot een Egyptenaar zouden gaan opeten :-).
De mooie dag zat er weeral bijna op zie. Hop naar de statie. Nog een laatste afsluiter met Rita in het stationsbuffet en nu kunnen we weeral uitzien naar de volgende wandeling.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.