donderdag 26 februari 2015

Diest en omstreken. Flaneren tussen het Hageland en de Kempen.

Zekerheden in't leven ? Ze bestaan gewoonweg niet ! Een stevig rondje stappen in Vlaams Brabant met een grabbel aan hoogtemeters erbij wat de oorspronkelijke bedoeling was maar enigszins anders uitdraaide. Halve waarheden bestaan dan weer wel, in mijn geval was dat dus een half toerke. 




Mijne stapmaat was hersteld van zijn griep en samen met zijne Catsjoe zijn we er terug op uit getrokken om nog een paar kilometerkes te lanterfanten langs Vlaanderens wegeltjes. Het KMI voorspelde een droge dag dus hadden we chance om juist deze dag er uit te mogen plukken. De dag begon eerst nog redelijk mistig maar in de voormiddag ruimde de mist vlug baan voor wat meer open weer. Altijd plezanter dan in de regen te ploeteren. Diest was de bestemming en daar aan het station aangekomen was het al behoorlijk stemmig stapweer. 
Als voormalig graafschap van het Karolingische rijk lag Diest niet enkel aan de Demer maar ook op de handelsweg  Brugge - Keulen. Over stadsrechten beschikte deze Demerstad al in 1229 en in de 13de, 14de en 15de eeuw kende de stad grote welstand dankzij de graan, landbouw  en veemarkten. Vooral het Diestse laken bezorgde deze Demerstad een paar middeleeuwse Michelinsterren.
De verslagen van de vele belegeringen bij de vorming van Europa, en dit door haar lange geschiedenis heen, getuigen van het economisch belang die deze stad tot een gegeerde twistappel maakte. Een serieuze verflaag Oranje kleurt nog steeds de stad en de Nederlandse koning Willem Alexander mag er nog steeds de titel van 'Baron' voeren. 
Eens de trein uit zijn we er aan begonnen met een slordige 25 km in't vooruitzicht. Het terrein begon al redelijk heuvelend. Prima om de toon te zetten. Een heel stuk langs de Demer gelopen tot aan de Maagdentoren in Zichem. Mooi stukje met aan de rechterzijde van de Demervallei enkele mooie huizen die tegen de berghelling aan werden gebouwd. Onderweg een merkwaardig kruiswegkapelleke tegengekomen : 'Ons Lieve Vrouwke met het Kinneke Jezus en Zijne Voetbal'. Echt proper oogde de Demer niet. Nogal een bruin rivierke die me terug deed denken aan de Gironde in Bordeaux. Zei het wel op een iets bescheidenere schaal.

De Maagdentoren in Zichem was de volgende stop. Veel heb ik er niet van gezien want hij was helemaal ingepakt vanwege de restauratiewerken. Zaten daar vroeger jaren allemaal jonge maagdekijns opgesloten ? Wachtende op hun prins met zijn wit paard ? Intrigerend die benaming ! Ik heb het dan maar eens opgezocht. De toren wordt ook al eens de Demertoren, Markentoren, Mariëntoren, Lanteerntoren maar ook Het Vat van Zichem genoemd. De legende van de vermaarde veldheer Don Juan, landvoogd van de Nederlanden die hier zijn oranjekasteel betrok vindt hier haar voetnoten. Rosita, zijn enige dochter en prinses moest de hoge, door haar vader in haar gestelde verwachtingen inlossen. Zijn dochter was voorbestemd om een machtige ridder tot echtgenote te worden. Zijn roem en eer zouden er dan ook wel bij varen. De zoon van een simpele wapenhandelaar kwam echter wat roet in Don Juan zijn eten strooien door Prinses Rosita hare kop zot van hem te maken. Hoe kwader don Juan werd, hoe verliefder de prinses werd op hare proletariër. Ze smeedden zelfs plannen om te trouwen.
De twee nonnekes die garant moesten staan voor Rosita's deugdelijke opvoeding kregen de opdracht om haar op andere gedachten te brengen. Dat was allemaal niks gekort en Don Juan werd daardoor zo kwaad dat hij zijn Rosita met haar nonnekes en al opsloot in de donkere toren. Ze mochten er alleen terug uitkomen als ze haar trouwplannen had opgeborgen. Allemaal boter aan de galg moet het geweest zijn : Prinses Rosita en haar horige Jan met de Pet voelden zich nu éénmaal tot elkaar voorbestemd. Dit tot de grootste wanhoop van Don Juan. 
Op een morgen echter werden er 3 vrouwen aan elkaar samengebonden aangetroffen op de oevers van de Demer. Een plons die gevolgd werd door hulpkreten. Onheil ! Ook voor Don Juan kwam het allemaal te laat. Hij werd waanzinnig toen hij steeds maar weer de smeekbeden van zijn dochter hoorde. 
De toren zelf is een uitzonderlijk exemplaar van laat-middeleeuwse militaire architectuur. Het is een grenstoren van het hertogdom Brabant. Onderaan zijn de muren 4,2 meter dik en bovenaan 1,8 meter. Uitstekend geschikt om destijds de zware beschietingen te kunnen weerstaan.

Van beschietingen moesten we niet weten maar picknicken aan de maagdentoren was wel de moeite. Gebakken petatjes met vol au vent. Het klassiek branderke deed weeral zijn werk. Heerlijk en binnen de kortste keren hadden we al wat klap van een voorbijgangster met haar 2 Yorkshire murmeltjes luisterend naar de stoere namen Jules en Jef. Catsjoe was uitgelaten met hun bezoekje. Ook al was de dame in kwestie na de leuke kennismaking reeds lange tijd vertrokken, Jules of was het nu Jef verkoos echter om bij ons te blijven. Eerst nadat zijn bazinneke al 500 meter verder was, viel zijn hondenfrank. 
Het is niet mooi om met iemand's fysiek voorkomen te grapjassen. Ik weet het maar toch valt het soms al wel eens moeilijk om zich hier niet schuldig aan te maken. Eens terug op stap viel er in de verte een manneke op dat onze richting uitpikkelde. Volgens mijne maat moest er een serieus steentje in zijne schoen gezeten hebben. De manier waarop hij liep was op zijn minst merkwaardig. Zijn stap had veel weg van een mengeling tussen hiphoppen en hinkstapspringen. Hij teende op ons af. Leuke ontmoeting weeral met dit kereltje. Met 'Bet hem ?' en daarmee duidelijk op de Catsjoe doelend opende hij de conversatie. 'Nor wor heddet ?' was zijn volgende vraag. Scherpenheuvel lag als antwoord voor de hand. We vroegen hem of hij daar in Scherpenheuvel geen stemmig kroegje wist. Alsof hij de inspiratie vanonder zijn klakske moest uithalen, deze over en weer over zijn bolleke schuivend, raadde hij ons het cafeetje over het kerkhof aan. Waar het juist lag kon hij echter niet vanonder zijn klakske halen maar het kerkhof, daar moesten we zijn en daar zouden we 'Boenk eroep' zitten. Met bijkomend advies raadde hij ons de 'Averbode' aan als streekbiertje. Proberen te onthouden !
Onderweg naar Scherpenheuvel nog eens een staaltje van onverantwoord rijgedrag ondervonden van een bestuurster. We liepen op de rijweg aan de linkerkant. Geen voetpad nada. Komt daar een witte auto aan en 'k ga niet beweren in volle snelheid maar toch. Achter ons aan kwam er ook een wagen aan, die we niet zagen naderen. In plaats van vaart te minderen en ons, de voetgangers naast de baan, tijd te geven om zich wat veilig op te stellen ... neen, met luid getoeter eiste ze haar doorgang en plaats op op de baan. Mijne maat moest wegspringen waarbij hij een tik met zijn hand tegen haar portier niet kon vermijden. 't Mens stopte wat verder en die was gewoon histerisch. Niks aan aan dat portier en 'Dat gaat ge betalen !'. Gewoon buiten haar zinnen. Vloeken en schelden, doorrijden en daarna nog eens terugdraaien om ons blijven te volgen zodat ze telkens weer opnieuw haar gal kon spuwen. Toen we een landweg indraaiden, waar ze ons niet meer kon volgen, moest haar frustratie op zijn toppunt geweest zijn. Ze ontplofte bijna. Waarschijnlijk had dat mens nog nooit gehoord van zwakke weggebruikers en oordeelde ze dat voetgangers maar moesten wegspringen als ze eraan kwam gereden. Ach wat zijn er toch domme domme mensen. In alle geval heeft ze met haar vertoon een mooi staaltje van verkeersopvoeding gegeven aan hare kleine, ik denk een manneke van een jaar of 6, die zonder gordel naast haar zat op de passagierszetel. Trien verdomme !
Tijdens onze picknick had de Ronny een ontmoeting geregeld met een lieve ex-collega Rita. Nu we toch in de geburen waren schoot het initiatief om haar eens op te bellen onverwacht bij hem te binnen. De basiliek van Scherpenheuvel konden we niet links laten liggen. Santiago de Compostela in een miniversie. Maar eens we daar aan de basiliek zaten, zou Rita even langskomen voor een bonjourke. We moesten maar laten weten waar ze naartoe moest komen. De restaurantjes, cafeetjes en winkeltjes daar aan die basiliek zorgen wel voor wat sfeer. Café 'De Pelgrim' leek me dan ook op het lijf geschreven om elkaar na zovele jaren nog eens te ontmoeten. Geweldig weerzien, en 't ging haar goed ! Veel gebabbeld en gelachen, de dwaze stoten van vroeger terug opgehaald en doorgespoeld met de getipte Averbode. Van nog terug verder te stappen naar de eindmeet kwam niks meer in huis. Afgeklokt op een 12 à 13 kilometertjes was het stapavontuur afgesloten voor deze dag. 't Werd zelfs zo laat dat Rita ons voorstelde om ons terug naar de statie in Aarschot te voeren. Ja, waarom niet ? Als we dan toch in Aarschot zouden belanden, waarom dan niet ineens nog rap een restaurantje binnenduikelen ? 
Onderweg naar Aarschot heeft ze nog een ommetje gereden om het huizeke van de Jeroen Meus in Schoonderbuken te tonen. Wat een lap zeg ! 
En de verwondering bleef nog even niet uit. Op het marktpleintje in Aarschot loop ik daar de Michel tegen het lijf. Ook een ex-collega en bovenstebeste kerel, weliswaar tientallen jaartjes jonger maar toch een vent waar ik enkele jaren hartelijk mee heb mogen samen werken. Hij was frieten gaan halen aan het kraampje op de marktplaats. Wat een fijne verrassing zeg en wat is de wereld toch klein hé ? Als ik ooit nog eens meespeel in de één of andere highlandgames mag ik hem zeker niet vergeten te vragen om eens een airke te komen blazen op zijn doedelzak. De bagpipes maken nu zijn leven uit. Deed me echt plezier om die toffe gast terug te kunnen zien. Jammer dat hij zijn frieten al had gaan halen anders hadden we hem mee kunnen tronen naar het restaurantje. Iets verder was er er eentje open. In de verste verte niet kunnen vermoeden dat we op het marktje daar in Aarschot een Egyptenaar zouden gaan opeten :-).
De mooie dag zat er weeral bijna op zie. Hop naar de statie. Nog een laatste afsluiter met Rita in het stationsbuffet en nu kunnen we weeral uitzien naar de volgende wandeling.




woensdag 18 februari 2015

Tussen de Aisne en de Ourthe : Barveaux en Durbuy

Nu wil ik onze Vlaamse Ardennen niet in de schaduw stellen maar de echte Ardennen bij onze Waalse compatriotten bieden bij wijlen toch ietske meer. Zeker als het op gebied van recreatie en culinaire aangelegenheden aankomt, zit je daar gesetteld. Dat gewiekste vakantiepromotoren hier geld hebben geroken hoeft geen betoog. Echter, een rugzak, een paar goei bottienen, een paar wandelstokken en je ogen volstaan om jezelf een dagje te verwennen zonder dat het je een rooie duit kost. Om volop van de natuur te kunnen genieten moet je dat dus te poot doen, zoveel is zeker. Met de motor, wat natuurlijk ook heel plezant is,  heb ik er al dikwijls rondgetoerd maar je zintuigen heb je dan volop nodig voor andere zaken. En, de mooiste stukjes zoals het jaagpad in de meanderende Outhevallei of een rotsdoorgang .... vergeet het maar met zo een machien !
En avant ! Vroeg de trein genomen, al om 06u26 in het vertrouwde stationneke van Beveren-Waas om zo over Gent naar Luik en dan richting Marloie te sporen. Afstappen in Barvaux en hop. Met het uitstippelen er vooral op gelet dat Durbuy, het kleinste stadje van België, mee betrokken werd in de wandelpartij. Een toerke van 25 km met ongeveer 600 hoogtemeters heb ik gefabriceerd uit flarden voorgekauwde wandelroutes en stukjes Grande Randonnée. Prima trajectje dus voor de conditie op peil te houden tegen dat de trip naar Sevilla er aankomt. 





Prima treinrit deze keer. Geen enkele vertraging en bijgevolg geen enkele aansluiting gemist. 't Is altijd gokken als je een treinritje van bijna 4 uur inplant. Mijne stapmaat de Ronny had deze keer in plaats van zijn hondeke zijn kat gestuurd. Geveld door de griep was hij nog herstellende. Volgende week zal hij wel genezen zijn en kunnen we weer samen er op uit trekken. 
Onderweg naar de bestemming bleek bij het aanbreken van de dag het ochtendgloren plaats geruimd te hebben voor een dik pak mist. Hier en daar onderweg in heel dichte flarden maar het zou mooi weer worden. Het zonneke moest nog met haar werk beginnen. 
Afgestapt in Barvaux en op't gemakske naar de dorpskern gewandeld waar er de wekelijkse markt werd gehouden. Een verleidelijk braadworstenkraam heb ik kunnen weerstaan. Ik sta versteld van mezelf. Vlak aan dat marktje kan je een mooie wandelweg volgen {voor de zondagstappers :-) }. Een verzorgd betonnen jaagpad met vele rustbankjes naast de Ourthe brengt je na een 7 tal kilometertjes in Durbuy.  Dit stukje weg kwam me hoe langer hoe meer enigszins bekend voor. Na wat elementair denkwerk bleek dit stuk een deel te zijn van de GR57 (Angleur in Luik naar Diekirch in Luxemburg) die ik enkele jaren ervoor had gelopen. Enig verschil was de massa toeristen die toen daar die contreien frekwenteerde en dat het er nu vrij rustig was. Vandaar dat mijn déjà vu - gevoel min of meer vertroebeld werd. Prachtig stukje weg en alleen zo op stap met de vogeltjes die zich al flink laten horen, 't is gewoon zalig. Tussen de rotswanden door de Ourthe volgend die op de brede stukken blijkt stil te staan maar dan weer op de nauwe doorgangen snel stroomt en in zijn verval schuimkopjes op het oppervlakte tovert.

De Ourthe en de Aisne, de twee rivieren die charmant door het landschap slingeren en gevoed worden door honderden beekjes, kenmerken wel een heel speciaal landschap. De rotsen die over de valleien hangen geven haar een specifiek karakter. Deze landstreek slaagt er in de 3 geografische streken, de Condroz - de Famenne en de Ardennen met elkaar te laten harmoniëren. De stad Durbuy, centraal gelegen in deze natuurpracht, heeft de taak op zich genomen om deze streek te promoten en er op toe te zien dat het toerisme en de daarbijhorende commerce geen stokken in de wielen steken van een doorgedreven natuurbeleid. Ik hoop me daarin niet te vergissen.
Durbuy, het kleinste stadje ter wereld, is bijzonder pittoresk. De begrippen gastronomie en erfgoed liggen daar in de bovenste schuiven van het stadhuis. Nauwe en bochtige straatjes, stenen huizekes uit de 17de en de 18de eeuw, het voormalige Franciskanerklooster, een kasteel. Een bezoekje waard.
Met de lus in achtvorm uit te stippelen ben ik er 2 keer doorgewandeld. Een eerste keer richting Le Palange helemaal bovenaan de Ourthevallei en een tweede keer op de terugweg naar het station om er een pint te pakken. Op een luxe terraske jawel ! Terraskacheltjes, dekentjes ter beschikking van de verkleumde toeristen die kost wat kost een terrasje willen doen. Kost wat kost ? Jawadde, de prijzen zijn er behoorlijk aangedikt. 4,90€ voor een simpel Grimbergske. 'k Moet bekennen dat je er zuinig aan nipt dan. Eigenlijk smaakte deze pint helemaal niet, het je een gevoel gevend dat je eigenlijk geript wordt. Zelfs de bijgeleverde olijfjes in een sjiek potteke konden dat gevoel niet onderdrukken. Maar goed .... leven en laten leven. 
De terugweg van Durbuy naar Barvaux was even puffen. Echt in vogelvlucht een weggetje uitgestippeld zonder rekening te houden met het terrein. De oorspronkelijke 7 km waren er nog maar 3. Voor wat hoort wat ! Iets opzij van de dorpskern, sorry stadskern loopt er een in de rotswand uitgehouwen trappenpaadje helemaal naar boven. Een trappenklim van rond de 150m steil omhoog. Even puffen was toch niet te vermijden. Ook deze keer weer een prachtig panorama over het stadje. Eens boven, 3km in dalende lijn en rechtuit naar Barvaux. Je stapt rap bergaf maar geloof het of niet, het is zoveel keer meer belastend voor je corpus dan bergop. Niettemin ik heb er weeral mijn plezier aan gehad.
Ik kan er dus weeral even tegen. Volgende keer als de Ronny genezen is ga ik samen met hem en de Catsjoe eens Diest verkennen. Diest, op de scheidingslijn van de Kempen en het Hageland. Ook de moeite en in het passeren van Scherpenheuvel ..... een fotoke van 'De Ram' voor Leo, een dorpsgenoot ;-) . Nu zaterdag staat de pelgrimsmis en de pelgrimszegen in de St. Rombouts van Mechelen op het programma. Ik ben benieuwd. Ik krijg het gezelschap van Hugo, een pelgrim uit Temse die in het voorjaar vanuit Temse naar Santiago de Compostela zal stappen. Nu al een Buen Camino Hugo ! 
Ik mag zeker mijn fototoestelleke niet vergeten ....

zondag 8 februari 2015

Geraardsbergen en uit "Vlaanderens Mooiste" - De Muur en de Bosberg.

Met de klok mee wandelen of er tegen in ? Dat is altijd het afwegen waard wanneer je een luswandeling plant in de Vlaamse Ardennen. In dit geval maak je de afweging tussen enerzijds naar boven stappen aan stijgingspercentages van 16% en anderzijds geleidelijk aan naar boven slefferen. Dank dus aan Google Earth waarmee je dat allemaal in een muisklik kunt te weten komen !



Op een hoogteprofiel wordt dat direct wat duidelijker. De keus viel op tegen de klok in. De moeilijkste en steilste stukken eerst. 't Is te zeggen De Muur in Geeraardsbergen en de Bosberg in Galmaarden. Daarna stillekes uitbollen, lees op 't gemakske stappen, tot helemaal terug aan het startpunt.




Maar ik was bijlange na nog niet op m'n bestemming. Verdorie onze Nationale Spoorwegmaatschappij, ze verdient eigenlijk niet om nog met hoofdletters geschreven te worden, kent er wat van zene ! Zonder hoop dat het ooit nog zal verbeteren met de vertragingen en afschaffingen denk ik dat je er maar beter mee leert leven. Kwa het pluimen van reizigers krijgen ze van mij ook de gele trui. Mijne maat moest 7€ bovenop de 4.6€ opleggen voor zijn hondeke omdat hij zijn couponneke op de trein moest nemen vanwege de opstap in een onbemande statie. Nieuwe reglementen meneer ! Lang leve de mobiliteit en het promoten van het openbaar vervoer. Ga maar eens naar de zee met je 4 koppig gezinnetje inclusief de kroost en je kunt daar 100 € afdokken. Klopt toch niet meer volgens mij ? Dan ben je toch goedkoper af als je de wagen neemt ? Maar ik ben aan het zagen.
Geraardsbergen, het enigste stadje in Vlaanderen in het bezit van een berg oogde direct sympathiek bij het verlaten van het station. Met 'De Muur' en hun mattetaartjes als uithangbord hebben ze zich wel op de provinciale kaart weten de zetten. 
" 't Gaat hier in die straatjes nogal steil op en af hé madame ?", een vraag zoals een ander. "A ge ziet hie in Giesbaargen hé joengne" riposteerde de Geeraardsbergenaarster, ondertussen ijverig bezig met haar scheef stoepke te bezemen. Een leuke stadskern alleszins daar in Geraardsbergen en met vriendelijke bewoners. 
Een klein ommetje langs de Dender was nodig om zo aan 'De Muur' de wandeling te kunnen starten . Ik dacht dat het erger zou zijn. Een steile klim rond de 16% schrikte me wel een beetje af maar het was eigenlijk peanuts omdat je niet hoger dan de 100 meter klimt. Althans peanuts als je het vergelijkt met de O'Cebreiro in Spanje waar je naar 1350 meter klautert. Maar het is volgens mij appelen met peren vergelijken. De Muur met haar kasseien is er immers voor de wielrenners en niet voor de hikers. De scherpe ijskoude wind gaf een pittig accentje aan de wandeling. Zeker boven op de heuvels was ik blij om een muts bij te hebben. Je 'hersens' kunnen immers bevriezen, de raad van ons moemoe zaliger indachtig.
Het uitgestippeld parcours-tje was een pareltje. Stukken GR en paadjes door de velden, over de glooiende heuvels en dwars door het Raspaillebos via de bosberg ... om van te genieten en tegelijkertijd je gedachten even terug te flitsen naar het verre verleden. Het Raspaillebos maakte in de ijzertijd samen met het Zoniënwoud deel uit van het immense Grote Kolenwoud. Een intrigerende benaming die je fantazie aanzet tot het verzinnen van taferelen bestaande uit met knotsen en slingers bewapende oermensen op jacht naar beren en everzwijnen. Op hun beurt op de hielen gevolgd door horden hongerige wolven. Ik zie het zo gebeuren. 
Het Oud Vlaamse 'raspe' wat schaven betekent verwijst naar het traditionele houthakbeheer in dit bos. Om de 12 tot 18 jaar worden oude stronken van bomen en struiken gekapt tot aan de grond. Hier schieten nieuwe loten uit die doorgroeien tot aan de volgend raspbeurt. Daar waar dit rooibeheer in stand gehouden wordt groeien zeldzame planten zoals de eenbes, bosorchis en de grote keverorchis. In het bos zelf ontspringen er op de hellingen tal van bronnetjes.
Jammer genoeg was het niet het seizoen om dit alles te aanschouwen en de bospaadjes waren grotendeels bevrozen en doorkerfd met hobbelige groeven van mountainbikers. Die mountainbikers zijn we niet tegengekomen maar in de weekends zullen die zeker de vreedzame natuur hier komen teisteren. De sporen die ze nalaten op de bospaadjes leveren dan weer uitstekend materiaal voor een prima oefening. De bevrozen hobbelige ondergrond is ideaal om de zijwaartse spieren in je voeten aan te sterken. Met het oog op het voorkomen van enkelverzwichtingen moet je daar zeker wat op oefenen. Daar waar deze bospaadjes niet bevrozen waren zakte je dan weer voluit weg in de modder. Je moet er maar van houden hoor ik er al velen zeggen :-) . 
Met zulk een ijzig koud weertje zit je nogal vlug terug op je honger. De vorige keer stonden er zuurkool en worstjes op het menu, deze keer had mijne stapmaat een lekkere spaghetti carbonara getoverd. Juist voor de klim naar het toppeke van de bosberg neergeplofd op een scheef bankske en onzen diner opgewarmd op het ondertussen vertrouwd gasbranderke. Catsjoe was weeral in de wolken met de overschot uit het volumineuze rantsoen en een gerookt varkensoor als toetje. Tussen haakjes, mijne maat vind het nogal genant om die oren aan te kopen in de petshop. 'Hebde gij varkensoren madam ? ' Een toch niet alledaagse vraag die je stelt aan een winkeljuffrouwtje. Het dineetje smaakte verrukkelijk bij zo een vriestemperatuurtje en het werd nog verfijnd met een fleske Pinot Gricio op de koop toe. Een fleske dat je op het gemakske soldaat kon maken. Een plezant intermezzootje  tijdens den diner was het toen we werden opgebeld door een ex-collega, de Michel, die op dat moment naarstig bezig was zijn dagelijks brood te verdienen. Even wat nieuwigheden rond het dagelijks bestaan uitgewisseld .... Fijn toch dat die interactie met je vroegere werkmakkers blijft bestaan, niet ?  
Hop de bosberg op. Terzijde gelaten dat de Bosberg een stevige kuitenbijter is en geroemd wordt in wielermiddens is het eveneens samen met de beboste hellingen tussen de Mark en de Dender een richtpunt voor talloze trekvogels op weg naar het zuiden. Een rijke populatie aan roofvogels zoals buizerd, torenvalk, wespendief, havik en steenuil getuigen van een gezonde voedselpiramide in het bos. Ik ben er van die pluimbeesten niet éne tegengekomen. 
Eens over de helft van de wandellus, zo langs de zuidrand van de dorpen Zandbergen, Idegem en Schendelbeke kan je de oever van de snelststromende rivier in Vlaanderen volgen. Een mooi jaagpad leidt je hier langs het statige bochtenwerk van de Dender. Mooi kronkelend parcours tot ver voorbij het provinciaal domein 'de Gavers' in Onkerzele. Prachtige natuur weeral, een waterpartij vol ijswakken en hier en daar een reiger die je angstvallig in't oog houdt, wat eendjes, een hemel die stilletjes zijn avondrood begint te schilderen, een kabbelend beekje .... mooi mooi mooi. Het is een verrijking voor jezelf als je oog kunt hebben voor het schitterende in ons Vlaamse landschap. Ik zou bijna durven stellen dat het een voorwaarde moet zijn om de eigen natuur te leren waarderen vooraleer je je vertoef gaat zoeken in 'den vreemde'. Ieder zijn ding nochthans, je mag aan niemand iets opdringen. Dat is ook een belangrijke leefregel. 
Na een 25 kilometertjes was het lusje rond. Vooraleer we Geraardsbergen binnen stapten moest er onder een abdijpoortgebouw doorgelopen worden. Een paar jonge gasten hadden er postgevat om daar als tijdverdrijf wat rond te hangen. 't Was duidelijk dat die gasten daar serieus aan't blowen waren. Jongens toch, die wietreuk kun je zo herkennen. Zouden de paterkes in de abdij daar weet van hebben ? Misschien hebben ze er zelf wel wat plantjes :-) ?
Alleszins kregen we toch vriendelijk ne goeienavond van die blowende knakkers. 't Werd nu toch stillekesaan tijd om den toer af te ronden. 
Niettegenstaande we vanwege de opgelopen vertragingen met de trein en de misleidende boodschappen in de NMBS stations toch 2 uur later dan gepland aan ons toerke waren begonnen, waren we nog iets te vroeg terug op het eindpunt aangekomen. Een studentencafé vlak over de statie kwam ons ter hulp. Nog rap wat het slijk van de bottienen geveegd en hupsa naar binnen. De traditionele afsluiter : een "La Chouffe van de kabouterkes" ging dan ook weeral smakelijk naar binnen.