donderdag 6 december 2018

* Van de "Nord" naar Opwijk.

Donderdag was het stapdag. Ik en den Hugo hebben zoals eerder al werd vermeld het wandeltrajectje voor de Warmste 
Week verder verkend. Deze keer tussen Brussel Noord en Opwijk. Twee weken geleden hebben we het stukje Opwijk - Zele onder de loep gehouden. 
Om 10 uur was het afspraak met den Hugo aan het borstbeeld van Simón Bolívar op het gelijknamige plein voor het Noordstation. . Een blik werpend op de vele vluchtelingen in het Maximiliaanpark zal El Libertador ongetwijfeld hebben kunnen vaststellen dat er nog veel miserie is in de wereld. Het is er alleszins geen vrolijke buurt waar je al fluitend en zingend doorhuppelt. 




Maar goed, 10 uur was een mooi uur om te starten. Rekening houdend met de stiptheid van de NMBS konden we om 11 uur vertrekken. Hugo stond er al, zijn trein had een half uurtje vertraging, de mijne was afgeschaft wegens een defect aan de bovenleiding tussen Mechelen en Vilvoorde. Een latere trein bracht de oplossing. Het kan al eens voorvallen. 

Het sombere weer zette de tristesse van de buurt nog eens extra in de verf. Het verwonderde me dat het ondanks die vieze grijze regenwolken toch de hele dag droog is gebleven.  En nog vrij warm ook voor de tijd van het jaar. 
Het ging richting kanaal uit en verder over de Leopold II laan richting Basiliek van Koekelberg.  Een trajectje dat herinneringen doet oproepen aan je 1ste solotochtje naar Brussel om er je '3 dagen' te gaan 'doen' 😃.


Aan de Simonisplaats begint het Elisabethpark en dat  strekt zich uit tot aan de basiliek. Dit park was ooit onderdeel van Koning Leopold's megalomane bouwproject waar zelfs een Pantheon in moest voorkomen Zijn centen of liever degene die hij uit Kongo Vrijstaat had geroofd waren op dus werd het project halverwege afgeblazen. Hoog tijd voor een lekker taske koffie. Café Le Grand Duc straalde nog een beetje van de grandeur van weleer uit. Houten lambrizeringen,  karmozijnrood behang en zachtfluwelen bekleding van zitbanken en stoelen. Het heeft wel wat. Deux cafés s'il vous plaît madame ?  Nederlands was kennelijk niet de voertaal daar op die Boulevard Léopold Deux ! Je kan je er al lang niet druk meer om maken. In dat park werd vroeger het jaarlijkse 'Euroferia' gehouden, beter bekend als het Spaanse Feest. Heel dat park stond vol met tapakraampjes en flamencopodia. Gigantische pruttelende paellapannen kon jer aantreffen in een decor van iberiahammen die er met trossen in dee bomen hingen en er viel  nog zoveel meer te bekijken. Straatartiesten en muzikanten zorgden voor de ambiance, kortgezegd, dat was daar heel gezellig. De sangria vloeide daar rijkelijk. Nu moet je voor de Euroferia naar de Heizelvlakte trekken. Het Elisabethpark wordt nu ingepalmd door een kolonie groene papegaaien. Kleurrijk is dat wel maar ze verdringen de inlandse fauna en dat is minder fraai. 


Na de basiliek zaten we op het grondgebied van Ganshoren en we waren bijna de grootstad uit. Voorbij de spoorweg werd de omgeving al wat groener, het werd tijd 😕. Een 500 meter verder was er nog een spoorwegovergang. Het gebied  tussen de sporen was vroeger moerasgebied. Het zogezegde Moeras van Ganshoren. Dit elf hectare grote natuurgebied is eigendom van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Oorspronkelijk behoorde ook het moeras van Jette tot dit moeras, maar in 1881 werd het moerasgebied in twee delen verdeeld door de aanleg van spoorlijn 60. In 1989 werd het moeras van Jette deel van het Koning Boudewijnpark dat ten noorden en ten oosten van het moeras van Ganshoren ligt. Sinds de jaren 50 uit de vorige eeuw trad er verdroging op met tot gevolg dat het 'moeras' vandaag voornamelijk uit vochtige weiden bestaat. Meestal hoog struikgewas en bomen waardoor het eigenlijk een meers is geworden. Aan het zich daar bevindende jeugdhuis 'In 't Ongeluk' was het tijd om te schoven. De traditionele bokes met spek en eieren, dat smaakt altijd,  gevolgd door een doorspoeling met een glazeke rode wijn. Super ! Hoe dat jeugdhuis aan haar illustere naam is gekomen doet vermoeden dat er vroeger jaren in dat moerasgebied een verschrikkelijk ongeluk moet plaatsgehad hebben. Misschien zijn er daar in dat moeras wel een paar verzopen. 
   
De ring van Brussel voorbij, zijnde het volgende markeerpunt,  zaten we al in het Laarbeekbos. Hugo vertrekt met het Duw Mee Gezelschap op 22 december rond 18u. Op dat uur is  het donker en dan is het beter om  gemakkelijke paden te bewandelen. Tot hiertoe was dit al geval.  Hopelijk zal de volle maan ook haar steentje kunnen bijdragen want eens buiten de bebouwing kan het in parken en weilanden stikdonker zijn.  


2 à 3 km voorbij de Brusselse Ring wordt hun eerste stop gehouden. In Relegem, daar zal een volgwagentje staan met warme soep. Ik kan me voorstellen dat dat zal smaken bij zo een avondlijke wandeling. Bij gebrek aan soep op het moment dat we daar passeerden zijn we maar een kroeg binnengestapt. Een kroeg met een naam die refereert naar het dapperste volk der Galliërs. Voor den Hugo een Gueuze Lambik, je zit immers niet in het Brusselse voor een glas melk is zijn leuze, voor mij een Cornet van Brouwerij de Palm. Een heel typische kroeg,  de uitbater met een indrukwekkende snor en de zwarte kelnersvoorschoot om alle verwarring omtrent zijn status van kroegbaas  uit te sluiten.  Correcte bediening en treffelijke prijzen wat hun culinair aanbod betreft. Dit laatste bestond voornamelijk uit  variaties op grootmoeders keuken geïnspireerd op stoemp, de boerenkost bij uitstek. 


Hier en daar gaat den Hugo nog wat moeten corrigeren aan dit traject. Een doodlopend pad tussen Brussegem en Merchtem, een stukje hier en daar dat ingekort kan worden ... zoiets mag je enigszins verwachten in een voorstedelijk gebied. En toch, we bevonden ons hier middenin de Brabantse kouters. Veel veldwegeltjes en hier en daar nog een stukje bos, zoals bvb het Callarisbos tussen Brussegem en Merchtem. Tja, bossen ? Het zijn de miniscule overblijfselen van het Grote Kolenwoud.  Het Kolenwoud, Julius Caesar gaf het de naam Silva Carbonaria, was het oerbos dat zich uitstrekte in Gallië vanaf Brabant tot Picardië en bedekte eens het middendeel van het huidige België. 


Veel van de door Hugo uitgestippelde  paadjes die door dit gebied lopen zijn verhard. Daar waar dit niet het geval is zijn het geen slijkwegen.  Dus gezien het late tijdstip waarop er gestapt zal worden en de aard van de paadjes zal dit nachtelijke avontuur weinig tot geen verrassingen opleveren. 
Er restte ons nog Merchtem door te lopen om dan in rechte lijn de spoorweg te volgen tot in Opwijk. Een kleine 25 kilometertjes waren wijlen. Al bij al niet zo een denderend traject kwa schoonheid maar in het donker zal dit helemaal niet opvallen. Ondertussen zat de dag er weeral op.  We zien weeral uit naar een vervolg zie !
---------------



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.