maandag 22 februari 2021

Op Stap met Staf en de Kalkense Meren.

De 'goesting' om er op uit te trekken begint stilaan terug vorm te krijgen. De laatste weken liep deze op de hoogte na een beetje synchroon met de stagnerende coronacijfers. Gisteren zondag was het weer veel te mooi om thuis te blijven maar daarover straks ietske meer. Eerst een rapportje over een toerke, iets dichter bij huis.

Het prachtige sneeuwlandschap van een dikke week geleden lokte veel mensen naar buiten. Zo kon ikzelf ook niet weerstaan aan het hagelwitte sneeuwtapijt en breidde voor mezelf op het goed vallend uit er een fikse wandeling aan hier in het mooie dorp Haasdonk. Haast had ik geschreven 'mijn geboortedorp' maar dit is fout want het ledikant waar mijn moeder van me beviel stond in de koekestad. Hier in het Waasland ben ik 40 jaar geleden aangespoeld. De stadslucht beviel me niet meer en hier in het land van 'Awa en nèm'  heb ik me steeds welgekomen en op mijn gemak gevoeld. 


Na het ruimen van de sneeuw op het voetpad, ik ben immers een plichtsbewuste inwoner, was ik schuppes. De bunderwegel bracht me tot aan de steenweg die naar het fort van Haasdonk leidt. Triest om te melden is wel dat men in deze wegel zinnens is om een hele rij mooie hoogstambomen op te offeren aan woningbouw. Let op, men zal wel aanvoeren dat deze bomen ziek zijn zodat de bouwpromotoren hun slag wel thuis zullen halen. Zonde zou het zijn. Gelukkig wordt er vanuit verschillende natuurverenigingen en ook door lokale bewoners actie gevoerd om hier tegenin te gaan. Laten we hopen dat het iets uithaalt maar ik vrees ervoor. In de Fortstraat, een hobbelig kasseibaantje dat je naar het Fort brengt, kon je de hoogspanningsdraden in de koude lucht horen zingen. Wat een prachtig uitzicht op de weiden had je hier zeg ! De ganse natuur was bedekt met een mooi laagje sneeuw. De fortgracht begon al stilletjesaan dicht te vriezen. Het toertje rond het fort sloeg ik deze keer over en laveerde richting bossen van Haasdonk. Ook hier waren er schilderachtige sneeuwtafereeltjes te vinden. De takken van de bomen en de varens, bezwangerd met een laagje sneeuw, zorgden voor een sfeëriek decor. 'Dezeke Vader begon zijn beddeke uit te schudden', was een uitspraak van m'n moeder zaliger om nu aan te geven dat het terug lichtjes begon te sneeuwen. De Ster was de volgende stop. De grote vijver in dit provinciaal domein lag er eveneens idyllisch bij. Weinig volk was daar op de been. Vanuit De Ster stapte ik de rijweg over naar het andere deel van het Bos van Haasdonk. Het deel waar tijdens de boerenkrijg Tassijns het loodje legde. Haasdonk speelde aan het einde van de 18de eeuw als kantonnale hoofdplaats een belangrijke rol in de Boerenkrijg in het Waasland. Er vond een opstand plaats en Jean Baptist Tassijns werd door het Franse leger gefusilleerd in de bossen van Haasdonk. Tot voor enkele jaren terug werd er in oktober een boerenkrijgverlichting gehouden met enkele duizenden theelichtjes. In diezelfde bossen van Haasdonk bevindt zich nog steeds een herdenkingsplaats. Op deze manieren worden de woelige jaren tijdens de Boerenkrijg in ere gehouden. Ergens in een hoekje van de straten rond de sjieke villa's in de Dennenlaan loopt er een trage wegel tot in de Kruisstraat. Deze wegel zoomt voor een groot deel het militair domein van de Westakkers af. Als je even door de afspanning loert zie je een verwilderde troep struiken en omver liggende bomen. Het geheel dan nog eens overwoekerd door netels en doornen. Ik durf wedden dat deze verwildering tot stand kwam na de afschaffing van de dienstplicht. Het was wel een mooi padje waarop er wat leven viel te bekennen. Een verlaten spoorwegbedding die vanuit het militair domein tot aan de Kruisstraat liep viel er nog te volgen. Eens in de Kruisstraat pikte ik nog een andere trage wegel van een 700-tal meters op die tot in de Stuurstraat loopt. Deze had ik bij vorige tochtjes nog over het hoofd gezien. Voor een groot deel loopt deze naast een diepe beek en eindigt aan het dierenopvangcentrum in de Stuurstraat. 

Een deel van deze paadjes heb ik enkele dagen later met mijn knuffelcontact 'Stafke', mijn kleinzoontje  overgedaan. De sneeuw was al gesmolten Ja toch wel, ik verschoot dat dat ventje zonder problemen een volle 7km meestesselde. Het venteke is ten slotte nog maar 4 jaar. Het leverde me wel een stevige reprimande op van de grootmoeder die deze queeste onder de rubriek kindermishandeling catalogeerde. Ik meende nog aan te voeren dat de Spartanen, oud Grieken, hun borelingen in de sneeuw rolden om hen te harden. Dit argument zou niets uitgehaald hebben. Het zou weerlegd worden met de stelling dat je met je tijd moet meegaan en niet moet afkomen met zaken die nog van voor onze jaartelling dateren. Stafke was wel moe maar hij heeft geen kik gelaten. Een paar dagen later hebben we er nog wat lol bij aangebreid ! Een stevige wandeling op het Sint Anneke en daarna met de waterbus naar Liefkenshoek. Jong geleerd is oud gedaan .... en dat is van alle tijden 😇😇😇. Ik heb er wat fotokes van getrokken. 



En nu naar de Kalkense Meersen. Een voor mij onbekende dame had me via FB een uitnodiging gestuurd om lid te worden van de FB-groep 'Kalkense Meersen'. Een onschuldig groepeke dus en ik stemde toe. Het gevolg was dat er nu regelmatig mooie fotokes van dit natuurdomein in m'n posts verschijnen. Het is daar één van de laatste stiltegebieden in Oost-Vlaanderen en aangezien ik daar nog nooit geweest was, was het nu de moment. Dit 600 hectare groot natuurgebied ligt tussen de dorpskernen van Kalken, Overmere, Uitbergen, Schellebelle en Wetteren. Als een van de grootste overblijfselen van de Scheldemeersen vormt het een laaggelegen vochtig gebied in de voormalige overstromingsvlakte van de Schelde. Door het gebied loopt ook een oude Scheldearm, die bij een rechttrekking van de Schelde werd afgesneden. De gebieden waren te nat om te voldoen als bouwgrond. Tot in de 19e eeuw werd hier turf ontgonnen. Zo ontstonden poelen die vogels aantrekken. Het is een aaneensluiting van de Kastermeersen (Wetteren), Broekmeers (Kalken), Springels (Wetteren), wijmeers (gecontroleerd overstromingsgebied Uitbergen), Molenmeers (Kalken), Scherenmeersen (Overmere) en Belham (aan de Bellebeek - Den Aard). Het bestaat uit nat grasland met grachten en poelen met rietkragen en knotwilgrijen rond een oude Scheldearm. Het gebied is Europees beschermd als onderdeel van Natura 2000-gebied 'Schelde en Durme-estuarium van de Nederlandse grens tot Gent'. Je kan er fietstochten maken met het knooppuntennetwerk. Wandellussen leiden je langs de mooiste plekjes van het gebied met een prachtig zicht op de diverse fauna en flora. In Schellebelle steek je met het voetveer de Schelde over naar het gehucht Aard, waar de wandelingen starten. Ik geraakte niet tot aan dat gehucht Aard want de wegen ernaar toe waren al vanaf de scheldebrug in Wetteren afgesloten. Ik denk dat er teveel wandeltoeristen verwacht werden. Slimme zet van het lokaal bestuur want het liefst rijden de meesten er met hun auto dwars door. Het werd een geweldige uitstapje. Ook al stond de natuur er wat kaaltjes bij, het ruige karakter ervan had zeker zijn charme. Deels langs de scheldeboord, deels langs verharde paden en deels op modderige paadjes tussen de moerassen door verliep het tochtje moeiteloos. Toch was er redelijk wat volk op de been zonder van een overhoop te moeten gewagen. Ruiters kwam je er ook tegen en velen die zich op skeelers langs de jaagpaden zich amuseerden. Ik was alleen, dus veel verhaal werd er niet gemaakt. Kroegen voor een stop waren eveneens not done. Rustig wandelen en genieten van de omgeving was het enige wat je doen kon. Al vlug werden de schaduwen langer en langer en stond de zon al vlug op een uurtje van haar ondergang. Aan het veer gelegen aan de Aard stond al een hele meute wandelaars op hun pontje huiswaarts te wachten. Dat moest continue over en weer varen met een lading wandelaars. Als sardienen op elkaar gestouwd ... leve de coronaregels. Mondkapjes, golden precies niet voor iedereen. Ik ga nu niet beginnen meuzzen want daarvoor was de dag veel  te schoon. Ik wil met de wandelmaten zeker nog eens langs komen want er moet nog heel veel ontdekt worden in dit gebied. Ik ben benieuwd hoe dit er in de zomer uitziet. Het trajectje ligt al klaar.
.

donderdag 4 februari 2021

Rondomrond Temse

  


Mijne spirit is nog niet zoals het hoort. Verleden week gaf mijn goesting opnieuw forfait. Het slecht weer dat voorspeld werd en de domper op het moreel door al die covidmiserie werkten ongetwijfeld dit forfait in de hand. Het wordt alsmaar moeilijker om lichtpuntjes te ontwaren zodat er wat perspectief voor de toekomst komt. In afwachting hiervan zoek ik soelaas in het feit dat klagen misplaatst is wanneer er zovele mensen veel erger getroffen werden. 

Genoeg palaver, ik ging vandaag stappen. Het werd een duotrippeke. Den Hugo had een toerke van 23 paaltjes rond Temse bijeen gefikst. De Marc en den Angelo lieten voor vandaag de wandelbeker aan hen voorbijgaan. De Marc zit met verbouwingswerken aan zijn kot en onzen Angelo zijn bottienen draaien nog altijd op ralenti. Ik denk zelfs nog met opgetrokken choke want ze geraken net zoals de mijne niet goed opgewarmd. De Ronny en zijne Catsjoe belden dan weer in extremis af. Kwestie van even tot rust te komen om zijn stress wat te reduceren. Stress ten gevolge van de nimmer aflatende druk vanuit familiale hoek. Als een altruïstische duizendpoot slooft hij zich uit voor zijn hoogbejaarde tantekes. Hun ontelbare onvoorziene akkevietjes worden geacht door hem opgelost te worden. Dat vreet op den duur aan je lijf. De Catsjoe daarentegen zal daar weliswaar iets minder last van hebben volgens mij. 

Ik dus op trot met den Hugo. Het vertrek aan de statie van Temse stond geprogrammeerd op 9u. Het was mooi open weer maar vrij fris. De weergoden zouden voor vandaag in een goede bui zijn en dan zou het wel vlug opwarmen. Bij het bekijken van de wandeling vreesde ik een beetje dat er veel 'goudron' aan bod zou komen. 'Goudron' is een uitdrukking van Franse randonneurs wanneer er veel op asfalt en beton moet gelopen worden. Ik heb me daarin vergist. Niets daarvan, het werd een rijk gevarieerd uitstapje. Akkerwegels, jaagpaden, stukjes rijweg, dreefjes, deze kwamen mooi afwisselend aan bod in een prachtig heuvelend landschap dat, kenmerkend voor het Waasland, haar bolakkers prachtig uitspreidde.

Om tegemoet te komen aan de voedselvoorziening bij dreigende tekorten tijdens de oorlogsjaren zorgde de Boelwerf in Temse ervoor dat de arbeiders konden beschikken over volkstuintjes. Aan deze tuintjes maakten we onze eerste stop. We kwamen een biljartmaat van den Hugo tegen. Julien was onderweg naar zijn hofke. Dat deed hij elke dag. Deze 83-jarige volkstuinier was zo vriendelijk ons even kennis te laten maken met de vruchten of beter gezegd de groenten van zijn noeste arbeid. Alles was al in gereedheid gebracht voor het planten van zijn zaaigoed. De serres proper gewied, de perceeltjes netjes gerakeld, de klimranken voor de tomaten in geef acht, de preistengels klaar voor de oogst. Hij betaalde 55€ per jaar voor de huur van zijn tuintje. Julien zorgde even voor een aangenaam intermezzo. 

Vervolgens kwam het kerkhof van Temse in beeld. Een indrukwekkende dodenakker mag je deze wel noemen. Pompeuze grafkelders en imposante monumenten uit de beide grote wereldbranden getuigen hier van een bewogen geschiedenis. ‘God ziet U’, ook hier - monumentale crucifixen waakten hier over de zielerust der dierbaren. Den Hugo zorgde voor de ondertiteling. Raoul, den Hugo zijn allerbeste maat zaliger, ligt hier ter ruste. Raoul verloor bijna 4 jaar geleden het leven bij een smartelijk fietsongeluk. Shit happens. Dit verlies heeft onzen Hugo diep geraakt. Een bonjourke aan het steentje van Raoul was hier zeker op zijn plaats. Toen ik het Pieterpad liep en Hugo enkele etappes tot in Maastricht met me meeliep droeg hij de foto van zijne maat op zijn backpack. Beklijvend toch ? 

Langs de noordrand van Temse stesselden we verder door tot aan het domein Waasmeer in Tielrode. Dit domein ontwikkelde zich op het terrein van een voormalige steenbakkerij waar rond de onder water gelopen kleiput ongecontroleerd een camping uitgroeide met illegale bouwsels. De bijna zeshonderd bewoners van het Waesmeer in Tielrode kregen in 2008, na jaren onzekerheid eindelijk de garantie dat ze er mochten blijven. Een Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan regulariseerde toen de permanente bewoning in de zone met weekendhuisjes. 

De Roomacker, een provinciaal natuurdomein gelegen in Tielrode werd het volgende agendapunt. De drie kleiputten in dit domein behoorden toe aan de steenbakkerij A.M.T. Nadat de kleiwinning in het gebied was stopgezet, vulden de putten zich geleidelijk met water. In de oudste put (gegraven van 1930 tot 1942) ontwikkelde zich een rijk visbestand. Vlak na de fusies was de intercommunale van het Land van Waas op zoek naar een nieuwe stortplaats voor het huishoudelijke afval in de regio. De voorkeur van de intercommunale ging uit naar Tielrode. Onder impuls van milieuwerkgroep 'Ons Streven' werden de kleiputten in de jaren 80 gered van deze stortdreiging. In 1992 werd dit 12 ha grote natuurdomein aangekocht door de provincie Oost-Vlaanderen. Het kreeg de naam Roomacker, naar een toponiem dat in historische documenten werd teruggevonden.  Momenteel herbergen de drie putten een visrijke biotoop. Men treft hier niet alleen diverse soorten padden, kikkers en salamanders aan, maar tevens enkele opvallende verschijningen zoals het ijsvogeltje en de aalscholver. Het is een favoriete overwinteringplaats voor de kuifeend en jaarlijks telt men er meerdere broedgevallen van fuut en meerkoet. Ja goed, de paadjes waren wel modderig en vol plassen maar het bezoekje aan dit gebied heeft me aangenaam verrast. 
Wie we daar hebben ! Een ex-collega kwam daar aangewandeld met zijn madam. De René begot ! Zelf noemde hij zich indertijd Reneke met het kleine preeke. Samen met zijn echtgenote was hij ook op wandel. Ja zeg, 11 jaar geleden is het ondertussen dat ik hem voor het laatst zag. Wat gaat de tijd toch angstwekkend vlug. Het deed me oprecht plezier om deze minzame man terug te ontmoeten. Het bijpraten nam al vlug een half uurke in beslag. Als het Covid-gedoe dan al een positieve vermelding verdient is het wel deze die er voor zorgt dat er zovele mensen de weldaden van het wandelen leren kennen. Goed voor lijf en leden inclusief het mentale welzijn. Ik geef toe, dit laatste zou ikzelf iets meer ter harte mogen nemen. 

Nu ging het richting Elversele uit. Baantjes door weidse vlakten en modderige wegeltjes langs grachten en beekjes brachten ons tot daar. Het water in de beekjes stroomde vlotjes. De zware regenval van de laatste dagen zal hier wel debet aan gehad hebben. Ik onthou hier de passage aan een voortuin van een huis waar snoeitechniek van mos en klimop op een kitscherige manier het decor bepaalden. Agrokunst noemt men zoiets. Een molentje, alhoewel keurig getrimd, was helemaal door klimop overwoekerd. Ik stel me vragen bij het beoogde resultaat. De overwoekerde wieken tekenden immers een onvervalste swastika af. Was het een toeval of was dit een subtiele uiting van sympathie voor een bepaalde ideologie ? Waarschijnlijk zoek ik het weeral te ver. Bon, het viel me op maar het stoorde me alleszins niet hoor. 

In Elversele botste ik op nog een kennis ! William, de broer van de buurvrouw, haastte zich naar de dorpschool om zijn kleinzoon af te halen. Veel tijd voor een babbel was er bijgevolg niet. Tot ziens William ! Eens Elversele door stapten we een stukje op de Sombeke - Oude Durme wandelroute en vervolgens door een deeltje van het Weymeerbroek in de richting van de Durmevallei. Dit gebied wordt gekenmerkt door het Groot en het Klein Broek. Gigantische bufferbekkens ingebed in een netwerk van nieuw dijken werden hier aangelegd bij de uitvoering van de werken voor het Sigmaplan. In het Klein Broek en Groot Broek werd er zo doende een uitgelezen plek geschapen voor recreatie. De gebieden zelf kun je niet meer betreden want die zijn nu voorbestemd om water op te vangen en er een zoetwatergetijdennatuur te ontwikkelen. Wel kun je langs de aantrekkelijke jaagpaden rond de ontpolderingen kuieren. De kleine mannen kunnen dan weer hun gade vinden in het speelbos aan de rand van het Groot Broek. De Koolputtensite heeft dan weer een nieuw leven als onthaalpoort voor de Durmevallei. Het historische Beerkaaihuis, aan de rand van het Groot Broek en eveneens een bezoekje waard heeft ondertussen een bijzondere bestemming gekregen. Kwetsbare jongeren kunnen hier terecht voor een time-out. Behalve bij extreme stormen, blijft het gebouw gewoon bereikbaar. Dit gebouwtje kwam tijdens onze wandeling niet aan de beurt. Ik had het al eens eerder verkend. 


De Mirabrug bracht ons naar de overkant van de Durme. Over het jaagpad / dijk volgden we de contouren van de Durme-oever. Metershoge rietkragen zomen hier haar oevers af. Hier en daar werden ze gekapt en kon je zo een ruimere blik werpen op de slibbedding van de Durme. Vanop de dijken kijk je in de andere richting neer op de moeraspartijen, meersen genoemd, die hier het decor uitmaken. We zaten in het gebied dat de Binnenbunt wordt genoemd. Van boven op de nieuw aangelegde ringdijk krijg je een machtig uitzicht op de omgeving. Vroeger werd hier turf gewonnen, vandaag doen de oude turfterreinen dienst als overstromingsgebied. Maar geen nood: je staat hier niet permanent met de voeten in het water. Slechts enkele malen per jaar – bij stormtij – wordt hier het overtollige water opgevangen. Die overstromingen laten wel de typische slikken en schorren achter die dit gebied kenmerken. Je kan het hele gebied bewonderen vanop de mooi aangelegde ringdijk. Je kijkt uit over groene vergezichten die zich rond de rivieren nestelen. Hier is het heerlijk uitwaaien en kan je genieten van een zeldzame, totale rust. Niet schrikken als je op een kudde grazende Gallowayrunderen botst want die helpen hier bij het graasbeheer en doen niemand kwaad. Wij troffen er in de verte zelfs een troep grazende reetjes aan. Aan het deurgat van de welbekende kroeg ‘de Oude Bunt’ kon je een koffietje of een aanverwant artikel op de kop tikken. Take Away wel te verstaan. Den Hugo trakteerde me op een bakkie pleur. Sympathiek van onze maat. Uitbaters proberen hoe dan ook het hoofd boven water te houden. Toch las ik onlangs dat ook die Take Away toestanden aan regeltjes gebonden liggen. Dranken moeten in een afgesloten beker afgeleverd worden, je mag niet stilstaan … wat een muggenzifterij toch … probeer zo maar eens van je koffietje te drinken. Hopelijk is de kroegbazin van de Oude Bunt op de hoogte van deze verordeningen. Een kommaneuker van de inspectie of politie die geen verschil ziet tussen letter en geest van de wet zou wel eens heel ambetant kunnen doen. Zo, nu moesten we nog terug aan de overkant van de Durme geraken. Het veer kon daar aan tegemoet komen. Onderweg naar het veer kwam den Hugo nog een kennis tegen die met zijn madam een wandelingetje maakte. Het betrof een kennis uit zijn geburen. Aan het veer zelf meende onze maat nog iemand te herkennen die daar ook op het veer wachtte. Het daagde bij onzen Hugo toen het de voorzitter van de carnavalsgilde in Tielrode bleek te zijn. 

Zonder ongelukken zette de veerman ons over de Durme. Het ging weer richting Temse uit. Een heel stuk wandelden we over de binnendijk tot aan de industriezone. Deze binnendijk omsluit de ganse potpolder die tot aan de Schelde grenst. Een erg mooi stukje was dit doch in schril contrast met wat er volgde. Eerst de industriezone en daarna volgde er een paternoster van luxueuze appartementen langs de Scheldeboord. Legoland tot aan de oude dorpskern, daar kan je het mee vergelijken. Een voetpad trof je er niet aan. Als voetganger dien je daar een breed pad te volgen dat eerder een fietsboulevard lijkt. Opletten dus voor de iets te snelle wielerfanaten want ze rijden je er van je sokkel. De peperdure wanstaltige appartementsgebouwen met hun megaterrassen die de Scheldeboord daar afboorden verknoeien voor mij het ganse Scheldepanorama. Het is zonde. Volgens den Hugo kunnen de bewoners niet eens op hun terras zitten want ze waaien er gewoonweg omver. Ik hou helemaal niet van moderne bouwsels die het landschap minachten en buiten het exclusief komfort voor de bewoners enkel tot doel hebben om het aanbeden gouden kalf van grondspeculanten en bouwpromotoren nog wat vetter te mesten. Dan hebben de statige oude huizen op de oude dorpskaaien meer charme. En zeker bij avond wanneer de lichtjes in de huizekes en kroegen branden. Maar ook daar op die kaai regeren ondertussen de wetten van het grote geld. Een bouwondernemer die er verfraaiingswerken uitvoerde huurt nu van de gemeente het ganse kaaiengebied aan de rede van Temse. Dit voor 30 jaar. Nu valt er te betalen om je auto er te stallen. De bewoners van de omgeving hebben dit ongetwijfeld met grootse dank nederig aanvaard. Ik betwijfel ten zeerste of de buurtbewoners hiervan op de hoogte waren bij het toelichten van de verfraaiingswerken. 

Mijne stapmaat ontpopte zich tot een echt orakel op deze laatste kilometers. Dorpsgeschiedenis, notabelen en hun verdiensten, vleugjes jeugdsentiment, wetenswaardigheden allerhande … een waterval aan woorden maar vooral de retoriek omtrent de scheepsbouwwerf ‘Boel’ stond bol van degelijke kennis en nostalgie. Een heel leerrijke uitstap ben ik rijker. We waren rond. Daar kwam de statie terug in zicht waar we afscheid van elkaar namen. Ik had deze wandeling iets saaier ingeschat maar zoals eerder gezegd verraste ze me. Het werd bijgevolg een heel toffe stapdag. Dit in uitermate aangenaam gezelschap. Txs Hugo!