donderdag 28 januari 2016

Het hydrografisch bekken van de Boven Schelde

Prachtig weer werd er voorspeld voor vandaag. Zou het dan geen zonde geweest zijn moest je daar geen profijt mee doen en er een mooi toerke in de natuur mee versieren ? Het zelfde scenario als verleden week kon nog dienen. 't Is te zeggen alles lag klaar daags te voren, en hop vroeg eruit.  Om 8 uur stapte ik al af aan de statie in Gontrode, deelgemeente van Melle (O-Vl) dank zij een uitzonderlijk stipte NMBS. Waar zullen we het schrijven ? De zon kwam juist uit haar beddeke en in de verte aan de einder schemerden er nog een tijdje wat violette sluiers aan de horizon. Een voorbode van een zacht weertje. 



Langzaam heb ik me op gang getrokken voor een grote wandellus van ongeveer 25km. Enkele deelgemeenten van Merelbeke konden daarvan getuigen. Munte, Lemberge, Bottelare, Baaigem ... allemaal pareltjes van dorpjes waar de oude dorpskernen nog min of meer intact zijn gebleven.

Deze keer zou het opnieuw een solotrippeke worden. De stapkameraden hadden nog even andere zorgen om het hoofd en gaven verstek. Een volgende keer dan maar weer. Er komen nog wandelingen genoeg. Nu, alleen wandel je nooit. Altijd is er wel een dialoog tussen je lichaam en de ziel aan de gang. Een dialoog waar de gesprekstof geleverd wordt door de natuur die je bekogeld met ontelbare prikkels tijdens je wandeling. Een klaterend beekje, de wind om je heen, de regen die zijn gordijnen dichttrekt, bloemen, onweer, paadjes, dieren, landschappen en noem maar op ... Als je langzaam wandelt, behoort het je toe, het wordt al stappend jouw bezit. Het enige bezit waar je trouwens geen ongemakken van ondervindt. Je hoeft het zelfs niet te kopen, je krijgt het zo voor niets voor je neus op een bordje geschoteld. Oei, ik word wat hoogdravend. 
Al vlug zat ik temidden tussen de velden. Hier en daar een boerderijtje voorbijlopend waar de geur van gebakken spek en koffie gemengd met de rook van een houtvuur op te snuiven viel. Een perfecte combinatie om de morgenstond te parfumeren. Kuieren tussen de zacht glooiende heuvelruggetjes en zinken met hier en daar toch nog een fors hellingkje neemt al meteen de haast uit je lijf. Het zonneke was al flink met haar werk begonnen maar de drassige paadjes droogkrijgen zou haar nog niet lukken. Te vroeg op het jaar nog. De ganse streek rond Merelbeke behoort tot een meersengebied. Moerassen, bospoelen, en ontelbare beekjes die de akkers en bossen versnijden in hun zoektocht naar de Schelde, zetten de toon in het landschap. Veel modder aan de bottienen dus. 
Om 10 uur was er al één derde van de trip voorbij. Nochthans in alle rust gestapt. In Munte was er al een kroegje open. Tijd zat om er een Tripel Karmeliet soldaat te maken. Een lege kroeg maar ik had al direct wat klap met de uitbaatster. Een sportief wicht met een dotje op hare kop, zo groot als een zaalvoetbal, maakte er de dienst uit. Sympathieke meid. Ze had in Peru trektochten gedaan, enkele malen de dodentocht meegelopen maar nu had ze het even te druk om nog de avontuurlijke kaart te trekken. Ik heb nog vlug een 2de Karmeliet aangesproken. Op één been kun je immers niet staan, laat staan stappen. Die konden ze al niet meer afpakken en nu wegwezen ! De deur van Afspanning oud Munte werd dichtgetrokken. Tot een volgende keer wellicht. 
Wegeltjes en wegeltjes kwam ik tegen. Eén benaming van zo'n wegel onderweg vond ik wel raar, nl de : 'Onderstandswegel'. Ongewild dwaalden m'n gedachten af. Dat heb je wel eens meer wanneer je solo stapt. Je maakt je hoofd even leeg. Onderstand ... een weg .... de minder begoeden ... wandelen ... Waar leg je de linken ? Hop en je geest, hand in hand met je fantazie begint te draaien. Jongste telg die ik was uit een niet gefortuneerd gezin had ik in mijn jeugd het soms al eens lastig om mijn week rond te krijgen met m'n zondagse pree. Af en toe had ik aan het eind van mijn pree nog wat dagen over. Op andere vlakken kwam ik zeker niks te kort maar wat betreft centen : Olala hier stopt het, een extra zat er gewoonlijk nooit in. Mijn vader zaliger hoor ik nog zeggen : "Zen oe cens al oep manneke ?" "Zuiniger zen hé, dan edde da ni feur". Gewoonlijk voegde hij er dan nog aan toe : "Maak maar een droge wandeling, dat kost u niks". Werd daar toen de kiem der wandelmicrobe gelegd ? Ach, elke afstandswandelaar heeft wel eens meer zulke rare hersenspinsels. Ondertussen was het verdorie zo warm geworden dat ik mijn jas moest opbergen. Ik heb er niet op gelet maar het kwik moet vlot over de 10 graden geklommen zijn. Eind januari en buiten lopen in T-shirt met enkel een licht truitje. Leg daar maar eens pap op !
Nee onderstandswegel had geen enkele conotatie met arrenmoede. Het was een weggetje dat naar een bunker uit WOII leidde. Deze bunkers, aangelegd in een gordel rond Gent, werden in de jaren 30 van de vorige eeuw gebouwd om Nazi Duitsland weerwerk te kunnen bieden bij een invasie. Zo een bunker die opgetrokken was uit baksteen en voorzien was van ramen werd een onderstand genoemd. Uiterlijk hadden deze bunkers de kenmerken van een hoevetje. Ze hebben nooit gediend want op amper 18 dagen werd België onder de voet gelopen door de oprukkende Duitse legers.  
Nog 2 ongerepte bossen lagen er op mijn uitgestippeld spoor. Het Nerenbos en het Gentbos. Deze bossen maken samen met het Bruinbos en het Heilige Geestgoed onderdeel uit van het landschap der Makegemse bossen. Een mozaïek van bossen, landbouwgrond en verspreide bewoning. Op de drassige gronden in de zinken vind je er vooral populieren en iets hoger op de drogere gronden naaldhoutbestanden. De grotere loofbossen zijn beplant met eik en beuk en worden regelmatig onderbroken door gras en akkerland.  
Het was op het einde van mijn wandeling in het Gentbos dat het improviseren werd. Alle paadjes die ik vooraf op kaart had uitgestippeld waren er in verdwenen. Klauterend over gevelde eiken en nieuw ontstane beekjes heb ik me er een weg door moeten ploeteren. Ik ben er de boswachter tegengekomen en die gaf me wat uitleg. Vroeger werden de paadjes zorgvuldig onderhouden en enkel wandelaars mochten deze betreden. De toegangen tot deze paadjes werden keurig afgesloten voor personen met andere intenties. Het was zinloos. Ze werden gewoon afgebroken en de paadjes werden crosscircuits die respectloos voor de natuur door mountainbikers werden geclaimd. Nu heeft natuurbeheer het bos de status van een vrijloopbos gegeven. De paadjes verdwijnen en verwilderen en je moet zelf maar je weg door het bos vinden. Om de mountainbikers te ontmoedigen worden er her en der stroken met lage doornstruiken aangeplant. Hij klonk nogal teleurgesteld die boswachter. Dweilen met de kraan open liet hij me verstaan. De mensen van het natuurbeheer doen zo hun best om de natuur te herstellen en die fietsvandalen rijden alles naar de vaantjes. Ik kan hem begrijpen.
Om halfdrie was het liedje uitgezongen. Ik stond terug aan de start. Het was een geweldig prachtige dag vandaag. Absoluut een kado.
Volgende week treed ik nog eens in wat pelgrimssporen. Samen met Hugo, een collega-pelgrim en waarschijnlijk ook de Ronny en de Catsjoe gaan we een stukje van de Via Brabantia bewandelen. De Via Brabantia loopt vanaf Bergen op Zoom over Antwerpen en Brussel tot in Nijvel. Een variatie hierop vanuit Brussel tot in Jodoigne behoort ook tot de mogelijkheden. Maar we gaan het iets bescheidenen houden en enkel de Koninklijke Tocht, een etappe van een kleine 30km tussen Laeken en Halle onder handen nemen.
Tot volgende week. 


Naar foto-album : Album Gontrode

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.