vrijdag 8 juni 2018

* Van Asse naar Aalst, de heimat van de Ajuinen



Het is telkens weer een uitdaging geworden om een origineel wandelingetje uit de toverhoed tevoorschijn te halen. Ondertussen zitten we met onze stapvrienden al een heel stuk boven de 150 wandelingetjes. Reken maar aan 20km per wandelingetje en we zitten met een 3000km aan nat gewogen paaltjes. Een heel eindje als je het me vraagt.  Toch lukt het iedere keer opnieuw om een fijn toertje ineen te knutselen. Deze keer lopen we, ttz ik, de Ronny en de Catsjoe van Asse naar Aalst. Den Hugo is aan zijn laatste caminokilometers bezig en nu maandag gaan we hem opwachten in Zaventem en thuisbrengen. Onze andere maten dan, de Marc neemt de honneurs waar bij de opening van de Brennerpas. Daar in Zwitserland zijn er plaatsen waar nog 4m sneeuw ligt zo laat hij weten. En den Angelo ocharme die moest godbetert werken. 

Asse, daar hebben we in het begin van het jaar al geweest met een bezoekje aan de hopduivel, Aalst daarentegen, daar ben ik om te wandelen nog niet geweest. Het débâcle van verleden week met die Gouden Carolussen en het daaruitvloeiende goede voornemen indachtig zouden we het deze keer sober houden. Althans wat betreft het dorstlessende luik van de trip. En om het nog wat spannender te maken daagden we de hierboven aangehaalde hopduvel uit. Wie zouden we daar voor meebrengen ?  
'Oilsjt ajoin en bier mè schoim', voor de Nederlandse vrienden : 'Aalst ajuin (ui) en bier met schuim' is de benaming voor een gloednieuwe bierwandeling in Aalst. Een wandeling die de toerist kennis laat maken met het bierbrouwersverleden van die Aalsterse 'ajoinen' en naar wat hen onderling bindt. We zullen daar ter plaatse er stoïcijns notie van nemen en ons verder beperken tot een kleine degustatie. Die hopduvel uit Asse zal ons zeker niet in verleiding brengen 😋. 

Asse-Aalst, goed voor 22 paaltjes, we komen er aan. "Peasants of Alost, bring us to your townleader for we shall drink ale with him !  ". Eventjes plagiaat plegen : De voorgaande uitspraak komt van mijn overmoedige piepjonge kameraad en ex-collega Yuri, alias The Woodsman. Yuri hebben we een tijdje geleden tevergeefs proberen op te pikken op de GR 16. De Yuri - Olloy Viroin. Nee, no ale, we zouden proberen ons woord te houden. Soberheid troef, dat was het voornemen. Sober dan toch ook wat de picknick betrof. Ik zou voor "Goesack" zorgen, een 16de eeuwse armemensenschotel uit Antwerpen. Een gerechtje dat ten tijde van de Spaanse overheersing een rijkelijke dis was voor de arme poorters. Een schoteltje moest het worden met een knipoogje naar de Ajuinen of Aalstenaren die dit gerechtje zeker zouden appreciëren. Te weten de hoofdingrediënten : Ajuinen, rozijnen, gember uit de toen pas ontdekte overzeese gebieden, pensen, nog wat zoete kruiden en een homp brood. Bij verplicht gebrek aan iets beter, doorspoelen met water. Dit tot slot 😐😐😐. De oorsprong van de spotnaam "ajuinen" ligt in de 19e eeuw, toen in Aalst en omstreken de uien- en hopteelt enorm floreerde. Naast de grote hopmarkt bestond er vroeger te Aalst ook een vermaarde uienmarkt. Enkele varianten van de spotnaam die men vooral vroeger gebruikte zijn: ajuinpelders, ajuinboeren en ajuinfretters. 
  

Afspraak rond 10u in Berchemstatie. De Ronny en de Catsjoe hadden al een flinke onweersbui op hun schrobber gekregen. Ikzelf heb het droog kunnen houden alhoewel de hemel in het Land van Waas er toch erg dreigend uitzag. Op een mals buitje in de vooravond na, zou het de ganse dag droog blijven op onze wandeling. Droog en drukkend warm. Koffieke aangeschaft bij onze Australische barrista en hop de trein op naar Asse. 

Deze keer een heel vlotte treinreis en rond 11 zijn we van wal gestoken in Asse. Nauwelijks 300 meter gestapt daar op Asse's  grondgebied en we zaten al in het Waalborrepark. Hier waren we dus al eens eerder geweest. Den Hugo was er nog bij toen. Dit park heeft voor Asse een grote historische, artistieke en wetenschappelijke waarde. Het bezit een open karakter en herbergt een unieke bomencollectie en heel mooie parkgebouwen. Ook een zeldzame collectie houtige gewassen kan je er aan treffen waardoor het bij Ministerieel Besluit beschermd werd als dorpsgezicht. Vierentwintig bomen werden afzonderlijk beschermd als monument. Het park werd aangelegd in een romantische stijl inclusief een lusttuin bestaande uit een grote open vlakte. Een gordel van dichte beplantingen met een pad werd rond deze vlakte aangelegd. Bomen struiken, bloemenperken erg mooi allemaal en het is leuk wanneer je je wandelingen met een parkbezoek weet te verfraaien. 

Langs landwegeltjes tussen velden en de heuvelende gras- en korenvelden door gingen we verder westwaarts richting het Abdijlandschap Afflighem. Een korte stop aan een bankje voor het aperitief en een slok kwamen er even aan te pas. Iets later nog een korte stop in een cafeetje in Afflighem voor een dorstlesser. 't Kaffeetje, want zo heette het etablissement werd beheerd door een Chiwawa. 'Bliksem' was de naam van het beestje en een foto van Bliksem getooid met de Belgische Driekleur en opgehangen in het interieur moest er ons op wijzen dat die chiwawa een Belgische kampioenentitel droeg. Jawadde zeg ! Maar Bliksem had duidelijk een functie in die kroeg want hij hield alles goed in 't oog. Neergevleid in zijn luxueuze hondemand, geïnstalleerd op de hoek van de toog, overschouwde hij zijn werkterrein. De cafébazin had de Catsjoe bij het binnenkomen niet opgemerkt en daardoor was ze even uit haar lood geslagen omdat haren Bliksem zich ineens zo onrustig gedroeg. Van links naar rechts laveerde hij tussen de pinten door over de ganse toog. Duidelijk dat Bliksem het troetelkindje van de uitbaters was. Hij kreeg alle aandacht van klandizie, en misschien was dit wel voorwaarde om bediend te kunnen worden. Maar we moesten verder stappen. Sjuus Bliksem en tot een volgende kennismaking. 

We zaten nog steeds in Vlaams Brabant. Dus ook hier prachtige partijen natuur die beheerd worden door natuurpunt. Golvende landschappen, tussen de 20 en 100 niveaumeters schat ik en prachtige bospartijen waarvan ik denk dat het de restanten zijn van het grote kolenwoud. Met wat extra verbeelding kon je je hier in Toscane wanen. We maakten onderweg naar onze picknickplaats kennis met Steven. Steven is Medewerker Educatief Natuurbeheer bij Natuurpunt. We liepen hem tegen het lijf op weg naar onze picknick. Je leert altijd bij tijdens zo'n ontmoeting. In een bakje dat hij meedroeg zat volgens ons een Blauwe Libel  opgeborgen. Mis, het was een waterjuffer. We kregen een deskundige uitleg van hoe een libel van een waterjuffer te onderscheiden. Libel in rust rechtstaande vleugeltjes en bij een waterjuffer liggen ze plat. Ook een hele interessante uitleg over de salamanders en de inspanningen die natuurpunt levert om die diertjes optimaal te kunnen beschermen in hun broze biotoop. Steven wees ons nog de picknickplaats aan. Het is er nu wel volle zon, voegde hij er nog aan toe. Toffe gast, zulke ontmoetingen blijven je bij. Tot ziens Steven, nog veel genoegdoening en succes bij jouw bezieling voor natuur en dier !

Volle zon inderdaad. Het kwik ... ik ben zeker dat het richting 30°C uitging. Potten en pannen bovengehaald, ajuinsaus opgewarmd en de pensen gebakken. Een fris glazeke wite wijn erbij. Alhoewel we met wat betreft de uitdaging met vuur speelden, mocht dit wel vonden we. Na een dik uurtje gepauzeerd en wat gegeten te hebben in het gezelschap van een bronstige stier en zijn harem koetjes werd het tijd om op te krassen. We waren immers nog maar halfweg. Het was ongenadig warm geweest op onze picknickplaats. En drukkend zwoel op de koop toe.  
Steven mag gerust zijn ... we hebben het er netjes gehouden. Doen we altijd, de natuur verdient alle respect.  Het is soms zielig om vast te stellen hoe er in de bossen zwerfvuil slingert. Ondanks alle inspanningen van de bevoegde instanties blijft het sensibiliseren van hardleerse recreanten bedroevende resultaten opleveren. 
Terug op weg dus. Stevig doorgestapt want het werd al avond. Nog iets voor de provinciegrens met Oost Vlaanderen werd er nog even de verkoeling van een drankje op een terraske opgezocht. In de 'Achterdeer' gezellige zaak met sympathieke klanten. We kregen er een consumptie aangeboden van enkele terrasklanten. Hierbij konden we het wel schudden met onze goede voornemens. De hopduivel mocht bij deze als overwinnaar van onze uitdaging uit de bus komen.


We gingen richting Aalst uit nu. Aalst is de carnavalstad met stip en de beelden op televisie over die begankenis met al die halfdronken feestende stedelingen moeten bij mij op een onverklaarbare manier een onterechte connotatie gelegd hebben. Ongewild roept het uiterlijk van een Aalstenaar bij mij de beeltenis op van een mens met een lelijk gezicht. Deze bekentenis stoelt uiteraard op een kwakkel van formaat en bijgevolg volledig van de pot gerukt. Maar goed, ik zit of zat daar nu mee. Nu bij het binnenlopen van Aalst stelde ik de Ronny op de hoogte van dit hersenspinsel. De juiste bewoordingen waarin ik zo een gezicht trachtte te omschrijven ga ik hier niet neerpennen maar alleszins moet ik niet stilletjes gesproken hebben. Ik hield er dan ook geen rekening mee dat de muren soms oren hebben. Ook in Aalst klaarblijkelijk. "Ge zetter wer van Antwaarpe zekers ?". Deze door een vrouwenstem gedragen opmerking schalde uit een winkelportaaltje achter ons. Ik had die dame helemaal niet gezien wanneer ik mijn kant nog wal rakend betoog ten beste gaf. En maar lachen dat die madam deed ! Gelukkig mag ik wel zeggen. Ik en de Ronny, awel we lagen ook in 2 deuken. 

Puur genieten in het stadspark van Aalst.Als laatste stuk wilden we nog het stadspark en het osbroek aanlopen. Het was echter te laat geworden en met maar elk uur een trein zou dit te ver uitlopen kwa thuiskomst. Het stadspark dat zich uitstrekt over 11 hectare vormt samen met Het Osbroek de groene long van Aalst. Het park heeft 2 mooie vijvers, een ballonvijver en een spiegelvijver. Naast de vele vogelsoorten die op en naast de vijvers te bewonderen zijn, kan je in het park ook enkele merkwaardige bomen terugvinden. De oorspronkelijke constructies van het park (een melkhuisje, een kaarthuisje, een brug,…), ademen nog steeds de typische sfeer van weleer uit. Het Osbroek dat we uit tijdsgebrek ook links hebben moeten laten liggen bestaat dan weer uit lager gelegen moerasbossen, die amper boven het peil van de Dender uitkomen. Hoger gelegen vind je een wildernis waar Gallowayrunderen en Konikpaarden grazen. Vanwege het moerassig karakter kunnen de paden er behoorlijk drassig bijliggen. Zo dicht bij de stad reeën, vossen en tal van broedvogels vinden, dat moet zeker eens verkend worden. Het zal voor een volgende keer zijn. Voor vandaag was het goed geweest !     



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.