donderdag 24 maart 2016

Haspengouw op de taalgrens in de provincies Vlaams en Waals Brabant.

Het zag er naar uit dat de wandelbezetting deze week beperkt zou blijven. Buiten onze Ronny en de Catsjoe die present gaven, hadden de overige stapmaten deze week andere katten te geselen en gaven bijgevolg verstek. 


De Ronny was wreed content dat hij even zijn bouwperikelen opzij kon schuiven en een dagje kon verpozen met een toerke te stappen. Met z'n drietjes trokken we richting Haspengouw, de streek gekend om haar mooie bloesems en de fruitgaarden. Om geen problemen te moeten ondervinden met de trein ten gevolge van de recente aanslagen in Brussel en de weerslag daarvan op het vervoer kozen we voor de automobiel. Ik was verrast dat het verdorie een tripje werd van om en bij de 100 km. Rond halfnegen pikte ik de Ronny en de Catsjoe op aan hun thuishaven en na een anderhalf uurke probleemloos bollen en zonder enige file konden we rond 10 uur afstappen aan de statie van Landen. Stappensklaar voor een evenwichtsoefening van een goeie 25 km op de taalgrenskoord tussen Vlaams en Waals Brabant. Niet minder dan 8 dorpen en een stad moesten er aan geloven. Landen, Overwinden, Raatshoven/Racours, Linsmeel/Linsmeau, Pellen/Pellaines, Lijsem/Lincent, Walshoutem, Wezeren en Walsbets. Een heel communautair boterhammeke.


Omdat het al even was geleden dat we nog eens met ons tweetjes hadden gewandeld, viel het mij en de Ronny meteen op dat de mindset waarmee je een wandeling loopt sterk bepaald wordt door het aantal deelnemers waaruit de groep wandelaars bestaat. Als je alleen wandelt geef je je over aan je eigen gefilosofeer en gaat de aandacht naar jouw verbondenheid met de weg en haar omgeving. Met 2 kan je de elementen uit dat gefilosofeer nog met elkaar overwegen en de resultaten ervan met elkaar uitdiepen. De omgeving krijgt nog veel aandacht maar de verbondenheid met de weg valt al deels weg. Ben je met meerdere stappers dan vervlakken ook deze kenmerken en komen er elementen en gedragingen in zicht die ervoor moeten zorgen dat er een hecht groepsgevoel ontstaat. Hoe dan ook; alleen, met z'n twee of in groep: Wandelen is een activiteit die velerlei dimensies omvat. 

Goed, we zaten nog maar aan de start in Landen. Landen is een stad behorend tot het westelijke deel van Haspengouw in Vlaams Brabant. Met een oppervlakte van 55 km² en 43 km grenslijn leunt deze stad aan tegen de provincies Luik en Limburg. 
Bij de eerste stappen richting Overwinden sierden er al enkele Belgische tricolors, in het midden dichtgesnoerd met een rouwlintje, de huisgevels. Onder een neerslachtig grauw-grijs wolkendek, alsof de gemoedstoestand van vele Belgen weergegeven moest worden, stapten we tussen holle wegen en immense korenvelden het heuvelende landschap door naar het Waalse grondgebied. 

Bij het uitstippelen van de route was me al opgevallen dat het een droge wandeling zou worden. Geen cafeetjes op het traject onderweg gespot. De typische vierkantshoeven daarentegen waren er in overvloed aanwezig. In Linsmeau stelde ik een desbetreffende  vraag aan een dorpsbewoner. Die klaagde met geuren en kleuren het gebrek aan dorstlavende etablissementen in de regio aan. De brave man in kwestie legde nog uit dat er een cafeetje was dat naar de naam 'De Golden Gate' luisterde maar dat de cafébaas op krukken liep ten gevolge van een ongeval. Hij zou zijn kroeg maar eerst rond 4 uur opendoen omdat zijn vrouw hem moest helpen bij zijn ongemak. Verder bleek mijn gesprekspartner ook een verwoed wandelaar geweest te zijn maar nu ging zijn aandacht uit naar het formule 1 racen. Van een contrast gesproken. Hij had in totaal op 27 jaar tijd 147000 km gewandeld. Een eenvoudig rekensommeke leerde me dat mijn Waalse landgenoot serieus met spek aan het schieten was. Ik zou bijna zeggen met hele varkens. Het degusteren van een goeie pint moest derhalve nog wat uitgesteld worden.

In Pellaines werd het tijd om de boterhammekes met spek en eieren aan te spreken. Een grot zonder de Maagd Maria naast de dorpskerk leek ons, bij gebrek aan picknickvoorzieningen, een prima alternatief. Een gebrek aan respect voor dit tot devotie aanmanende stulpje kon ons niet verweten worden want de grot was, op een verfomfaaid kruisbeeld met doodskoppen en een stenen altaar na, zo goed als leeg. Het altaar kon dienst doen als tafel. De Catsjoe kreeg haar bullepees als schaft. Een af en toe toegestopt boke met spek en ei vervolledigde tot haar groot genoegen het diner. Het gaat trouwens goed met dat beestje. De Ronny is gestopt met medicijnen te geven voor haar manken en het lijkt dat dit nu gestopt is. Zoveel te beter.

Zowat halverwege de trip passeerden we de E40. Geruime tijd ervoor konden we al het geraas horen van het drukke verkeer. Deze verkeersader is met haar verkeerslawaai een waar 'pain in the ass' voor degenen die daar van de prachtige natuur willen genieten. Niet alleen dat verkeer maakte er storend lawaai maar het vliegveldje van de Aero Club de Hesbaye, iets verderop, deed er nog een flinke schep decibels bovenop. Onafgebroken stegen er sportvliegerkes op die er hun vaste toerkes afdraaiden om het opstijgen en landen te oefenen. Ik krijg de indruk dat ik aan het zagen ben ...
En dat is geenszins de bedoeling. Met ons gedrietjes hadden we het best naar onze zin. Goed gelachen en gezeverd onderweg. Toch werd het gemis aan een gezellig kroegje stilletjesaan onhoudbaar.

Van den Heilige Landelinus had ik nog nooit vanzeleven gehoord. Deze uit de 7de eeuw stammende vroege middeleeuwer was in zijn jeugd een onverbeterlijke schabouw die zich onledig hield met het struikroven en de beurzensnijderij. Tot berouw en inkeer gekomen werd hij monnik en stichtte hij verschillende abdijen in Frankrijk en in België. Eén abdij, de abdij van Aulne, gelegen aan een bocht in de Samber nabij Charleroi werd de vrucht van zijn berouw. De invloed van deze abdij breidde al vlug uit en daarmee ook hun grondbezit. Al even vlug werd deze abdij de meest invloedrijke der Zuidelijke Nederlanden. Ook in Haspengouw kwamen er serieuze lappen grond in hun bezit waaronder de vruchtbare grond in Walshoutem eind 17de eeuw. Er werd op die grond een abdijhoeve gebouwd. Deze immense Haspengouwse vierkantshoeve uit het bouwjaar 1739 heerste over 110 hectare landbouwgrond. 

Na een goeie 2/3 van de weg afgelopen te hebben werd de goesting naar een frisse pint levensbedreigend. In Walshoutem botsten we op een prachtige afspanning : Het Aulnenhof. Een beetje aarzelend schuifelden we het binnenplein op van die immense vierkantshoeve. In de hoek van het plein situeerde er zich een bistro en daar brandden er lichtjes. Even kregen we de indruk dat deze hoeve met haar luxueuse accomodaties duidelijk op een ander publiek mikte dan op dit van enkele verfomfaaide dagstappers met een rugzak en in het gezelschap van een viervoeter. Dat bleek een grove vergissing. Op onze vraag aan de uitbaatster of we enkel iets konden drinken kregen we een heel vriendelijk antwoord. 'Geen probleem, ga maar gerust zitten aan een tafeltje' zo nodigde zij ons uit om plaats te nemen. Een voortreffelijke kaart met faire prijzen werd in onze pollen geduwd. Eindelijk een goeie pint ! De smaak en herkomst van de lokale brouwsels werden door de mevrouw met vakkennis uitgelegd. Voor mij een Bink en voor mijne maat een Tumulus alstublieft. Godendrank ! Voortreffelijke bieren, hoe kan het anders met zulke immense graanvelden in de omtrek ? De Ronny bestelde bij een tweede rondje nog een vishapje. Ook dit hapje werd, alhoewel helemaal niet nodig, volgens de etiquette geserveerd met servietje, vork en mes. Jongens toch, mag je jezelf niet rijk wanen wanneer je je gelukkig kunt voelen met zulke eenvoudige dingetjes. Ik moet zeggen dat het er aangenaam toeven was in dat bistrootje. Gezellig interieur, een vlotte babbel en kennismaking met de uitbaatster en een vriendelijk onthaal. Bij het raadplegen van wat naslagwerk betreffende het Aulnenhof verbaast het me helemaal niet dat er zoveel positieve resencies te vinden zijn op het internet. Restauratie, faire prijzen en hotelbediening krijgen er een vermelding met pluimen. Ik zou er wel eens meer durven komen moest het wat dichter bij huis liggen. Helaas, een frietkot behoort enkel tot de mogelijkheden hier in 't dorp. 

Nog een 8 tal paaltjes moesten er gesloopt worden. Ondertussen kon ik het aantal kerkjes en kappeletjes die we op weg waren tegengekomen al niet meer tellen. Heilige hier, Saint la-bàs .. ik waande me even terug in Frankrijk op de via Touronensis waar de heiligen en de sinten ook met massas uit de riolen bleken te kruipen. 

De lucht was ondertussen wat opengetrokken maar aan het einde van ons tochtje trok er aan de einder boven Landen een pikzwart wolkendek samen. We zouden juist op tijd ons wandelingeske kunnen afronden. Nog vlug een kommeke koffie in het stationsbuffet in Landen en hop, richting moeder de vrouw !

Het werd een zeer mooie wandeling. Veel verharde paden dat wel en de plannen om aansluitend aan deze trip tegelijkertijd de zevenbronnenwandelingen even te verkennen moesten opgeborgen worden. Mooie landschappen, vergezichten, archeologische sites, het is er prachtig want je vindt het er allemaal. Een wandeling die jammer genoeg ook enigszins overschaduwd werd door de vreselijke gebeurtenissen in Zaventem. De mensen die daar slachtoffer zijn geworden ... hen zullen deze en andere geneugten voor altijd ontzegd blijven. 

Amen. 




Naar foto-album : Album Landen Haspengouw

vrijdag 18 maart 2016

Limburg, de groenste provincie. Van Bokrijk naar Genk


Zin in een actieve wandel- of fietsvakantie ? In een regio waar de landschappen je voortdurend verrassen ? Welkom in Limburg.  'De Limburg' zegt men in Antwerpen ... de groenste provincie en dichtbijparadijs voor iedereen die rust koestert en gastvrijheid waardeert. Elk seizoen is er het mooiste. Open jezelf voor Limburg, en sluit het daarna voor altijd in je hart .... Jawadde, met deze als engelengezang klinkende boodschap lokken onze Limburgers de landgenoten naar hun contreien. Ze hebben gelijk dat ze kosten noch moeite besparen om hun provincie te verheerlijken en in de kijker te zetten. Het is er prachtig. 
Op de onlangs gehouden wandel- en fietsbeurs in Antwerpen Expo werd er de 'Limburg vakantiegids 2016 uitgedeeld'. Een lijvig en mooi verzorgd vademekum met al hetgeen Limburg aan actie en recreatie te bieden heeft. Het boek is een waardevolle hulp bij het plannen van ontelbare uitstappen. Je kan dit boek trouwens gratis online bestellen : Limburg Vakantiegids 2016.

Toegegeven het is er zalig toeven. De tijd dat de Bokkerijders er nog bij nacht reden is al eeuwen geleden dus wat zou er je nog van weerhouden om er eens naar toe te trekken ?


Deze keer heb ik de kaart getrokken van de regio rond Bokrijk en Genk. Een combinatie van 2 geijkte wandelpaden, de heideroute en de schansenroute en het openluchtmuseum in Bokrijk moesten het wandelingetje een historisch tintje geven. Vertrekkend aan het treinstation in Bokrijk, een stuk langs het openluchtmuseum en zo richting Zonhoven via de bovengenoemde wandelpaden. Vervolgens een grote noordelijke boog volgend, kwestie van wat kilometertjes bijeen te sprokkelen, om dan tenslotte over de mijnterrils van Winterslag naar Genk te pikkelen. 

De Ronny en de Catsjou gaven forfait. Hun bouwwerkzaamheden primeerden nog even. Met welgemeend spijt, zo bleek uit een vandaag ontvangen mailtje, moesten ze op het allerlaatste nippertje hun wandelintenties opgeven. Den Hugo daarentegen had zich onverwachts kunnen vrijmaken en was bijgevolg toch op het appel. De Marc en den Angelo waren ook paraat. Met z'n vieren stapten we, wonder o wonder dankzij een stipte NMBS, rond 10 uur af in Bokrijk. 

Bokrijk, de evenknie in België van het Kinderdijk in Holland waar ik verleden zaterdag toefde, herbergt een 550 hectare groot provinciaal domein inclusief een prachtig openluchtmuseum. Het ligt pal temidden van uitgestrekte natuur- en bosgebieden. In het domein werden er een speeltuin, een arboretum en een geuren- en kleurentuin aangelegd. Maar de publiekstrekker nummer 1 is en blijft wel het openluchtmuseum. Hier kun je terecht voor een flash back naar het dagelijkse leven van vele honderden jaren terug. Het telt 140 authentieke historische gebouwen daterend uit de late 17de eeuw tot het einde van de 19de eeuw. In deze collectie vind je bakovens, landbouwhoven, schuren, smidsen, schooltjes, handwerkersateliers, herbergen ... Op één dag is het kwasi onmogelijk om het geheel aan deze erfgoedcollectie te bezichtigen.
Op wandelafstand van de statie in Bokrijk passeerden we al na een kwartiertje dit domein. Jammer genoeg paste een bezoek niet in ons wandelschema. Dat nog eens bezichtigen zal voor een latere keer worden. Met de kleinkinderen dan, als het Dezeke Vader belieft ☺.

Sinds zondag mag den Angelo zich de trotse bezitter noemen van een paar high-tech wandelstokken. Een kadootje van zijn kinderen ter ere van zijn verjaardag. En gene krot ... gedempt, afgeveerd en in stijluitvoering .. een kadoke van meer dan 100€ ! Op weg naar het arboretum zette hij er zijn eerste passen mee. Al vlug leerde hij de vele toepassingen kennen waartoe zulke stokken zich leenden. Gaande van papiertjesprikker tot hondenverjager. Eventjes overwoog hij nog de mogelijkheid als biljartkeu. Hij vloog vooruit met zijne nieuwe kado. Op het heidepad in Winterslag aanbeland, was het tijd om het aperitiefke te nuttigen. De Marc had weer een verrukkelijke cake bij, den Hugo zorgde voor verse koffie en den Angelo bracht een fleske cava mee waarbij hij dankbaar gebruik maakte van zijn wandelstok die hij omtoverde tot een sabel om een cavafleske te ontkurken. Een toepassing die hem vooralsnog onbekend was. 't Zou me overigens helemaal niet meer verwonderen om hem 's zaterdags aan te treffen in de Colruyt met zijn wandelstokken bij het boodschappen doen. 


In een prachtige omgeving van groen en sparrebossen was het voluit genieten van de geboden natuurpracht. Op amper enkele honderden metertjes na, was het wandelen op bospaadjes. Eén zacht tapijt van dennenaalden en boomschors.  We bevonden ons ondertussen al in Het Wik, een immens vijvercomplex temidden van de bosrijke omgeving van Bokrijk. Daar alleen al tref je meer dan 80 soorten broedende vogels. Kan het mooier ? De daarmee afwisselende partijen bos en heide, weliswaar nog iets te vroeg om ze in al haar pracht te kunnen bewonderen, bood ons niettegenstaande ons vroege bezoek toch een oogstrelende aanblik. 

Iets voorbij een verlaten zandgroeve werd het tijd om de inwendige mens wat te versterken. Een idyllisch picknickplaatsje aan een heideven was het uitgelezen plekje om aan deze elementaire behoefte te kunnen voldoen. Een toast op de vriendschap met een goed fleske wijn oversteeg enigszins het elementaire maar dat hoorde erbij. Schets dit samen in een achtergrond met waterplas waar Canadese ganzen hun rondjes zwemmen en je kunt je geen beter toastmoment bedenken. Tijdens onze picknick reed er een fietser in blote bast onze picknicktafel voorbij. Naar analogie met de mandenvlechtende Hollander in Kinderdijk, mag ik stellen dat er nu ook warmbloedige Belgen deel uitmaken van onze bevolking. Hij fietste dapper door. Gratis kregen we er nog een hondenshow op de koop toe kado. Een hondenbezitster met haar labrador vereerde ons met een bezoekje. Het beest kon zijn pret niet op met het apporteren van stokken die de dame in kwestie het ven inkeilde. Blijkbaar was het daar in dat water lekker toeven voor dat beest maar naar mijn gevoel was het toch wel nog iets te fris om daar een voorbeeld aan te nemen. De Marc spotte tijdens ons schaft nog een zilverreiger. Aan de overkant van het ven stond die roerloos op zijn buit te wachten. Voor de eerste keer in haar leven kon mijn werkeloos verrekijkertje, dat ik steeds ongebruikt meezeul, een dienst bewijzen. De zilverreiger is een zeldzame vogel luidde de Marc zijn verdict, dankbaar gebruik makend van mijn jumelleke.

En maar verder wandelen richting domein Hengelhoef. Den Hugo ontpopte zich onderweg tot een wandelaar met een ingebouwd GPS-toestel. Onvoorstelbaar ! Met drieën liepen we daar met zo een Garmin GPS rond maar den Hugo kende blijkbaar het parcours en de richting die we uit moesten uit het hoofd. Ook den Angelo kreeg er kop noch staart aan. Binnenkort wanneer hij naar Rome stapt zal deze gave hem goed van pas komen. Aangekomen aan de Hengelhoef konden we niet weerstaan aan de lokroep van een heuse Tripel Westmallle. Exotische palmbomen op het terras aldaar vloekten weliswaar met de omgeving maar de smaak van de Tripel deelde helemaal niet in die bezwering.  

De Marc daarentegen liet eens te meer zijn natuurkennis blijken. Onderweg maakte hij ons opmerkzaam op het Kleine Hoefblad. Een geel bloemeke langs de berm dat ik eerder zonder meer tot de pisbloemen rekende. Volgens hem, de enige veldbloem in de natuur waarbij eerst de bloem en daarna de bladeren tevoorschijn komen. Wat verder opzoekwerk naar dit frele bloemetje leerde me dat het heelkundige eigenschappen bezit. Het is een paardenmiddel tegen astma en hoest  en de bladeren werden destijds gebruikt voor het afdekken van wonden. De bladeren zouden ook een prima tabakvervangend middel zijn. De Oude Grieken ademden de rook in van de op houtskool en cypressen smeulende kleine hoefbladbladeren. Ik val in herhaling, we wandelen om te leren. 

Stilletjesaan kwamen we in de omgeving van Winterslag. In de verte lagen de mijnterrils getuige te zijn van het rijke Limburgse steenkoolverleden. Gechaperonneerd door hun torenhoge mijnschachtgebouwen zorgden ze voor een weemoedige aanblik op de vergane glorie van weleer. Na een uurtje stappen kon den Angelo zijn wandelstokken nog eens testen op de flanken van de terril van Winterslag. Ze deden het prima. Weeral kon er genoten worden van een weids uitzicht over Limburg. Een laatste aanblik van een geweldig landschap want stilaan bereikten we Genk statie, ons eindpunt. Het werd bijna 7 uur. Een lange maar mooie dag die we in afwachting van het 'IJzeren Peerd' nog vlug even konden beklinken met een La Trappe trappistje in het statiecafeetje. Met nog meer dan 2 uur sporen voor de boeg was dit weeral een zoveelste wondermooie dag. Het gezelschap van de Marc, den Angelo en den Hugo konden hier enkel maar aan bijdragen.  




Naar foto-album : Album Bokrijk Genk







zondag 13 maart 2016

Naar Kinderdijk langs het Floris V pad in Zuid Holland (NL)

Kinderdijk windmills.jpg

Een mooie wandeling, weliswaar niet op vaderlandse bodem, verdient zeker een plaatsje op mijn blog. Een paar jaar geleden heb ik eens een tochje ondernomen van Haasdonk tot in Lelystad in Flevoland boven Alkmaar. Een deel van het traject liep over het Floris V pad. Dat is een ongeveer 250 km lange afstandswandeling tussen Amsterdam en Bergen op Zoom. In de Ablasserwaard in Zuid-Holland heb ik er toen vanuit Dordrecht op aangepikt. Een prachtig trajectje maar helaas het stukje naar Kinderdijk zou me te veel uit de richting hebben laten lopen. Ter hoogte van Bergambacht moest ik al afdraaien richting Noorden. De tijd besteed aan de vele omleidingen over kanaaltjes, veren en rivieren zouden m'n wandelschema te veel in de war gestuurd hebben. 
Dit weekend waren we op uitnodiging te gast bij Els en Rien, vrienden in Dordrecht. Hen heb ik halverwege Frankrijk leren kennen toen ik naar Santiago de Compostela wandelde. Tijdens m'n tochtje naar Lelystad tussen Dordrecht en Bergambacht waren zij er ook bij om me te vergezellen. Het was dan ook een schitterend idee van hen om dat ontbrekende stukje wandelroute naar Kinderdijk in de Floris V puzzel in te passen. 



















Kinderdijk is bij uitstek het visitekaartje van Nederland. In elk toeristisch plaatsje, waar ook in Nederland, vindt men wel een ansichtkaartje met een afbeelding van de klapwiekende molens. Kinderdijk is één gigantisch openluchtmuseum met 19 molens die symbool staan voor de respect afdwingende vakkennis waarmee de Hollanders hun strijd tegen het water aanpakten. De eerste molens die gebouwd werden om het water af te voeren dateren uit de 15de eeuw maar de huidige molens die bewaard zijn gebleven, werden gebouwd in de 1ste helft van de 18de eeuw. 
Ze werden gebouwd met als doel de ontpoldering van het gebied. Het water uit de lagergelegen polders moesten ze boven de dijken omhoog pompen in de rivieren. De molenwieken dreven een systeem aan dat een scheprad in beweging zette om het water tot wel bijna een anderhalve meter op te voeren. Een indrukwekkend staaltje van waterbeheer dat ook de aandacht trok van de Unesco. Het ganse molenpark aan de Kinderdijk werd hierdoor, alsook door haar unieke karakter, terecht op de prestigieuze Unesco werelderfgoedlijst geplaatst.



Het mooie weer was een meevaller. Rond 10 uur plaatste Els haar auto aan het rustieke restaurantje 'De kat in de wilg'. Na afloop van het wandelingetje zouden we daar gaan lunchen. Rien zette zijn karretje aan het eindpunt om samen te kunnen terugkeren. 
Het werd een sublieme wandeling over tiendwegen middenin het ontpolderde landschap. Een echt stiltegebied waar je totaal mee kon opgaan in de rust die het landschap uitstraalde. Talrijke vogelsoorten kan je er in dit decor spotten. Het is een rare belevenis. Soms krijg je de indruk dat je op het water wandelt. De tiendwegen zijn zo nauw dat je goed moet opletten waar je je voeten zet of je belandt in de sloot. Die bevinden zich vaak aan beide kanten van het paadje. Een fantastische trip in de weidse natuur. Na een kleine 8 kilometertjes waarbij we regelmatig over een hek dienden te klauteren, naderden we het molenpark.
Volgens onze Nederlandse vrienden is het hier in de zomermaanden over de koppen lopen. Busvrachten Japanners strijken hier neer om kiekjes te nemen. Nu waren er nog niet zoveel maar een Japanees met zijn camera in de aanslag beantwoordt ook hier aan het stereotiepe beeld. Grappig hoe ze met hun camera gemonteerd op een verlengstok en deze voor zich uit dragend, onverstoord selfies trekken met de omgeving als achtergrond.
Aan het eind van de wandeling werden we nog getrakteerd op een ambachtelijke voorstelling. 
Op de kade aan het gemaal konden we even kennismaken met de ambachten die er door de eeuwen heen ontstonden. Een touwslager maakte er springtouwen voor de aanwezige kinderen. Die mochten aan de zwengel draaien en zo hun eigen springtouw maken. Een mandenvlechter was ook present. Kennelijk een warmbloedige Hollander want in korte broek en onderhemdeke stond hij blootsvoets zijn eendenkorven te vlechten. Geen idee of het nu wilgentakken of rietbiezen waren. Wat verder gaf een fuikenmaker zijn beste kunnen ten tonele. Ook de visbakkers met hun ouderwetse toestelletjes waren present. Deze laatste had ik nog nooit gezien. Een mooie afsluiter van de wandeling.
Na de lunch in 'De kat in de wilg' hadden onze vrienden nog een bezoekje aan de jeneverstokerij 'Rutte' in Dordrecht voorzien. Ook dat werd een opsteker. Deze stokerij vulde haar eerste flessen in 1872. Ook dit werd een zeer gezellig tijdverdrijf. Ik en Annick zaten er als enige Belgen tussen 38 Nederlandse proevers. Een lieve onthaaldame legde ons het reilen en zeilen uit van de Familie Rutte, grondleggers van het bedrijfje. Tijdens een rondwandelingetje in de stokerij probeerde ze ons de kunst van het jeneverstoken duidelijk te maken. Fotootjes van de koperen stookketel en de opslagruimte met vaten mochten genomen worden. Om de familiegeheimen en de recepturen van hun brouwsels veilig te stellen was dit enkel op deze plaatsen toegelaten.
Daarna kwam de proeverij aan de beurt. Verschillende brouwsels mochten er geproefd worden. Ze kennen er wat van die Hollanders van het neutstoken ! Ook hier kwam het vakmanschap bovendrijven. Weeral wat bijgeleerd. 
Kortom, het werd een dag vol fijne ervaringen in gezelschap van 2 toffe mensen. Er mogen nog zo'n dagen volgen :-)