zondag 14 april 2024

Bloesemwandeling in St. Truiden

Al verleden week stonden bij onze stapmaat Michel de zinnen op een wandelingetje in de fruitstreek. Als al die fruitbomen daar in bloei komen is dat een prachtige lokatie om er een toerke te organiseren. Maar wat een weer was me dat die laatste dagen?  Aprilse grillen in 't meervoud. Het wispelturige karakter van de weersvoorspellingen zorgde voor een go/no go situatie. Ook was er gezien het koudere weer geen zekerheid dat er al volop bloesem kon aangetroffen worden. Bijgevolg leidde dit telkens tot uitstel maar donderdag jongsleden  kwam het er dan toch van. Den Hugo en de Michel tekenden present en iets na 11 uur stapten we van de trein in St. Truiden. Het kommeke koffie werd al in Leuven gedegusteerd. Brasserie 'Den Ouden Tijd' een bruine stationskroeg recht tegenover de statie is ondertussen een vaste waarde geworden bij een stop in Leuven. Eigenaardig detailke in die kroeg is dat de klok daar een kwartier achter loopt. Leep gezien van de stamineebazin want als je je op die klok verlaat speel je telkens je trein kwijt en zo blijf je nog eventjes 'hangen'. Ik vermoed, afgaande op de verlebberde tattoo op haar arm, dat de bazin Sonja heet. Niettegenstaande haar zware doorrookte stem je doet vermoeden dat ze geen poezeke is om zonder handschoenen aan te pakken is ze de vriendelijkheid zelve. 

Maar goed, we zaten in St. Truiden. Het was droog maar zwaarbewolkt en dat had ik liever anders gezien. Een staalblauwe hemel is immers het ideale decor voor een dergelijk schouwspel van natuurpracht. April is de bloesemmaand bij uitstek. Bij een vroege lente, kunnen de bloemetjes er al snel zijn. Wanneer de nachttemperatuur langer laag blijft, wachten de bloesems liever met bloeien. Daarnaast verschijnen niet alle bloesems tegelijk. Grofweg gezegd staan de vroege kersenbomen als eerste in bloei, gevolgd door de peren- en uiteindelijk de appelbomen. De latere kersenbomen kunnen daar nog na volgen. Zo kan je normaal toch tien tot twaalf dagen van de bloesems genieten. Volgens de Bloesemmeter stonden de kersen volop in de bloei, de peren waren juist uit de startblokken geschoten en voor de appelen moest er nog wat geduld geoefend worden. 

Al vlug zaten we midden in de fruitgaarden. Een kleine 20km zou beslist volstaan om een indruk te krijgen van al dat bloesemgeweld. Aangezien het vrij laat was bij aankomst moesten we al vlug uitkijken naar een picknickplaatsje. Eens we dit gevonden hadden strooide een opkomend regenbuitje roet  in 't eten. Maar kijk, 10 meter verder konden we onder het afdak van een school paljas (paillasse - strozak) par terre schoven. Een fotoke van mij en den Hugo al schovende,  getrokken door de Michel en door mij op FB geplaatst, leverde verbazing op aan het andere eind van de wereld. 't Is te zeggen in Colorado ! Lynn schreef : I love that picture ! En ik moet toegeven dat dit  simpel fotoke en gelet op het detail, veelzeggend in haar eenvoud  is. Fleske wijn, chokolade, manchego met kersensiroop - dus afgestemd op de lokale flora, chorizo, pepersalami, feta met een muntmarinade .... I love that way of having diner. Moest de Marc er nog bijgeweest zijn zouden er nog wat rijstvlaaikes bij liggen.  Een sterrenrestaurant zou hier de duimen moeten leggen. Maar om even terug naar het fotoke te kijken : Het zou evengoed de sjieke Baskenklak van den Hugo kunnen geweest zijn die voor Lynn de eyecatcher was. Nog wat stappen nu. Op het gemakske, geen haast. Een kleine 20 paaltjes loop je zo uit. Wat kan de natuur toch mooi zijn ! Het golvende terrein deed je soms vermoeden dat je in de Vlaamse Ardennen zat. Prachtig zicht op  die duizenden bomen die in bloei staan.  Mooie brede wandel- en fietswegen tussen die fruitgaarden. Breed, geen slijk toestanden, het werd prachtig wandelen. Goed gezelschap, leuke babbel en een schitterende omgeving. Jammer van de grijze wolken, dat wel. Het verwonderde me enigszins dat er vroeger hier in deze regionen ook bokkerijders rondwaarden. Ik verwachtte eerder dat deze bokkerijders opereerden in de contreien van de grenstreek met Duitsland , Nederlands en Belgisch Limburg. Een informatiepaneel op de wandelroute maakte me daar opmerkzaam op. 
Francis Martens (alias Suske de Poup) en zijn kompaan, de Bretoense deserteur Jan Baptist Petit (het Voorvelleke) leefden in de bewogen laatste decennia van de achttiende eeuw. Ze woonden in de achtergestelde buurt 'De Hel' achter de Sint-Gangulfuskerk. De twee vrijbuiters en handlangers van de Bokkenrijders werden beticht van brandstichting en gearresteerd. Ze bekenden na foltering de feiten, werden veroordeeld en stierven in juli 1784 een gruwelijke dood op de brandstapel op de Grote Markt. Het verhaal van Suske De Poup ( uitspraak: poep ) en het Voorvelleke zit verankerd in de Truiense volkse overlevering. De twee helden kregen in de stad een monument. Aan de gebrande winning op de Zepperenweg herinnert een steen met jaartal 1784 aan de brandstichting en in volkse verhalen en vertellingen worden hun leven en dood bezongen en verheerlijkt. Romancier Hendrik Prijs beschreef hen in een van zijn verhalen als vrijheidsstrijders. 'Suske de Poup was een geliefde volksjongen uit de armste buurt van de stad en een rebel, die zich tegen de macht van de rijken verzette. Francis Martens lag goed bij de vrouwen en omringde zich met mooi vrouwvolk. Aan zijn innemende verschijning dankte hij zijn bijnaam: de poepchique jongen met het mooie poepke. Zijn rechterhand Petit droeg een voorvelleke, een lederen schortje. Suske de Poup wordt in de volksverhalen gedoodverfd als een vrijheidsstrijder, maar dat beeld klopt niet helemaal. De realiteit is genuanceerder. De twee Hel-bewoners behoorden tot de grootste schurkenfamilie van de stad. Suske De Poup was geen Robin Hood. Suske, zijn broer Machiel en diens zoon Lamme hadden in 1774 al in de cel gezeten. In 1785 belandde Anastasia Kaky, de vrouw van Martens, aan de wurgpaal. Petit junior had zelfs zijn eigen vader verklikt. De straffen voor rebellerende volksmensen was onmenselijk, maar voor die tijd gewoon. In Sint-Truiden vonden in de jaren 1780 de zwaarste gerechtelijke vervolgingen ooit plaats. Er werd afgerekend met het Ancien Regime en de Luikse revolutie van 1789 kwam eraan', vertelt Frank Decat, die pas zijn boek 'Sint-Truiden 1784. Criminele histories in een Luikse stad' publiceerde. (Bron Het Nieuwsblad). 
Voilà, dat was even een geschiedkundig tussendoortje betreffende het criminele reilen en zeilen in Sint Truiden in de 18de eeuw. De wandeldag afsluiten deden we met stijl in een mooi etablissement 'De Bron' genaamd, gelegen op de Naamse Vest. Een tripeltje zou smaken na dit uitstapje. Met nog een 800m te gaan stonden we in St. Truiden aan de statie. Deze dag kunnen we weeral inkaderen zie !  Top !


donderdag 21 maart 2024

Van Visé naar Maastricht

Alhoewel ik het me niet erg aantrek werd ik vandaag voor een 2de keer op korte tijd geconfronteerd met de uiterlijke aftakeling die het ouder worden met zich meebrengt.  Ik ging namelijk naar de begrafenisplechtigheid van een overleden buurvrouw en zou daarvoor de lijnbus nemen. Aangekomen aan het buskotje kreeg ik het bekijks van een lieftallige dame die spontaan opstond om me haar zitplaats aan te bieden. Erg lief, dat wel maar ik voelde me net een hulpeloze bejaarde temeer omdat ik gisteren met een gelijkaardig voorval ook al met m'n neus op de feiten werd gedrukt ! Toen ik gisteren in het station mijn biljetje aankocht voor de treinreis naar Maastricht kreeg ik al even spontaan een seniorticket voor de terugreis toegestopt. Naar mijn ouderdom werd er zelfs niet meer gevraagd. Dat ik 65-plusser ben kon waarschijnlijk van mijnen teut afgelezen worden. Het zal me stilaan meer en meer duidelijk gemaakt worden dat het onbarmhartige voorttikken van de klok gevolgen heeft voor m'n fysiek voorkomen.  Maar zoals eerder vermeld, het zal me worst wezen, ik trek het me niet aan. Er zijn immers veel ergere dingen. M'n buurvrouw was amper 61 ... Dit jaar al de 2de dame die ik kende en die op een onaanvaardbare leeftijd haar strijd tegen kanker verloor. 

Het werd opnieuw een solotrip vandaag en daarvoor wipte ik nog eens extra vroeg uit de veren en vervolgens op de bus. Die was er om 5u26 en om 5u42 zat ik al op de trein richting het oosten van ons land. Daar lag er in de Maasvallei een 25 paaltjes tellend staptochtje onaangeroerd op me te wachten. Voor de lange treinreis naar Visé had ik me voorzien van een goed boek zodat er wat te doen viel in plaats van door het treinraampje de bomen te tellen. Die rit tot in Visé verliep erg vlot. En in Luik had ik zelfs even de tijd om buiten een wandelingetje te maken. Jongens toch ! Het volk dat je daar in en rond de statie aantreft neem je niet voor waar aan.  Je begeeft jezelf daar letterlijk in de rand van de maatschappij. Lallende dronkaards trekken de aandacht en doen je gedegouteerd de andere kant opkijken. Je botst er wanneer je niet uitkijkt  op haveloos tuig, stoned als een garnaal  door de speed of xtc. Ze staren je aan met hun lege wezenloze blik waarbij het lijkt of jezelf schuld treft aan hun miserie. Dakloze zwervers slapend onder een karton liggen er buiten tegen de stationsgevel. Kansarme moeders dwalen er rond, de meegezeulde buggies beladen met plastiek zakken en afgedragen kleren voor zich uit duwend. Tussen die lompen en zakken, ocharme toch, hun kroost onverzorgde kindjes meesleurend.  De littekens van de armoede staan reeds in hun kindergezichtjes gebeiteld. Waarom erger ik me daaraan en draai ik toch steeds m'n gezicht van hen weg ?   Waarom toch ? Ik ben nog steeds op zoek naar een antwoord. 

Halfnegen was het toen ik in Visé de brug over de Maas overstak. De Maas lag aan haar rimpeloze waterspiegel te oordelen er heel vredig bij. Het weer maakte een groot verschil met dit van daags te voren. Tegen de 20°C aan was dat en dat zorgde voor een leuk voorsmaakje van de komende lente. Maar nu, nu stond er een gure wind en de lucht was grijs overtrokken en mistig. Het zou zo nagenoeg de ganse dag niet meer uitklaren. Opletten wordt het dan zodat dat sombere weer je moraal niet aantast. Gelukkig is er de opgewektheid van de vele voorbijgangers die je tegenkomt onderweg. Niemand loopt je voorbij zonder je een goeie dag toe te wensen. En door een glimlach vergezeld welteverstaan ! Het is een eigenschap die onze Waalse landgenoten kenmerkt en bij velen hier in Vlaanderen ontbreekt. Jammer is het dat we thuis die prettige omgang met mekaar moeten missen. Het kost nochthans geen geld die vriendelijkheid. De eerste kilometers bracht ik wandelend door in het gezelschap van de ontelbare ganzen die daar aan die Maasboord hunnen draai vinden. Tot in de jachthaven tref je hen aan. Ze zijn vrij kalm en verdraagzaam en bedreigen je daar niet met hun doorgaans agressieve territoriumnijd.  

De brug over het Albertkanaal in Lixhe was een volgende stap. Daarmee belandde ik in Loën een klein dorpje dat enigszins ontsierd werd door de haar omringende industrie. Daarop volgde er een minder plezierig stukje langs de N671. Veel verkeer en bovendien liep dat stuk meer dan een 1 km vrij steil omhoog met een hellingspercentage tussen de 8 en de 16%. Zelfs een voet- of fietspad ontbrak. Die klim bracht me naar de Côte d'Halembaye. En daar boven werd het landschap betoverend mooi ! Ik maakte daar boven op het plateau een ommetje naar het panoramapunt van de Mont St. Pierre. Daarvoor moest ik via een primitief trapje naast de heuvelwand een 30-tal meter afdalen. Het weids uitzicht op de omgeving was impressionant. Ik vond het een beetje spijtig dat mist de natuur enigszins omfloerste maar het was alleszins de moeite geweest om dat ommetje te maken. 

Over een afstand van ongeveer een 3-tal km wandelde ik in de sporen  van tractoren doorheen een licht heuvelend landbouwgebied 'Le Trou du Loup - Het gat van de Wolf' genaamd. Buiten het gekrijs van een jagende buizerd zo af en toe heerste daar op dat plateau de absolute stilte. Aan de rand van dit plateau gekomen kon de afdaling naar Eben Emael ingezet worden. Even volgde ik het riviertje 'Le Geer' die iets verderop door Eben Emael stroomt. 

Een klein bezoekje aan het dorp kon er af, daarna ging het richting Fort Eben Emael. De informatieborden aan de ingang van het fort liegen er niet om. Dit fort werd gebouwd met de bedoeling om de Duitsers te verhinderen om de Maas over te steken. Het was het meest ingenieuze fort ter wereld. Enorm in omvang en gevechtscapaciteit. 5km aan wandelgangen rijk. Het werd volledig uitgehouwen in de mergel en werd als oninneembaar beschouwd. Maar dat was buiten de genialiteit van den Duits gerekend. Met zweefvliegtuigen landden ze op 10 mei 1940 boven op het fort en via de openingen in de geschutskoepels brachten ze holle ladingen binnenin het fort tot ontploffing. Al na 1 dag moest er gecapituleerd worden. Interesse ? : Wikipedia - Fort Eben Emael 

Ik klom bovenop het fort om een indruk te krijgen van de landingsplaats van die zweefvliegtuigen. Dat was ff steil omhoog. Een paar fotootjes en dan terug naar het kronkelende padje naast 'Le Geer'.  Het was adembenemend mooi met al die kleine watervalletjes, her en der een watermolen  en wat pittoreske bruggetjes. Deze 'Le Geer' stroomt op Waals grondgebied en mondt iets verder uit in het Albertkanaal. Aan de overkant van het kanaal in Kanne, Vlaams grondgebied, spreekt men niet meer van 'Le Geer' maar van de 'Jeker'.  Dat kanaal stak ik daar in Kanne over via de kanaalbrug. Aan de voet van die brug vond ik een sjiek picknickplaatsje.  Het halfuurtje pauze zou erg gelegen komen maar met zo stil te zitten aan dat water werd het wat frisjes. Na een kwartiertje kraamde ik daar al op.  

Stapmaat Marc, zijn echtgenote Monique en dochter Jolien hielden in Riemst een midweekbreak in B&B 'De Zwarte Stok'. Riemst ligt op een boogscheut van Kanne en op voorhand hadden we reeds afgesproken om mekaar ergens onderweg te treffen. Dat zou leuk meegenomen zijn en in Chalet de Bergrust op Maastrichts grondgebied zouden we mekaar kunnen treffen. Ik koos voor die chalet omdat ik daar samen met den Hugo in 2017 onze Pieterpaddiploma's ben gaan ophalen. Na de picknick ging het dus die richting uit. 

Ik passeerde het onvoorstelbaar mooie natuurgebied van de  St Pietersberg. Indrukwekkende holen in de loodrechte mergelwanden typeren hier de streek. Bij de ondergrond daar in de streek, zo wordt er gezegd, moet je je een gigantische gatenkaas voorstellen. Mergelgrotten en mergelgroeven tref je hier dan ook in veelvoud aan. Met mijn tocht op het Pieterpad was ik hier reeds getuige van en nu opnieuw kwam ik van die grootsheid onder de indruk.

Aan het Pieterbergfort kwam de Marc me tegemoet gelopen. Samen liepen we door naar Chalet 'De Bergrust' waar ik onze maat z'n echtgenote en dochter kon begroeten. En net zoals 14 dagen geleden ... with a kiss 😉. Een 'La Trappe Isidoor' waarmee ik klinkte met den Hugo in 2017 op de goede afloop van het Pieterpad stond niet meer op de kaart. Die werd afgevoerd maar geen nood, er was ander kostbaar vocht voorradig. Mijne maat de Marc en Monique stonden er op me vrij te houden. Een mooie geste en bij een lekker pintje zorgde dit voor een sympathieke afsluiter van de wandeldag.  Vervolgens gingen we nog samen naar het treinstation van Maastricht en namen we daar afscheid. Ik ging richting trein, de Marc en zijn gezelschap gingen nog even het centrum van Maastricht opzoeken. Wat een mooie en gedenkwaardige dag is dit weeral geworden zeg ! Eén van de al zo velen 🙂 ! Die kan er nog gerust bij, er is nog veel plaats over. (63618/304) 


vrijdag 15 maart 2024

Hambos - Boortmeerbeek.

Het kost me deze keer weinig moeite om verslag uit te brengen van onze uitstap. Ik verwijs daarvoor naar m'n blogpagina van 6 maart 2020. En ik stel bij het herlezen ervan vast dat omstandigheden kwa klimaat en terrein eigenlijk terug van toepassing waren. Den Hugo en de Michel waren deze keer present. De Ronny zal enkele maanden out of the running zijn. Hielspoor en bijkomend zal hij zich dienen te ontfermen over zijn nieuw hondeke. Dat beestje gaat hij ergens in Duitsland halen. Een Irish Terrier godbetert ! Hiervoor dient hij 650km  te rijden. Bijkomend gegeven is dat hij overweegt om z'n mobilhome daar in Duitsland een geruime tijd te stationeren. Het beestje moet 15 of 16 weken oud om over de grens met België te mogen. Hondsdolheid, daar zijn regels rond. Volgens onze maat gaat er zodoende een cruciale periode voorbij waarin er het meeste succes kan geboekt worden voor het aanleren van sociale vaardigheden. Het beestje is nu 7 weken oud denk ik. Je moet er als hondenliefhebber wat voor over hebben.  Goed zo, de Marc moest dringend zijnen hof op orde brengen. Het weer was daarvoor te uitnodigend. Nu ligt mijn hofke er ook bij alsof het ergens in de frontlijn van een oorlog lag maar voor mij is er geen hoogdringendheid in 't spel. Dat hofke gaat niet lopen. 

De dag voor mij begon al bewogen. Bij het afstappen aan het busperron in St. Niklaas waren er enkele nieuwe Belgen bezig met een meningsverschil uit te klaren met de vuisten. Er is nog geen geweld genoeg in de wereld. Toch had ik geen zin om met te mengen in het gevecht. Zichtbaar was er immers nog geen bloed gevloeid.
In het station was het een drukte van jewelste. De geest van den Heilige Chrysostomos zweefde daar rond tegen de zoldering van de stationhall.  Vrolijk uitgedoste middelbaar eindejaarsstudenten hadden deze hall als startlokatie gekozen om hun feestelijkheden op gang te trekken. Om de oorsprong van de benaming “Chrysostomos” of  "de 100 dagen" te achterhalen, moeten we terug gaan naar het einde van de vierde eeuw. Toen leefde er een aartsbisschop die Johannes Chrysostomus heette. Die kerel was de patroonheilige van de redenaars. In het radioprogramma "Goeiemorgen morgen!" van de VRT zit er een audiofragment dat  over de oorsprong en traditie  rond deze studentikoze happening een heldere uitleg geeft.
Dat het er luidruchtig aan toe ging behoeft geen tekeningetje. Ik moest een teut maken met de handen voor mijn mond om me bij de loketbediende verstaanbaar te maken. 

In Temse stapte den Hugo op, in Willebroek de Michel en rond halftien stonden we in Hambos. We hadden al vlug door dat het een slijkerige bedoening zou worden. Maar het prachtige weer dat aangekondigd werd zorgde er voor dat dit euvel in het niets zou verdwijnen. Al vlug werden er lagen kledij uitgespeeld. De velden rond Wakkerzele zagen er niet uit. Ze waren herschapen in swamps. De Everglades in Belgium 😊😊😊. Tot in Werchter viel het nog betrekkelijk mee en trof je hier en daar op de paden al eens een slijkerig stukje. Met Werchter uit te lopen zaten we middenin  het stroomgebied van de Dijle en werd bodem en weide met elke stap meer en meer drassig. 

De Dijle volgden we tot in Ninde, een gehucht van Tremelo. Tremelo is  het geboortedorp van onze Grootste Belg, Pater Damiaan alias Jozef de Veuster. Met een beetje wetenswaardigheden over deze beroemde landgenoot berichtte ik al in m'n voornoemde Blogpost 6 maart 2020.  Aan de Damiaanbrug over de Dijle troffen we een picknicktafel aan. Die kwam van pas aangezien het middaguur reeds voorbij was. We namen al onze tijd om te schoven.  De fles wijn en ander lekkers kwamen uit de rugzakken ... het werd voor een zoveelste keer ezeltje strek je, tafeltje dek je. Zonder ezel, die was in geen uren te bekennen. We hadden aan die picknick uitzicht op de Dijle waarbij aan de overkant van de brug het houten standbeeld van Pater Damiaan stond. Roerloos hield hij de omgeving in 't oog. In die Dijle zat er behoorlijk wat stroming. Die kronkelde door het landschap alsof het een lieve lust was.  We stapten iets verderop het Zegbroek in. Helaas moesten we op onze stappen terugkeren, er was geen doorkomen aan. Tot op kniehoogte in 't water. Zelfs het kluppelpad stond onder water. Wat Jezus indertijd presteerde met over het water te lopen werd hier overgedaan door onzen Hugo. Gelukkig waren zijn botienen waterdicht en de planken van het kluppelpad niet rot. Het zou bij een misstap wel een erg kletsnatte bedoening geworden zijn. We moesten op onze stappen terugkeren en een andere weg zoeken. Op zich geen probleem, het weer was er te mooi voor om te sakkeren.

In Keerbergen aangekomen zochten we een kroegje op. Dat werd tijd. Café 't Hoekske daar bood ons onderdak . Ook daar namen we onze tijd om op het gemakje  te verpozen met een goed pintje. Op het volgende stuk naar Hever toe moesten we opnieuw rechtsomkeer maken. De paden waren helemaal oververzadigd van het water. Een omweg zoeken rond het pad was onbegonnen werk. Zelf bungalowtjes en stallen in de open stukken bos leken de allures van een rivierendorp te hebben. Volledig omringd door water stonden ze daar.  Door rechtsomkeer te maken en wederom een alternatieve weg te zoeken zagen we ons verplicht om ons einddoel Hever niet meer aan te houden en in Boortmeerbeek onze wandeling te beëindigen. Evengoed kwamen we aan onze 22 paaltjes op deze manier. De trein kwam er vrijwel onmiddelijk aan en daar maakte den Hugo dankbaar gebruik van. Hij moest er 's anderendaags erg vroeg uit voor een gegidst bezoekje aan het parlement in Brussel. Interessant alleszins maar je moest je wel tevreden stellen met de Franse of Engelse taal. Leg daar maar eens pap op ! Het zat er op de wandeling. Ik en de Michel zochten nog even een kroegje op om rustig de wandeling af te ronden. Een uurtje later zaten we ook op de trein. We kregen er nog het gezelschap van een ouder koppel Bornemnaars. Meneer was de medebezieler en -oprichter van de Bornemse dodentocht. Hij had al de grote tochten samen met zijn vrouw gelopen. Nijmegen, de 4-daagse van de IJzer waren hun favorieten.  Nu hield hij het meer op fietstochten. De ouderdom  gaf hij aan als reden om het wat kalmer aan te doen met het stappen. Aan alles komt er een einde. Hou ouder je wordt hoe dieper die eindigheid doordringt Allez, we hebben nog een gezellig babbeltje gehad op weg naar huis. Zo het zit er nog maar eens op. Tot een volgende.  (63314)

vrijdag 8 maart 2024

Visé en de Voerstreek

 Op zondag 3 maart had ik afspraak met m'n kleinzoon Staf om een door Walking in Belgium georganiseerd wandelingetje te maken.  Het is altijd plezant voor zo een ventje om eens met de trein op uitstap te gaan. Wandelclub 'De Nacht in Vlaanderen' organiseerde haar 40ste Verloren Kosttocht. Een zwerftocht door het Houtland, het Provinciedomein d'Aertrycke en het Verloren Kostdomein. Place to be : Torhout. Rond 10 uur meldden we ons aan op het startpunt en we kozen voor de 10 km. Helaas het weer ! Al met de treinreis heen zagen we dat de Westvlaamse velden herschapen waren in een modderbrij met her en der immense plassen. Soit, meer water en slijk dan vaste grond. Daar aan de start zag ik al enkele terugkerende wandellustigen stappen met klodders slijk aan hun bottienen. We kozen om het proper te houden en hielden het op 5km. Ook daar moest ik soms aanpassingen doen om niet in de modder terecht te komen.  De Staf gaf aan dat zijn mama had gezegd dat hij zorg moest dragen voor zijn goeie bottienen en dat hij niet in plassen en slijk mocht lopen. Een enorme opgave. Na een kleine 2 uurtjes zat het wandelingetje er al op en keerden we terug met de trein. Al bij al toch weeral een dag die we samen konden invullen. Zijn bottienen bleven proper. Hopelijk komen er nog dergelijke uitstapjes.

Met enige droefheid doe ik melding van het heengaan van de Catsjoe, onze 6de stapmaat. De Catsjoe was een gewaardeerd en heel braaf beestje. Het is wel jammer voor hondenliefhebbers dat deze trouwe viervoeters geen langer leven beschoren wordt.  De ouderdom eiste haar fysieke tol en onze maat de Ronny zag zich gedwongen haar te laten inslapen. Het is een humane daad die het dierlijk lijden kortsluit en het einde van een vriendschap op een waardige wijze kan bezegelen. De Catsjoe heeft een fantastisch hondenleven gehad. Eéntje waar menige Blackies, Mollies en Pekkies, moesten ze het kunnen, voor zouden hebben willen tekenen. Nu rust ze in peis en vree in het hondennirvana. Het gemis voor onze maat de Ronny is dermate groot dat er weldra  een nieuw beestje zijn of haar intrede zal doen. We zijn benieuwd. 

Onzen Hugo had vergadering, de Ronny kampte met hielspoor en bij de Michel kwam dan weer de schouwveger langs. Alleen de Marc had opportuniteiten. Opnieuw vroeg er uit want Visé en enkele sprokkels uit het wandelknooppuntennet onder Maastricht stonden op de agenda. Het sjieke weer dat beloofd werd bracht een extra boost om het ochtendlijke manoeuvre van heel vroeg op te staan gezwind te laten verlopen. Door al dit enthousiasme vergat ik verdorie m’n i-phone thuis. Ik realiseerde het me maar eerst in de statie van St. Niklaas. Te laat om terug te keren, ik zou de trein missen en de afspraak met de Marc mislopen. Dat leverde een probleem op om nog fine te kunnen tunen met het treffen van mekaar. Maar het kwam goed, ik trof z’n eega aan op de trein naar Leuven waar ik ondertussen in Berchem was opgestapt. Zij spoorde ook naar Leuven en zo kon ik via haar dan toch nog de Marc bereiken voor verder af te spreken. Marc was immers in Antwerpen op een andere trein gewipt richting Luik. Een caminowijsheid werd nog eens in de verf gezet : Alles komt goed, er valt steeds een oplossing uit de bus. Anderzijds moet ik tot m’n grote ergernis weer vaststellen dat de afhankelijkheid van dat I-phonegedoe angstwekkende vormen heeft aangenomen. Het is klote dat ne mens zich ongemakkelijk moet voelen als dat gsmmeke niet ter beschikking staat. Enige reflectie hieromtrent wordt nodig want maatschappelijke storingen op sociaal vlak zijn al volop aan de orde. 

In Leuven trof ik de Marc aan en we namen afscheid van Monique zijn echtgenote ... with a kiss  btw 😏. Onderweg naar Luik viel er veel mist te bespeuren over de velden. Als die opklaarde zou het ongetwijfeld magnifiek weer worden. Rond 9u stonden we in Visé. Even uitkijken welke richting we moesten nemen en weg. We verkozen het start en eindpunt om te keren zodat met de eerste kilometers het klimwerk te verteren viel en vervolgens de laatste kilometers langs de Maasoever met de vingers in de neus konden uitgewandeld worden. Het pad liep al direct een hondertal meters de hoogte in. Vooraleer we de prachtige natuurlandschappen konden aansnijden vielen er toch wel een 3-tal kilometertjes agglomeratie te doorkruisen. Daar heb je niet veel aan. Hooguit vallen er dan de kroegjes te inventariseren voor een borrel ter afsluiting van de trip. Maar dit was geen erg, hetgeen er zou volgen was meer dan de moeite. 

Eens de bebouwing voorbij kwam het zicht op de meest weids glooiende landschappen van het vaderland, met name de Voerstreek. De temperatuur was al wat gestegen, er kon een laagje kleding minder. Toch stond er een fris windje op de plateaus. De Marc zijn botanische kennis borrelde weer op ! Speenkruid hier, daar zie maartse viooltjes en sneeuwklokjes, meidoornhagen, een prunus die in bloei stond, sleedoorn, perengaarden - ik stel me de vraag hoe je zo een boom herkent zonder er 1 peer op aan te treffen - idem voor een haag van kruisbessen - het bezit van zulke kennis maakt me wreed jaloers. Pracht en schoonheid alom. Er fladderde zelfs al een vlinder voor ons uit ! Ik dacht een vlindervosje. Dat is wel heel vroeg. Als de fruitgaarden hier in bloei staan moet het uitzicht adembenemend zijn. We waren er ietsje te vroeg in het jaar eigenlijk. Maar we kunnen nog altijd eens terugkomen niet ? Ja toch ! 

We waren goed op tred gekomen. We zaten nu volop in de velden. We passeerden Mons- Mombaye, een gehucht van Visé, daarna kwam het dorp Berneau aan de beurt waarbij we de spoorlijn naar Aken moesten oversteken.  Verderop in Auw Ling aan de St. Jozefskapel ging het resoluut richting 's Gravenvoeren uit. Wat een mooi dorpje ! Keurig net afgeborsteld. Je waant jezelf in een miniatuurlandschap van modeltreintjes waarvan de foto afgebeeld staat op de verpakkingsdoos. De Marc herinnerde zich een etentje aldaar met zijn wederhelft in het sfeervolle restaurant 'De Zwaan '. Oergezellig moet dat geweest zijn. 
Hier in 's Gravenvoeren maakten we kennis met de Voer. En die zou ons met regelmatige tussenpauzes gezelschap houden. Mooie bruggetjes, snelstromend helder water, molentjes ... het leverde idyllische prentjes op.  De Voer is een zijrivier van de Maas die in het Voerdal door het oosten van België en door het uiterste zuiden van Nederlands Limburg  stroomt. Zowel de Voerstreek, de gemeente Voeren alsmede de daarin gelegen plaatsen 's-Gravenvoeren, Sint-Martens-Voeren en Sint-Pieters-Voeren hebben hun naam aan deze beek te danken. Bij de Commanderij van Sint-Pieters-Voeren ligt de bron van het riviertje. De Marc stoefte over de schoonheid van de omgeving rond deze bron. Met een debiet van 4000 liter per minuut ontspringt deze bron aan de oppervlakte.  (Bron Wiki).  Een wandeldoel voor in de toekomst.  

Met naar de uitkijktoren van de Mescherheide van Schelberg te tenen hadden we de grens met Nederland voorbijgewandeld. Ik vroeg aan de grens aan de Marc om te poseren aan de grenspaal voor een fotootje. Geslaagde kiek ! Na even het landschap bewonderd te hebben daarboven op die uitkijktoren zouden we de picknicktafel opzoeken onderaan de toren. Het waaide echter iets te hard om er gezellig te picknicken en we wandelden verder in een grote boog door naar Mesch. We troffen in de verte een grote kolonie witte reigers, de Marc schatte een 50-tal, hield daar een rustpauze.  Bij het overvliegen van een Boeing schrokken ze  en vlogen ze even op. Ik wist niet dat witte reigers trekvogels waren en het verwonderde ons dat ze een open weidegebied als rustplaats kozen in plaats van een kreek of ven. 

Dit was een mooi intermezzo, dat was weeral meegenomen. Iets verderop konden we schoven aan een picknicktafel onder het waakzaam oog van een lijdende Jezus aan het kruis. Die kruisen kwamen we regelmatig tegen onderweg. Na het schof maakten we kennis met 2 wandelaars op leeftijd. Dan toch wel van een zekere leeftijd, ik schatte 80 jaren. Al vind ik het raar dit neer te pennen als je godbetert zelf de 70 nadert 😏. Maar goed, deze heren hielden zich onledig met het laatste traject Amsterdam - Visé te stappen. De man die het woord voerde was een doorwinterde wandelaar. Verschillende kokardes ter herinnering aan zijn wandelexploten waaronder deze van de  4daagse van Nijmegem sierden zijn  wandelvest. Alle grote marsen in Nederland had hij gelopen maar sinds hij een herseninfarct had gehad kon de linkerhelft van zijn lijf niet meer zo goed mee. Het Pelgrimspad Amsterdam - Visé is maar liefst 450 kilometer lang en loopt in twee delen van Amsterdam naar Visé in België. Je krijgt onderweg heel veel verschillende landschappen te zien : De binnenstad van Amsterdam vlak na de start, tot het open rivierenlandschap halverwege en het heuvelrijke Limburg aan het slot van het pad.  Chapeau van mijnentwege heren ! Ik hoop in jullie voetsporen te kunnen treden. We vervolgden ons pad maar weer.

Het verblijf op Nederlands grondgebied was maar van korte duur. Over de grens wandelden we nog door een stukje van het natuurgebied van de Berwijn. Na Moelingen en de ondertunneling van de A2 gepasseerd te hebben zaten we in de Maasvlakte van Caaster Beemde. Het begon te korten. Aan het sluizencomplex  van de barrage van Lixhe, de stuw van Lieze in 't Vlaams, staken we de Maas over. Die barrage is indrukwekkend. Je vraagt je af hoe mensen zoiets kunnen ineensteken. Aan deze stuw is een hydro-elektrische centrale gekoppeld die in 1979 in gebruik werd gesteld. De centrale heeft vier turbines met een nominaal vermogen van 5.300 kW en levert jaarlijks gemiddeld 60 miljoen kWh. De stuw heeft tevens een belangrijke functie in het reguleren van het waterpeil in het Kanaal van Ternaaien en het Albertkanaal. Het hoogteverschil bij de stuw is 6,7 meter. Aan de oostkant van de stuw is een vistrap en naast de stuw ligt er een verkeersbrug. Zo, dat heb ik dan ook weeral eens gezien. 

Eens over de stuw  was het zaak om verder door te wandelen langs de Maas tot aan de brug met de oversteek naar Visé. Hierbij passeerden we een mooie kroeg La Capitainerie genaamd . Deze lag aan de jachthaven waar het kanaal Hacourt - Visé in de Maas uitmondt. De Marc stelde voor om een pintstop in te lassen. Ik paste. Te moe in de benen en moest ik gaan zitten hebben, ik zou niet meer recht hebben kunnen staan en er moest nog een stukje afgedweild worden. Ik overdrijf nu wel maar toch, dat eerder klimwerk had aan de kuiten  gebeten. Ook bij de Marc.  Zo daar was de brug al.  Nog een laatste fotoke van de Maas richting Maastricht en we wandelden even verder het centrum in en op een terraske in het zonneke trakteerden we onszelf op een Val Dieu. Het zat er op, de trein stond klaar in Visé statie om ons naar huis te voeren. Dit was weer een geweldige stapdag.  Het was net zoals verleden week een verre lokatie maar de verplaatsing woog niet op tegen het opgedane wandelplezier. Tot een volgende. (63148)