zaterdag 28 januari 2023

3 lussen / Verrebroek - Kontich - Bosvoorde

 


Kieldrecht - Verrebroek - Meerdonk.  

Stilletjes wandel ik verder, het aantal kilometertjes inclusief de gezondheid kan daarmee wat aandikken. 20k lusjes zijn nu even aan de orde waarbij er deze keer nagenoeg geen spectaculaire zaken te melden zijn.

We beginnen bij Verrebroek. 's Morgens rond 8u, donderdag, pikte ik den Hugo op in Temse. Met z'n getweetjes zouden we er op uit trekken. Het was vrij fris en bovendien had het ge-ijzeld. Maar van neerslag was er in Beveren en Temse geen sprake maar de aangevrozen mist zorgde hier en daar voor een glad wegdek. Opletten geblazen, 's avonds in de nieuwsuitzendingen zou er melding worden gemaakt van verschillende val- en schuifpartijen. Na het koffieke vertrokken we naar het uiterste noorden van de Heerlijkheid Beveren. Ik stalde er mijn karretje aan de kerk van Kieldrecht. Ja zeg dat had hier behoorlijk gesneeuwd. De velden waren bedekt met een laagje sneeuw en de Kieldrechtse voetpaden lagen er spekglad bij. 

Rondomrond het natuurreservaat De Grote Geule ging het richting Meerdonk uit. De Grote Geule maakt deel uit van het Krekengebied van Noord-Oost Vlaanderen en ligt op het grondgebied van Kieldrecht en Meerdonk. In het reservaat kan je niet vrij wandelen. Dat kan alleen maar onder begeleiding van een gids. Het is dan ook een waardevol natuurgebied. De kreek is een deel van het grote krekencomplex dat zich uitstrekt over het noorden van Oost-Vlaanderen tot het zuiden van Zeeland. Vooral de zeldzame veenpartijen maken het gebied heel bijzonder met zijn typische plantengroei zoals veenmos, veenpluizen en de zeldzame kamvaren. De Grote Geule en het bootshuisje zijn objecten die het meest worden gefotografeerd daar in Kieldrecht. Het is een oude overstromingsgeul uit de 16e en 17e eeuw. Ze heeft een steile en zachte oever waar nog brakke invloeden op de plantengroei te zien zijn. Enkele veenpartijen maken het gebied heel bijzonder. Ook veel vogels, zoals de blauwborst en kleine karekiet, vinden er rust en broedgelegenheid. In de winter treft men er heel wat soorten eenden en ganzen aan. In de zomermaanden treft men er ook vleermuizen aan. Men vindt er in het reservaat dan onder meer de dwergvleermuis, de watervleermuis en een aantal andere soorten.  De Grote Geule maakt deel uit van het Saleghem Krekengebied. Activiteiten zoals begeleide natuurwandelingen en vogelobservaties vinden er regelmatig plaats. Hoe dan ook de weidse vergezichten boden een mooi alternatief. 

Meerdonk is een typisch polderdorp. Keurige huisjes en een nette omgeving maken een doortocht aangenaam. De Heilige Corneliuskerk was een bezoekje waard. Den Hugo zijn nieuwsgierigheid wordt telkenmale aangewakkerd wanneer er een kerk op z'n pad ligt. Misschien valt de oorzaak wel te zoeken in het feit dat hij in z'n jeugd misdienaar is geweest. Grappig in deze kerk is  dat Dezeke Jezus kan vliegen. Hij zweeft daar boven het altaar zonder vleugels. Hopelijk zit de verankering in het plafond snor zoniet maakt Hij een lelijke totter. De kerk bezit een schilderij, voorstellende de Aanbidding der Herders, uit de school van Jordaens (17e eeuw). Van einde 18e eeuw is er een kruisbeeld te bezichtigen. De beelden van Sint-Ambrosius en Sint-Eligius dateren dan weer van 1745. De preekstoel is in rococostijl (1768) en in dezelfde stijl zijn de kerkmeestersbanken. Verder kerkmeubilair dateert van de tijd van de vergroting van de kerk, de altaren zijn van 1853. Het orgel is beschermd als monument. Prachtig interieur en kerkmeubilair weliswaar maar voor het bijwonen van een eredienst moest je uitwijken naar Stekene of St. Gillis Waas. God's dienaren worden immers schaars ! 

Het begon waarlijk te regenen en aangezien de schafttijd was aangebroken zochten we een schuilplaatsje voor het schof. Aan de ingang van een dokterspraktijk vonden we een bank onder een luifel en konden we schoven. Een oudere patient van die dokter wachtte z'n beurt af in z'n auto op de parking vlak voor de deur. Je gaat het niet geloven maar op een bepaald moment opent die kerel het portier en kapt er een hoop papiertjes naast z'n auto op de grond. Hoe onbeschaamd kan je zijn ? Je zou die man een opmerking kunnen geven maar wat bereik je ermee ? Dikwijls is het verstandiger om een oogje dicht te doen en binnensmonds te glimlachen. 

Met dat het vrij fors begon te regenen besloten we het traject iets in te korten. Het bracht ons langs De Oude Hoeve, een restaurant midden in de polder. Ja we mochten binnen voor een pintje. Den Hugo die regelmatig in deze contreien gaat fietsen en de streek soms nog beter kent dan zijn eigen broekzak was verbaasd om een horecazaak te midden van deze verlaten polders te vinden. Veel familieleden langs z'n echtgenotes kant resideren hier in de omstreken, vandaar zijn kennis van het gebied. Een 20-tal senioren hielden er een reunie met een etentje gepaard gaande. De baas van de Oude Hoeve somde de problemen met de service op die zo een groep klanten met zich meebracht. Na kennisname van al de moeilijkheden zou ik zo een groep al doorsturen naar een fritkot. Na een tripeltje Omer en een Orval voor den Hugo volgde er nog ééntje waarna we verder stapten in de richting van richting Verrebroek. Hier staat er een aartslelijke kerk die bovendien gesloten was. Vervolgens ging het terug richting Kieldrecht uit langs het Vingerlingpad. Over modderige zandpaadjes voerde dit pad ons langs de Zuidelijke Watergang en de Noord Zuid verbinding naar Kieldrecht.  Die laatste kilometers viel er nog flink wat regen en stond er behoorlijk veel wind. Een paraplu opentrekken was een mindere optie vanwege de wind. Dagen met wat minder weer mogen er ook zijn. Ze geven je uitzicht op de mooiere dagen zodat je je daarin al kan verheugen. Zeuren heeft geen zin. 

Aangezien we vlakbij Nieuw Namen zaten bracht ik in extremis nog een bezoekje aan m'n dochter. Die was wel gaan werken maar haar man nam even de honneurs waar bij een kommeke thee. Het zat er op voor vandaag. Pittig weertje maar toch was ik content dat ik weeral een mooie wandeling kon afvinken. Onzen Hugo was van een zelfde oordeel.  


Kontich - Lint - Waarloos - Duffel

Voor zondag  22 januari beloofde het weer beterschap. De kalender van wandelsport Vlaanderen vermeldde voor deze dag onder meer een wandeling in Kontich. Deze werd georganiseerd door wandelclub 'De Kleitrappers' van Terhagen.  Ik koos uit de verschillende afstanden voor de 20 paaltjes, betaalde als niet-lid 3 euro verzekering en ging van start. Waarloos, Duffel, Lint  zouden hierbij aangelopen worden. De opkomst was niet fenomenaal te noemen. Tijdens het schaft vernam ik van zo een Kleitrapper dat Corona de oorzaak was. Veel leden namen na afloop van de pandemie niet meer de draad op. Tijdens Corona bleef de wandelkalender nagenoeg leeg. Vroeger boekte de club vlotjes meer dan 2000 inschrijvingen voor een georganiseerd toerke, nu waren er om 10u slechts iets meer dan 400 inschrijvingen te noteren. 

Onder een grijs wolkendek maalde ik de paaltjes erdoor. Het parcours liep voor een deel over modderige paadjes van de oude spoorwegberm. Een serieuze slijkboel werd m'n deel. Ook de Babbelse Plassen zouden aan bod komen. Deze 3,5 ha groot zijnde zone bestaat uit een halfopen landschap, omzoomd met knotwilgenrijen en houtkanten. Hier legde de dienst Integraal Waterbeleid in 2012 een nieuwe waterretentie aan met ruime ondiepe poelen, brede plasbermen en een kronkelende vrije doorloop van de Babbelkroonbeek. De Babbelse Plassen vormen zo nieuwe natuur die ook borg staat om de stroomafwaarts gelegen gemeente Lint voor overstromingen te behoeden. Mooi stukje dus. 

Rond een uur of 3 kreeg deze uitstap haar beslag. Ik wandelde nog even de prachtige Sint Martinuskerk binnen voor een bezoekje. Het herinnerde me aan het feit dat ik ooit het lopen van de De Martinusroute in gedachten heb gehad. Deze route loopt van het Nederlandse Utrecht tot in het Franse Tours. Alle Martinuskerken worden bij op het pad van deze GR als een lint aaneengeregen. Ik zal deze gedachte nog maar even 'on hold' zetten. Ik heb nog maar juist zo een serieus toerke achter de rug. Zien wat de toekomst nog voor me in petto heeft blijft nog even de boodschap. Ik zou, nu ik toch in Kontich was, van de gelegenheid gebruik maken om m'n oudste zus een bezoekje te brengen in het rusthuis. Haar paternosterke dat ik in bruikleen  meehad op m'n recentelijke camino kon ik haar zo terugbezorgen. Al 6-jarig meisje stuurde ze dit paternosterke naar mijn vader die tijdens de 2de wereldoorlog in een krijgsgevangenenkamp zat. Ze stelde het goed. De glimlach op haar gezicht deed me dit te vermoeden. Het is jammer,  de vele levensjaren hebben bij haar hun tol opgeeist en al haar herinneringen uitgewist. Spreken doet ze niet meer en me herkennen lukte haar evenmin.   Zo triest maar ze glimlachte. Onderweg had ik enkele pateekes gekocht. Het smaakte haar zichtbaar. Haar man, m'n schoonbroer betrekt een serviceflat van het rusthuis en zo blijft bij leven naast de fysieke zorg van het rusthuis ook haar relationele zorg verzekerd. Een hele geruststelling is dit want scheiden doet lijden. Oud worden is niet altijd een zegen. Ook dit wordt me met de jaren meer en meer duidelijk. Als jongste uit een gezin van 5 zal ik in theorie hen allen zien heengaan. Maar goed, dat is nu nog niet aan de orde. De avond kwam in zicht en daarmee kon ook het bezoekje aan m'n zus afgerond worden.  Ik moet beslist eens meer op bezoek komen. Met lijnbus en trein reed ik naar huis. Deze dag kon ik weeral als bijzonder omschrijven en tegelijkertijd kon er weeral uitgezien worden naar een volgende versie. En die zou zich weldra aanbieden in het Zoniënwoud. 


Watermael Bosvoorde - Hoeilaart - St. Jezus Eik - Ouderghem. 

We schrijven donderdag 26 januari. Met ons gedrieen zouden we er op uit trekken. De Michel en de Ronny tekenden voor deze dag present. Van deze laatste, de Ronny dus, mag gezegd worden dat het bijna een jaar geleden is dat hij nog eens is meegeteend. Het feit dat hij al z'n wandelspullen niet meer vond en bijgevolg terug bijeen moest zoeken  was het logische gevolg. De Catsjoe was er niet meer bij. Ook voor dat beestje  gelden de regels van het ouder worden ... het is niet altijd een zegen. 

Om kwart na negen stapten we uit de trein in Bosvoorde. Vlotte treinreis, het verwonderdei me enigszins. We konden van start gaan. Bij gebrek aan een open kroegje voor de koffie koos ik voor een valabel alternatief. 500 meter waren er amper afgelegd en er volgde al een noodstop voor de glühwein en een aperiefhapje. Aan een bankje hielden we hiervoor halt. Een fijn laagje ijs bedekte de bank, ja het was nog frisjes. Maar warm aangepelsd met muts en sjerp viel dit best te trotseren. Zalig, de dag kende al een mooie start en met het Zonieenwoud voor ons uit liggend beloofde dit een prachtige wandeling te worden. Licht heuvelende paadjes  langs de waterpartijen van het park Solvay gingen vooraf aan de intrede van de beukenkathedraal zoals het zoniënwoud ook wel wordt genoemd. 

Een winter zonder sneeuw geeft een weemoedig accent aan zo een immens bos.  Talloze gevelde woudreuzen, bedekt met een dikke laag mos lagen weerloos tegen de vlakte. Alles is vergankelijk.  Versteende elfenbankjes woekeren op de bast van die gesneuvelde woudreuzen als waren het ouderdomsvlekken die hun vergankelijkheid moesten aantonen. Het heeft haar charme zulke bosuitstappen. Zelfs in de winter wanneer het groen ver te zoeken valt en er een bruin tapijt van afgevallen bladeren uitgerold ligt in afwachting van de komende lente heeft zulk een woud een desolate uitstraling. Maar daarom nog niet minder mooi. In het voorjaar wanneer de dagen al wat meer zonlicht krijgen begint de metamorfose van het bos. De seizoenen maken zich kenbaar. Knoppen verschijnen aan de takken van de bomen, boshyacinthen, bosanemonen komen piepen, het leven in de insectenwereld komt terug op gang ... alles herleeft in het bos. En opnieuw hoor je de vogeltjes kwelen. Deze dag werd er al een eekhoorntje gespot. Nog wat geduld nu en het is zover.  

We doorkruisten van west naar oost het hele woud. Grote stukken van de vallei van de Vuilbeek werden daarbij gevolgd. Vervolgens liepen we door het woud langs de grenzen van Hoeilaart en Jezus Eik. Een kroegje voor een stop kwamen we daar onderweg niet tegen.  Erg was dat nu ook weer niet, we waren bij elke stop goed voorzien van het nodige spraakwater.  Een kroegje kwam maar eerst aan het einde van de wandeling in zicht. Het bleek een stamkroeg te zijn van Les Randoneurs du Fôret de Soignes. De Stappers van het Zonïenwoud in 't Vlaams. Ik werd al direct aangesproken door een oudere man met de vraag of we geen lid wilden worden van hun club. Gezien de afstand was toetreden tot die mens zijn clubke nogal moeilijk. Daar had hij alle begrip voor. Wij ook voor zijn vraag want, zo bleek, waren er nog maar 2 mannelijke leden actief. De rest waren allemaal dames. Niet alleen de kleitrappers zagen verval in hun ledenbestand, ook deze randonneurs beleefden moeilijke tijden. Allez, de trappisten smaakten voortreffelijk. Bij het bestellen merkte de Ronny bij de waardin, een tattooke op boven haar wenkbrouw. De initialen AS sierden dit harige lichaamsdeel. Z'n nieuwgierigheid werd hem te machtig en hij wilde weten of ze soms reklame maakte voor de outdoorwinkels van de Adventure Store. Dit bleek niet het geval. Dat tattooke was een familiegerelateerd aandenken gaf ze hem te kennen. Nu ja, Over goesting en smaak valt er niet te discussieren. Naar mijn mening is voor een dame die verzot is op een tattoo deze van een appelsien op de billen nog steeds de betere keuze.  Zulk een tattoo wordt met de tijd mooier. Ze volgt immers waarheidsgetrouw de verstrijkende jaren. Grapje 😏... 

Maar na deze stop zat het er op, nog een klein eindje stappen en we spoorden terug naar huis. Van deze tocht onthou ik dat onze Michel regelmatig de stilte opzocht en vooruit liep om zo beter van de omgeving te genieten. Ik onthou ook dat de Ronny content was dat hij zijn communicatieve vaardigheden nog eens kon etaleren en het daarbij niet naliet om zijn registers wijd open trekken.  Wat mezelf betreft stel ik vast dat er innerlijke tevredenheid heerste omdat het een megamooie trip was geworden.  Ben benieuwd waar we de volgende keer zullen belanden. 


zaterdag 14 januari 2023

Per Pedes Apostolorum : Essen - Heide

 

Op donderdag zou het de hele dag oude wijven regenen en daardoor werd het wandeluitstapje naar vrijdag verplaatst. En niettegenstaande de beloftevolle voorspellingen van zowel weermannen als -vrouwen viel er toch regen en bleef het uitkijken naar een sprankeltje zon. Vrijdag de 13de, geen wonder. Het was de Marc die present tekende deze keer. Hij had deze wandeling uitgekozen. Van Essen naar Heide per Pedes Apostolorum. Te voet met andere woorden. De apostelen van de Here Jezus beschikten in die tijd niet over een brommer of een trottinet en moesten noodgedwongen al hun verplaatsingen te voet afhaspelen. Paulus was hierbij uitzondering. Die had een paard maar toen hij er door God afgebliksemd werd koos ook hij resoluut voor het reizen per Pedes Apostolorum. Apostelen reisden te voet, dus vandaar die uitdrukking. Een uitdrukking die trouwens al jarenlang in onbruik is.

In Antwerpen Centraal nam ik bijgevolg de trein naar Essen. Op het perron wachtende had ik het genoegen een schare Schotten te spotten. Compleet uitgedost met de tartan kilt, kiltspeld en de sporan (buidel) rond het middel. Met de scottish bonnet op hun rosse knikker stonden ze gedisciplineerd hun trein op te wachten. Het is een gek gezicht wanneer die kerels zo op hun paasbest zijn uitgedost. Veston, wit hemd en stropdas zorgden voor een deftige presence en statige look.  Zelfs de Sgian Dubh, de kleine dolk in de sok ontbrak niet. Ik vraag me af of die kerels zo op een vlieger kunnen stappen. Die komen daar toch de controle niet door ? Verder trof ik daar op het perron, naar gewoonte de gehaaste medemens aan. Begrijpelijk is dat wel, je toeft daar immers in een omgeving waar de klok je doen en laten bestiert.

Iets na 10 stonden we beiden in Essen, een grensgemeente met Nederland. Amper 20 meter gelopen was een eerste stop al een feit. Aan de overkant was er een koffieshoppeke. De Marc trakteerde er met een kommeke koffie en een rijstvlaaike. Dat rijstvlaaike wordt stillekesaan de traktatie-klassieker van onze stapmaat. Helaas, de rijstvlaaikes die we daar in dat koffieshoppeke aangeboden kregen waren wel lekker maar konden bijlange na niet tippen aan deze van zijn geliefde bakker. Met enige heimwee refereerde hij bij onze degustatie naar zijn vertrouwde leverancier van de rijstvlaaikes. Deze brave ambachtsman in kwestie zag onlangs zijn bakkerij ten prooi vallen aan de vlammen. Onze maat zal dus nog even moeten wachten tot wanneer de heropbouw klaar is. Geduld is een mooie deugd. Op stap nu.

Een goeie 100 meter waren we 'onderweg' toen het begon te regenen. De weersapp op de Marc z'n gsm begon te raaskallen (of is het raas te kallen ?)  en draaide met haar voorspelling rond zoals een bezopen haan op zijn kerktoren. Eerst zonnetjes - het zou droog blijven, even later werden de ikoontjes wolken terwijl de regen naar beneden plenste. Maar het zou van korte duur zijn. Regenjas aan en we stapten richting het Nederlandse Huybergen op. Het trajectje liep dus voor een stuk op Nederlands grondgebied. Marc maakte de opmerking dat men in Nederland kwa bestuur de zaken toch met meer inzicht aanpakt. Ik geef hem geen ongelijk. Het grote verschil in aanpak is gekend : In Nederland mag alles maar kan er niets, bij ons in België mag niks maar kan er alles. Plantrekkerij wordt in België  tot kunst verheven. Kunst die er uit bestaat om geboden en verboden te omzeilen. Triest eigenlijk.

Enerzijds was ik al blij dat het uitgetekende spoor voorlopig nog over verharde paden liep. In de velden en akkers stonden er nog immense plassen water, een gevolg van de intense regenval van de laatste dagen. De stukken onverhard liepen over zandwegen. Regelmatig waren er hele delen van deze paden gewoon overstroomd. Ernaast in de velden trof je dan immense watervlakten aan. Maar wat een verschil met de kleigrond van verleden week in Stekene. Hier bleven de bottienen tenminste proper. Onderweg kwamen we een Lange Afstandswandelaar tegen. Z'n grote backpack deed dit vermoeden. Hij liep een stukje van de GR5. De GR5 is een lang afstandspad tussen Hoek van Holland en Nice. Goed voor een slordige 2500 paaltjes. M'n interesse werd gewekt en deze LA kan me zeker bekoren. Toch zeker de tochten door de Vogezen en de Jura. De tocht loopt langs het meer van Genève en volgt de grens met Zwitserland om vervolgens de Alpen te doorkruisen. Op sommige punten ga je boven de 2600 meter. Dat zint me wel maar ik vrees dat m'n ouderdom de doorslaggevende factor zal zijn in de berekening van de slaagkans. Enfin, we wensten wederzijds elkaar een fijne dag toe en stapten verder. Tegen de middag aan werd het uitkijken naar een picknicktafeltje. We moesten daarvoor eventjes van het uitgetekende tracé afwijken. De picknicktafel stond vlakbij het huis van een kunstenaar. Het was eerder een uit de kluiten gewassen hoeve. Verschillende beeldhouwwerken sierden zijn tuin en de ruimten rondomrond zijn huis. Al een hele tijd had een gure wind zich laten gelden en daar aan dat tafeltje werd je dat goed gewaar. Niettemin was dit geen excuus om een fleske wijn te ontkurken. Die koude snijdende wind was minder aangenaam dus lang hebben we dat daar niet getrokken. Bokes binnen en weg.

We trokken de heide in. Meer bepaald het grenspark Kalmthoutse Heide. Het is een erg mooi wandelgebied maar nu gaf het maar een desolate indruk. De vennen stonden tot over de boorden gevuld met water en de wandelpaden deden er niet voor onder. Heel het heidegebied bevond zich nog in haar winterslaap. De hazelaar daarentegen had de prut al uit zijn ogen gewreven en kwam hier en daar al in bloei. Eens de Erica begint te bloeien zal er zich een metamorfose voltrekken in het 60 m2 grote gebied. Een purperen bloemendeken zal zich over het ganse gebied uitspreiden en de zon zal de bodem en de sparren verwarmen waarbij heerlijke harsgeuren je op de wandelpaden tegemoet komen.⁸ Maar nu in de wintermaanden liggen de kaarten anders. Knoestige takken van eenzame bomen tekenen zich scherp af tegen het loodgrijze wolkendek. Hun grillige skeletten weerspiegelen zich in de vennen en zorgen voor een apocalytisch accentje in het geheel. Het is het ideale decor voor een album met doodsprentjes. Veel volk troffen we er niet aan. In de geburen rond de parkings was er dan meer geloop vast te stellen. Daar waagden meer mensen zich aan een wandelingetje. 

Meer info over dit grenspark : https://grensparkkalmthoutseheide.com/

Wel beschouwd was dit gebied geen onontgonnen wandelterrein. In 2014 en 2019 was de Kalmthoutse Heide ook al eens onderwerp van m'n wandelpassie. Het vaderland is helaas maar een zakdoek groot en dan doe je een mooie wandeling al eens over. Met plezier overigens.

Blogpost uit 2014 : https://janswandelblog.blogspot.com/2014/12/een-druilerig-dagje-van-heide-naar.html

Blogpost uit 2019 : https://janswandelblog.blogspot.com/2019/09/de-heide-tussen-wildert-en-kapellen.html

Om 16u45 kwam de statie van Heide in zicht. In een brasserie vlakbij konden we de wandeling afronden bij een Gouwe Swa, een pittig streekbiertje. Een uurtje hadden we alle tijd om onze gesprekken van de dag te besluiten.  Toffe babbel waarbij ik ter zijde even m'n intenties omtrent m'n geplande memorywalk kon bijlichten. Ziezo, het zat er weeral op. De trein van 17u45 reed ons richting huiswaarts. Voor de Marc was het een kort ritje, die stapte al af in Kapellen. Een half uurtje later stuurde hij al een fotootje waarbij hij gezeten met de voeten onder tafel tegen een gigantische teljoor frieten met stoofvlees aankeek.  Ik spoorde verder naar de koekestad waar ik een volgende trein nam naar het Land van Waas. Een bus van De Lijn moest tot slot de klus klaren en bracht me van St. Niklaas naar huis. Op die bus voelde ik me een beetje vreemdeling in eigen land. Ik zat daar tussen een volle lading nieuwe landgenoten van exotische origine.  Geen letter Nederlands heb ik tijdens de rit gehoord. Een klapke met een medepasagier zat er dus niet in.  Nee,  doemdenken mag niet maar tot nadenken stemt dit toch wel. En er aan wennen zal de boodschap worden naar onze kleinkinderen toe . 

Tot een volgende dan maar weer !


zaterdag 7 januari 2023

De Stekense Vaart


Wat gaat de tijd toch vlug. Het was alsof ik dit toertje, een stukje ervan dan toch, enkele maanden geleden nog maar net had afgerond. Verdorie ... op 31 okt 2020 klopte ik deze wandeling af ... al meer dan 2 jaar geleden. 

Samen met den Hugo trok ik deze keer naar de Stekense vaart. Hugo kon een gemaakte afspraak verzetten, de andere stapmaten gaven forfait. De Ronny had verplichtingen, lees dringende zorgtaken bij een oude tante. De Michel en de Marc hadden verplichtingen vanwege hun status, zijnde slachtoffer/lid van de sandwichgeneratie. Oppas van de kleinkinderen met andere woorden. Ze zijn niet alleen, ik deel in hun vreugde. 
Ik pikte onze maat den Hugo thuis op, de koffie stond er naar gewoonte klaar. Even de beste wensen uitgesproken en na het kommeke koffie waren we pleite. Na een halfuurtje rijden stalde ik m'n karreke op de parking naast de Heilig Kruiskerk in Stekene. Best een mooie en grote kerk maar donker binnenin, zo bleek later op de dag. Mooi weer was het voorlopig nog alhoewel de regenval van de laatste dagen de onverharde paden in slijkbanen had herschapen. Al vlug werden we daar mee geconfronteerd.

Na een goeie 10 minuutjes zaten we in het verlaten steengelaag. Dat er daar op kleigrond moest gestapt worden werd al vlug duidelijk. Binnen een mum van tijd plakten er al dikke klodden klei-aarde aan de sloefen. Het was er erg rustig. Geen mens kwam je er tegen. De kleiputten lagen er verlaten bij. De enigen die voor wat animo zorgden moest je zoeken tussen een kolonie Canadese ganzen. Die moeten ons gespot hebben en met hun gegak maakten ze ons dit duidelijk. Vroeger jaren was er meer activiteit toen het gelaag een ideaal  motorcrossterrein bleek te zijn. Informatieborden met foto's van Sylvain Geboers uit de jaren '80 maakten dit kond. Door de jaren kwamen er echter problemen met de afwatering maar ook kwam er meer en meer protest vanuit buurt en milieubeheer.  Gedaan met motorcross en nu is het een vredig natuurpark. Zoveel te beter !

We stapten verder richting Stekense vaart uit. Ineens kreeg ik telefoon. 'Zit jij soms op Stekene te wandelen Jan ?' Dat kon ik niet ontkennen ! Het was de Stefan, een vriend van m'n dochter. Hij was me even ervoor voorbijgereden en meende me te herkennen waarna hij me opbelde. Ik stond verdorie vlak voor z'n huis. Stefan keerde daardoor terug met z'n auto en bood ons een kommeke koffie aan. Dat sloegen we niet af en samen doken we zijn huis binnen. Nellie zijn hondeke daarentegen was niet zo opgezet met ons bezoekje en liet zo af en toe haar bieterkes zien. Ach lang heeft haar ongemak niet geduurd. Eens het koffieke op namen we afscheid van Stefan. Het was wel tof om hem hier nog eens tegen te komen. Leùk ook om op zo een onverwachte manier wat te kunnen bijkletsen. 

Het jaagpad naast de Stekense vaart was het volgende agendapunt. Die lag er nog even kalm bij als 2 jaar geleden. Deze keer lag het jaagpad er op sommige delen erg modderig bij. Hier en daar langs de oever kwamen de geheide metalen damplaten zelfs bloot te liggen. Aan die vaart kregen we compagnie van 2 natuurwachters. Kaki tenueke en caoutchou botten, herkenbaar. Die kwamen aangereden met de fiets. Aangezien we ons aan een bankje neergezet hadden om te aperitieven hielden ze even halt voor een praatje.  Het waren vrijwilligers van de natuurvereniging VZW Durme maar evengoed had er 1 van hen politiebevoegdheid. Die gasten deden hun ronde. Loslopende honden baarden hen de meeste zorgen. Al goed dat de Ronny er niet bij was, het zou een  heuse discussie opgeleverd hebben. Goed, zo kwamen we van deze vriendelijke mensen iets meer te weten omtrent de reden van hun bestaan. Twee stand-up kanopeddelaars en hier en daar wat eendjes hadden de ganse vaart voor hen alleen. Alhoewel ze vlugger vooruitkwamen dan wij konden stappen, leek me dat staand peddelen toch geen sinecure. Rechtopstaand, diep voorovergebogen op zo een peddelplank leek het erop alsof ze, voortglijdend over het water, met een pioche (pikhouweel) een betonvloer aan het openkappen waren. Zo volgens mijn inschatting is dat gepeddel zwaar labeur. Geef mijn portie daarvan maar aan de kat !

Na deze 'riverwalk' naast de vaart liep het parcours door velden en akkers. Vredige beelden, beetje desolaat, dat wel, vanwege de gerooide akkers en kale bomen op de achtergrond. En verder slijktoestanden weet je wel ? De hemel begon stillekesaan te overtrekken. Uit de grijze lucht viel er een beetje  miezerregen. Kap op, no problem sir ! De gevolgen van de zachte temperatuur op de natuur worden zichtbaar.  Knoppen kwamen al te voorschijn aan de elzenstruiken en in de bossages kwamen er hier en daar al bloemscheuten te voorschijn. De natuur is haar kluts kwijt.  Vele beestjes komen vervroegd uit hun winterslaap en vinden nog geen eten. Als het dan nog eens terug begint te vriezen zit het spel helemaal op de wagen.

De bokes met spek en eieren zijn inmiddels uitgegroeid tot een klassieker in de wandelschoofzak. Deze diende nog wel aangesproken te worden voor ons schof. Een picknicktafel zijn we niet tegengekomen maar een bankje zou zich daar even goed toe lenen. Dat vonden we op de verdwenen spoorlijn 77 tussen Sint Gillis Waas en Zelzate. Van het tracé van die spoorlijn werd dankbaar gebruik gemaakt voor de aanleg van een wandel-  en fietspad. Een kaarsrechte beemd is het geworden, dwars door het uitgestrekte meersenland. Prachtig, de bokes smaakten voortreffelijk. Nog een beetje doorstappen en de wandeling zat er op. We passeerden nog de sportcomplexen aan het zomerhuis. Lang geleden kon je hier nog een openluchtzwembad aantreffen. Ondertussen is dit ook weeral verdwenen om plaats te maken voor een gigantische brasserie.  De contouren van het ter ziele gegane zwembad zijn nog zichtbaar. Deze werden architecturaal herwerkt in harmonie met het brasseriegebouw. In die contouren werd een hellend vlak aangelegd waarin hoge waterkolommen door fonteinen opgespoten worden. Dit geheel siert nu de voorgevel van de brasserie. Ja het toertje zat er weeral bijna op. Terug aan de Stekense Vaart uitgekomen waren de 25 paaltjes opgesoupeerd. 

Nog even een bezoekje aan de kerk, een must voor den Hugo,  en daarna nog in de gauwte een pintje meescharrelen op het dorp. Vanzelfsprekend was Café 'De Pelgrim' vlak over de kerk aangekruist voor onze intentie. Helaas  gesloten en zodoende werd er uitgeweken naar 'Café l'apétit' iets verderop. Jawadde, ga daar met uw slijkbottienen binnen. Gelukkig hadden we die al eerder een kuisbeurt gegeven. Café L'apétit zeg ! Een ronkende naam in een plattelandsdorp ! Je zou je eerder verwachten aan namen zoals bvb 'De Volkslust', 'De Welkom' of 'De Sportvriend', ik noem maar wat. Ik stel dus bij deze vast dat er ook aan het authentieke dorpsaura wordt geprutst. Het was mooi geweest, het zat er op. Een vrij vlakke wandeling was het wel. In superlatieven zou ik er niet over kunnen uitwijden maar het deed me deugd om een stapmaat te hebben waarmee ik wat gesprekstof kon delen. Kroost en gezin lijken in die aaneengenaaide stof toch steeds de grootste  lappen uit te maken. Soit, Zo ik kon eens rustig een klapke doen. Nu de dagen terug beginnen te lengen kan ik binnenkort terug de draad opnemen met de streek Gr's. Best wel stijf was ik deze morgen. Het gebrek aan regelmaat wijs ik aan als oorzaak. Daar moet verandering in komen want stoppen met wandelen doe ik nog even niet. Tot een  volgende dan maar weer !