woensdag 30 december 2015

De Denderstreek, een rondeke in Appels.


Deze keer er eens alleen op uit. 'Mot kenne' zegt den Hollander. De eindejaarsperiode leent er zich niet toe om makkelijk de violen op elkaar af te stemmen om een geschikte dag te pinnen.  Geen erg er komen nog dagen genoeg. De Ronny en de Catsjou zaten nog ergens in de Ardennen, de Marc en den Angelo hadden elders eindejaarsverplichtingen. 
't Kwam ineens op als grote k.., weliswaar zonder hoofdletter geschreven. 's Morgens bij het ontwaken nog wat liggen prakizeren ... eruit of niet ? Schoofzakje maken of niet ? Nog eens omdraaien of hoe zit het ? De poes kwam de knoop doorhakken. Stilletjes kwam ze onder het bed doorgeslopen en met een poezesprong op mijne kop en het obligate dabwerk naderhand maakte ze het me enigszins duidelijk. Eruit en er op uit. Bokes gesmeerd, een paar blikjes cola, geen pintje want dat drink je uitsluitend met maten, met mate ook, 't was rap gefikst.  
Rond een uur of 10 stond ik al op de parking van Appels. Appels een deelgemeente van Dendermonde. Een landbouwdorpje in de Denderstreek geprangd tussen de Dender vallei en het Scheldebekken. De oorsprong van haar benaming is nog niet duidelijk. De Apls een beekje dat vroeger jaren door het gebied stroomde zou een aanwijzing kunnen zijn maar ook de verering van de Heilige Appolonia, voor alle duidelijkheid niet die van Prince, zou een aanknooppunt kunnen zijn. In alle geval drukt de stempel van de stad Dendermonde zwaar door op het Scheldedorpje. Langs de gehele wandeling wordt de rivaliteit tussen de ajuinenstad Aalst en de kopvleesfretters van Dendermonde aangescherpt met toeristische info-bordjes. Het Ros Beiaard heeft wel debet aan die eeuwenoude vete. Naar het schijnt danken de Dendermondenaren hun scheldnaam aan het feit dat de Aalstenaars hun buurstedelingen verweten dat ze de hondekadavers uit de Dender visten en daarmee hun 'kop', voor de Noorderburen 'Zult' maakten. 



Maar ik was er op uit voor een toerke. De eerste kilometers waren niet zo denderend. Stukje dorp over beton en dan langs een oude Schelde- of Denderarm richting Scheldeloop. Geen mooi stukje. Een vies stinkend fabriek walmde een geur uit die me deed denken aan verbrande pistonnekes van een speelgoedrevolver uit mijn jeugd.  
En zo wat verder wandelend langs de Schelde kon ik aan het Appelsveer mijn 's morgens gemaakte bokes binnenspelen op een bankske.  Geen veerman te bespeuren alhoewel er een veerdienst met permanentie wordt gegarandeerd. Van een vriendelijke mens die passeerde kreeg ik daar op mijn bankske alle égards. 't Was vrij winderig daar aan die pont en lang heb ik daar niet gezeten. Iets later kwam ik aanbeland bij de Sint Onolfsdijk.  Mooie wandeling zo langs dat jaagpad. De rietkragen op de scheldeoever zijn betoverend. Net toefjes room op een gebakje van een meester banketbakker. Wilde ganzen die hoog boven je kop luid gakkend overvliegen en de V van victory tekenen in de vaalgrijze hemel. Op weg naar waar ? Alleszins ver van hier, de horizon voorbij. Het laat je dromen. Een veerpontje dat werkloos afgemeerd ligt, een éénzame fietser die je voorbijrijdt,  een landschap dat de slaap opzoekt en de eeuwige rust moet ontberen vanwege eb, vloed en stormtij op die grote stroom die haar deze rust nooit zal gunnen. En toch is het bevreemdend zo zonder gezelschap deze wegeltjes te bewandelen. Gans verschillend van een camino heb je toch min of meer behoefte aan een klapke onderweg. Dat was nu niet het geval. Solo slim was het. Ietskes verder, aan de Sint Onolfsdijk mondt de Dender uit in de Schelde. Een indrukwekkend sluizencompleks tref je daar aan. Een tijsluis ter verduidelijking voor de ingewijden. De Dender die oorspronkelijk door Dendermonde vloeide werd omgeleid om scheepvaart mogelijk te maken tot Aalst. De oude Dender, afgesloten weliswaar, loopt nog steeds door de oude stadskern. Een frisse wind was van de partij daar aan die sluis maar dat was hoegenaamd geen probleem om iets later de Maay binnen te duikelen. De Maay, een stiltegebied van Dendermonde, zo las ik althans op de infobordjes, moest wandelende recreanten een absolute rust garanderen in deze contreien. Stilte ? Gooi er je klak maar naartoe !  De omringende gewestwegen zorgden voor zo'n achtergrondlawaai dat de controverse je bijna in een deuk deed belanden. En toch merk je dat er mensen zich inspannen om de natuur te helpen om zich te handhaven. Weliswaar is de vrijwilligerswerk van talrijke natuurminnende mensen en dat stemt hoopvol. We gaan er op vooruit.
Zo, ik heb even de tijd gevonden om mijn tripke neer te pennen. Vrouwlief is met zoonlief gaan shoppen in Rotterdam ... dat gaf me even een adempauze. Deze week trek ik er opnieuw op uit. De bestemming laat ik aan de Catsjoe over :-) ? Que sera sera.

Naar foto-album : Album Appels

donderdag 24 december 2015

Een kerstboodschappeke

Langzaam sterft wie slaaf van sleur wordt,
elke dag hetzelfde pad beloopt,
niet van doel verandert,
de kleur van zijn kleren niet durft te veranderen,
en niet met vreemden praat.
...
Langzaam sterft wie hartstocht schuwt,
voor zwart op wit kiest
en liever de puntjes op de i heeft dan kolkende gevoelens,
die ogen weer doen vonken,
glimlachjes vrijwaren van verveling,
harten behoeden voor val en tranen.
...
Langzaam sterft wie de tafel niet ondersteboven keert
als zijn werk hem ongelukkig maakt,
die niet verzaakt aan zekerheden om een droom na te jagen,
niet ten minste één keer in zijn leven
zich permitteert wijze woorden in de wind te slaan.
...
Langzaam sterft wie niet reist, niet leest,
niet naar muziek luistert, zichzelf niet aardig vindt.
...
Langzaam sterft wie zijn eigenliefde vernietigt,
wie geen hulp aanvaardt.
...
Langzaam sterft wie zijn dagen vult
met weeklachten over zijn droevig lot of de obstinate regen.
...
Langzaam sterft wie een project opgeeft
nog voor het is aangevat,
geen vragen stelt bij wat hij niet kent
of geen antwoord geeft op vragen over wat hem vertrouwd is.
...
Het leven kost veel meer moeite dan louter ademhalen.
Enkel brandend geduld zal ons in staat stellen
stralend geluk te veroveren.
...

Leef nu!
Durf nu!
Handel nu!
Laat je niet langzaam sterven.

VERZAAK NIET AAN HET GELUK!
...

donderdag 17 december 2015

De Faluintjesstreek. Baardegem, Herdersem, Meldert en Moorsel in een notedoppeke.


Aan XVII Nîvose MMXV, volgens de Napoleon met zijne republikeinse kalender een dag in de winter- of sneeuwmaand en volgens mij een doordeweekse donderdag in december, ontbrak het mijn inziens aan elk kenmerk een winterdag waardig. Sneeuw of vorst nada. Ja toch wel maar dan ergens ver weg in de steppen of de toendra van Siberië. Zonder blikken of blozen orakelde de weergodin Sabine er een 14°C uit op de kijkbuis alsof het nog volop lente was. Volgens mij zijn haar weergoden behoorlijk het Noorden kwijt maar haar uitspraak gaf reden om er op uit te trekken in de weidse natuur. Maar waar weeral naartoe deze keer ? Keuze genoeg dat wel en dit niettegenstaande we in een piepklein landje wonen van ocharme maar een zakdoek groot ! Van de Faluintjesstreek had ik nog nooit gehoord laat staan er ooit geweest te zijn. 


Geografisch gezien herbergt deze streek, buiten de in titel vernoemde gemeenten, nog enkele kleine gehuchtjes. Allen zijn het deelgemeenten van de Oostvlaamse ajuinenstad Aalst. Faluintjes, een voor mij tot voor kort onbekend woord, verwijst naar het middeleeuwse woord 'Falloerden'  wat takkenbossen of houtbussels zou betekend hebben. In den tijd van Napoleon werd er dan weer gesproken van falaentenbosch of falaentenmeersch, verwijzend naar een moerassig en verlaten drassig gebied. De streek werd dan toegankelijk gemaakt door de meersen te dempen met houtbussels gemaakt van essen of wilgenhout. 
Met een blauwdruk uit de website van Routeyou ben ik dan maar aan de slag gegaan om het wandelingetje wat te verfraaien. Het Kravaalbos, een pareltje, was er niet in opgenomen in deze blauwdruk en dat vond ik een beetje jammer. Ik heb er dan maar een stukje aangebreid. Het Kravaalbos is net zoals het Hallerbos en het Zôniënwoud een versnipperd restant van het immense kolenwoud dat zich vroeger jaren uitstrekte van de Noordzee tot aan de oevers van de Rijn. Het bos is nu in privébezit maar grote gedeelten zijn toegankelijk voor de natuurminnende mens. Volgens ingewijden in de lokale fauna zouden er zich nog een 30-tal reeën in het bos ophouden. Ik hoopte er enkele te kunnen spotten. Op ornithologisch gebied is het eveneens een kanjer. Het is een overwinteringsgebied voor de buizerd en de ransuil. Het spotten van groot wild en zeldzame vogels geeft altijd een meerwaarde aan je natuurtochtje. Hopelijk worden er de mooie paadjes en de rust waarvan men spreekt niet geteisterd door mountainbikers die hier hun overschot aan testosteron op hun pedalen kwijt willen raken. Ik wil ter verduidelijking niet alle cyclo adepten over dezelfde kam scheren. Er zijn er toffe bij ook !

In de Faluintjes behoren ook hoge hopranken tot de lokale flora. De hopbellen worden gebruikt door de bierbrouwers om het bier haar typische smaak te geven. Een beetje vanzelfsprekend lijkt het me dan ook dat dit meesterlijke ambacht in de streek werd beoefend. De abdij van Afflighem, gekend om haar vermaard gerstenbrouwsel beheerst hier al eeuwenlang de streek. Deze abdij werd 900 jaar geleden gesticht door tot inkeer gekomen roofridders en klaarblijkelijk zullen die gasten wel de aanzet gegeven hebben tot het brouwen van de Afflighem. Onderweg hoop ik dat te weten te komen. Misschien in de kroeg 'Bij Stinne' aan het Kravaalbos. Een leuke recensie op FB die ik tegenkwam deed me besluiten om het toerke nog wat verder uit te breiden zodat een bezoek aan dit drankpaleis kon verzilverd worden.

Vorige nacht 'op den bots' bij 'Stinne' terechtgekomen. Heerlijk oervlaams bruin café waar de sfeer van vroeger en de nostalgie vanaf druipen. Een uniek interieur met de specifieke geurenmix van bier, bruine zeep en slapeloosheid. De aanwezige juke box draait nog 45 toeren singles! Een samengeraapt terras onder een paar slingers veelkleurige lampen. Supervriendelijke service en heerlijk fris getapte pinten! Wat een verrassing, wat een heerlijk moment!

Zo schreef onze resencent. Awel, zo een kroegje krijgt zeker zijn plaatske op onze toer. Een reden te meer om het leven in al haar zaligheid ervan te mogen bejubelen. Big smile. Ik heb er een lieke bijgezet. 't Is in de taal van Molière moest je er niks mee inzitten :-)

De Ronny of den Angelo zouden zorgen voor het geestrijke vocht. Een eendencassoulet vergezeld van wat gebakken petatjes zou mijn bijdrage worden voor het stillen van het hongergevoel onderweg. Voor onze 4de musketier, de Marc, was het nog onduidelijk of hij zich kon vrijmaken van zijn professionele verplichtingen. 
Afspraak om 9 uur aan de statie van Puurs met den Angelo en we zouden wel zien of d'Artagnan kon komen opdagen. 
De Ronny en de Catsjoe zouden ons daar oppikken om van daar uit samen naar onze bestemming te bollen. 
De Marc was dan toch komen opdagen en een halfuurtje later stond de Ronny zijn automobiel in een dorpsstraatje van het gehuchtje Baardegem. Complete stilte daar in dat door God en klein Pierke  verlaten oord. Met z'n vijven op schok richting Kravaalbos langs kleine dorpswegeltjes en beemden in een zachtglooiend decor. Mooi mooi. Al na een halfuurke werd het behoorlijk warm en verhuisden de windstops richting backpack. Ik geloof dat er naar de eerder aangekondigde 14°C met de klak was gegooid, volgens mij was het er ruim boven bij momenten. Tof, lachen en zeveren onderweg op de modderwegeltjes die je wel tot oplettendheid aanmaanden wilde je niet tijdens de lachpartijen uitschuiven en op je gevelwerk belanden. De Catsjoe in 4 x 4 modus had daar zichtbaar minder problemen mee en deed weeral haar uiterste best om het groepeke bijeen te houden. Een vrolijke dorpsbewoner, op stap met zijn viervoeter deed haar even haar taak vergeten. Met "Is 't een teefke ?" viel hij bij het beginnende snuffelwerk maar meteen met de deur in huis. Zijn guitige oogjes spraken boekdelen. "Dan kan t' gi kaat" stelde hij vast. "Hierzi, aa zister" probeerde hij zijn hond wijs te maken. Met "Wa vinne van aa brier ?" richtte hij zijn volgende vraag aan de Catsjoe. Zijn Olsjterse accent (Aalst) kon hij niet onder stoelen of banken steken. Grappig en wat een taalrijkdom die verschillende dialekten van onze moedertaal ons toch opleveren ! 
Tijd om te schoven. Een enorme gesneuvelde boomstam in het Kravaalbos werd omgetoverd tot een waar eetsalon. De branderkes kwamen te voorschijn en het kokerellen kon beginnen. De Marc had 's avonds voordien nog een enorme appelcake gebakken. Zelf was hij niet zo tevreden van zijn bakwerk maar ik, noch de anderen konden er iets op aanmerken. Lekker zene ! De Ronny had een mélange gemaakt van 3 verschillende appelations contrôlées, lees wat kletskes overschot van wijn bijeen, en in een thermosfleske gebotteld. Origineel en prima om de eendencassoulet en gebakken petatjes door te spoelen. Als dessertje nog een Irish coffee, alles er op en eraan en daarna opgekrast voor nog wat meer stapplezier. Veel gelachen onderweg maar toch ook diepgaande gesprekjes over kroost en gezin kwamen aan bod. Volgens mij kunnen zo'n diepgaande wandelbabbels soms meer opbrengen dan het uren doorgezakt neerhangen op de sofa van de één of andere zieleknijper.  Dat is alleszins hoe ik er over denk.
Hoog tijd om de Afflighem te gaan proeven. Helaas het bruine café 'Bij Stinne' bleek voor nachtbrakers bestemd. Eerst om 7 uur 's avonds gingen de deuren open van deze dranktempel. Wat verder in Meldert kon aan deze behoefte voldaan worden. 't Begon al te donkeren ondertussen en er moesten nog een paar kilometerkes gestapt worden langs de slijkwegeltjes. Lampeke op de bol en stappen maar. Nu richting Moorsel. In Moorsel werden we door een paar jonge gasten aangesproken die op een caféterraske een sigaretje aan 't smoren waren. We moesten even binnenkomen. Waarom niet ? Ze waren ook geïnteresseerd in wandelen. De dodentocht hadden ze al op hun palmares staan. Eén van hen, een student aan de hogere zeevaartschool in Vlissingen ambieerde per toeval ook een Santiagotocht. Hij pikkelde een beetje en om onze twijfels omtrent de haalbaarheid van zo'n tocht weg te nemen verduidelijkte hij meteen de oorzaak van z'n mankepoot. Hij had verdorie met een kettingzaag in zijn been gezeten. Pijnlijke toestand alleszins maar een fotootje van zijn blessure in mijn blog zou hij ten zeerste op prijs gesteld hebben. Leuk stel die gasten. Van fotokes gesproken, ik heb er weer enkele mooie kunnen versieren. Den Angelo wou niet mee op de fotokes. Reden daarvoor lag bij zijn coiffeur. Met een slecht ingestelde tondeuse had die een jaap getrokken op zijn hersenpan zodat die kaalgeschoren lap diende bedekt te worden met zijn muts. Bij het bekijken van de fotokes moet je dus niet denken dat onze 3de musketier de één of andere gemaskerde terrorist is. Nummer 4 uit het jeugdig cafégezelschap was al uit bed om halfvier. Gaan werken, een pintje gaan drinken. Nu moest hij nog naar een feestje om daarna maar weer terug 2 uurtjes te kunnen gaan pitten vooraleer terug naar het werk te stappen. Waar is den tijd dat ik dat ook nog kon :-) ?
Tijd om terug naar huis te gaan. Nog een goed uurke stappen vooraleer we terug aan ons startpunt kwamen. Den auto in en terug naar af, de statie van Puurs. Te vroeg echter en in plaats van nog een klein uurtje op het perron te koekeloeren kon er gerust nog een laatste slok bij. Nog een vluggertje dus in een kroegje met een sfeervol interieur. Een gloednieuw ogend solexbrommerke uit 1955, even oud als ik, was het pronkstuk van de cafébaas zijn meubilair ... Genieten tot het allerlaatste moment, zo hoort het te zijn. Sjieke dag, een kadoke weeral :-). Bedankt maten. 


Naar foto-album : Album Faluintjes


donderdag 10 december 2015

Het Donkengebied tussen Zennegat en de Rupel en Oud Heverlee in het Dijleland.

De zondagse wandelingetjes, te vinden op Marching.be, van Aktivia slaan weer aan bij de vrienden. Het wandeltochtje op zondag is, na een tijdje op een kersenpitje gesmeuld te hebben, nu reeds het 3de op rij. Een prima ontspanning en goed voor lijf en leden. En er is versterking bijgekomen. De Frans en Lydia, een sportief stel en wandelliefhebbers hebben mee de rangen vervoegd. Ook hun hondeke Fien, een Jack Russelke, stapt dapper mee. Met een vrolijk amalgaan van 2 ex-armen der wet, een koffiemarsjant (lees maar vertegenwoordiger) en ikzelf gaan we dus op stap in de natuur samen met de respectievelijke wederhelften. Een zalig toerke vanuit het Bloso domein in Hazewinkel en zo over de dijken naar Heffen werd het. Bij de inschrijving kreeg ik begot nog een speculase ventje van de Sint. Ik moet dus braaf geweest zijn dit jaar :-). Wat dreigende wolken en een fris briesje waren geen reden om thuis in je zetel te blijven hangen. De bottienen aan en stappen maar. Alhoewel, mijne maat de Walter zweert bij zijn caoutchouc botten om te stappen. Dat stapt gemakkelijk beweert hij. Edoch, als de nood zeer hoog is, hij heeft het trouwens zelf al ondervonden, en je je broek moet laten zakken achter een boom dan komt er wel wat behendigheid aan te pas om die nood te kunnen lenigen. Met de wetten der zwaartekracht dient immers rekening gehouden te worden. In dit geval zowel wat de rustplaats van je creatie betreft alsook wat betreft het behoud van je evenwicht. 
De opkomst was groot daar op Hazewinkel. Het mooie parcours zal daar wel debet aan gehad hebben met als gevolg dat er door het vele volk geen plaats meer was op de tussenstop in Heffen. Dan maar uitgeweken naar het duivenlokaal iets verderop. Een Gouden Carolus smaakte naar nog dus het werden er twee bij de belegde broodjes. Ondertussen lag heel de vloer vol slijk en aardeklonters afkomstig van de wandelaars hun bottienen. Ze waren met velen die het café binnenstuikten voor hun schof. Ik denk dat de cafébazin de zondagavond meer vuil van de vloer heeft moeten vagen dan al het vuil tesamen afkomstig van een gans jaar duiven in te korven. Reken daar de pluimen ook maar ineens bij. 
Een piepklein toerke van bijna 14km is het geworden. Fientje met haar korte pootjes heeft wel het dubbele getrippeld met de keren dat ze achter een geworpen stokje aanholde. Als afsluiter nog een toast in m'n kantinneke op 't Sint Anneke op de geslaagde donkenwandeling.  Waar naartoe nu zondag is de volgende vraag.


Naar foto-album : Album Donkenwandeling











Oud Heverlee in Vlaams Brabant is een bezoekje waard. Het ligt op de scheiding van het vroegere kolenwoud en de Dijlevallei. Het is een gebied waarin je in een weidse omgeving talloze wandelknoopunten kunt vinden waarmee je ontelbare keren zelf je wandelingen kan componeren. Mooie volle bossen met rustieke wandelpaadjes zijn er in overvloed. 
Vandaar dat deze week Oud Heverlee er uitgepikt werd om te gaan verkennen.  Van daaruit in een grote lus over Heverlee, Ormendaal, Langerode, Neerijse en de Dijle volgend tot in Korbeek-Dijle om zo terug aan de statie te belanden in Oud Heverlee. Ik schat droog gewogen een 25 kilometertjes. 


En na Angelo is er nog een wandelaar bijgekomen. De Marc, een ex-collega die ook liefhebber is van wandelingetjes in de natuur. Om 10 zijn we met z'n vieren afgestapt in de statie Oud Heverlee. Deze keer een vlotte treinregeling, je kijkt er zowaar van op. Prachtig weer ook. Ook deze keer was er een picknick voorzien. De Ronny zorgde voor pitta en broodjes, den Angelo voor de aperitiefhapjes, de Marc voor een lekker potteke soep en ik voor de wijn, de groentjes en de sauzekes. Een probleem stelde zich omdat we uitgerekend na een 6 tal kilometertjes een lemen schuilhut moesten aantreffen. Niks te zien totdat we tot het besef waren gekomen dat we de lus in omgekeerde zin aan het bestappen waren en die schuilhut maar eerst aan het einde van de wandeling zouden tegenkomen. Kom zoiets tegen ! Daarvoor lopen we dan met drieën met een GPS rond ! Iets verder troffen we dan toch een picknickplaatske aan. Het tafelblad stond zo scheef als een hark maar dat was geen belet om er een lekker dineetje op uit te stallen. Een doorgezaagd olievat deed eventjes dienst als komfoor om de branderkes in op te stellen. Picknicken half december, er zijn mensen die je als krankzinnig bestempelen. En toch is het genieten, schrijf dat maar even voor me op.  
Een heel mooi maar slijkerig parcours is het geworden. En jawel, ondanks de frisse wind die er stond, gaf het zonnetje nog een beetje haar warmte af. Mooie holle wegen, slingerende beekjes met beverdammen stromend naar immense vijverpartijen, beemden en paadjes die je door de heuvelende weiden voeren. Goed voor een 220 hoogtemeters stapplezier. Geen koeien meer te bespeuren in de weiden want die staan al een tijdje op stal. Ze liggen er maar kaal bij nu. De Catsjoe was helemaal in haar nopjes. Merkwaardig toch hoe zo een hond automatisch in herdermode overschakelt wanneer je zo in een klein groepje stapt. Telkens er iemand achterbleef stimuleerde dit haar argwaan en probeerde ze het groepje, haar roedel, terug bijeen te brengen. Tegen zonsondergang aan zochten we een pintje op. Dat werd ondertussen hoog tijd. Een brasserie in Zuidelijk Dijleland kon daarvoor zorgen. Een Brugse tripel op een buitenterrasje, dat smaakt wel. Binnen in de Brasserie zat het goed vol met taartjesverorberende en koffieslurpende dames, daarbuiten op het terras daarentegen was het ietske minder druk. Juist geteld 4 stappers en een hond die het er gezellig vonden. Ondertussen begon het al stevig te donkeren en nog een kilometerke of 7-8 moesten er gemaald worden. In het donker de bospaadjes volgen heeft wel iets. Zo met dat lampje op je kop heeft het wel iets spooky. De schaduwen van de bomen in de lichtbundel van je lampeke dansen dan op en neer. Mooi zo in het donkere bos.


De lemen schuilhut zijn we dan uiteindelijk toch nog tegengekomen maar geen kat was er te bespeuren. Ja 't is vroeg donker nu maar nog een beetje geduld en dan beginnen de dagen terug te lengen. Opnieuw bergop, de eindeloze kringloop van de natuur volgend. Als deze zich maar niet vroegtijdig wreekt voor de roofbouw en de aanslagen die het mensdom er op heeft gepleegd. Even voor het eindpunt bleek het nog wat vroeg om de trein te nemen. Dat was een geldig excuus om nog het bistrootje 'De Sortie' binnen te duikelen voor een laatste afsluiter. Daarna de trein op en terug huiswaarts na een mooie dag natuur in een prachtige streek. De batterij kan er weer even tegen. Toch tot volgende week hoogstwaarschijnlijk want dan trekken we er terug op uit.  'Ik ben weeral wreed blij dat ik content ben' declameerde de Ronny na afloop van het wandelingetje. Marc en den Angelo moeten er net als ik ook zo over gedacht hebben.   

  Naar foto-album : Album Oud Heverlee

donderdag 3 december 2015

Langs de polderdorpjes over de grens in Zeeland

We zitten al in december en wanneer er dan mooi weer wordt voorspeld moet je dat zeker te baat nemen om een frisse neus te halen. Een toertje in Zeeland ! Daar vind je bergen met frisse lucht. Het mag gezegd, het landschap en de streek zelf daarentegen is zo plat als een overrijpe vijg. Maar daarom nog niet lelijk zene ! Den Angelo kon niet meewandelen omdat hij thuis opzag tegen een stapel brandhout dat dringend weggestapeld moest worden. Om 10 uur draaide de Ronny de motor uit in het voormalige havendorpje Kruispolder. Kruispolder is gelegen ten westen van het Verdronken Land van Saefthinge. Met de verstevigingen aan te brengen aan de zeedijken is het oude haventje in Kruispolder teloor gegaan waarna dit polderdorpje indommelde naar een eeuwige slaap. Vanuit dit voormalige havendorpje heb je nog een prachtig zicht op het Verdronken Land. Een schorregebied van 3580 hectare en het grootste brakwaterschor van gans Europa. Een gebied dat prat mag gaan op een fascinerende geschiedenis. In 1570 werd bijna het volledige gebied onder water gezet door de Allerheiligenvloed. Alleen Saefthinge en nog enkele andere stukken land bleven boven water. In Namen dat eveneens onder het wassende water verdween bleef enkel de kerktoren nog zichtbaar. De klokken hiervan werden ondergebracht in de kerktoren van het nabijgelegen Grauw. Tijdens de 80-jarige oorlog, in 1584 om precies te zijn staken Nederlandse soldeniers de dijken door om strategische redenen en werd ook Saefthinge opgeofferd aan de machtige Scheldestroom. Soms worden er nu nog restanten teruggevonden van de verdwenen dorpjes en door het schurend effect van het wassende water bij vloed komen er soms nog restanten van huizen en kerken bloot te liggen. Het is beslist de moeite om er eens een bezoekje te brengen. Een paar rubberlaarzen zijn onontbeerlijk om je een weg door het schor te banen. Wat reservekledij eveneens voor het geval je een totter in het slijk plant. Een bezoekje aan het schor dien je best met een gids ten uitvoer te brengen. Het is trouwens niet toegelaten om er onbegeleid in rond te dwalen vanwege de gevaarlijke partijen drijfzand die er aanwezig zijn. Opletten geblazen dus !




En nu op stap richting zeegat langs de Scheldedijk. Beneden de dijk was het een stuk zachter dan er bovenop. Daar stond er een stevige en frisse bries. Maar het is er zalig wandelen. Aan de éne kant krijg weidse akkers gekaderd in landelijke tafereeltjes, kijk je de andere kant op dan zie je de Scheldestroom, de kloppende zilveren ader van onze welvaart, Een prachtig stilleven is het wanneer je die oceaanreuzen op de stroom ziet dobberen in de richting van de Antwerpse havens. Ze komen haast zo dicht bij de oever dat je, wanneer het avond zou zijn en donker, de matrozen aan boord zou kunnen horen zingen ...



Niet dromen Jan, Was dat niet uit den tijd van de grote zeilschepen, de sierlijke windjammers en de toen opkomende stoomboten ? Nee, niet dromen, maar nostalgie, awel da krijgt nog zijn plaatske in mijnen blog.

We, ttz ik, de Ronny en de Catsjoe hebben tot de hoogte van de 'ouwe haven' van Kloosterzande de dijk gevolgd. Daar zijn we dan landinwaarts richting Kloosterzande getrokken. Een verlaten terrein ter grootte van een basketbalveld lag bezaaid met carnavalsreuzen uit wel een ganse carnavalsstoet. Het terrein lag aan de afslag naar Kloosterzande. Triestige aanblik was dat. Die reuzepoppen opeengestapeld en ineengewrongen. 't Voelde doods aan. Net een kerkhof van afgestorven plezier en volksvermaak. Brrr.

In Kloosterzande wilden we een 'kroechie' opzoeken voor het aperitiefje maar helaas. Dat was er niet te vinden in dit stukje Nederland. Althans niet eentje dat er op dit schabouwelijke uur al zijn deuren had geopend voor vertier en drank. 
Zonder het gebruikelijke voorafgaande aperitiefje hebben we ons dan maar aan een straatkappeletje neergeploft, Uit de wind voor de vuurtjes van onze openlucht-cuisine. Appelspijs uit het kiloke dat Sneeuwwitje verleden week had gekocht, appelmoes ter verduidelijking voor onze Noorderburen, bruin zuurdesembrood, broodjes, zwarte pensen, witte pensen en pensen met calvados en stukjes appel. Dit alles gechaperonneerd door een fleske rode wijn van eenvoudige komaf. Voor de Catsjoe was er nog een halve frikadellekoek voorzien, een overschotje van gisteren. Wie doet er beter :-) ? 't Heeft weeral goed gesmaakt. Dat gaan we nog doen !

Opmerkelijk hoeveel huizen er te koop staan in die Zeelandse polderdorpjes. In elk straatje vind je er wel een stuk of 5. Nette huisjes, keurig onderhouden. Het is net alsof er een exodus aan de gang is van de dorpsgemeenschap. Nochthans is het er zeer vredig wonen. Misschien wel een beetje te vredig voor de moderne gehaaste mens. Zeker in de gehuchtjes waar we doorwandelden zoals 'Oude Stoof', 'Kuitaart' en 'Strooienstad' was het muisstil. Daar kon je zelfs geen winkeltje aantreffen, laat staan een 'kroechie'. En toch, de mensen leven er heel open en onbevangen. 's Avonds in het donker en je loopt voorbij die huisjes voel je je zelfs een beetje een voyeur. Gordijnen of rolluiken aan de vensters die angstvallig alle blikken naar binnen moeten weren tref je er niet aan. Je kijkt zo, ongeremde of ongecontroleerde curiositeit natuurlijk, wat er op of in het bord van de bewoners ligt. De mensen storen zich daar hoegenaamd niet aan. Opmerkelijk en misschien is het ontbreken van enige schroom wel een typisch kenmerk van de volksaard daar in die contreien. 

In Hengstdijk kregen we toch stilletjes zin in een goeie koffie en de Ronny verkoos als toemaatje nog een neut jonge klare. Het 'Jagershuis' was het enig toevluchtsoord dat in Hengstdijk onder de noemer 'Horeca' kon gecatalogiseerd worden. Een mooie stulp weliswaar.  Een établissement dat volgens Margot, de uitbaatster, voornamelijk bezocht wordt door een kalandizie dat zich bezighoudt met het ombrengen van dieren als hobby. Het intérieur van Margot was overvloedig voorzien van artefacten die appeleerden aan de jacht. Opgezette beesten, jachttrofeetjes, geweien, jachthoorns, schedels enzovoort. Geweren heb ik er niet zien hangen. Al goed. De Ronny was al een tijdje op zoek naar een schedel van het één of ander beest voor zijn pergola om er wat sfeer in te brengen. Toen Margot hiervan hoorde ging ze prompt haar zolder op en kwam terug met 2 mooie exemplaren. De Ronny kreeg ze kado van dat mens. Sympathiek hé ? Een lieve dame die Margot !

Nog 9 kilometertjes tot aan eindpunt vielen er te stappen. En binnen een uurtje zou de zon al ondergaan. Nog wat nagenieten van het weidse polderlandschap en stilaan konden we weeral hopen op een mooie zonsondergang. Die kwam er ook. Fantastisch mooi dat kleurenspel. De fuchsiatinten onder de laaghangende wolken gaven de wolkenranden violette korstjes, Daaronder de oranje vuurgloed van Laura die zachtjes aan verschaald en in haar zwanenzang nog een purperen schijnsel tovert dat een groot deel van de einder omspant. Machtig schouwspel, je moet de magie er in zien. Ons wandelingetje zat er ook op. Een mooie dag, 27 kilometertjes op voornamelijk asfaltbaantjes wat iets, maar niet veel minder was. Prachtig weer ook en enkele lieve mensen tegengekomen. Ik heb weer gelukkig kunnen zijn vandaag. Wat een geschenk toch !!!

Tijd om naar huis te keren. Een klein half uurtje bollen had de Ronny nodig om me thuis te brengen. Volgende week  zien we weeral uit naar een volgend tochtje en nu zondag ga ik eens Hazewinkel tegen Klein Willebroek verkennen. Stappers uit Mühlbach worden er verwacht. Ben benieuwd. 


Naar foto-album : Album Zeeland