woensdag 22 maart 2017

De Noorderkempen : Kattenbos en het Domeinbos

Een bos dat 14000 jaar oud is en waar je vroeger, heel heel lang geleden, wandelende duinen kon aantreffen dat wekte mijn belangstelling wel. De duinen wandelen dan wel niet meer maar je kan ze er nog wel aantreffen op de heide tussen de naaldbossen. Maar goed, het is het beslist waard om er eens een kijkje te gaan nemen. 
Daarvoor moest er naar Lommel gespoord worden. Lommel de duizendjarige stad in de Noorderkempen. Op den Hugo na waren we compleet. Ik, de Ronny met de Catsjoe, de Marc en den Angelo. Den Hugo heeft het even ontzettend druk met al zijn verplichtingen zo liet hij ons weten. Allerlei verenigingen waarin hij zich als vrijwilliger heeft geëngageerd vragen evenzeer om zijn aandacht. Ik kan er van meespreken. Alleszins wat dat vrijwilligerswerk betreft. Vrijwilligers zijn schaars in onze jachtige samenleving. Het is een uitstervend ras. De schaarse vrije tijd die mensen nog menen over te houden na hun dagelijkse ratrace wordt bij voorkeur besteed aan het eigen belang. Onbezoldigd dan nog ? Enkel voor niets gaat de zon op ! Beweren van geen te tijd hebben betekent meestal geen tijd te maken. Het zijn versmolten begrippen geworden. Quality time, het tegengif voor de dagelijkse dosis stress primeert. Geef hen maar eens ongelijk en vergeet niet van op tijd je oren te bedekken 




Op het marktplein van Lommel staat een standbeeldje van een teut. Een typisch historisch fenomeen uit de streek. Teuten waren rondreizende handelaars en ambachtslieden die vanaf de 16de tot de 20ste eeuw met allerlei koopwaar zoals koperwerk, textiel en aardewerk op hun bult naar Nederland, Frankrijk, Duitsland en Luxemburg trokken en die daar op markten aan de man brachten. Moest die job heden ten dage nog bestaan, ik zou geen seconde twijfelen en er direct voor tekenen. Gesteld natuurlijk dat ik een paar decennia jonger zou zijn. We zullen eens in die teuten hun voetsporen treden zie. 

Om halfelf stapten we af in het stationneke van Lommel. Den Angelo was er niet bij. Die zou in Herentals mee op onze trein stappen maar de trein die hem naar Herentals moest brengen had vertraging. Een uur later kwam hij in Lommel aan. Wij waren ondertussen al aan ons tochtje begonnen. Een goeie 500 meter verder hebben we hem opgewacht. Languit uitgestrekt op een zacht bemost heuveltje omder een pril lentezonnetje. Zalig en de Marc had daags voordien nog een cake gebakken en die zorgde al direct voor een culinair accentje. De Ronny had wat blikjes gerstenat meegescharreld en als alternatief voor het 'kommeke koffie' vonden we dat uiterst geschikt. Den Angelo was ons achternagekomen maar hij had zich vergist tussen kop en staart van ons wandelluske en liep de andere kant op. Een smske bracht hem duidelijkheid nadat het wachten op hem wat enigszins te lang duurde. De aperitief had hij gemist, dat was al zeker. De afwezigen hebben altijd ongelijk. 

Plezant stappen in dat bos. Heel zacht heuvelend over de vroegere duinruggen en zo zacht als fluweel onder je voeten. Daarvan verslijten de zolen van je botienen niet. Voornamelijk dennenwoud maar zo in het vroege voorjaar was er nog niet veel gebladerte te bespeuren. Of spreekt men bij dennenbomen van genaaldte . Volgens onze botanicus de Marc waren het niet allemaal dennenbomen maar lag de bosgrond hier en daar ook bezaaid met de dode bladeren van de Amerikaanse eik. Die waren hun zomerkleed nog aan het uitkiezen. Je moet het maar weten. Ook op de aanwezigheid van maagdenpalm maakte hij ons attent. Maagdenpalm, kleine violetkleurige bloemetjes in de bosrand. Ze stonden al mooi in de bloei.

Zuivere lucht in dat bos. Hamsteren maar ! Diepe teugen inademen als kuur en compensatie tegen de CO² uitstoot in de bewoonde wereld. Een vleugje lekkerruikende harsgeur, een indringend parfum dat je kado werd gedaan bij het passeren van enkele houtvesters die met boskap aan de slag waren. Al je zintuigen moet je aan het werk zetten als je in de natuur wandelt. Ogen de kost geven, geuren opsneuven, proeven hoe verschillend een boke smaakt wanneer je op je luie kont langs de bosrand zit. Helemaal anders dan wanneer gezeten aan een copieus buffet. Zelfs de tastzin ... het zachte mos bepotelen op schors en dode takken is al een sensatie op zich. Je leert het niet tijdens een stadswandelingetje op de Keyserlei of Meir. 

Bij de Leyssensmolen aangekomen, een korenwindmolen uit 1797, stond een picknicktafeltje. Tijd voor het schof en een uitgelezen moment voor moppentap en een lading grapjes. Locker room language ontbrak er bij wijlen evenmin. Foei, vroeger betekende dat een stuk zeep in je mond ! Fleske wijn erbij, wat hapjes en zeveren maar. Gezellig, ik heb het toch maar eens getroffen met m'n stapmaten. We waren even zinnens om de Ronny onze rugzakken te laten dragen. Kwestie van wat oefening met kilokes te maken in de aanloop naar zijn kweeste. "Zijde zot ? ".

Ik denk dat we hooguit 1 kilometertje op beton hebben gelopen. Bos, bos en bos. Soms kreeg ik de indruk van in de Landes in Frankrijk te wandelen. Af en toe, nee toch geregeld vloog er een F16 hoog in't zwerk. Het militaire vliegveld van Kleine Brogel is niet veraf. Althans voor die vliegers. Wanneer zo'n formatie gevechtsvliegtuigen een rondje vloog boven het bos en over onze koppen, maakte de Marc nog de bedenking : Die mannen doen er een minuutje over waar wij een ganse dag voor nodig hebben. Juist, maar ze zullen alleszins veel minder gezien hebben. Een ander curiosum dat we onderweg tegenkwam was een boomhut zo halverwege het bos. Op zich wel mooi maar een stalen constructie in de vorm van een caravan uit de fifties paste volgens mij niet in de bosrijke omgeving.

De Catsjoe liep er wat onrustig bij vandaag. Volgens de Ronny voelt dat beestje het aan dat hij binnenkort gaat vertrekken. Hij zit er dik mee in dat hij haar niet kan meenemen op z'n tocht. Je kan aan mensen vertellen dat je voor 3 maand gaat vertrekken, die kunnen daarvan de impact min of meer inschatten. Aan zo'n beest kun je dat onmogelijk uitleggen. Thuis gedraagt de Catsjoe zich opmerkelijk veel alerter en wispelturiger de laatste dagen, zo beweert de Ronny. Zelfs nog maar het passeren langs de kapstok of de schuif waar zijn wandelspullen in liggen doet haar opveren alsof ze zeggen wil 'Hela, ik ben er ook nog, vergeet niet van me niet te vergeten alstublieft'. Ocharme den dweep, ze zal hem nog het meeste missen. Ze zijn onafscheidelijk. Overal gaat ze met hem mee.  

De start van zijn pelgrimstocht nadert. Maandagmorgen springt hij in Brussel de thalystrein op naar Parijs. Van daaruit neemt hij de trein naar Vézelay en kan hij met het avontuur beginnen. Gisterenavond stuurde hij nog een Whatsappeke. Hij waardeerde de vele aanmoedigingen en sprak zijn dank daarover uit. Ook de voorspraak die hij in zijn berichtje vermeldde die zijn vrienden en kennissen hem vroegen  in de vorm van een gebedje te laten of een kaarsje te branden onderweg waren herkenbaar voor mij. De angst voor het onbekende vermeldde hij eveneens. Geruststellend voegde hij er op het einde aan toe dat het logischerwijs een gezonde angst was. Maandagmorgen is hij repen snijden. 
En dan begint de eerste grote emotie op je tocht gestalte te krijgen. Het onvermijdelijke afscheid. Het begin van je pelgrimstocht. Het is een afscheid dat je voordien nog nooit hebt moeten maken. De realiteit is daar ineens : het loslaten is begonnen.  Het loslaten, hand in hand gaand met het besef dat het point of no return is bereikt. Ik merkte al enige intonatie in zijn stem toen den Angelo op de terugweg in Herentals afstapte. Idem dito toen de Marc in Berchem statie nog verder spoorde naar Antwerpen en wij daar afstapten. Ik heb het afscheid samen met de Ronny gevierd, in stilte, met nog een paar pintjes in café de Lijmstok aan de overkant van de statie. Het doet wat met je, neem het van mij aan. Buen Camino maat ! Ultreia e suseia. Altijd maar verder. Va jusqu'au bout pélérin. Dat zal hij dikwijls horen in Frankrijk. Woorden die je vleugels geven.




Created with flickr slideshow.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.