zaterdag 31 oktober 2020

Stekene - bij de messenvechters

Het mooiere voorspelde weer voor zaterdag deed me in extremis besluiten om er nog even op uit te trekken. Niet te ver, openbaar vervoer te vermijden dus moest er iets in de geburen gezocht worden. Ik gokte op Stekene, een dorp van 18.000 zielen in het Waasland. Van daaruit had ik graag de zuidelijke contreien gaan verkennen. Geen slechte keus zo bleek achteraf en tevens sloot deze toer perfect aan met de vorige solo-wandelingetjes daar in deze regio van het Waasland. 


Stekene, vele jaren terug .... na een week zwaar labeur op het veld, in het steengelaag of in de fabriek  ... : Moê ! M'n pree en me mes.  Wekelijks moesten de moeders de bede hunner schare zonen aanhoren wanneer dezen een stapje in de wereld wilden zetten. Als je aan een Stekenaar vraagt naar hun spotnaam is er maar één antwoord en dat luidt op zijn plat Stekens : "Messevechter".  In de prachtige blog van Tony De Ruysscher (†2018) doet hij het volgende verhaal : "Ik heb mijn vader altijd horen vertellen (in 1914 geboren) hoe hij als Kemzekenaar, nu deelgemeente van Stekene, de messenvechters moest ontlopen om te komen vrijen in Stekene met mijn moeder". Gelukkig behoort dit messengetrek nu tot de volksfolklore en kan je daar in Stekene redelijk veilig rondlopen. Het messentrekkersverhaal kent jammer genoeg nu haar vervolg in andere culturen en weliswaar met heel andere motieven. Maar ik wil daar niet over uitwijden.

Rond een uur of 11 liet ik m'n karretje achter in de kerkstraat, een zijstraat aan de indrukwekkende gotische kruiskerk in het dorpscentrum van Stekene. Neen niet gewapend met een mes maar met een mondkapje vanwege dat mottige coronavirus. Er was nog een markt aan de gang waardoor er wel flink wat volk op de been was. Stekene heeft een mooi dorpscentrum. Het verraste me enigszins. Het was jaaaaren geleden dat ik er nog eens geweest was en toen had ik daar helemaal geen oog voor. Het in neo-gotische stijl opgetrokken gemeentehuis is daar een mooie eyecatcher zoals ook de neogotische dorpspomp uit 1873 dat is. Er moet eveneens een schandpaal staan daar op het dorpsplein maar die is me ontgaan. 

Ik ging richting Stekense Vaart uit. Met een strakke wind op kop trok ik mezelf in gang voor 25 paaltjes. Het werden er uiteindelijk een kleine 20 omdat her en der de wandelpaadjes werden aangeslagen door de boeren en ik daardoor alternatieven moest vinden. Maar goed, onderweg naar die vaart liep ik voorbij het Zomerhuis. Jongelui onder het toezicht van sportmonitoren waren er volop aan het sporten. Op het terrein zelf hielden de jongelui zich netjes aan het dragen van het mondkapje. Eens buiten het sportterrein was het bij die jonge gasten even andere koek. Dat ga ik hier niet uit de doeken doen maar je kan het wel raden zeker ? 

Daar kwam de Stekense vaart in zicht zie ! Aan een bruggetje had een eenzame visser er in het gezelschap van een gans een lijntje uitgegooid. Mooi tafereeltje om zien.  Ik wandelde terug van die vaart weg om er later onverwachts en helemaal niet gepland er terug op te belanden. Op dat stukje wandelde ik door een gebied dat me deed denken aan de favella's in Juiz de Fora in Brazilië. Althans toch aan de populatie van volk dat daar resideert. Wat misschien eerst moest dienen als weekendhuisje verwerd door de jaren heen een heuse domicilie. Zelfbedruipend met generatoren, mazouttanks en houtstapels voor de stook houden de bewoners er zich in leven.  Golfplaten, verroest traliewerk, prikkeldraad en gescheurd zeildoek voeren kwa bouwstijl naast afgebladderde verf en stuntelig metselwerk zowat de boventoon. Koterijen zijn het met steevast een modderige voortuin alias junkyard waar er waakzaam toezicht gehouden wordt door razende honden, zijnde verbasterdeerde kruisingen die je zelfs in je stoutste dromen niet wil tegenkomen. Ik had spijt dat ik m'n 'dazer' niet bijhad. Zo een kaske waarmee je ultrasoon geluid fabriceert die de honden wegjaagt. Tja, 1 keer op 3 heb je daar succes mee. Zo niet is het ofwel dat ze niet reageren, ofwel nog veel kwaaier worden. 


Ik belandde terug aan die Stekense vaart. Dit bezoekje was helemaal niet vooruit gepland. Het toertje was uit de losse mouw geschud en wat bleek ? Bingo ! Deze vaart is een natuurpareltje van jewelste. Deze Stekense Vaart of ook het Kanaal van Stekene genoemd is een kleine 5km lang. Het werd gegraven in het noorden van de provincie Oost-Vlaanderen en verbindt de Moervaart met Stekene. In het verleden liep het kanaal door tot in Hulst en had het een belangrijke economische functie. Langs beide oevers omringd door stiltegebieden vormt de Stekense Vaart thans het decor voor zachte recreatie. En daar wil ik van getuigen. Aan de ene kant van de vaart een grindpad, de andere kant ligt er een aardewegel naast de vaart. Prachtig stukje wandelgebied dat even het volmaakte panorama bood voor een herfstdecor. Tanend groen aan bomen en struiken, een rimpelloze wateroppervlakte waarop de stervende afgewaaide bladeren verkleuren en vervolgens dood naar de bodem zinken. Weinig tot geen volk te bespeuren, noch wandelaars, noch fietsers. Misschien was dit wel te wijten aan de nog in extremis uit te voeren boodschappen in aanloop naar de nakende lockdown. Nog wat hamsteren was waarschijnlijk de boodschap   ! 

Nog steeds was er die frisse strakke NO-wind die het uitwaaigevoel aanscherpte. Zo een frisse kop krijgen was deugddoend en met dat gevoel was ik aan mijn laatste kilometers toegekomen. Die zouden me naar het oude steengelaag brengen. In symbiose met de Stekense vaart ontstond er in de regio ook de ontplooiïng van de tegelnijverheid. De vaart speelde tevens een belangrijke rol bij het vervoer van turf uit de veenmoerassen ten oosten van Hulst en later vlas en dus ook de producten die door de talrijke Stekense tichelbakkerijen in de buurt van het Steengelaag vervaardigd werden. Vanaf de 15e eeuw werden miljoenen tegels, dakpannen en bakstenen vervoerd door schuiten die door paarden en zelfs mensen langs het jaagpad werden getrokken. Allez hop, er plakt weeral wat geschiedenis onder m'n bottienen. Goed, daar stond ik dus aan het steengelaag. Dit gebied wordt nu beheerd door Natuurpunt. Meer dan honderd jaar drukte de mens zijn stempel op dit landschap, maar nu is het teruggegeven aan de natuur. Het gebied is 31 ha groot en bestaat uit kleiputten, jong elzenbos, een oudere populierenaanplanting met heel wat dood hout, een grote vijver en een bloemrijk hooilandje. Die grote variatie oogt voor de wandelaar erg aantrekkelijk. Deze schakering in landschappen staat borg voor een grote natuurrijkdom. Doorheen het gebied loopt een wandelpad van ongeveer 2km lengte, aan de achterzijde van de grote vijver is er een vogelkijkwand.Ik had er een kleine wandeling in uitgestippeld maar ik kreeg de indruk dat de paden wat overwoekerd waren. Ik vond er enkele niet terug. Een glimp van een beverdam heb ik tussen het gebladerte door wel kunnen opvangen. Er waren trouwens mensen met bosmaaiers bezig om de paden te ruimen. Ik moest me beperken tot het pad dat rond het natuurgebied liep. En hiermee liep m'n toerke dan ook ten einde. Ik was zo terug in het dorpscentrum aanbeland. Prachtig wandelingetje, het was goed geweest !



vrijdag 23 oktober 2020

Lochristie - Kanaal Gent/Terneuzen

Zo, de puzzel 'Moervaart' is weer een stukje completer. Verleden week kwamen de stukjes tussen Mendonk en Wachtebeke aan bod, nu was het de beurt aan deze tussen het Zeekanaal Gent - Terneuzen en Mendonk. Heel die Moervaart heb ik dus afgewalst, te weten tussen het Zeekanaal aan het Terdonk Veer en Daknam waar ze zich met donderend geraas in de Boven Durme stort. Ik overdrijf een beetje met de superlatieven maar goed, er gaat niemand van dood. Om dit laatste stukje te verschalken betaalde ik een prijs ! Het werd namelijk een minder mooi parcours dat er bij deze uit de bus viel. Het zouden 25 bornes worden zonder 1 metertje onverhard pad. Ik kon het echter vermoeden bij het uittekenen van dit toerke. Overal beton en verhard wegdek en de keren dat ik op gras heb gestapt waren deze om uit te wijken in de berm bij het tegemoet stappen van aanstormende snelheidsduivels. Wat wil je ? Een industriegebied is nu éénmaal niet de plaats bij uitstek om aan de eisen van een natuurwandeling tegemoet te komen. 


Ik vertrok in Lochristi, de bloemenstad befaamd om de azalea- en begoniateelt. Toen ik er aankwam en mijn karretje ergens dieper in het dorp stalde kreeg ik maar een sombere indruk van Lochristi. Was het nu het mistige weer dat hier de oorzaak van was ? Ik betwijfel het een beetje. Een chaos aan bouwstijlen, slecht onderhouden voetpaden en gevels waren hier volgens mij debet aan. Dit in schril contrast met het frissere deel Lochristi waar de Antwerpse Steenweg N70 doorloopt. Tot iets voor Oostakker liep ik op voetpaden door de bebouwde kom. Ik passeerde er het crematorium van Westlede waar er zo te merken weinig bedrijvigheid heerste. Zoveel te beter. 

Enkele kilometers verder kwam ik aan het bedrijventerrein waar Volvo Gent haar gefabriceerde trucktractors stalt. Een megaterrein met duizenden kleurrijke voertuigen. In de geburen daar trof ik een pijl aan met de heuglijke vermelding : 'Executieoord' die kant uit! Om het lugubere nog wat te accentueren stond het bord opgesteld in de 'Gefusilleerden' straat. "Waar woon je beste man" ? Een vraag zoals een ander en ik denk dat het dan handig is om dan over een adreskaartje te beschikken. 

Eens Oostakker door vroeg het enig inzicht om de R4 - John F Kennedylaan over te kunnen steken. Een wirwar aan tunnels, op- en afritten geconcentreerd op een rotonde zorgde voor de nodige complexiteit van het geheel. Het is me dan toch gelukt en links voor me lag de Volvofabriek, rechts de Hondafabriek die via de Kanazawastraat bereikt kon worden. Ik was bij het uitspreken van deze straatnaam bijna aan kaakchirurgie toe. De shift was juist afgelopen en het was daar een drukte van jewelste. Al die shiftmannen repten zich met spoed naar huis. Voetpaden waren er niet zodat ik me met m'n wandelbottienen tussen die overhoop aan naar huis kerende auto's meer een zonderling voelde. Ja zeg, dat zijn daar gigantische fabrieken. Ondertussen was de mist verdwenen en kon je hier en daar een flard blauwe hemel spotten. 

Hoera ! Het veer Langerbrugge bracht men naar de overkant van het kanaal. Dit veer vaart constant op en neer dus lang heb ik er niet op moeten wachten. Voilà, daar had je nu het Zeekanaal Gent-Terneuzen zie ! Het Kanaal van Gent naar Terneuzen is een kanaal dat de stad Gent in België verbindt met de Westerschelde, waardoor de stad een rechtstreekse verbinding met de Noordzee heeft. Het kanaal mondt uit in Terneuzen, op enkele honderden meters van de Westerscheldetunnel.In 1823 besliste koning Willem I (toen België nog deel uitmaakte van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden) om de Sassevaart te verlengen naar Terneuzen. Tussen 1830 en 1841 was er geen vaart door het kanaal van Gent naar Terneuzen, aangezien Nederland de Westerschelde had afgezet na de onafhankelijkheid van België. Ter hoogte van Zelzate plaatste de Belgische generaal Niellon palen in het water om te voorkomen dat Nederlandse schepen Gent zouden bereiken. Het kanaal verzandde. Pas in 1841, nadat de vaart terug was uitgebaggerd, ontstond weer scheepvaart langs het kanaal. Vanaf 1870 werd het kanaal van Gent naar Terneuzen verdiept en verbreed. Hinderlijke bochten zoals in Langerbrugge, Rieme, Rodenhuize en Zelzate werden weggewerkt. Ook werd het kanaal verlegd via een nieuwe kanaalarm bij Zelzate. Diverse bruggen op het Belgisch grondgebied werden eveneens herbouwd. De werken op het Belgisch grondgebied waren klaar in 1881. Het kanaal heeft een totale lengte van ongeveer 32 kilometer. De waterdiepte van het kanaal bedraagt 13,50 m en is daarmee toegankelijk voor schepen tot 125.000 ton. De maximale afmetingen van zeeschepen bedraagt 265 * 36,5 * 12,50 meter. Op het Nederlandse grondgebied bedraagt de breedte op de bodem 62 meter en bij de waterspiegel 150 meter. In Vlaanderen zijn deze afstanden respectievelijk 67,7 meter en 200 meter. Zo, tot hier enkele weetjes over deze waterweg want ik stap nog wat verder. 

Op het stukje N474 Langerbruggekaai die naast het kanaal loopt overheerst de industrie. Tussen de grootse bedrijfscomplexen trof ik nog enkele industriële relikwieën aan. Het gebouw van de 'Centrales Electriques des Flandres' zou een juweeltje kunnen zijn. Het deed je herinneren aan die ouderwetse blokkendoos. Ja, die met de blokjes met houten boogjes, timpaantjes en de rode doorschijnende mica venstertjes en deurtjes. Het is jammer dat men dit patrimonium niet onderhoudt. Her en der tref je kapotte vensters in de gevel aan en de plantsoenen zijn met onkruid overwoekerd. Iets verder naar Terdonk op kom je nog een hele rij kraakpanden tegen. Ruiten en deuren ingeslagen, ingestorte zolderingen en daken en overal tonnen rondslingerend stortafval. Blijkbaar liggen de prioriteiten van het gemeentebestuur niet bij een propere omgeving voor de iets verderop in wijken wonende Gentenaren. Op die Langerbruggekaai waande ik me soms op de Nurburgring. Geen voetpad en de auto's vlammen er serieus door. Regelmatig moest ik de berm in duikelen om het veilig te houden voor lijf en leden. Het leverde me een déjà vu op ! Op m'n 1ste camino bij de doortocht van Noord Frankrijk moest je ook zo op je 'qui vive' zijn of ze reden je er van je sokkel. En zeker op die routes nationales. In Terdonk moest ik terug het veer nemen naar de overkant. Op het Belgisch gedeelte van dit zeekanaal zijn er trouwens maar 2 veren. Dit van Langerbrugge en Terdonk. Bij deze staan ze op mijn wandelpalmares. Ook dit veer vaart constant over en weer. Zelfs zware vrachtwagens met oplegger maken er gebruik van. 

Eens aan de overkant vond ik er een bankje voor m'n schaft. Iets meer natuur nu en deze keer viel het me op dat het met het herfstoffensief menens is geworden. Afgevallen bladeren dwarrelen in het rond. Het groen maakt overal plaats voor zachte tinten geel, oker, roest en abrikoos. En daar op dat bankje gezeten kon ik even genieten van deze schitterend mooie herfstcomposities. Met het kanaal op de achtergrond verzachtten deze de saaie aanblik van de industriële omgeving waar fabrieksinstallaties en bedrijfsgebouwen het uitzicht domineren. Na m'n boterhammeke ging het richting Mendonk uit. M'n ontbrekende stukjes Moervaart werden hier bijeengesprokkeld en zo was er 2/3de van m'n parcours afgelegd. Langs betonbanenaangelegd in 1963 ging het vanuit Mendonk terug naar Lochristi. Ik schat deze baan een goeie 6km lang waar landbouwgronden en boerderijen afgewisseld met slierten onooglijke villa's in lintbebouwing het enige bekijks waren. Saai dus ! Wat me opviel was dat er opnieuw geen voetpad te bespeuren viel. Wie hier komt wonen moet over wielen beschikken of atletisch aangelegd zijn. Dit laatste om het hier razende verkeer te ontspringen. Een wandelingetje in de geburen met een rollatorke moet je als bejaard persoon niet overwegen. Je hondeke uitlaten evenmin. Nu goed, het verkeer zal destijds bij de aanbouw niet een bepalende factor geweest zijn.
Als je zo alleen aan het wandelen bent laat je de molen in je hoofd z'n gang maar gaan. De gekste dingen komen dan op in je kop gaande van verwondering naar verbijstering, van kritisch denken naar zelfanalyse tot zelfs eigenspot. Je krijgt volop de tijd om zaken of problemen uit verschillende ooghoeken te benaderen en hiervoor oplossingen te zoeken. Wandelen is echt meer dan de éne voet voor de andere te zetten. Het is een therapie die werkt want buiten rust en ruimte geeft wandelen aan je geest voelbaar een verkwikkende boost. 
Oeieoeieoei, tijd om af te sluiten want ik begin de lyrische kaart te trekken. Rond het spitsuur kwam ik terug aan m'n kar en reed op m'n gemakske huiswaarts. Nog wel even vlug debriefen : Deze 25km, op het schaft na, werden zo goed als nonstop gelopen. Het ging me beter af dan verleden week. Zelfs erg goed. Te weten dat een wekelijkse oefening loont stemt me positief. Wanneer ik aan m'n camino del Norte kan beginnen is nog koffiedik kijken maar eens dat er terug perspectief is wil ik niet dat m'n fysieke conditie roet in het eten strooit. Onderhoudswandelingetjes moeten dit voorkomen. Zo hoop ik toch en nu laat ik het hierbij. 

vrijdag 16 oktober 2020

Zaffelare - Puyenbroek

Heel stilletjes en ongemerkt schuiven we richting de wintermaanden. De herfst heeft zich in onze contreien al stevig ingegraven en dat merk je. De dagen korten, binnenkort wordt het winteruur weer ingesteld en wandelingetjes in T-shirt en short zijn eventjes niet meer aan de orde. Het is eigenlijk geen reden om thuis te zitten maar al de narigheid gelinkt aan deze covidpandemie tasten evengoed mijn gretigheid tot iniatief nemen aan. Bijgevolg is het weeral even geleden dat ik er nog eens op uit trok. Ik begon het wel te missen eerlijk gezegd. De stapmaten houden redelijkerwijze nog even hun boot af. Beleefdheidshalve geef ik wel kennis van m'n voornemen. Het is dan ook geen vraag maar eerder een kwestie van elkaar wat op de hoogte te houden. Het wordt voor ieder van ons iets te leep om met de eventuele risico's te dealen. Bovendien geeft de wijze hoe reizigers ons openbaar vervoer moeten consumeren niet direct de volle gemoedsrust wat het besmettingsgevaar betreft. 

Ik had als vertrekpunt Zaffelare uitgekozen. Een kleine 40km van huis met de kar.  Zaffelare had een kwade naam wat betrof het toebrengen van dierenleed. Ratten, alhoewel beschouwd als ongedierte, maakten sinds het jaar 1900 het onderwerp uit van hun pret. Er werd met pijl en boog op die beesten geschoten. Levende ratten werden in een houten kistje gestopt en op een staande wip aangebracht. De schutters moesten dit kistje naar beneden schieten. Als het diertje nog leefde werd het vakkundig door de rattenvanger de nek omgewrongen en in een put met kalk gegooid. Tot in 1988 werd dit rattenschieten nog als volksvermaak gedoogd. Vanaf dan werd verboden. Een ludiek maar verhelderend videootje aangaande dat rattenschieten vind je nog hier : iedereen-beroemd/rattenschieten. Moest het je enigszins boeien, hier wordt een erg verhelderende verklaring gegeven. Dat het rattenschieten politiek geïnspireerd was zou je nooit vermoed hebben. Volgens een dorpsproleet, in het filmpje aan het woord, schieten ze daar nu in Zaffelare nog alleen op 'veugels van 3€' 😌. Klik daarna op de webpagina ook eens door naar de link 'Fleurig genieten in Zaffelare'. 



Om 10u stond ik daar aan de kerk, gepakt en gezakt om een toerke van een 25 paaltjes bij elkaar te boksen. Een mooi getal moet ik zeggen. Ik durf niet meer beweren dat ik die 25 met m'n vingers in mijne neus heb gelopen want ik voel nu  een stramheid als gevolg van m'n inerte lifestyle.  Ik gokte op een mooi parcours. Temeer omdat ik in deze regio al meerdere knappe solowandelingen heb ontdekt. Enkele ontbrekende stukjes puzzel van de Moervaart en de Zuidlede zouden er deze keer bijgelegd kunnen worden. De Moervaart, die richting ging het uit. Op de eerste 500 meter die ik aflegde kwam ik al 3 op straat weggeworpen mondkapjes tegen. Triestig ! Een doodgereden haas aan een speelpleintje voor kinderen was nog triestiger. Een madammeke dat haar hondeke uitliet stond er bijna bij te wenen. Dat beestje  huppelde hier al enkele dagen vrolijk rond op het pleintje tot groot plezier van de spelende kindjes zo kwam ik van haar te weten. Ze gaan veel verdriet hebben als ze dit zien zo vertelde ze verder. "Ik ga het beestje nog weghalen voor ze van school komen". Mooie ziel dat mens ! Een schril contrast met hen die zo een dier enkel apprecieren in een uitgebeende versie op hun telloor. 
Ik liep richting Mendonk uit. Onderweg hier naartoe passeerde ik een verlaten hoeve. Mijn nieuwsgierigheid werd gewekt door een bord met tekst dat achter een raam stond. Ik kon het niet lezen van op afstand. Dichterbij gekomen bleek het een gedicht van Evarist Ganzelever te zijn. Evarist, een uitgesproken epicurist is de ongekroonde Zaffelaarse dorpsdichter. Een vreugdebrengend stukje poëzie kan ik af en toe wel appreciëren. 

Loerend doorheen het sleutelgat 
van de meisjesbadkamer

zag ik mijn puberdromen 
geprojecteerd tussen sop en zeep

Gezeten op m'n knieën
werd ik algauw man vóór datum 

En nu ik schoenmaat 44 bezit
Machu Picchu en het Forum Romanum zag

durf ik te zeggen dat de wereld
"Maar een sleutelgat groot is " 

Na m'n camino's ben ik dezelfde mening toegedaan. Ganzelever heeft gelijk. Na dit korte intermezzo ging het verder richting Mendonk.  Ik zat verdorie ineens op Gents grondgebied. Mendonk is een van de kanaaldorpen ten noorden van Gent, in de Gentse haven langs het zeekanaal Gent-Terneuzen en de Moervaart en de Zuidlede. Een erg net dorpje trof ik daar aan. De Sint-Baafskerk was gesloten. Helaas want het kan al eens boeiend zijn om zo een kerk binnen te wippen. Een bezienswaardigheid in deze kerk is de penitentiesteen waarvan de overlevering wil dat Sint-Bavo hem als hoofdkussen zou hebben meegedragen. Een schandpaal heb ik er wel aangetroffen. Deze staat voor nu pal voor de kerk en werd in 1868 naast deze opgegraven. 
Je zou het bijna gaan toejuichen indien het gebruik van zo een schandpaal in ere zou hersteld worden. Volgens mij staat er hier op de markt in Beveren ook nog zo een exemplaar.  Al die koppige idioten die opgelegde regels omtrent het Covidvirus vierkant aan hun botten vegen mogen wat mij betreft gerust een uurke aan die paal gaan uitrusten. 

De Mendonkbrug overbrugt de Zuidlede terwijl een baileybrug over de Moervaart ligt. Van deze 74 meter lange baileybrug, de Spanjeveerbrug genaamd, maakte ik dankbaar gebruik om aan de overkant te geraken. Stappende door Sint Kruis Winkel naar Wachtebeke volgde ik deze Moervaart. Sint Kruis Winkel leek me bij momenten oorlogsgebied. Vele ruïnes van hoeves en huizen lieten maar een desolate indruk na. Ook langs de Moervaart lagen er boten aangemeerd waarvan je zou denken dat ze behoorden tot het opgevist decor van een haaienkelder na jarenlang op de bodem van de één of andere zee te hebben gelegen. Op sommige exemplaren kon je zelfs meerdere jarenoude waarschuwingen van de rivierpolitie aantreffen. Er is blijkbaar geen haast bij gemoeid. Na het herlezen van mijn schrijfsels kan ik me niet van de indruk ontdoen dat ik de allures van een zeurpiet begin te krijgen. Daar moet ik voor oppassen !
Aardappelrooiende mega-landbouwmachines aan het werk zorgden voor wat verstrooiïng op het min of meer ééntonige stukje tussen Wachtebeke en de daarop aansluitende bestemming : Het Provinciaal Domein Puyenbroek. 

Hoezee, was me dit een verrassing zeg ! Hier kom ik zeker nog terug met een volgende wandeling. Aan haar noordzijde stapte ik het domein binnen. Het is gratis toegankelijk. In haar totale oppervlakte van 510ha groot vind je 25km aan wandelpaden, 150ha aaneengesloten bos ten zuiden van de Zuidlede, 23ha bloemenpark, 23ha dierenpark en 22ha aan vijvers. Verschillende sportaccomodaties zoals bvb golfterreinen, looppistes en zwembaden harmoniëren er stijlvol met het landschap. Veel aandacht wordt er besteed aan de fauna en flora. Er werd een permanente broedwand voor vogels aangelegd, die onder meer gebruikt wordt door de oeverzwaluw en de bijeneter. Een ijskelder werd ingericht als overwinterplaats voor vleermuizen. In de vijvers werden enkele ondiepe paaiplaatsen voor de vissen aangelegd. Ik heb jammer genoeg niet alles kunnen verkennen. Het park is te groot en het werd al wat later op de dag. Het initiatief van ons Belgisch levend erfgoed in de kijker te stellen vind ik ronduit prachtig. Ik had er geen idee van dat er zoveel verscheidenheid was in het fokken van streekgebonden Belgische rassen. Met uitzondering van de Belgische hondenrassen vind je hier alle Belgische variëteiten van schapen, runderen, duiven, konijnen, paarden. Educatieve eyecatchers met informatie zijn er in overvloed. Ik kan me voorstellen dat een uitstap naar dit domein voor een school uiterst leerrijk is. Een wandeling langs de 4 in klaverblad aangelegde vijvers tonen je de immensheid van het domein aan. En ook hier weer kan je op mooie informatieborden te weten komen welke inheemse vissen er in die vijvers het schone weer uitmaken. 
Nu ging het voor mij via nieuw aangelegde wandelpaden langs de grote heuvel naar de Zuidlede. Het topje van die heuvel was te bereiken via een cirkelvormig pad dat rond de heuvel kronkelde. Daarboven had je uitzicht op een tuin in aanleg. Waterpartijen moesten nog in vijvers herschapen worden, mooie wandelpaden gaven reeds de vorm aan van het beoogde doel. 
Langs de Zuidlede, die deels door het domein kronkelt verliet ik aan de zuidkant het domein.  Nog een kilometerke of 2 en mijn toerke zat er op. Ik was rond. Zoals gezegd kom ik hier nog wel eens terug want dit domein is echt een topper.  En soms, ja soms wanneer je niets verwacht kom je op je weg zulke leuke verrassingen zoals deze tegen. Dat heb je niet voor wanneer je thuis blijft zitten. Ik heb al dikke spijt dat het weer zolang geduurd heeft vooraleer ik terug in gang schoot ! Op naar de volgende ! Nu nog even de fotokes er op zetten en klaar is kees.