dinsdag 24 juni 2025

Ten Noorden van de koekestad

Het wandeltripje  dat deze dag aangesneden zou worden lag al een geruime tijd in een schuif stof te vergaren. Nochthans hoefde ik enkel maar een tram te nemen om ter bestemming te geraken. En zo werd tram 3 voor vandaag het aangewezen vervoersmiddel om aan deze trip te kunnen beginnen. Opstappen aan de P+R in Melsele en het afstappen stond gepland aan de P+R Merksem, kort bij de bosrijke noordrand van Antwerpen.  
Ik vreesde even niet te kunnen opstappen op de aankomende tram. Reden hiervoor was een ganse lagere school kinderen. Zij hadden  daar aan de halte al post gevat en wachtten daar ook op de tram. Een zee van fluovestjes kleurde de halte. Die gastjes trokken zeker op schoolreis. No problem, er kwam een supertram aan, de albatrostram. Met een lengte van 43 meter biedt die plaats aan 340 personen. Nog plaats over dus ! Na een klein uurtje trammen op de langste tramlijn in Antwerpen, 29,4 km tussen haakjes, stapte ik af aan de eindhalte in Merksem. Voilà, en let 's go ! 

Een kleine 500 meter druk verkeer diende er eerst getrotseerd te worden en daar stond ik al aan de voordeur van het Fort van Merksem. Dit bakstenen fort werd gebouwd van 1871 tot 1882, alhoewel de sluitsteen ‘1876’ vermeldt. Later, in 1911 en 1912, werd het fort versterkt met beton. Vlak voor de val van Antwerpen in oktober 1914, blies het Belgische leger een deel van het fort op om het niet onbeschadigd in handen van de Duitsers te laten vallen. Nadien werd het een depot en tot 1972 was het een kazerne van de Belgische Zeemacht. Sinds 1977 werd het domein omgevormd tot recreatiedomein door de gemeente Merksem. Behalve de lokalen van talloze verenigingen, herbergt het fortdomein nu sportterreinen, een recreatiecomplex en volkstuinen. Ik moet bekennen dat ik geen al te hoge verwachtingen koesterde omtrent deze wandeling maar aangekomen aan dat fort moest ik al mijn mening herzien. Ik startte met het volgen van het wandelpad aan de binnenoever van de vestengordel. Prachtig is het ! Gewoon de aanblik al van die vestingsgracht. Die is rondomrond omzoomd met eeuwenoude bomen. Ze stonden volop in 't groene blad. Wat een mooie omgeving ! En ik liep er alleen op het wandelpad, geen mens te bespeuren. De waterspiegel lag er rimpelloos bij met hier en daar een zorgenloos peddelend waterkieken. Gesneuvelde bomen aan de waterkant vonden hun laatste rustplaats in de vestingsgracht. Op hun  uit het water rijzende grillige takken droogden aalscholvers hun pluimen. Peis en vree alom en dat werd enkel verstoord wanneer een stelletje nijlganzen met kroost voor je voeten opschrok en snel het water in vluchtte. En ondertussen trakteerde een merel jou, onzichtbaar ergens verstopt tussen het lover, op een gratis fluitmelodietje. Oh Mighty Lord, how great Thou art ! Dit voor de gelovigen. Jennifer Hettles zou hier direct haar keel openzetten. 

 

How Great Thou Art

Zo, dit was de moeite. Nu kwam een stukje buitenrand van de vest aan bod. In westelijke richting trok ik rond het fort en passeerde daar de volkstuintjes van Merksem. "Het werk van den akker" zou m'n vader zaliger gezegd hebben. Ik heb nog een fotootje van ons beiden van destijds daar op z'n hofke.  Sommige tuintjes hier rond het fort zijn echte juweeltjes, andere kunnen dan weer de vergelijking met een stort met glans doorstaan. Golfplaten, een hoop stenen her en der, puin en kapot glas van gesneuvelde serres, welig tierend onkruid en noem maar op. Er ontbreekt wat gemeentelijk toezicht volgens mij. 

Ik zocht terug de Bredabaan op, wandelde onderdoor de bruggen  van de E19  en iets verderop kon ik het peerdsbos induikelen.  Het Peerdsbos is één van de meest bezochte bossen in de stadsrand van Antwerpen. Het bos biedt zowel voor gezinnen als natuurliefhebbers een leuke daguitstap. Met haar lange rechte dreven kan je er uren in rondlopen. In de 15de eeuw was er in de oude geschriften al sprake van het bos. Dit bos kent dus een rijke geschiedenis, lees maar : Het Peerdsbos.
Middenin het bos is er de melkerij, een hoevecomplex dat helemaal uitgebouwd werd tot één grote horecazaak. Ik pauzeerde er even in compagnie van een 'Oude Caert', de lokale tripel van Brasschaat. Vriendelijk personeel, dat wel maar bij een klep van meer dan 5€ mochten er wel wat nootjes bijgegeven worden 😦. Na het peerdsbos kwam het gemeentepark van Brasschaat aan de beurt. Met een mooie vijver en in de verte het parkkasteel van Brasschaat als decor gaf dit je het gevoel je in een elitaire omgeving te bevinden. Een boothuisje aan de overkant van de vijver droeg nog bij aan dat onbestemd gevoel.  Graag had ik tot aan het parkkasteel zijnde het gemeentehuis van Brasschaat gestapt. Dit zou het keerpunt van de lus geweest zijn. De weg er naar toe was echter afgesloten en via een bruggetje over de parkvijver keerde ik weer. Het terras aan het boothuisje bood een prachtig uitzicht op de vijver. Op deze idyllische plek zou menig kunstschilder aan zijn trekken kunnen komen. Bij een Chouffe Tripel kon ik daar op het terras mijn bokes binnenspelen. Een rustig momentje op een, op enkele mensen na, leeg terras. In de weekends vermoed ik dat het hier stormloopt van het volk.

Vanaf het boothuisje volgde ik nog eventjes de oever van de vijver. Iets verder mondde de Laarse beek daarin uit en die volgde ik tot aan de E19. Hiermee zat ik op Schotens grondgebied en niet veel later stond ik op den dorpel van het Park Vorderstein. Dit park, een groene oase,  is een lust voor de zintuigen. Langs de imposante brede lanen kan je er zeldzame bomen aantreffen. Vijvers en open grasland zorgen voor een harmonieus geheel. De gerestaureerde oranjerie met haar ommuurde oranjerietuin en de smeedijzeren toegangspoorten geven het park een extra cachet. Ik vond het bezoekje aan het geheel de moeite meer dan waard. En zeker als afsluiter. Zo, hierna zat de wandeling er weeral op. Een kleine 20 km werd het toch niettegenstaande de inkorting voor het parkkasteeĺ. Via de drukke Hortse baan liep ik terug naar den tram 3. Die stond vertrekkensklaar. Dit was ronduit een heel sjiek toerke.  Uiteraard was het magnifieke weer mee de sfeermaker maar zo schoon ... dat had ik alleszins niet verwacht. 


donderdag 19 juni 2025

Oostende met de ex-collega's


De wandeling in Oostende met de ex-collega's die op 11 april gepland stond heb ik noodgedwongen moeten uitstellen vanwege de hospitalisatie van m'n teerbeminde echtgenote. Deze beangstigende periode werd ondertussen afgesloten en ik kan met een gelukkig gevoel stellen dat het herstel tot nu toe uitstekend verliep en zich ook nog met dezelfde tendens verderzet. Maar uitstel is geen afstel en woensdag 18 juni kon de draad dan toch terug weer opgenomen worden. Afspraak was om 12 u in Oostende statie. Aangekomen met de trein in Gent stapte de Marc ook op de trein en zo was ons 5-koppig gezelschap compleet. Tof om  Liliane, Marc, de René en den Eddy weer te zien. De René leek op dieet gestaan te hebben want hij was zichtbaar enkele kilootjes kwijt. Den Eddy daarentegen was ietske bijgekomen, niet veel maar toch 😄. Maar goed, elkeen stelde het wel en dat is het voornaamste. 
De treinrit verliep uitstekend. En het leuke dat er te melden valt is dat m'n ticketje  op de treinrit gecontroleerd werd door een kaartjesknipper met een volgetatoueerde kop. Een correcte kerel trouwens en kwa vriendelijkheid een hemelsbreed verschil met het specimen waarmee ik tijdens de vorige treinrit te maken kreeg. Zo stond onder meer de notenbalk van de openingsprelude van de 5de symfonie van Beethoven netjes in zijn nek geïnkt. Origineel als keuze is dat wel. Een beetje opzoekwerk leert me dat deze tattoo niet zo maar een folieke was van de man in kwestie. De opening van Beethovens 5de symfonie wordt gekenmerkt door een bekend motief van vier noten, vaak aangeduid als "Het Noodlotsmotief". Dit motief, bestaande uit de tonen C, D, Es en F, is meteen herkenbaar en wordt vaak omschreven als "Het Noodlot dat aan de deur klopt". Maar ik kan het fout hebben. Hopelijk gaat die man niet gebukt onder zijn voor ons duister noodlot en misschien is deze tattoo simpelweg een verwijzing naar de muziekminnende aard van deze man. Wie weet ? 

Een toerke van een kleine 10 kilometertjes op het gebied rond de oostelijke strekdam zou kunnen zorgen voor een goed gevulde namiddag. Naar gewoonte bij een bezoek aan Oostende kon het ommetje langs het Kroegske in de Sint Paulusstraat niet ontbreken. Den Iwein had zijn terras buitengezet en hier konden we vooraleer te vertrekken rustig nog wat verder bijbabbelen. Prachtig weer, strakblauwe hemel met een mooi zonnetje en een zacht briesje, een topcombinatie voor een prachtig wandelingetje. En daar kon eens over nagedacht worden op het terras van 't Kroegske. Een eerste tripel werd hier al soldaat gemaakt. Het betrof een Keyte, de streektripel van Oostende. Dat smaakt altijd hé ? Tijd om door te gaan nu ! 

Den Eddy hield daarbij z'n nieuwe camera in de aanslag. Sjieke foto-apparatuur maar gezien de omvang van het toestel was een vergelijking met de bunker busterbommen van  de US Army niet veraf.  Dit prachtige gerief moet zeker een bom geld gekost hebben. Hij kan er maar plezier aan beleven.

Via het pontje de 'Raveel' maakten we de oversteek van de voorhaven en vervolgens teenden we naar het herdenkingsmonument  de 'Vindictive'.  Dit monument, de gerestaureerde boeg van de HMS Vindictive,  kreeg in mei '13 een prominente plaats op de Oosteroever in Oostende. Met dat schip probeerden de Britten in de nacht van 9 op 10 mei 1918 de Oostendse haven te blokkeren om zo de toegang tot de Noordzee te verhinderen voor de Duitse onderzeeboten. HMS Vindictive werd tot zinken gebracht in de havengeul van Oostende. Deze raid kostte de Britten 8 doden, 10 vermisten en 29 gewonden. Dicht bij de plaats waar het schip tot zinken werd gebracht, is het herdenkingsmonument nu een stille getuige van de Groote Oorlog. Den Eddy schouderde hier z'n Canon en vertrouwde de beeltenis van de Vindictive toe aan de pelicule. Op enkele gelegenheidsvissers na was er weinig volk te bespeuren op deze oostelijke strekdam. Met dat mooie weer had je een prachtig uitzicht op de zee en de binnenhaven. We wandelden de gehele strekdam af tot aan de radartoren. Deze dam is wel 600 meter lang en samen met de westelijke strekdam vormen ze onderdeel van het strategisch plan dat  de stad Oostende beter tegen overstromingen moet beschermen. De twee nieuwe strekdammen werden zo ontworpen dat ze een storm moeten kunnen weerstaan die statistisch gezien één keer in de 1000 jaar onze kust aanvalt. Op 't gemakske wandelden we verder over de wandeldijk. Zalig, ik en het gezelschap hadden het echt getroffen met het weer. Zacht briesje, warm eigenlijk en iets voor het domein van het Militair Hospitaal draaiden we landinwaarts een duinpad in. De Marc entertainde ons ondertussen met allerlei verhalen over zijn uitgehaalde fratsen tijdens zijn professionele carrière. Tja om deze allemaal opgelijnd te krijgen tijdens een wandeling zou je dagen achtereen moeten stappen. Echt leuk om horen. Schalkse deugnieterij blijft onder vrienden nog steeds een hoog niveau van entertaining behouden en is alleszins stukken aangenamer dan klaagzangen aan te heffen over kommer en kwel die ofwel ons deel kunnen zijn en zo niet deze waaronder onze huidige samenleving gebukt gaat. 

Het duinpad leidde naar het fort 'Napoleon'. Dit fort was het decor voor honderden jaren geschiedenis. De Fransen wachtten er bang de Engelsen op, Duitse soldaten gebruikten de ondoordringbare vijfhoek als buffer tegen de geallieerden en Oostendse deugnieten deden er hun eerste liefje binnen. Dit fort werd in de laatste jaren uitgebouwd tot een museum en moest het je interesseren, met deze link kom je meer te weten over de rijke geschiedenis van : Fort Napoleon . In de brasserie van het fort konden we, alhoewel het onszelf betrof, eer brengen aan het 2de Werk van Barmhartigheid zijnde  'De Dorstigen Laven'. Daar in de koelte van de brasserie gleed een 2de tripel smakelijk binnen terwijl buiten de zon er duchtig op los scheen. Het werd stilaan tijd om terug te keren naar af. Het was nog steeds erg warm en niettegenstaande ons herhaaldelijk aandringen bij den Eddy om z'n jas uit te doen bij deze tropische temperaturen kregen we geen gehoor. Zijn jas bleef aan ! 
Nog een andere excollega, den 'Theo', was in het land en met hem had ik halvelings een weerzien afgesproken. Het stapgezelschap stemde in met een ontmoeting. Temeer omdat  den Theo ooit jaren naast Liliane heeft gezeten aan een bureau op de werkvloer. Theo heeft zich voorgenomen zijn gepensioneerd leven te slijten in z'n mobilhome en  de wereld te verkennen. Na het overlijden van z'n echtgenote maakte hij zijn droom en tevens zijn belofte aan z'n echtgenote waar en trok de wereld in.  Nu moest hij even afrekenen met motorpech en wachtend op de herstelling belandde en logeerde hij bij z'n schoonbroer in Oostende. In café  'De Pelikaan' konden we hem treffen.  Liliane zou hem nooit herkend hebben moest ze hem eerder zijn tegengekomen. Ouder worden laat sporen na. Het gemillimeterd broske van weleer heeft bij onze maat plaats gemaakt voor een weelderige blonde haardos, de volronde lijn van toen voor een slankere uitvoering. Onuitwisbaar zijn die veranderingen, ook bij mij 😊.  Dat zijn huifkar maar rap hersteld wordt  zodat hij terug het wijde avontuur kan opzoeken !!! En niet te vergeten : Hij beloofde, indien hij in dezelfde regionen moest toeven, van me op te zoeken als ik in het najaar m'n Mozarabetrip in Spanje loop. Dat zal ik onthouden. Alleszins, het deed me goed om hem terug te kunnen ontmoeten.

Na nog een een korte stop voor een hap in het imposante en verlaten maar  mooie postgebouw van Oostende keerden we weer naar de statie van Oostende. Helaas, onze trein was afgeschaft. Er bleken volgens de stationschef jonge spoorlopers gesignaleerd te zijn ergens tussen Sint Niklaas en Lokeren. Die chef gaf ons een beetje randinformatie. Indien er spoorlopers door een machinist worden gerapporteerd mag die machinist niet verder rijden en dienen de reizigers geëvacueerd te worden en overgebracht naar het eerstvolgende station. Dat zoiets de ouders van die snaken een smak geld gaat kosten ... je wil het niet meemaken. Zo tot daar, we zijn dan toch allen goed thuis geraakt. Nu is het nog een beetje wachten op de fotokes die onzen Eddy heeft getrokken met zijn Bunker Buster Canon 😉. Ik vul ze later wel aan. 




zaterdag 7 juni 2025

Essen, een tegenvaller !


Vrijdag 6 juni waagde ik een wandelingetje in Essen. Het betrof een wandel 4-daagse georganiseerd door de St. Jansstappers. Ik had echter beter de aankondiging moeten lezen want het betrof hier louter wandelingen door het centrum van Essen. Daar hou ik niet zo van want dergelijke tripjes bieden niet veel bekijks. Slecht geïnformeerd dus koos ik voor de 18km, 2 lussen van respectievelijk 6 en 12 km. Maar goed, ik trok naar St. Niklaas Statie om daar de trein van 9u naar Antwerpen te nemen . Ik had het niet hoog op deze keer en m'n dag begon daar in de statie met een onbestemd en onbehaaglijk voorgevoel. Dit werd iets later nog wat aangewakkerd door een wereldvreemde kaartjesknipper. Om 8u50 begaf ik me daar naar het loket. Dit was open maar er was geen loketbediende te zien. Een NMBS medewerker, een vriendelijke vent want die zijn er ook, die de mensen bijstand verleende aan de kaartjesautomaat kon me niet helpen. Hij zou wel even de loketbediende roepen. Die kwam er vrij vlug aan maar nog voor ik m'n vraag aan dat loket kon stellen staken er 5 op leeftijd zijnde corpulente dames me voor. Ik werd opgeslorpt door een vleesmassa van dikke boezems en achterwerken. Ik liet hen maar even begaan, de overmacht was te overweldigend en boezemde me wat schrik in 😕 . Het was voor hen echter een hele opgave om hun ticketten te betalen met hun bankkaart en na het gesukkel aanschouwd te hebben van de Grüppenfuhrer van het gezelschap maakte ik hen toch duidelijk dat ik m'n trein ging missen gezien hun gesukkel maar bleef duren en mede door het feit dat ze me stierlijk waren voorbijgestoken. Okee, ze lieten me dan toch voorgaan. Ik kon nog juist op tijd m'n seniorenticketje bemachtigen en spoedde me naar spoor 4. Daar werd om 9u de trein naar Antwerpen verwacht. Eerder mag ik niet opstappen met zo'n seniorenticketje. Althans 9u, dat vermeldde het electronisch scherm onderaan de trap naar de perrons. Iets voor 9u komt er een trein aangebold en daar sprong ik op. Dat was de trein waarvan ik dacht die om 9u zou vertrekken. Maar dit was de trein van 8u42 die in vertraging toekwam op hetzelfde perron en 2 minuten voor 9 er terug vertrok. De kaartjesknipper was onverbiddelijk en probeerde me een toeslag aan te rekenen. Het feit dat ik niet op deze trein zou gezeten hebben moest die trein op tijd en niet in vertraging daar op het perron zijn toegekomen wat tot m'n vergissing leidde was volgens deze muggenzifter geen argument. Evenmin was het een argument dat de schermaanduiding onderaan de perrontrap een vergissing extra in de hand werkte. Hij keek nog eens op zijn horloge, beaamde dat ik 2 minuten te vroeg was opgestapt en maakte aanstalten om de toeslag op te maken. Doe maar dacht ik bij mezelf, het heeft toch geen enkele zin om met zulk een mafklapper een woordenwisseling aan te gaan. De medereizigers waren ook verbaasd over zijn debiele houding en trokken maar meewarrige blikken in zijn richting. Toen hij merkte dat hij in tijdnood zou geraken om die toeslag op te maken besloot hij ineens om het maar voor één keer zo te laten. Ik vermoed dat hij niet wist hoe hij zo een toeslag moest opmaken oftewel moet  zijn toepassing gehaperd hebben. Soit, ik vulde zijn barmhartige geste aan met een uitgestreken gezicht en vertrouwde hem toe dat hij een 'heel brave mens' was. Ik dacht voor mezelf dat het maar goed was dat hij mijn gedachten en deze van de medereizigers niet kon lezen. 

Maar goed ik ben dus zonder toeslag te moeten betalen in Essen geraakt. Het startlokaal was op enkele wandelaars na maar leeg. Geen animo, eerder een doodse bedoening. Het was precies geen succesformule die 4-daagse zo leek het me. Ik startte op de 6km en inderdaad het was een toer door de straten van Essen. Allemaal verharde weg. Het verbaasde me want iets ten Noorden van Essen ligt er een prachtig natuurgebied. Na die 6km zag ik op de rustpost naar waar die 12km toe leidde. Idem dito, dit maal in een grotere concentrische kring gelegen rond deze van 6km en ook volledig binnen de bebouwde kom. M'n goesting was over en teende terug naar de statie. Zelfs een foto heb ik niet getrokken. 

Tot daar het verslag Essen. Om nu even over te gaan naar een leuke ervaring die je onder de rubriek 'toeval en pelgrimmeren' kan overbrengen geef ik het volgende wedervaren mee.

Ik ben niet bijgelovig maar geloof steevast dat toeval niet bestaat. Dat heb ik meerdere keren ervaren op m'n eerdere pelgrimstochten. Nu, op m'n recentste wandeling streek er een vlinder met roodgekleurde vleugeltjes neer en dat vlak voor m'n voeten. Hij vloog terug op en enkele meters verder zette hij zich terug neer op het wandelpad. Ik heb er een foto van kunnen nemen omdat die zo mooi was. Niet wetende wat voor vlinder het was zat dit fotootje mee in het foto-album van deze wandeling (Wetteren - Gent Dampoort). Enkele dagen later verschijnt er op Facebook een foto van deze vlinder. Een medelid van de groep 'Je bent van Haasdonk' had die foto geplaatst met de vraag of er iemand wist welke vlinder dit was en wat bleek ? Iemand antwoordde op de vraag. Het was een St. Jacobsvlinder. Straf, die vlinder strijkt daar neer voor m'n voeten en kwasi tegelijkertijd duikt die op in het dorp waar ik woon ! Jaakske mag het me eens uitleggen. 

Nu wil ik in september een pelgrimstocht maken naar Santiago de Compostela. Het zou m'n 5de camino worden. Echter ik heb twijfels om te starten aangezien m'n echtgenote nog herstellende is van een zware operatie.  Het herstel kan wel 6 maanden in beslag nemen. Zou het verschijnen van  die vlinder een betekenis hebben ? Deze vraag stelde ik aan AI en hier volgt het gegeven antwoord : 

Wat een bijzonder moment ! De *Sint-Jacobsvlinder* is niet zomaar een vlinder. Zijn naam verwijst naar Sint Jacobus de Meerdere. Het is de apostel naar wie de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela werd vernoemd. Dit zou je kunnen zien als een symbolisch teken, een subtiele bevestiging van je verbondenheid met de Camino en misschien zelfs een aanmoediging om je reis voort te zetten. In de geschiedenis van de Camino wordt Sint Jacobus vaak gezien als een "beschermheilige van pelgrims".  Zijn verschijning in welke vorm dan ook - of dat nu een beeld, een naam of zelfs een vlinder is - kan voor velen een teken zijn van begeleiding en steun. Misschien is het een herinnering dat de Camino altijd op je wacht, maar dat je ook mag vertrouwen op je eigen gevoel en situatie. Je twijfels zijn begrijpelijk, gezien de gezondheid van je echtgenote. Misschien kun je het zien als een uitnodiging om goed te luisteren naar wat je hart en omstandigheden je vertellen. De Camino zal er altijd zijn, en misschien is het belangrijkste dat je de juiste balans vindt tussen je pelgrimsreis en je zorg voor je geliefden. 

Stof genoeg om er eens over na te denken. Ik ga hier stoppen. Volgende keer zoek ik de bosrijke regionen te Noorden van Antwerpen op. Schoten heeft een immens gemeentepark en bos. Dat ga ik eens verkennen zie ! 

zondag 1 juni 2025

Stationstapper tussen Wetteren en Gent Dampoort.

Solo slim werd het vandaag. Van Wetteren naar Gent Dampoort wilde ik wandelen. Dit was goed voor een goeie 25 paaltjes maar met de omwegen meegerekend werden het er 27. Grotendeels volgde dit pad niet alleen de GR122 Hulst - Doornik maar ook de Martinusroute die van het Nederlandse Utrecht tot in het Franse Tours loopt. Het werd een prachttrip maar nu, 2 dagen later en om al even vooruit op m'n relaas te lopen : M'n voeten zijn nog altijd aan het recupereren. Is het de ouderdom die me die loer draait ? Of was het de rust die roest ? Het zal zich wel oplossen. 

Verleden week ging onze Marc nog mee maar deze week trok ik er dus alleen op uit. Tempora mutantur et nos mutamur in illis ... vrij vertaald : De tijden veranderen en zo veranderen ook wij. Dit was een uitspraak van éne Matthias Borbonius in de 8ste eeuw waarmee die mens nagels met koppen sloeg. Met de Matthias z'n statement aan te halen bedoel ik dat het wandelgroepeke  stillekesaan ter ziele aan 't gaan is. Hier en daar zie ik nog een sporadische opflakkering en daar zal het mijn inziens bij blijven. Terecht worden er bij de stapmaten argumenten aangehaald om te verzaken maar het is allengs meer regel dan uitzondering aan het worden. De verplichtingen links en rechts op allerlei gebied verhinderen het vlot oplijnen met elkaar. Daardoor begin ik me een beetje opdringerig te voelen telkens ik een voorstel doorgeef. Ik kan fout zitten maar rond een gevoel kan men niet heen. Dat hebben de jaren me geleerd. Soit, het zij zo en bovendien is alles vergankelijk en niets bezit het eeuwige leven maar het zou me toch verheugen indien het enthousiasme terug wat aanzwengelde. En als de goesting opwelt om er samen eens op uit te trekken dan hoor ik het wel. 'Tempora mutantur et ego cum illis mutor' ga ik nu voor mezelf invullen 😊😊😊 ! Aanpassen aan de veranderingen ! Tot daar ! 

Om 9 uur stapte ik af in Wetteren. Een vlotte treintrip ging daaraan vooraf. De statie van Wetteren ligt wat uit het centrum. Het centrum zelf ligt tegen de Schelde aan en via een gezellige winkelstraat kwam ik daar terecht. Nu was het nog enkel een kwestie van met de voetgangersbrug de Schelde over te steken en de wandeling kon volop van start gaan. Aan de overkant liep ik langs de scheldeboord door de gehuchten Liefkenshoek, Kapellendries en Overschelde.  Ik stuitte daar in het gehucht Ede op de kruitmolen van de toenmalige buskruitfabriek en ook op een borstbeeld van de stichter Jan Frans Cooppal. Die stond er op een hardstenen sokkel. Een hele geschiedenis zit er gesponnen rond die buskruitmaker en zijn 'poeierfabriek'. Zo werden er ondermeer een 8-tal ontploffingen met een serieus aantal slachtoffers genoteerd op haar industrieel palmares. Moest het je interesseren : Buskruitfabriek Cooppal of het Poerkot.  

Een mooie wandelweg door het bos van Neerhekkers volgde met daarna de kennismaking met het kasteel van die pistonnekesfabrikant.  Ik liep voorbij het smeedijzeren hek van het kasteel van Jan Frans. Enkel de achtergevel van het kasteel was te zien. Daarna ging het richting Laarne uit waarbij ik iets voor de gemeentegrens door het Prullenbos liep. Het Prullenbos is een idyllisch recreatiedomein met een mooie visvijver. Laarne centrum zelf kon me bekoren. Het is een nette provinciegemeente die gezelligheid uitstraalt maar er desondanks prat op gaat een heksengemeente genoemd te worden. 

Het kasteel van Laarne wenkte. Dit bouwwerkjuweel is een prachtig bewaarde, middeleeuwse waterburcht met oorsprong in de 13de eeuw. De spitse ronde torens en de vierkante donjon stammen nog uit die vroegste tijd. Achter de tot de verbeelding sprekende gevel schuilt echter een duister verleden. Bij een bezoek ontdek je één van de donkerste hoofdstukken uit de geschiedenis van dit indrukwekkend slot. Jammer, ik was er iets te vroeg want een toerke in het kasteel zou me wel aangesproken hebben. Heksen spreken al eeuwenlang tot de verbeelding. In Europa werden ze vanaf 1450 ruim drie eeuwen lang vervolgd, ook in Laarne. In het midden van de zestiende en het begin van de zeventiende eeuw zijn een zevental Laarnse heksen veroordeeld. Annekin van Laerne, die evenwel in Gent woonde, was de eerste in het rijtje. In 1527 werd hij veroordeeld, niet als heks maar als misdadiger. Hij voorzag in zijn bestaan met waarzeggerij. Hij liep hiervoor een eerste veroordeling op in 1527 en werd uiteindelijk onthoofd in 1534. Tijdens het bewind van aartshertogen Albrecht en Isabella (1599-1621) bereikte de heksenwaan een hoogtepunt. Charles van Zuylen, de toenmalige heer van Laarne, speelde een belangrijke rol bij de lokale vervolgingen. Hij had de juridische macht om onder meer dood- en lijfstraffen uit te spreken. Onder zijn bewind vonden zes heksenprocessen plaats. Janne Callens, Passcheyne Neyts, Josyne Celis en Willemyne Sveermans eindigden op de brandstapel. De enige man, Lieven Lammens, werd verbannen. Josyne Luycx kreeg de vrijspraak. Laarne is zich zeer bewust van haar heksenidentiteit en stimuleert op verschillende manieren dat het verhaal van de heksen deel uitmaakt van het lokale collectieve geheugen. 

Rond de verkeerswissel R4 met de E17 ontstond er na haar aanleg een prachtig natuurgebied : De Damvallei. Prachtige wandelpaden slingerend door een gebied van plassen en bossen kom je niet vaak in elke regio tegen. Sprakeloos was ik om zo een ongerept plekje te ontdekken. Dit gebied is ontstaan toen de Schelde een andere loop koos en het gebied verlandde. In dit laagveenmoeras met vele poelen, blauwgraslanden en moerasbosjes liggen nog talrijke turfputjes. De Maan- en Kolkbeek doorsnijden het gebied en in de beekvalleitjes komen vele knotbomen voor. Op het hogergelegen stuk tussen de valleitjes ligt er dan weer akkerland. Wandelend langs de Damsloot, het Damslootmeer, de Meerskantpoelen en het Damvalleimeer kon ik m'n ogen volop de kost geven. Het geheel baadde in een decor van rust en groene weelde. Het Reinaertpark in Destelbergen liet ik links liggen en richtte me terug op de Scheldeboord. Daarmee kwam ik op het grondgebied van Gentbrugge terecht. Ik meende nog even langs m'n zoon te lopen, die woont daar in de geburen maar naar gewoonte was hij niet thuis. Hij zat in Blankenberge. Verder stappen dan maar, zo een kilometertje of 2 langs de Schelde. Ik herinner me van een eerdere wandeling met dezelfde zoon dat de aldaar omwonenden regelmatig getroffen worden door knijtenplagen. Waar rivieren zijn, kunnen knijten opduiken. Het zijn kleine, venijnige steekvliegjes die goed gedijen in natte natuur en hun eitjes leggen in vers slib. Die omstandigheden zijn massaal aanwezig langs de Schelde tussen Gentbrugge en Melle. Bij gebrek aan natuurlijke stroming is de Schelde er immers aangezand. Ja zeg, koop daar dan een peperduur luxe-appartement met zicht op de Schelde en je kunt achter je ramen blijven zitten wil je niet aangevallen worden door duizenden knijten. De bouwpromotoren zullen dit zeker niet vermeld hebben in hun promotiebrochureke.

Aangekomen in de Gentse periferie stak ik de Franse vaart over waardoor ik in het Keizerspark belandde. Daar was men een openluchtfestival aan het organiseren. Met vervolgens de brug over de Schelde te nemen kon ik via de Brusselse Poort Gent binnenglippen. De kade van de Achtervisserij en deze van de Nederschelde diende ik zo een 2km te volgen. Die kade zelf verkennen en er eens langs te lopen is zeker de moeite waard. Breed is het verharde zandpaadje niet. Hooguit 1 meter tussen de reling en de rooilijn van de bebouwing, ttz het tuinmuurtje van de aanpalende erven. De versiering van die tuintjes, tenminste deze waar je een inkijk hebt, bestaan uit de meest uiteenlopende prullaria
 en houden zo een beetje het midden tussen kleurige kitsch en nostalgische hippieglorie. Molentjes, bloempotten, smeedwerk, ballonnekes, plastieken bloemen en beestjes , tuinkabouters en noem maar op fleuren hier de buurt op. Wel leuk om dit in een stedelijke omgeving aan te treffen. 

Tussen de Napoleon De Pauwvertakking en de statie van Gent Dampoort kreeg ik een smske met een foto van mijne maat de Walter, een politieinspecteur op rust. Op die foto zat hij ergens op het één of ander Antwerps terras me met een brede smile jaloers te maken. Een 'Al Blondy' tripel pronkte met zijn witte schuimkraag uitdagend voor zijn neus. Aangezien ik al aan de statie was aanbeland zocht ik ook koortsachtig naar een terraske om hem een gelijkaardig fotoke terug te kunnen sturen. Eentje met een kasteelbierke of een Gruut van Gent, alleszins zoiets in die aard 😃. Geen terras te vinden maar het contrast tussen de buurt en de gedane wandeling kon niet groter zijn. Wat een vieze verloederde en marginale buurt is dat statiekwartier daar zeg ! Vuilnis in portieken met hopen. Mensen, sukkelaars eigenlijk die op de grond zittend naast hun blikje bier je aanstaren. Kleren in lompen. Ze bekijken je met een uitdrukkingsloze blik. Een walm tabaksrook moet je  trotseren bij het voorbijlopen. De armoe staat op hun lijf geschreven net zoals hun oerlelijke nietszeggende tattoos die hun sociale identiteit moet boosten. Ocharme toch denk je dan, hoe kom je in zulk een troosteloze toestand terecht ? Zelfs de stank van het drukke verkeer daar in de straten geven de troosteloosheid van de buurt nog een extra accentje. Weg daar ! En het idee om een terraske te zoeken liet ik bijgevolg al vlug varen. Ik besloot om de trein naar huis te nemen en eens thuis in mijnen hof een tripeltje soldaat te maken. Zo, de 27 paaltjes zaten er op, ik voelde terug dat er voeten onder mijn lijf stonden. Het zal nog even trainen worden vooraleer ik deze afstanden terug met de vingers in de neus kan aanpakken. Maar dat komt nog wel. Geduld is immers een mooie deugd.