dinsdag 30 mei 2017

Arlon in Belgisch Lotharingen. Toertje langs de Luxemburgse grens

Heel vroeg was het vanmorgen. Om 5u liet de wekker al van zich horen en duidelijk nog niet helemaal uitgeslapen moest ik er uit om een vroege trein te halen. Aarlen is een heel eindje sporen, bijna 4 uur, en als je daar dan een dikke 20 paaltjes wilt gaan stappen dan begin je daar best vroeg aan. Aarlen of Arlon was een ingeving van het moment. De Marc en de Michel walsen momenteel het Grootherdogdom Luxemburg plat en het leek me leuk om dan maar wat tegengewicht in de schaal te werpen en onze gelijknamige provincie Luxemburg met een bezoekje te vereren. Al mijn stapmaten zijn de hort op, ik maak er bijgevolg een specialleke van vandaag. Een goed boekske voor op de trein, een goedgevulde schoofzak en wegwezen. Het weer zat alvast mee !
Eens je met de trein Waals Brabant bent gepasseerd verandert het landschap zienderogen. Een kronkelende Maasrivier, mooie heuvellandschapjes met afwisselend keurig afgelijnde velden in alle groenschakeringen die er her en der in verspreid liggen. Je moet enkel je ogen maar de kost geven. Het werd een gezellige en rustgevende treinreis. Het waren nog ouderwetse treinwagons die me naar Arlon brachten vanuit Brussel Noord. Een compartimentje voor mij alleen was een ongekende luxe. Heel even had ik het gezelschap van een dame waar ik overigens weinig last van had. Gebogen over een stapel papieren krabbelde ze notities neer. Vermoedelijk was ze een wiskundejuffrouw en verbeterde ze examenkopijen. Met een blik te werpen op haar noeste arbeid zag ik dat ze haar kop lag te breken over integralen en afgeleiden, en maar krabbelen en punten geven. Zijn er geen plezanter dingen dan je hersens suf te malen met hogere wiskunde ? Een toerke stappen bijvoorbeeld ? 





Om halfelf stopte de trein in Arlon, de hoofdstad van de Belgische provincie Luxemburg. De Duits- en Luxemburgstalige naam van de stad is Arel en in het Waals spreken ze van Arlon. Bij de verdeling van Luxemburg tussen België en de Duitse Bond in 1839 werd Aarlen tesamen met het Franstalige westen van Luxemburg aan België toegewezen. Dit niettegenstaande het feit dat er in het Land van Aarlen hetzelfde Frankisch-Duitse dialect werd gesproken als in het Groothertogdom Luxemburg. De stad Aarlen is in de loop van de 19e eeuw verfranst, maar in de dorpen eromheen werd het Luxemburgs langer gehandhaafd.  In 1990 heeft de Franse Gemeenschap de streektalen op haar grondgebied erkend, waaronder het Luxemburgs, echter zonder verdere maatregelen te nemen. Hoewel in de stad Aarlen de taal bijna uitsluitend door bezoekers uit de streek en het groothertogdom gesproken wordt heeft het gemeentebestuur van Aarlen de afgelopen jaren wel veel straatnamen tweetalig of eentalig Luxemburgs gemaakt. Amper een zakdoek groot ons land en 4 talen op haar grondgebied : Duits, Frans, Luxemburgs en Nederlands. Wie doet dat na ?

Nog een heel stuk door de bebouwing laveren vooraleer de natuur in zicht kwam. Best mooi over die brede wandelpaden. Er wordt daar veel aan bosontginning gedaan en zo kom je geregeld al eens een forestier tegen. Deze wandelpaden werden aangelegd voor de doorgang met traktoren te vergemakkelijken voor de houtvesters. Stapels boomstammen in alle maten en gewichten, gezaagd, gekliefd, ze liggen er met hopen in de bermen. Het is een mooie streek daar om te wandelen in de immense bossen. Zacht heuvelend terrein, ik had mijn wandelstokken meegenomen omdat ik het niet betrouwde. Die Escaperdenne daar in Luxemburg had me een lesje geleerd maar ik heb ze niet gebruikt. Misschien een 200 hoogtemeterkes, meer stelde het niet voor. 

De omliggende dorpjes van Arlon zijn stuk voor stuk pareltjes. Netjes onderhouden, propere straten en mooi verzorgde huizen en tuintjes. Vele huizen zijn stokoud en opgetrokken uit Lotharingse kalksteen maar stuk voor stuk netjes verzorgd. Je waant je echt niet in Wallonie. Alhoewel, onze Waalse landgenoten doen nu volop inspanningen om hun leefomgeving op te waarderen. Vele renovatieprojecten werden er opgestart in de ter ziele gedane dorpjes wier welvaart afhing van de teloorgegane mijnbouw en de metallurgie. Het zal hen opnieuw wat fierheid bezorgen en dat is goed voor die mensen. Ginds krijg je nog tenminste een goeiedag toegewenst van een volslagen onbekende die je op straat tegenkomt. 
Bonnert was zo’n tof dorpke. Op het pleintje heb ik de bokes aangesproken. In het zonneke. Ik miste een beetje mijne stapmaat voor een klapke tijdens het schof. Alleen is maar alleen en ik heb hem tussen de bokes eens opgebeld. Bovendien had ik eerder op de dag nog een oproep van hem gemist. Hij begint af te tellen en denkt ergens volgende week terug naar huis te kunnen keren. ’t Zal hem een gat varen. 

Nog een kleine 10 km moest er gestapt worden. De Semois stroomt daar in het gebied en met het uitstippelen van het trajectje dacht ik deze even te kunnen volgen. Altijd sfeervol zo naast een rivier lopen. ’t Sloeg me heel dik tegen. De Semois is daar nog geen meter breed. Daarmee vergeleken is onze Barbierbeek achter den hoek de Nijl. Een klaterend mini beekje, meer kan ik me er niet bij verzinnen. De 20 kilometerkes waren om halfvier al verleden tijd. Juist te laat om de trein terug naar huis te nemen. Ik zou hem nog gehaald hebben indien ik niet onverhoeds moest gaan schuilen vanwege een wolkbreuk. Trein juist weg, kloddernat en dan maar even de stad ingeduikeld. Ik vond er mijnen draai niet en ben maar teruggekeerd naar de statie. Ik was nog voor 'den donkere' thuis. De treinreis was vermoeiender dan het stappen zelf. Tot een volgende !



Created with flickr slideshow.

vrijdag 19 mei 2017

Het Pieterpad van Pieterburen ad Groningse Wadden naar de Sint Pietersberg in Maastricht.

Voilà, het trajectje staat op punt. Een kleine 500km langs de oostgrens van onze Noorderburen. Hier en daar wordt er wel eens over de grens met Duitsland gewipt. Ik had deze week geen wandelingetje gepland en zodoende kon ik me even toeleggen op mijn volgende LAW trip. Officieel zijn er 26 etappes te doorlopen maar ik zie nog wel. Echte kanjers zitten er niet bij en mogelijk maak ik wel combinaties. Een stukje verder, 2 tesamen, ach we zien wel wat er uit de bus valt. Helemaal niet moeilijk want in Nederland is het makkelijk een tocht te plannen wanneer je kiest voor de tent en de rugzak. Daar zijn evenveel campings als windmolens te vinden. En accomodatie genoeg want zelden zal je problemen ondervinden om je ergens te slapen te leggen. Alles is er piekfijn geregeld zolang je maar rekening houdt met de beperkingen op de Dag des Heren. In de Bible-belt mag er immers op zondag geen arbeid verricht worden en dan is het nogal eens lastig dat je geen veerman vindt die je over het één of ander riviertje wil loodsen. Winkels en kroegen zijn er steevast gesloten op zondag. Rekening dient er ook gehouden te worden met oversteekplaatsen aan kanalen, beken, sloten en rivieren. Niet zelden moet je een grote omweg maken om een brug te vinden waarmee je de overkant kunt bereiken. Geen erg, dat neem je er met plezier bij. Het plannen loopt alleszins veel vlotter dan het voorbereidende werk van onze stapmaat Hugo. Die heeft het een stuk moeilijker om dagelijks een bedstee te vinden. Maar hij geraakt er wel ! Met de vingers in zijne neus. Hij zit bijna halverwege Duitsland ondertussen. 

Het Pieterpad is het langste wandelpad in Nederland. Het loopt dus van in het uiterste noorden aan de Groningse wadden tot in putje zuiden, Maastricht. In 1983 schreef Toor Goorhuis-Tjalsma over deze LAW-tocht, in een voorwoordje van haar dienaangaande boek, bejubelende taal. Zij schreef onder meer : Wie namelijk niet alleen met de voeten wandelt, maar ook met hart en ziel, zal merken hoeveel er onderweg valt te zien en te beleven. Diverse soorten landschappen worden doorlopen. De rijke Groninger klei, de Drentse zandgronden, de Sallandse heuvelrug, de lommerrijke Achterhoek, het Montferland en tenslotte het langegerekte gevarieerde Limburg. Veel hoogtemeters zullen er alvast niet gedaan worden. Hooguit wat heuveltjes in Nederlands Limburg en daar zal het bij blijven want Nederland is zo plat als mijne portemonnee op 't einde van de maand ☺☺☺☺. Ik ben alleszins erg benieuwd naar het levenswerk van Bertje Jens en Toor Goorhuis-Tjalsma, drijfveren en bezielsters van de langste wandelroute in Nederland. 

Eind juli haal ik mijn bottienen van het schapraai en de rugzak van onder het stof. Ik heb lang genoeg moeten wachten om er nog eens uit te muizen. In september wordt het te laat, ik mag mijn kleinzoontje Staf zijn eerste verjaardag niet missen. Dat zou onvergeeflijk zijn. Hopen dus op mooi weer in augustus alhoewel dit geen vereiste is. Eén van de dagen zal ik alvast een mandeke eieren naar de Arme Klaren brengen zodat ze voor mooi weer kunnen zorgen. En, misschien dat onze Marc wel een paar trajectjes meeloopt in voorbereiding op het grotere avontuur. Alleszins goei compagnie zou ik zeggen. Op 1 augustus ben ik pleite, nog 70 keer slapen. 

Het ganse trajectje in GPX-formaat voor de GPS, inclusief waypoints van overnachtingsplaatsen, openbaar vervoer enz. vind je onder deze link :

Het Pieterpad GPX-file

En ondertussen is dit pad gelopen. Ik heb er een blog van gemaakt. Die vind je in de rechterkolom 'Mijn blogs' of via Mijn Pieterpad


donderdag 11 mei 2017

Een stationstapper : Beernem - Brugge

Ik maak het me deze keer eens gemakkelijk ! Een grabbel uit de stationstappers op de site van De Grote Routepaden en klaar is kees. Geen solotoertje deze keer want ik heb goed gezelschap.
De wandelafstand van Brugge naar Ronse over de GR129 bedraagt 118 km en loopt dwars door Vlaanderen. Vandaag dus afspraak met den Angelo en de Marc om daar een stukje van 20km met de voeten onder handen te nemen. Op mijn handen lopen zie ik me dit vooralsnog niet doen. 



Dat stukje lopen we tussen Beernem en Brugge. Na afloop nog even de stad binnenwippen om een vakantiesfeertje op te snuiven en dat zal zeker bijdragen aan de mooie trip. De horden Japanezen met hun kodakske zullen er weeral niet te tellen zijn. Breuhhe die Skone ☺☺☺.


Regelmatig wordt naar Brugge verwezen als het "Venetië van het Noorden", refererend aan de vele kanaaltjes en bruggen. De meeste van deze kanaaltjes worden ook "reien" genoemd, naar de rivier de Reie die nu gekanaliseerd door de stad stroomt. 
Volgens een andere theorie is deze benaming het gevolg van de destijdse rivaliteit met de middeleeuwse handelsstad Venetië. Ze waren economische rivalen. Brugge wordt ook vaak de "Breydelstad" genoemd, naar de Brugse volksheld uit de 14e eeuw, Jan Breydel en gekend van uit de Guldensporenslag en de Brugse Metten anno 1302. 'Schild of Vriend', wie herinnert zich nog de lessen Vaderlandsche Geschiedenis van uit de schoolbanken ? 
De Bruggelingen hebben als bijnaam de "Brugse Zotten" gekregen. Deze bijnaam danken ze aan de volgende legende : Nadat ze Maximiliaan I van Oostenrijk, in hun strijd om autonomie, voor een tijd gevangen hadden gehouden, verbood deze het houden van een jaarmarkt en andere festiviteiten. In een poging om hem te sussen, hield Brugge voor hem een groot feest en vroeg daarna de toestemming opnieuw een jaarmarkt te houden, belastingen te innen én ... een nieuw "zothuis" te bouwen. Hij antwoordde: "Sluit alle poorten van Brugge en je hebt een zothuis!".

Het weer zou meezitten en de eerste zwaluw had ik begin deze week al in het dorp gespot dus dat zou een mooie wandeldag kunnen worden. En dat werd het ook. 

In Beveren de trein op rond halftien. De Marc zat er al op en in St. Niklaas sprong de Michel Angelo er nog op. Kwart na tien het verplichte "sjattsje kaffe mè eu koewkske" inclusief borreltje advokaat en toef slagroom bij den Bazil in Gent recht over het St. Pieterstation en na deze degustatie viel er nog wat verder te sporen tot in Beernem. Rond halftwaalf stapten we af. Een klein stukje asfalt tot aan de beneden Leie en we zaten al volop in de natuur. Een heel mooi stukje GR daar naast de Leie. Beetje verontrustend waren de immense lappen grond waarmee hier en daar de oever was afgekalfd. 
De brem stond volop in bloei. Niet alleen de brem maar ook de meidoorn. De Marc zijn vader trekt thee van de bloesem om zijn bloeddruk op peil te houden. Zijn botanische kennis kwam weer even naar boven. De slijmwortel om wonden te genezen. De sleedoorn waar de jonge besjes reeds in de bloemknopjes zaten, daar maakte hij dan weer hoestsiroop van, of was het nu likeur ... en weegbree, hibernicus, herdertasjes, het kleef- en fluitjeskruid ze kregen allemaal weer de nodige aandacht. 

Iets verder liep de weg het veld in. Hier werd de zoete honinggeur van de meidoorn verdrongen door de specifieke geur waarmee je de link naar een mestkar kunt leggen. De boeren bewerkten de gemaaide velden volop met hun beerton. Iets minder aromatisch dan een bloemetjesgeur weliswaar maar volledig in lijn met de sfeer op den boerenbuiten. De braakliggende velden maagdelijk schoon en klaar om bezaaid te worden. Agrarische pracht. 
Een picknicktafel troffen we zo direct niet aan en bijgevolg werden de bokes en het glazeke wijn naar binnen gespeeld paljas par terre in de wei. Geen probleem. Den Angelo zorgde voor de hapjes. 
Je zal het altijd meemaken. Het schof was voorbij en enkele honderden meters verder stond er een complete picknicktafel. De volgende keer nemen we een drone mee om de omgeving even te verkennen vanuit de lucht alvorens we gaan picknicken. 

Marc had een cake gebakken. Na nog enkele paaltjes gewandeld te hebben werd die aangesproken. We waren in Asbroek ondertussen. We kregen er compagnie van een krasse 95-jarige kerel. Het hem aangeboden stukje cake werd in dank aangenomen. Hij was beroepsmilitair geweest in Soest bij het 4de linieregiment net zoals den Angelo. Meer dan 10.000 rekruten had hij aan een rijbewijs geholpen. Een ongeluk met een tank stond hem nog zo voor de ogen. Bij het remmen was een rupsband gesprongen waardoor de tank onbestuurbaar de Mohnesee in reed. 1 bemanningslid verdronk onmiddelijk. De tweede kon nog juist ontsnappen maar verdronk eveneens toen hij zijn maat uit de tank wou bevrijden. Hij was er nog van aangedaan die mens ocharme. Hij heeft die tank uit het water moeten halen. 32 ton meneer ! Een andere maat van hem liep de afstand Brugge - Soest te voet, een goeie 400 km op een week tijd. Daar valt nog een voorbeeld aan te nemen !
Richting Brugge nu, we waren er al bijkanst en ondertussen was het behoorlijk zwoel geworden. In korte mouwkes viel dat best mee. Een kort stukje langs het kanaal Gent - Brugge vooraleer Brugge aan de beurt kwam. Aan de overkant van dit kanaal stonden honderden woonwagens mooi opgelijnd langs de oever. Ik vermoed dat verschillende zigeunergemeenschappen er samentroepen om 't één of  't ander te vieren. Misschien wel het kiezen van een nieuwe koning ? In de jachthaven dan weer lagen de plezierbootjes netjes aangemeerd wachtend op het nakende vaarseizoen. 
In Brugge zelf was het nog niet de overgrote drukte zoals tijdens de zomermaanden. Enkele toeristenbootjes vaarden er op de reien en een paar koetsiers reden er met de toeristen rond. Geen overhoop. Wat is het toch een prachtige stad. Met een beetje fantasie waan je je zo terug in de middeleeuwen.
Brouwerij de Halve Maan waar de Brugse Zot en de Straffe Hendrik wordt gebrouwen stond eveneens op de To Do list. Op het terras daar was het al behoorlijk druk. Een beetje te druk en te lawaaierig om de Ronny eens op te bellen. Na enkele glaasjes zijn we dan maar verhuisd naar een cafeetje met een gezellig binnentuintje. We gingen terug richting statie uit. Hier lukte het om contact te krijgen met onze pelgrim. Hij stelt het goed maar tot zijn grote spijt is die Camino Frances route uit zijn voegen gebarsten. Er zijn veel te veel pelgrims daar op stap. Problemen met de overnachting tot gevolg. Binnenkort steekt zeker de ergernis op wanneer taxihoppers en busladingen toeristen, zogezegd peregrinos maar ik noem ze touregrinos, al de slaapplaatsen inpikken van dezen die de pelgrimseer hoog houden en effectief te voet lopen. Maar het hoort erbij en het geeft jouw camino zoveel meer waarde.
Elk nadeel heeft ook mooie kantjes. Enkele Straffe Hendriken liepen er vlot binnen daar in dat binnentuintje. Dat is verdorie genen brol. Een helse stortbui, zeg maar wolkbreuk, gebood ons om beschutting te zoeken onder een grote terrasluifel. Goed voor de plantjes zou de weerman zeggen. Na deze zondvloed was het tijd om op te krassen, de dag liep ten einde. Op een boogscheut van het station zaten we zo op de trein naar huis. Nog een plezante babbel op de trein en de tijd vliegt zo voorbij. Den Angelo riskeerde het van door te sporen naar Brussel in plaats van in St. Pieters af te stappen. Van daaruit naar Mechelen en met wat geluk nog een trein naar Willebroek. Pech, hij is vanuit Mechelen nog 10km te poot naar huis kunnen tenen. Een goeie oefening smste ik hem want binnenkort stapt hij met de Marc de grote lussen van het Mullertal-pad in Luxemburg. 
Knappe wandeling, niet te lang maar mooi. We zien weeral uit naar de volgende trip.



Created with flickr slideshow.

vrijdag 5 mei 2017

Naar Hamont in het Noorden van 'De' Limburg

'De' Limburg. Dit 'Limburg' voorafgaand lidwoordje doet menig Limburger de ogen fronsen. Voor de meesten onder hen heeft dit lidwoordje een pejoratieve bijklank en je mag verwachten dat ze je na het uitspreken ervan jou met een scheef oog bekijken. 't Is niet mijn bedoeling hen hier te schofferen maar een verwittigd man is er immers twee waard wanneer hij naar de groene long trekt van ons landje. Zeg het dus nooit in hun bijzijn. Solo slim vandaag, de rangen zijn flink uitgedund met den Hugo en de Ronny op toernee. Eigenlijk had ik geen uitstap meer gepland voor deze week. 't Kwam ineens op zoals een grote boodschap en zo op het laatste moment den Angelo en de Marc nog optrommelen ... ze zouden zich niet tijdig meer kunnen hebben vrijmaken. 
Hamont is een Vlaams dorpje in het noorden van de provincie Belgisch Limburg. Wederom een dorpke met een bewogen geschiedenis op haar palmares. Te beginnen met vondsten zoals grafheuvels uit de bronstijd en Romeinse artefacten waaronder een heuse muntschat. Vanaf de middeleeuwen was het daar dan weer gedurig aan laguèrre en werd het het toneel van gewapende conflicten, strafexpedities, brandschattingen en opstanden. In 1595 werd de heks 'Griet' en haar dochter er op de brandstapel gezet. 

De Eerste Wereldoorlog bracht dan weer de aanleg van de Draad met zich mee. Net zoals we verleden week in de Belgische Klinge op de grens hebben aangetroffen. Op een bordje las ik dat deze hoogspanningsomheining aan 61 mensen het leven heeft gekost. In 1915 werd het gebied van Achel-Hamont aldus afgesloten van de rest van België doordat deze afscheiding ten zuiden van de dorpen kwam. Daardoor belandden de Hamontenaren in een soort niemandsland maar in 1916 kwam de draad daadwerkelijk langs de grens te lopen en werd het gebied afgegrendeld van Nederland. Op de 18de november 1918, een week na de wapenstilstand, vloog er een Duitse munitietrein op het grondgebied in brand en ontplofte. Volgens de berichten werden er 1000 Duitse soldaten in de munitietrein en in een in de buurt geparkeerde Rode Kruistrein gedood of ernstig gewond. Als door een wonder vielen er geen burgerslachtoffers. Wel was de schade in heel Hamont groot. De Ramp van Hamont, zo staat dit voorval in de Hamontse analen geboekstaafd. Hamont dankt net zoals Lommel haar welstand aan haar teutenverleden. Rondtrekkende handelsreizigers zorgden er voor een bloeiende nering. Enkele statige teutenwoningen zijn er in het dorpsaanzicht nog getuigen van.  

Hamont, de naam van dit Vlaamse dorp doet een beetje vreemd aan. Je zou het eerder in het Waalse landsgedeelte situeren maar de etymologie leert ons dat Haag Mont in de jaren stillekes een met bossen omwalde heuvel was. Voor alles geldt er een uitleg.

Op het stukje sporen naar Berchem Statie toe had ik het aangename gezelschap van ons Esther. Het overbuurmeisje in vroeger tijden en vriendin van dochterlief. Zij moest een werkvergadering bijwonen in Antwerpen, vandaar de trein. Het verkeersinfarct rond Antwerpen indachtig was dat een wijs alternatief om de auto op stal te laten. Dat trof. Een leuk babbeltje over kind en gezin lag voor de hand en verveelt nooit. 's Avonds kreeg ik nog een smsje met de mededeling dat het maar een saaie vergadering was geworden. Een stukske meestappen had haar wellicht beter bevallen. 
In Berchem dan de trein op, linia recta het Oosten naar Hamont. Het ging goed vooruit met de trein. Om het gebrek aan compagnie en de daarbijhorende conversatie te compenseren had ik een goed boekske meegepakt voor onderweg. De rit was zo voorbij. 



Ter zake nu. Om halfelf kon ik mijn eerste stappen zetten en die gingen richting Büdel in Nederland. Beetje saai zo langs de gewone weg maar eens Büdel voorbij en de grens op Hollandse bodem volgend tot bijna in Achel werd het een erg mooi stukje natuur. Volop bos en heide. Doordringende harsgeuren van vers gekapt sparrenhout, hier en daar de specifieke luchtjes van een laat haardvuurtje vermengd met de miniscule druppeltjes ochtenddauw. De reukzin moet je tijdens een wandeling ook haar werk laten doen, het geeft een extra dimensie aan de wandelbelevenissen. Grenouille, het hoofdpersonage in Parfum en tegelijkertijd onderwerp van mijn leesijver op de trein, kon ik wel benijden om zijn olfactorisch vermogen.  Die kon een mijlenver afgelegen bosanemoontje ruiken te midden van een immens woud.  

Langs brede met frisgroene sparren omrandde boswegen, ik waande me even terug in de Landes, ging het richting die beruchte 'draad' aan de grens. Borden met uitgebreide informatie voor de recreanten maakten melding van een trappistenroute. Ikzelf had in het gebied een parcours voor mountainbikes uitgestippeld maar die trappistenroute oogde iets aanlokkelijker. De ervaring nog indachtig van de mountainbikeroute op de kleiputten van Tommorowland in Terhagen en de keuze was rap gemaakt. Het stapplan werd gewijzigd. Dat deze route tot aan de Achelse kluis liep was toeval. Van voorbedachtheid was er helemaal geen sprake. 

De Achelse Trappistenabdij, daar mag je niet aan voorbij gaan als je in de geburen bent en daarbij uitdrogingsverschijnselen vertoont. Gewapend met een Blonde Achel 8°, getapt uit het vat en dus zonder nagisting zette ik me aan een tafeltje en kon ik beginnen met het bestrijden van de eerste symptomen zijnde een droge mond en lever. Hemels manna dat patersspul. 

Een fietstoerist, volledig in koerstenue, kwam er aangewaaid en vroeg me of het stoorde indien hij zich mee aan mijn tafeltje zou zetten. Met alle plezier was mijn antwoord. Danny, zo heette de sportieveling, was met zijn vrouw ter gelegenheid van hun 25ste huwelijksverjaardag op weekenduitstap naar Hamont getrokken. Dit gecombineerd met een korte fietsvakantie met zijnen elektrieken velo zou het heuglijke feit de nodige luister moeten bijzetten. Zijn vrouw was op hotel gebleven en pakte nog de valiezen uit. Dat gaf hem even de gelegenheid om de omgeving te verkennen. 'Doe maar al een toerke' had ze gezegd. Hij bleek uit het Antwerpse te komen. Sympathieke en onderhoudende knul. Over kind en gezin werd er deze keer niet gepraat want kinderen had hij jammer genoeg niet. Wel 2 chiwawa's die de uitgebleven kinderwens moesten compenseren. Vol lof sprak hij over het hotelletje dat hij uitgekozen had. Voor 135€ per nacht inclusief een exquise menukaart. Voor ieder wat wils maar ik prefereer toch maar een tentje en een kookpitje. Binnenkort mijn 40ste huwelijksverjaardag zie, maar ik geloof nooit dat ik mijn vrouw kan bekoren met het vooruitzicht op een viering in een tent met een kampvuurtje. 

Van 1 trappistje kwamen er 2. Op 1 been valt namelijk heel moeilijk te blijven staan. Daarna nog ene voor de dorst die nog zou gaan komen, we zaten aan nummer 3. Bij nummer 4 kwam er al een telloorke kaas aan te pas en bij het 5de exemplaar begon het besef door te dringen dat ik nog 14 km moest stappen. Deze laatste werd de heilsdronk op een goeie tocht voor de Ronny en den Hugo. Ronny ging vandaag de Pyreneeën over en zo naar Spanje en den Hugo duikelt Nederland binnen. Maar het was hoog tijd om op te krassen wilde ik voor het donker nog thuis geraken. Den Danny werd zich er ook stillekesaan van bewust dat zijn vrouw nog steeds in het hotel op hem zat te wachten. Waarschijnlijk waren de valiezen ondertussen wel uitgeladen. In plezant gezelschap let je zo niet op de tijd. Ik hoop dat zijn vrouw een begripvol mens is. Dat zal wel. Tot ziens Danny, ik hoop dat ze je onderweg naar het hotel niet doen blazen op uwe velo. 

Langs de bevallige Warmbeek terug gekuierd, met een lege kop in de wind, tot aan de sterrenwacht. Toch enigszins in vrij rechte lijn ondanks de soldaat gemaakte trappistjes.  Daar aangekomen verduidelijkten verschillende bordjes de eigenaardigheden van onze planeten in ons zonnestelsel. Blij verrast kon ik vaststellen dat er wel degelijk een Janneke Maan bestaat. Rond Saturnus vliegt er één, Janus genaamd, een hele geruststelling. Je reist om te leren. Het staat me voor dat ik dat nog al eens heb geschreven.
Toch goed doorgestapt met die lome benen. Voor de natuur was er al iets minder aandacht en ik was blij dat de trein al stond te wachten in Hamont. Een mooie stapdag werd het. Ik zou net voor het donker thuis geweest zijn moest er op de lijn Antwerpen Gent geen wissel kapot geweest zijn. Maar ik ben thuis geraakt. Janus lag toen al volop zijn toerkes te vliegen. In de pikkendonkere weliswaar.