donderdag 1 februari 2018

* Aarschot - bij de kasseistampers

Hospitaalbezoek aan zoonlief had verleden week absolute voorrang en daardoor moest onze wekelijkse uitstap het vergelden. Maar deze week stond een tripje naar Aarschot op de kalender. 
In de 18de eeuw tijdens het bestuur van keizerin Maria Theresia heerste daar onrust in de stad. Om de bewoners te beschermen tegen nachtelijke diefstal en geweld patrouilleerden er stadswachten. Deze nachtwachters liepen helemaal geen nachtronden maar zaten liever in de kroeg om daar hun rondjes af te werken. Dit tot grote ergernis van de stedelingen. Zij eisten van keizerin Trezemie dat de stadswachten tijdens hun nachtelijke patrouilles met hun houten klompen op de kasseien zouden stampen. Zo kon iedereen horen dat ze hun job aan het doen waren in plaats van in de taveernes rond te hangen. Zo werd de Aarschottenaar in de loop der tijd de spotnaam "kasseistamper" toebedeeld. Enige consonantie valt er wel te bespeuren met "kasseidieven", de spotnaam van mijn dorpsgenoten uit Haasdonk. Maar daar waren enkele faits divers uit den Boerenkrijg de oorzaak. Het is een heel ander verhaal.  

Aan de Demer, op de grens tussen Kempen en Hageland heb ik een wandelingetje van om en bij de 20km rond deze stad uitgestippeld en gepresenteerd aan de stapvrienden. Het werd ok bevonden.  Ik vind het een beetje jammer dat de benaming van deze stad door de eeuwen heen gewijzigd werd. Volgens een legende zou het toponiem Aarschot komen van Arendschot. Het verhaal gaat dat een tribuun uit een destijds daar gelegerd Romeins legioen, Aurelianus genaamd, daar in de geburen een arend neerschoot. Op de plek waar die vogel neerstuikte zou Aarschot gesticht zijn. De plaats waar de vogel na zijn val met zijn bek de grond inboorde heet nu Bekaf. De naam 'Aarschot', de gedachte alleen al dat daar ook nog de Aarschotse Bruine wordt gebrouwen, geeft stof voor afdwalende en minder apetijtelijke gedachten. Arendschot vind ik alleszins veel mooier dan de huidige benaming. Maar veranderen van naam kan niet meer want 15km oostwaarts ligt er al een dorpje dat Arendschot heet. 



Het weerbericht beloofde niet veel soeps. Winterse buien in de ochtend en later regenbuien. Als de zon zich af en toe eens laat zien kunnen we al tevreden zijn. Dat sombere van de laatste maanden heeft genoeg op het systeem gewerkt.  

Een kaartje heen en terug voor Aarschot alstublieft mevrouw. Chef statie van dienst aan het loket van Beveren was de vrolijke blonde dame die men ook al wel eens in St. Niklaas aantreft. Ze had een binnenpretje dat ze met moeite binnensmonds kon houden. Toen ik haar naar de reden vroeg van haar pret, ik moest wel enigszins aandringen, was het hek van de dam. Ze schaterde het uit. In haar Waas dialect gaf ze me de raad : "Hejje een teljuurke bee ?". Daarna lag ze dubbel achter haar loket. Die was haar dag goed begonnen. Plezant mens 👸. 

In Berchem statie waar we de boemeltrein naar Leuven moesten nemen hadden we nog even tijd om vlug een koffietje te slurpen bij onze vertrouwde barrista. 
Een wandelingetje met de Ronny en de Catsjoe zou het worden. De andere stapmaten waren verhinderd. Rond kwart voor elf stapten we af in Aarschot om in een grote lus rond de stad te wandelen. Achteraf bleek dat er toch een 500 hoogtemeterjes in deze lus zaten. Je zit daar op de grens met het Hageland. Heuvelachtig en een ideale omgeving voor de wijnbouw. De Hagelandse wijn kende daar haar oorsprong. Reeds vóór 1200 was er al een wijngaardberg in Rotselaar en vele andere Hagelandse gebieden volgden. Concurrentie van buitenlandse wijnen en de vele oorlogen brachten de wijnteelt in de 16e eeuw zware klappen toe. In de 19e eeuw was er een kortstondige heropleving, maar nu is de Hagelandse wijn helemaal terug van weggeweest: in 1997 werd hij erkend als kwaliteitswijn met gecontroleerde oorsprongsbenaming.

In de morgen miezerde het een beetje toen we via de Demer naar het Meetshoven Bos stapten. Voor wandelaars en joggers zijn er sinds 2015 drie natuuromlopen aangeduid en bewegwijzerd. Verder is er een mooie hondenlosloopzone en een speelzone. Stuifduinen en vochtige laagtes herinneren aan het landschap van heide en vennen dat hier tot eind de 18e eeuw aanwezig was. En het was er serieus vochtig ! Ook hier waren de wandelpaadjes herschapen in modderglijbanen. Een mooi bos maar het grijze miezerweer verhinderde het haar volle schoonheid te tonen. 
Ik had op de landkaart halverwege ons traject een schuilhutje bemerkt waar we onze bokes zouden kunnen binnenspelen. Halverwege, we zaten nu volop in de Demervallei. werd het voelbaar kouder en dit ging gepaard met een gure wind die over de Demer waaide. Honger, of moeten we trek schrijven, begon op te spelen. Het schuilhutje bleek niet toegankelijk aangezien het een privéterrein bleek te zijn. De paadjes er naartoe en er omheen trouwens ook. Overal weer bordjes met verboden toegang. Dit leek me zo tegenstrijdig op simpele wandelpaden te meer daar deze paden met de geel rode streek-GR-herkenningstekens waren gemarkeerd. Ook op deze paadjes waren slijk en modder aan de orde. 
Bij gebrek aan de schuilhut werd het een walking dinner. Bankjes waren we tot nu toe nog niet tegengekomen en de natte bosgrond nodigde niet direct uit tot een picknick. Maar we hadden chance. Nog geen 50 meter na de plek waar we besloten om al walkend te dineren troffen we een net bankje aan. Voor de Catsjoe een gerookte varkensoor, voor ons bokes geflankeerd met een fleske witte wijn. Het mooie golvend landschap op de achtergrond kregen we er gratis en voor niks bij.  Nog een kleine 10 kilometertjes scheidden ons van het eindpunt. Ingerukt en op naar 'Achter Schoonhoven'. Opnieuw een fantastisch recreatiegebied dat zich hier in de Demervallei situeert. De sterk meanderende Demer vormt hier de grens tussen de Kempen en het Hageland en draagt ten volle bij tot de schoonheid van het landschap. Ondertussen had de zon zich gemeld. Heel schuchter maar toch voelbaar liet ze zich zien tussen de donkergrijze donderwolken. Schuchter, alsof haar lange afwezigheid haar in de verlegenheid had gebracht. In de zomer, zo vernam ik, worden hier volop bloemenwandelingen georganiseerd door Natuurpunt. Jammer, hiervoor zitten we nog iets te vroeg in het jaar. 
Het station kwam ondertussen terug stilaan binnen bereik. Daar in het stationsbuffet hadden we afgesproken met Rita, een lieve ex-collega. Ondertussen was het weeral enkele jaren geleden dat we elkaar nog eens hadden ontmoet. Een hartelijk weerzien en bij een stevig pintje werd er volop bijgepraat. Onze Compostela exploten konden haar wel boeien. Wie weet trekt ze ooit ook op stap ? De uitzet ervoor was al klaar. Zomer en winterstapschoenen waren al aangekocht voor de dagelijkse 10.000 stappen. Nu nog een beetje de drempelvrees overwinnen en hop, op weg. Onze ontmoeting was een mooie afsluiter van de stapdag. Het werd een gezellig wederzien met Rita. Nu konden we tevreden terug naar huis sporen. 


Het wordt nu stilletjes uitkijken naar de pelgrimszegening in Mechelen. Eind februari is het zover. Ik en Els, den Hugo en de Ronny zullen daarbij present zijn. In de aanloop daar naartoe ben ik al mijn nieuwe blog gestart voor mijn Portugalqueeste. Je vindt hem al terug hiernaast in het kolommetje. Of, moest het je enigszins interesseren, met deze link kom je er ook op terecht : De Caminho Portugués

In afwachting van het startschot liggen er nog enkele toertjes in 't vet. Het probleem wordt stilletjesaan van nog vlot bereikbare bestemmingen te vinden waar we nog niet gestapt hebben. Maar dat lukt ons waarschijnlijk wel. Uitgestapt zijn we bijlange nog niet ! 




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.