woensdag 17 januari 2018

* De Ardennen : Olloy sur Viroin

Deze week werd het min of meer een surprise-uitstapje. Woodsman 'Yuri' een jonge avontuurlijk aangelegde ex-collega van me had het plan opgevat om de GR16 te gaan stappen. De Yuri, een prima technieker uit mijn team, joviaal en boordevol temperament, ik kon er erg goed mee opschieten. De GR16 is een vrij zware tocht in de Ardennen over gans de lengte van de loop van de Semois. Te starten in Arlon waar de Semois ontspringt tot in Monthermé waar hij uitmondt in de Maas. Monthermé valt te situeren in het driehoekje Frankrijk dat België halverwege onze zuidgrens insnijdt.  Een zeer mooie lange afstandswandeling en goed voor een dikke 200 kilometertjes langs een bochtig parcours. Geen jaagpad maar over de heuvels en hellingen die de Semois afboorden. 5300 hoogtemeters, dat begint al te tellen. Ik had enigszins laten horen, halvelings zelfs beloofd, dat ik wel een stukje zou meelopen. Onze woodsman, zo noemt hij immers zichzelf, ging overnachten in de bossen zonder tent. Met enkel een shelterzeiltje als dak leek dit me iets te basic in januari. De overweging dat ik geen 30 meer ben en dat er evenmin de naam Bear Grills op mijne pas staat, speelde natuurlijk ook mee. Bovendien was het ook moeilijk om op de route een trefpunt te bepalen. Als uiteindelijke oplossing zou een verblijf van een paar dagen op het eindpunt een uitkomst bieden. Alzo konden we onze maat tegemoetlopen.
De schoonbroer van de Ronny heeft in Olloy sur Viroin, een 20 km van Monthermé, een stukje bouwgrond liggen waarop voorlopig nog een tuinhuisje staat. Ideaal als schuilplaats en onderdak tijdens de voorbereidende werken aan zijn nieuwe stek. Ik en de Ronny bijgevolg daar naartoe als uitvalsbasis om enkele stapdagen in onze prachtige Ardennen te scoren en tegelijkertijd onze maat een bezoekje te kunnen brengen. 




Helaas onderweg naar Monthermé belde onze maat ons op met de boodschap dat hij zijn tocht moest opgeven vanwege kwetsuren. Met een scheenbeenontsteking die uitgelopen was naar zijn voet waardoor de aders in zijn voet volledig waren ontstoken werd het onmogelijk om nog verder te stappen. Hij kreeg zelfs zijn bottienen niet meer aangetrokken. Zo triest voor hem vond ik. De Ronny deelde mijn mening. Toen hij me belde stond hij te wachten op de bus voor Libramont van waaruit hij de trein naar huis zou nemen. Jammer voor hem want hij bezag het als een roemloze nederlaag wat het natuurlijk niet was. Stranden op 40km van de finish is tegenslag van topformaat maar toch had hij er uit geleerd zo smste hij me vandaag. Hij zou hem opnieuw lopen. De belangrijkste les was wel dat je naar je lijf moet luisteren. En om even de ervaren randonneurs uit Frankrijk te citeren : Petit bobo au début, grand mal à la fin. 



Goed, daar in dat chaletje zaten we in een prachtige omgeving. Vlakbij het dorpje Olloy sur Viroin waar het leek of de tijd er had stilgestaan. Een klein beenhouwertje, een kroeg 'Chez Raoul' en een kruidenierswinkeltje. Meer nering viel er niet aan te treffen. Wandelpaden daarentegen waren er in overvloed. We hebben er ter plaatse 2 prachtige tracks uitgetekend van een goeie 15km. Een eerste langs de oevers van de Viroin, een snelstromend riviertje, een tweede bracht ons via enkele heuvelruggetjes naar Oignies en Thièrache. Zalig wandelen maar het weze gezegd dat de bodem en bijgevolg ook de wandelpaadjes verzadigd waren van het water. We hadden geluk, er viel geen regen. Veel modder en slijk bijgevolg. Sparrenwouden en loofbossen in honderdvoud. Stijgen en dalen, we liepen bijna 1000 hoogtemeters bijeen. Je raakt er vlug aan gewend. 

Na de eerste wandeling was een stevig dineetje welkom. Flink uitgewaaid met het eerder aangekondigde stormweer van donderdag smaakte de hutsepot die de Ronny had klaargemaakt voortreffelijk. Voorafgegaan door een aperitiefje met bacardi, kaas, wijngaardslakken en saucijsjes sloot dit naadloos aan bij het rustbrengende karaktere van ons wandelingetje.
's Avonds hebben we even een bezoekje gebracht aan 'Chez Raoul'. Raoul bleek een mollige dame te zijn. Geweldig sympathieke kalandizie bestaande uit enkele vaste stamgasten heetten ons welkom. Warme vriendelijkheid mag je steeds verwachten in Wallonië. De Ronny had er wel al eens eerder binnengeweest en meteen werd hij herkend door een oude stamgast met een cowboyhoed. Een hoed van 50 jaar oud die hij ooit eens in Australië op de kop had getikt. Hij was zo fier als een gieter op zijn hoofddeksel. Na het degusteren van enkele Saint Feuilliens in dat etabllissement zijn we chaletwaarts gekeerd om onder de wol te kruipen. Vrij fris de nacht in die chalet en ik maakte me de bedenking ... lig nu maar eens buiten in het bos met enkel een dekzeiltje als beschutting. Brrr dat is niks meer voor mij tenzij het zou zomeren. En dan nog !

Het chaletje waar we logeerden lag vlak bij een manège. Toen we er passeerden kregen we het gezelschap van een hond. Een beetje hetzelfde kaliber als de Catsjoe. Dat beest heeft ons gans de wandeling gevolgd tot in Oignies en terug. Het jachtinstinct van dit beestje lag een niveau hoger dan dit van de Catsjoe. Regelmatig waren we hem kwijt en zagen hem dan enkele honderden meters verder rennen in het bos. De neus in de lucht naar geurtjes speurend. Een hert kruiste ineens in volle vaart onze wandelweg achternagezeten door onze nieuwe compagnon. Te laat helaas om een fotootje te trekken. In Oignies stormde hij een weide met schapen op en zat deze achterna. De eigenaar van deze beesten, een beer van een vent, kwam furieus naar buiten gelopen. Hij dacht begrijpelijkerwijze dat dit onze hond was, hij excuseerde zich voor zijn verkeerde inschatting, drukte ons de hand en ging zijn schaapjes controleren.  Een vervelende situatie was dit wel. Toen we na een 4-tal uurtjes terug aan de manège waren aanbeland bleek zijn baasje daar andere honden te trainen voor het herderswerk. Hij liep er direct naar toe. We waren enigszins opgelucht dat het beest toch een thuis bleek te hebben. Onze wandelcompagnon waren we daarmee kwijt. 
Op het akkevietje met die schapen na was deze wandeling heel  relaxed verlopen. De totale stilte gold daar in die bossen. Enkel het klaterend geluid van het snelstromende water aan de talloze watervalletjes in beekjes en riviertjes onderbrak die stilte op een rustbrengende manier. Er moet ongelooflijk veel wild in die bossen zitten. Regelmatig kwamen we op de paden modderpoelen tegen waarrond de hoefsporen van everzijnen nog duidelijk te herkennen vielen in de modder. Ook veel wildsporen hebben we gespot daar in de natuur. Regelmatig tref je ook de met takken gevlochten schuttingen aan voor de jagers. Ik vrees dan ook dat er daar veel dieren het loodje leggen in het aanzicht van de loop van een jachtgeweer. Zo jammer toch !


Het zat er op. Weeral een mooi stukje natuur verkend. We konden naar huis toe keren en daarbij in schril contrast met het ongerepte uit de natuur ons verbeiden aan de monsterfiles rond Brussel en Antwerpen. 30 dagen zonder klagen, dus nu niet beginnen hé Jan.  Maar we komen nog wel eens terug naar die Ardennen. Het blijft wat mij betreft een topbestemming.