vrijdag 14 december 2018

* Brussel a/d onderkant. Van St Genesius Rode naar Tubeke

Hierzie, gisteren hebben we onze franstalige landgenoten nog eens vereerd met een bezoekje. Ik had nog een wandeling liggen die sinds deze zomer onaangeroerd ergens op mijn blog rondzweefde. Een wandeling flirtend rond de taalgrens. Het werd nu hoog tijd om deze eens aan  te pakken. Met 4 waren we : Ik, de Ronny en de Catsjoe en ook den Hugo. Hugo sprong nog op het laatste nippertje mee op de kar. Onze andere stapmaten, Angelo en Marc, moesten in het zweet des aanschijns ....  zucht, en wat je vooral niet moogt vergeten : ... de miserie is allemaal met een onnozele appel begonnen 🍎🍎🍎😂 .

Ik was er helemaal klaar voor ! 26km wandelfun en met het wandelingetje naar en van Beveren Station 's morgens en 's avonds er bij geteld werden dat er 36 voor mij. Ik was er vrijdagmorgen dan ook al heel vroeg van door gegaan. Het was amper kwart na zes. Velen zullen er zich op dat uur nog eens omgedraaid hebben in hun bed. Een aantal in dezelfde grootorde zou me waarschijnlijk ook zot verklaard hebben. 
Even de I-pod oorbellen ingestoken voor een muziekje onderweg naar de trein en stappen maar. Een supermooie dag tegemoet, ik had al een voorgevoel. En zo onwijs vroeg op de dag was het zalig om je longen vol te pompen met die zuivere  koude ochtendlucht. De geur van vieze uitlaatgassen zijn op dat uur nog eventjes niet aan de orde. 


Nu, voor de duidelijkheid, den Hugo sprong niet op een kar, het was eerder een trein. Rond een uur of 10 stapten we, na een 2-tal uurtjes probleemloos sporen, af in De Hoek, één stationnetje verder dan St. Genesius Rode. Deze laatste gemeente is een Franstalig bastion op het Vlaamse grondgebied.  Dat het er daar op z'n 'Parlez de Français' aan toe gaat is zo ver kunnen komen door het uitdijen van de verfransing van Brussel. De meerderheid van de daar residerende en aangroeiende bevolking is nu Franstalig. Net als de burgemeester en de meerderheid van het schepencollege. Deze ontwikkelingen maakten de gemeente één van de explosiefste brandpunten in de taalstrijd van België. Allereerst was er de controverse rond de benoeming van de burgemeester zelf. Daarnaast wilden de Franstaligen graag dat de gemeente zich aansloot bij Brussel, zodat er een corridor kon ontstaan tussen Brussel en Wallonië. De Vlamingen echter wilden en willen nog steeds niet dat aan de grenzen van Vlaanderen wordt geraakt. Geef hen maar eens ongelijk ! De arrogantie in het denkpatroon van sommigen uit de Franstalige politieke elite daar tart onze Vlaamse verbeelding. 

Tubise of Tubeke dan weer wordt in het Algemeen Nederduitsch en Friesch Dialecticon uit 1874 vernoemd als Tweebeek en liggende langs de taalgrens. De naam Tweebeek komt voort uit het feit dat de samenvloeiing van de Zenne en de Senette zich hier bevindt. Ach, als het kind maar een naam heeft, ik lig er helemaal niet wakker van.

Wel, daar in De Hoek konden we van start gaan. Lekker fris weer en er werd geen regen voorspeld. Het was een beetje bewolkt en weilanden en daken waren in deze ochtendlijke vroegte voorzien van een flinterdun wit laagje bevroren rijm. Een wintertintje misstaat helemaal niet in de maand december. Overdag viel er soms zelfs wat stuifsneeuw om het wintertintje een beetje te accentueren. 

Na een klein kilometertje waren we al de dorpskern uit en iets verder aan het  kasteel van Revelingen zaten we al middenin de Kwadebeekvallei. De koude temperatuur scherpte al vlug de honger aan. Een tussenstop was al aan de orde en we hadden nog maar amper onze benen uitgestrekt. Een zieltogende natiekar aan een weiland bood een uitstekende tafel  voor een drankje en onze boterhammekes. 

In die Kwadebeekvallei liepen we langs enkele mooie waterpartijen. Smalle paadjes boorden de oevers af. Hier en daar brak een grillige boomstronk door de waterspiegel waardoor het geheel een sfeëriek panorama bood. Op het water viel er hier en daar een dun laagje ijs te bespeuren. Eenden en waterkiekens hielden echter het grootste deel van de vijvers ijsvrij.  Ongelooflijk in wat een mooie omgeving we terechtgekomen waren.  Echt een gelukstreffer. 

In het Hallerbos rees er klein een probleempje. M'n uitgestippelde track voerde over privaat eigendom. Dat gebeurt wel eens en dan loop je ofwel gewoon door en gebaart van krommenaas of je zoekt naar een alternatief. We kozen voor het laatste alhoewel de Ronny gewoon wou doorlopen. Doorlopen, louter en alleen al uit onvrede en opstandigheid om het feit dat rijke luizen zich het recht veroorloven om stukken prachtig natuurgebied tot hun eigendom te verklaren. En gortig des te meer daar ze er zelf niet eens vertoeven.  Op zo'n momenten kriebelt de anarchie in je hersenen en zoek je inspiratie in de  retorische kracht van Pierre Joseph Proudhons' proza.  Proudhon, een Franse filosoof en 's werelds 1ste anarchist stelde in zijn in 1840 verschenen boek met de titel 'Qu'est-ce que la propriété ?',  dat eigendom 'du vol 'was, dus diefstal. In zijn 6de stelling formuleerde hij bovendien in dat boek dat eigendom de moeder was van de tiranie.  Je zou hem op dit punt nog gelijk willen geven. Het is zware kost al dat anarchistisch gefilosofeer. Persoonlijk krijg ik toch eerder de indruk dat er verregaande willekeur heerst in het aanbrengen van die verbodsborden verwijzend naar zogezegde 'privaateigendom'. Iets later bleken we een dreef buiten te wandelen die ook privaat bezit was. Geen idee waar we ergens een bordje zijn voorbijgelopen waardoor we in die dreef terecht zijn gekomen. 

Dat Hallerbos was een echt juweeltje. Glooiende aanblik en mooie paadjes die er door lopen met een dik tapijt van afgevallen bladeren als bodembedekking. Ook loopt er nog veel wild in rond. We hebben wel 5 reeën kunnen spotten over de ganse dag. Het is er heerlijk toeven en dat kon ook gezegd worden van het Lembeekbos. Af en toe de geur van houtstook die je opsnuift doet je beseffen dat ook de reukzin een extra dimensie geeft aan je waarnemingsvermogen. Het komt op scherp te staan. De Ronny merkte tevens de stilte op. Geen geluidje te horen daar in het bos. Ik herinner me dat je in het Zoniënwoud, een tiental kilometers verder, helemaal niet van een stiltegebied kunt spreken. Het gedruis van het verkeer in de verte is constant aanwezig. Het is erg storend wanneer je in een bos tot rust wil komen. Zien ... eekhoorns, herten en reetjes, de kleuren van het bos, de zonnestralen die een waaier van licht tussen de boomstammen  uitspreiden .... En ook voelen, dat doe je onbewust  wanneer je je vast moet houden aan de takken van struiken en bomen om over een beek te klauteren of wanneer je van een helling moet afdalen. Het is fascinerend om al wandelend die indrukken in je lege hoofd rond te laten dwarrelen. Het is dan ook nog gratis op de koop toe. We namen bij al die waarnemingen op tijd en stond een uitgebreide pauze om eens te klinken op de vriendschap. Met een glazeke wijn kon dit op een passende manier uitgebracht worden. 
Het begon al te donkeren toen we in het Bois du Bailly aanbelandden. In 'Chez Tur', een kroeg in de voorrand van Clabecq, zou een taske koffie welkom zijn. We werden echter de toegang ontzegd omdat er zogezegd een begrafenisbijeenkomst was. De Ronny geloofde er geen snars van. Ik en den Hugo hadden ook onze twijfels. Erg louche bedoening, allemaal dikke mercedessen die af en aan reden en je kan je dan de vraag stellen of het curriculum vitae van de overledene zo lijvig was dat er daar om 8 uur 's avonds nog uitgebreid  over diende bijgekletst te worden. 


Geen erg, we zaten zo in Clabecq, de voorlaatste stop. Daar was er een kerstmarkt aan de gang. Gezellige sfeer en het moet gezegd dat onze Waalse landgenoten toch iets hartelijker en warmer met elkaar door het leven gaan dan hun noordelijke landgenoten. Een standje van het Broederschap van het bier leek ons erg aantrekkelijk om daar kennis mee te maken. Ja zeg, een hele hiërarchie gaande van schildknapen tot  gezellen en ridders. Er kwam daar zelfs een grootmeester aan te pas. Hun brouwsel was lekker,  ik ben verdorie daar de naam van kwijt. Naar mijn smaak leunde het erg aan bij een Cuvée de l' Hermitage. Nog zo een klassebiertje uit Wallonië. Carameltoetsen subtiel aanwezig. Amai Jan, wat een pretentie zeg 😋. 
Ja zeg het werd daar laat en nog een goed kilometertje  moest er tot in Tubise gestapt worden. Het werd in Tubise voor ieder van ons de laatst haalbare trein om nog thuis te geraken. Om middernacht stapte ik af aan het station in Beveren. Het deerde me helemaal niet om die 5km naar huis te stappen. Om 1 uur lag ik in mijn bed en ik moest niet gewiegd worden. Dit was echt een prachtige wandeling in het gezelschap van de maten. Ze gaat mee in de top 10. Het is wat hé ! 😏🏃🏃🏃 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.