woensdag 12 augustus 2015

Bergen - Mons : De Europese Cultuurhoofdstad



Het ritje Schoonaarde - Schellebelle zal voor een volgende keer worden. Met goedkeuring van mijne stapmaat kwam Mons uit de bus als wandelbestemming. Dat deze stad anno 2015 zich mag kronen met de titel 'Culturele Hoofdstad van Europa' maakt de keuze nog een beetje volwaardiger. Zelf ben ik er, althans niet dat ik het me kan herinneren, nog nooit geweest. Dus, Bergen  heren we come ! Deze keer werd het deels een stads wandeling, deels een verkenningstocht voorbij de stadsrand. Een beetje curiositeit naar het meer 'Le Grand Large' heeft ook wat meegespeeld bij het uitstippelen van het een goeie 20 paaltjes tellend trajectje. Met een treinritje van 2 uur sta je in Bergen, de biotoop van onze vroegere 1ste minister, den Elio di Rupo. Geen schoofzakje deze keer want ik vermoedde dat er wel iets in de stad te verhapscharen zou vallen. Afspraak om 8 uur met de Ronny en de Catsjoe in Berchem statie. Van daaruit naar Brussel Zuid en dan de trein naar Quiévrain. We hadden evengoed met de duiven kunnen meerijden, die worden daar in Quiévrain immers gelost. De kleine halve fond en op weduwschap :-). Deze keer eens geen problemen met de trein. Alle treinen netjes op tijd. Op het perron in Brussel Zuid, de Midi zoals ze genoemd wordt, stond er een kleine horde West-Vlaamse dames op leeftijd eveneens de trein naar Bergen op te wachten. We zouden ze nog tegenkomen. Bij het buitenkomen van de statie in Mons was het al prijs. En ook nu weer was het de Catsjoe die voor de lijm zorgt bij ontmoetingen. De  Catsjoe trok meteen de aandacht van het vrolijk kwetterende stel West-Vlaamse nimfen . ‘Je gaat zien’ maakte de Ronny hen wijs, 'we gaan jullie stalken' . In Mons was ik dus nog nooit geweest en ik moet bekennen, het heeft me aangenaam verrast. Het is een nette stad geworden met veel bezienswaardigheden. Uiteraard zal het stadsbestuur, hun titel van Europese Cultuurhoofdstad indachtig, wel extra inspanningen geleverd hebben. Rustig begonnen met een klim naar het hoogste punt van Mons, het mooie en imposante belfort. Verschillende kinderanimaties en kraampjes stonden daar opgesteld. Vanop die heuvel aan het belfort had je een prachtig zicht over de stad. De stad omfloerst met een lichte nevelsluier moest nog ontwaken. Na een klein toertje met vele trapjes rond het belfort ging het richting Le Grand Large uit. Een groot meer ten Noorden van Mons. De weg er naartoe was minder mooi en nergens op mijn wandelingen heb ik zoveel zwerfvuil aangetroffen als buiten de Bergense stadsrand. Het leek er wel op dat bij de oppoetsbeurt van Mons al het vuil onder de mat van de buurgemeenten werd gevaagd. Een schril contrast met de netheid in de stad en de megalomane bouwprojecten die aan de stadsrand worden uitgevoerd. Een pad overwoekerd met onkruid, brandnetels, doornstruiken leidde ons naar dat meer. De Ronny vond het wijs om benen en armen in te smeren met Deet, dat insectenwerend spul dat door de Amerikanen werd ontwikkeld tijdens de Viëtnamoorlog. Teken zijn immers gevaarlijke beestjes. Het meer oogde rustig onder een strakblauwe hemel. Enkele zeilbootjes zeilden baantjes aan de overkant van het meer maar ook vele plezierbootjes lagen er werkloos afgemeerd aan de kade van de jachthaven. De jachthaven ! Een uitgelezen stop.  Op het terras aan de jachthaven hebben we de bokes, die eerder op een bankje naar binnen werden gespeeld, doorgespoeld met een lekker Chouffeke. Vervolgens terug de weg op en verder. Het was verdorie al erg warm geworden daar in de volle zon. Enkele honderden meters verder werd het meer omzoomd met een afgrijselijke omheining. Volgens mij had die geen enkel nut meer want op verschillende plaatsen was ze vernield. Het is niet te verstaan dat men wat zo een mooie wandelweg zou kunnen zijn laat verkommeren naar een staat, een ghettosteeg waardig. Ook de wandelpaadjes waren verdwenen wat ons een serieuze omweg bezorgde tot aan de spoorwegbrug over het Canal du Centre. Door het verdwijnen van die wandelpaadjes moesten we op een bepaald moment zelfs over een hoge spoorwegberm klauteren om terug naar de stad te kunnen lopen. Foei, dat is strafbaar, maar nood breekt wet! Vooraleer op de grote markt te belanden hebben we nog wat door allerhande straatjes geslenterd. Eén van die straatjes herbergde het stulpje van den Elio. Een bescheiden herenwoning in een volkswijk. Je zou anders verwacht hebben. Na wat omzwervingen belandden we op de grote markt van Bergen. Een prachtig stadhuis vind je daar met een schitterende tuin. Alle deuren staan er open voor bezoekers.
Het aapje van Bergen, het lokale Manneke Pis van deze hoofdstad kreeg veel aandacht van de toeristen. De traditie wil dat wanneer je naar geluk zoekt, je op het koppeke van dat bronzen beestje moet wrijven en een wens doen. Het bronzen beeldje siert al van in het begin van de 17de eeuw de inkom aan het stadhuis. Rondomrond mooie statige gebouwen en op de markt zelf heerste er een heel gezellige vakantiesfeer. Veel animatie op het plein, boordevolle terrasjes met dagjestoeristen en ook, maar jammer genoeg en dit voor henzelf, een schare junkies, bedelaars en marginalen. Op het terrasje kwam er zo een verloren kost om een euro bedelen om een hamburger te kopen. Niet verstoken van enig altruïsme stopten we hem die euro toe. Een mens moet eten nietwaar ? 5 minuutjes later had hij zijn vloeibare hamburger in blik aangeschaft en kon hij toasten op onze domheid.  Iets later dan weer een junk die we al eens hadden aangetroffen in de tuin van het stadhuis. Duidelijk in andere sferen vertoevend verzocht hij ons om wat sigaretten. Iets verder van het terrasje hield een verwaaide bedelaar, zo stoned als een gepelde garnaal, de pet open voor een aalmoes. Zijn hond, zichtbaar helemaal onder de vlooien, hield hem mee op de been. Nee, het aanzicht op de keerzijde van onze samenleving werd in Bergen niet uit het straatbeeld geweerd. 
Het keurige gezelschap aan dames uit West Vlaanderen daarentegen was nog niet uitgeraasd. Ze zaten op het terras van het buurcafé en de Catsjoe lag bijna onder hun tafeltje. Ze hadden nog veel te doen vandaag. Uit hun opmerking 'Hauw, zolange 't nog ni kloare is, gon widder deure' kon ik opmaken dat ze het komende nachtje nog wilden doorzakken en maar eerst naar 't Zeitje' weerkeren bij daglicht. Het zwakke geslacht ? Ja banane ! De kwak smaakte heerlijk op dat terraske. Plezante babbel, lekker pintje, vakantiestemming ... Echte toeristen dat we waren ! Nog een klein stukje naar de statie en we konden weeral naar huis. Van de vooropgestelde 20 paaltjes hebben we er toch nog een 16 gestapt wat ik eigenlijk wel best vond voor een stadstripje. Een erg mooie dag hebben we weeral mogen opschrijven en tot besluit mag ik stellen dat Mons beslist nog een bezoekje waard is. Met de wederhelft dan, dit welteverstaan. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.