vrijdag 15 juni 2018

* Van Beernem naar Aalter.

Bij deze wandeling had ik me eerlijk gezegd heel weinig voorgesteld.  Hiervoor had ik vlug een traceetje uitgetekend op de Open Street Mapkaart, daarbij willekeurig mikkend op wat groen. Het resultaat was een lijnwandelingetje van rond de 25km tussen Beernem in West-Vlaanderen en Aalter in Oost-Vlaanderen gelegen. Eventueel zou Maria-Aalter ook als eindpunt kunnen dienen.  Een zoveelste evenwichtsoefeningetje op de provinciegrens waarbij we wel zouden zien wat er uit de bus kwam. 

Vlotte treinreis ware het niet dat we wat te vroeg uitstapten. We moesten in Gent St. Pieters overstappen maar stapten reeds in Dampoort af. Onze frank viel maar eerst toen we al buiten stonden. Gelukkig volgde er kort een boemeltreintje om ons naar St. Pieters te brengen en rond halftien stonden we op Beernems grondgebied en konden we van start gaan. We, deze keer ik, de Ronny en de Catsjoe.



Deze wandeling, waar ik dus niet al te veel van verwachtte, werd er één van de mooiste. Ze mag gerust in mijn top 5 zetelen.  Van iets buiten Beernem tot aan de grens met Aalter werd het één grote paternoster van bossen waar het éne bos al een meer merkwaardige naam droeg dan het andere. Maar stuk voor stuk waren het schitterende pareltjes in ons natuurbeheer. 
Iets voorbij de psychiatrische verpleeginstelling van Beernem sloegen we linksaf het Vagevuurbos in. In tegenstelling tot wat de onheilspellende naam doet vermoeden, is dit bosdomein een tuin van Eden voor fauna en flora maar even goed voor de wandelaar. Samen met het nabijgelegen Lippensgoed-Bulskampveld vormt het met 540 hectare het grootste boscomplex van West-Vlaanderen.  Je vindt er heide en poelen. Dennen- en sparrenbos versieren het landschap. Verschillende dieren, van amfibieën tot vogels en zoogdieren vinden hun weg naar deze groene long. Het is een waar plezier om op de op natuurlijke wijze ontstane bospaadjes te wandelen en de lekker geurende boslucht op te snuiven.  Daar mag je gerust enkele uren voor uittrekken want het is verdorie een heel uitgestrekt bos.  Je laveert er tussen loof- en naaldbomen die soms naadloos op elkaar aansluiten. Er zijn ook verschillende paden voor paarden, mountainbikers, lopers en wandelaars. Via de wandelknooppunten, kan je zelf ook een route uitstippelen. Voor iedereen is er wel iets te ontdekken. 

Tijd voor een aperitiefje met als decor het landschap rond het zendstation van Wingene. Het is een heideschraal grasland met honderden bijzondere planten. Je vindt er de gevlekte orchis, de ronde en kleine zonnedauw, het maanvarentje en stijve ogentroost. In het najaar verdwijnt de plantenrijkdom en maakt plaats voor een breed scala van wasplaten. Die kleurrijke verschijningen worden ook wel de orchideeën onder de paddenstoelen genoemd. In de geburen van die zendmasten staat er een gebouwtje van Natuurbeheer. Enkele houten losse bankjes stonden er te uitnodigend bij om eraan voorbij te lopen. De Ronny had een flesje lekkere rosé bij die uitstekend te combineren viel met een stukje manchego-kaas en saucisse van het patta negra varkentje. Topproducten uit Spanje zijn dat ! Puur genieten was dat daar op dat houten bankje.  Het schaft zou later volgen, daar was het nog iets te vroeg voor. Hiervoor moesten we in het Blekkerbos zijn maar eerst dienden nog de Gulke Putten doorkruist te worden en het gehuchtje Doomkerk met haar magnifiek aangelegd parklandschap 'Het Disveld'.  Hier in de Gulke Putten tref je natte en droge heide, poelen en veldvijvers, en ook die heideschrale graslanden aan. Er is begrazing met schapen zodat er plaatselijk mozaïekpatronen in de heidegrond ontstaan. Er zouden gallowayrunderen grazen. We hebben ze echter niet gezien. Deze beesten zijn winterhard en kunnen dus het hele jaar door op het terrein blijven. Ze hebben weinig zorg nodig en kunnen zelfstandig kalveren in de vrije natuur. De Gulke Putten is ook één van de laatste plaatsen in Vlaanderen waar de aardbeivlinder voorkomt. Onze maat de Ronny heeft er zo ééntje op de pelicule van zijn appareilke kunnen vastleggen. 

Afbeeldingsresultaat voor aardbeivlinderDat Disveld bood een ideale picknickplaats maar werkmannen waren met bosmaaiers aan het wieden. Met het kabaal dat er uit die machines komt kan je bezwaarlijk van een rustige picknick spreken. Daarom trokken we verder het Galatosbos door om vervolgens in het Blekkerbos onze picknickplaats op te gaan zoeken. Je leest goed ... één en al bos wat de klok sloeg. Die picknickplaats bleek een prachtig plekje te zijn. Twee mooie massieve tafels met banken aan een sfeervol poeltje waarin het wemelde van de oekedoelekes (Waaslands dialect voor kikkervisjes). Het poeltje mooi omzoomd met struikgewas en hier en daar zorgden wat overhangende takken over leliebedden voor de idyllisch noot. Dat smaakte weeral zie. Deze keer geen culinaire acrobatieën maar simpele bokes met beleg en tea for two. Maar we moesten verder naar de Vorte Bossen om de laatste resterende kilometers van ons tripje af te werken. 

Ook weeral een mooie plek om in te vertoeven. In deze Vorte Bossen vind je naast droge arme bossen ook natte valleibossen, vandaar de naam ‘Vorte’ bossen. Voor zover ik me de betekenis van 'Vort' uit het Westvlaamse dialect van m'n ex-collega's kan herinneren bedoelden ze daar 'rot en bedorven' mee. In dit bos tref je geen naaldbomen aan maar vooral oude essen, elzen, populieren en een indrukwekkende bloemenweelde in het voorjaar. 

Natuurbeheer Natuurpunt probeert het gebied tot een gevarieerd en soortenrijk bos te herstellen. Op sommige plaatsen mag de natuur zijn gang gaan. Omgevallen bomen blijven gewoon liggen. Talloze insecten en paddestoelen leven immers in en op het dode hout. Op andere plaatsen wordt het oude hakhoutbeheer in stand gehouden, want na het hakken gaan de meeste bomen niet dood maar krijgen ze nieuwe scheuten. Door enkele bomen te hakken schijnt de zon weer op de bosbodem, zodat vele wilde bloemen verschijnen waar allerlei insecten zoals vlinders en zweefvliegen ervan kunnen profiteren. 

Het stappen in deze natuurrijke en aangename omgeving vlotte goed. Niet dat er daarom gevraagd werd maar ook de terugreis met de trein vroeg haar tijd. De kilometertjes schoven dus voorbij onder onze zolen en Aalter kwam in zicht. Een terrasje op het marktplein als afsluiter begint stilaan traditie te worden. Waarom niet ? Een 'Omertjen' gleed feilloos naar binnen. En aangezien je op één been niet staan kunt .... Ook weeral interessante babbels gehad daar op dat terrasje. Onder er een daar aanwezig fietsgezelschap was er zelfs een dame die SdC had gelopen. Nu verkoos ze de fiets boven de benen. Haar ouderdom liet het niet meer toe zo verklaarde ze. Dat zou gekund hebben maar een klein rekensommetje makend bij haar uitleg leerde me dat ze even oud was als ik. Ze zou er nog eens over nadenken. Haar man was alleszins geen liefhebber van het wandelen dus zou ze het nog eens alleen moeten avonturen. Tja, waarom niet was haar conclusie. 

Voilà, dit was het weeral. Mooie wandeling, dito natuur, lekker aperitiefje en picknick, zonnig weertje, goed gezelschap, een smakelijk pintje als afsluiter ... Je hoeft niet in Frankrijk te wonen om er te leven als God. Dat lukt hier bij ons even goed zijn we van oordeel. Geef ons maar eens ongelijk. De Ronny wil deze wandeling nog eens overdoen. Hewel, hij heeft gelijk. Dit was een topwandeling en die zullen we zeker overdoen met de andere stapmaten erbij. Bij leven en welzijn welteverstaan.