vrijdag 24 maart 2023

Lus Nekkerspoel - Mechelen

Een halve lus, noem het maar een treinstapper, tussen de stations Mechelen en Nekkerspoel moest voor een dikke 20km wandelgenot zorgen. Alhoewel de weersvoorspelling bakken hemeltranen in het vooruitzicht stelde trokken we, ik - de Ronny en den Hugo, naar Mechelen voor een staptoerke. Helaas, voor de Catsjoe, 14 jaar ondertussen, is een lange wandeltocht niet meer haalbaar. Wat de voorspelde regen betrof, dit mocht geen obstakel en vervolgens ook de reden niet zijn om af te haken. En kijk, het weerbeeld strookte niet met de voorspelling want het bleef daar in Mechelen de ganse dag zo goed als droog. 

Om 10 u gingen we van start ! Een stukje langs de Dijle tot aan een bankje in het Mechels Broek werd de intro. Onderweg bleven we even stilstaan aan het Kasteel 'De Borght'. Dit imposant bouwsel met een al even imposante geschiedenis staat zo een beetje uit het zicht maar als je goed door de omheining heenkijkt kan je dit mooie kasteel in al haar schoonheid bewonderen. Ter gelegenheid van z'n verjaardag haalde de Ronny aan dat bankje een fles champieter boven ! Allez-hop een jaartje erbij, de toon werd al goed gezet. De grote vijver aan het recreatiedomein de Nekker lag er vredig bij. Enkele ooievaars hoog in de lucht klapwiekten gezwierd rond en zorgden voor wat gezelschap. Jaarlijks zoeken deze prachtige trekvogels het domein van de Zoo van Plackendaal op om er te broeden. Die Zoo ligt vlakbij. Die mooie trekvogels zijn de voorbodes van de lente. Ik spotte daar verder nog een ijsvogeltje en  enkele harlekijneendjes. De Ronny kon dan weer een citroenvlindertje op de pelicule vereeuwigen.  Wat die ooievaars betreft bracht de Zoo in 1985 ooievaars uit Hongarije, Frankrijk en Polen bijeen en na een 4 jaar durend gekooid verblijf waren ze hun migratiedrang verloren. De jongen echter eigenaardig genoeg niet en het zijn deze nazaten die nu jaarlijks vanuit Zuid Europa en Noord Afrika  naar hun geboortestek in Mechelen terugkeren om er te broeden.  

We volgden een kleine kilometer het wandelpad tussen de Platte beek en de Grote Vijver om vervolgens na het oversteken van de Vrouwvliet bij de abdij van Betlehem aan te belanden. Gesticht in 1965 is deze abdij gelegen aan de zuidzijde van het Zellaerpark. Tot in 1975 was dit het klooster van de redemptoristinnen of "rode nonnen" en daarna namen de zusters benedictinessen er hun intrek. In een eerdere blogpost maakte ik al melding van deze abdij van Betlehem. Nu heb ik al nonnenkostuums in het lichtblauw gezien op de Mont St. Michel/Frankrijk waar  de 'Soeurs de Jérusalem'  dit droegen. Witte tenues in het klooster Casa de la Trinidad in Laredo/Spanje en zwarte habijten in mijn jongste jaren in de kleuterschool. Jammer vind ik het dat ik nog nooit zo eens een rode non tegen het lijf ben gelopen. Dat had ik wel eens graag gezien.  De abdij is een modern complex met vleugels van één tot drie bouwlagen onder platte daken, opgetrokken van baksteen en beton met een vrijstaande klokkentoren. dit even terzijde. We stapten verder richting Bonheiden centrum. 

De Ronny was zichtbaar erg kontent dat hij nog eens van de partij kon zijn. Zijn familiale bejaardenzorgen swingen de laatste tijd weer flink de pan uit en met een wandelingetje mee te pikken konden deze troebelen even terzijde geschoven worden. En het was bovendien lang geleden dat hij er nog eens bij was. De consequentie was wel dat we een luisterend oor moesten aanbieden voor de immense lading aan gespreksvoer die hij meezeulde en lossen moest. Daar in Bonheiden gingen we op zoek naar een plekje om te schoven. Dat vonden we naast de mooie Onze Lieve Vrouwekerk. We zijn er trouwens even binnengestapt om er een kaarsje aan te steken. Ik stuurde een fotootje van dat bougieke naar Carol in Vancouver. Kwestie van haar vasten nog wat te ondersteunen.  
Het terraske van een  koffiekaffee bood hiervoor de ruimte. Koffieshop of kaffee, what's in a name ? - de uitbater had evengoed een quadruppel La Trappe in zijn aanbod staan. Wat denk je ? Juist, de verleiding was te groot om deze kelk aan ons te laten voorbijgaan. Kwestie van dat luisterend oor ten volle open te houden en goed geïnformeerd te blijven wat betreft de Ronny zijn ouderlingenqueeste liep het schaft naar gewoonte behoorlijk uit. 

Samen met het champagne-aperitiefje hadden we al 2 uur staptijd opgesoupeerd. Den Hugo had nog verplichtingen die avond en vanuit Bonheiden zouden we daarom de toer wat inkorten. Helaas want gezien de Dijle weinig bruggen telt daar in de omgeving, verliep die inkorting naar die brug toe over verharde wegen. Uiteindelijk bleef er nog een kleine 14km over van de vooropgestelde 23 paaltjes.  Met nog een namiddagstop in het Brughuis, een sfeervolle kroeg aan de Muizenbrug over de Dijle, tikte die rusttijd uiteindelijk aan tot 3 uur.  Dat Brughuis was ons niet onbekend. Ik herinner me een bezoekje met de Ronny nu al weer een geruime tijd geleden. Hij werd er verlost van het waanidee dat een tripel niet uit een vat kon getapt worden. Herinneringen borrelen regelmatig op tijdens zo een wandeling.  Nu, samen een goei pint drinken met de maten mag ook best wel quality time genoemd worden ... immers, er is niks dat moet en daar beleef ik ook veel plezier aan. Het mag dus al eens anders verlopen. De mooiere stukken die we hierdoor oversloegen doe ik wel later nog eens over. 

Den Hugo nam afscheid aan de statie van Mechelen rond 17u, ik en de Ronny rondden het wandelingetje af met een koffietje in Café 'Friends' aan de overkant van de statie. Om 18u zochten wij ook de trein naar huis op.  Kort samengevat vandaag kan ik stellen dat het een leuke dag onder de stapmaten werd. En ondanks de voorspellingen kregen we puik stapweer. Na de middag viel er zelfs een aangename temperatuur te noteren. En er werd weeral veel gelachen en gezeverd. Onze maat kan voor een tijdje weer met de glimlach op de lippen zijn 'probleembejaarden' - zorg aan. Afspraken voor toekomstige uitstapjes werden gefinetuned en last but not least zagen we dat de Ronny had genoten van het feit dat hij zijn uitlaatklep met het voer voor billenkletsers en lachkrampen nog eens volledig heeft kunnen opendraaien. Voilà zie,  we zien het leven weeral eventjes door een ander brilletje. 

La vie en rose ! 


zondag 12 maart 2023

Het Opus Magnum onder de Staptochten.

 

Als ik loop, bereik ik een gevoel van vrijheid dat onmogelijk te beschrijven is.  Ik voel me klein en immens tegelijk.  De aarde en de lucht krijgen verschillende dimensies van mijn nietigheid en mijn onmetelijkheid. Het lijkt absurd maar dat is het niet.  Als ik de Camino loop ben ik me ervan bewust dat ik adem.  Soms stop ik met geen andere bedoeling dan te ademen om dan te voelen dat ik adem.  Ik stop, open mijn armen en sluit de ogen. En ik adem diep, heel diep in.  Bijna tot verstikking, tot aan de rand van de dwingende behoefte om de ingeademde lucht uit te ademen.  Voor dit soort dingen loop ik graag in absolute eenzaamheid.  Ik denk niet dat ik het zou kunnen doen met iemand aan mijn zijde,  hetzij een bekende noch onbekende.  Ik heb ruimte nodig voor de absolute intimiteit met het Universum. Het Universum en mezelf alsof enige andere fysieke aanwezigheid dat moment zou verhinderen en onhaalbaar maken.  Als ik loop, stop ik de alledaagse tijd en stap in een andere tijdstroom. Een stroom die gemeten wordt door andere parameters.  Als ik loop, zing ik, bid ik, zwijg ik, lijd ik, denk ik of denk ik niet, maar alles is absoluut onbepaald.  Alles ontstaat.  Alles vloeit eindeloos dooreen zonder enige maat.  Alsof er een onvermijdelijke explosie van vuurwerk in mij losbarst, onvoorspelbaar in vorm en kleur. De vuurpijlen gaan omhoog en exploderen, de één na de ander.  Totdat de laatste dooft en alles wordt ondergedompeld in een zeer diepe stilte.  Als ik loop, ben ik de Weg.  Zonder mij bestaat de Weg niet.  Zonder mij heeft het Pad geen Zin.

M.N.


zaterdag 4 maart 2023

Lierke Plezierke

Voor vandaag tekende ik opnieuw voor de Pallieterstad ! Wel, Lier is een erg tof provinciestadje en het zal niet de laatste keer zijn dat ik en enkele stapmaten er de bottienen zullen slijten. Eerdere wandelinvasies dateerden van december 2014 : " 
Van Boom naar Lier ... van de Hondenfretters naar de Schapekoppen, dit respectievelijk zijnde hun bijnamen " en van juni 2019 : " Van Lier naar Mechelen ... langs de via Brabantica. De koperen St. Jacobsschelp siert ook in Lier menig voetpad ".
In deze laatste blogpagina bezorgde de anekdote uit Felix Timmermans' zijn meesterwerk/boek 'Pallieter' die ik daarin aanhaalde me terug de caminokriebels. De verslaving wordt erger met de jaren stel ik vast. Pallieter zwierde zijn klak in de lucht ...
Den Hugo en de Marc deelden bij het vernemen van het in Lier op stapel staande wandeltrajectje m'n initiatief. Ze zouden meestappen. Niet te ver van huis, treffelijk weer voorspeld, mooie streek, gezellig stadje ... zou er soms nog iets ontbreken ? Den Hugo pikte ik thuis op en om 9u namen we de trein in St. Niklaas. Kwart voor 10 troffen we de Marc aan in het station van Lier. Den aftrap werd gegeven en na de afleidingsvaart over de Nete gepasseerd te zijn teenden we langs haar kaaimuren en de Lierse stadsvesten aan de Binnennete naar het spuihuis vlakbij het Sionpark. Een sjiek stukje wandeling om de dag mee te starten moest je het me vragen.

Het Spuihuis trok de aandacht. Na het uitgraven van een verbinding tussen de Grote en de Kleine Nete in 1426, bouwden de architecten Antoon I en Antoon II Keldermans het Groot Spui van 1508 tot 1516. Er kwamen twee sluizen, het Groot en het Klein Spui. Nu blijft enkel het Groot Spui over. De sluis had de functie van waterbeheersing van de stad. Ze werd namelijk gebouwd op de Kleine Nete die Lier doorkruiste. Men kon er het water tijdelijk opsparen en dan door de stad laten lopen, om de stad te "spuien" wat schoonspoelen betekent. Bij overstromingsgevaar kon men de sluis sluiten en werd het water via een verbindingskanaal naar de Grote Nete geleid, die een boog maakte rond de stad. Naast de functie van waterbeheersing had het ook een rol in de verdediging van de stad. Het gebouw op de sluis diende aanvankelijk voor de huisvesting van de sluiswachter. Momenteel ligt het Spuihuis aan het begin van de Binnennete, terwijl de Kleine Nete sneller in de Grote Nete uitmondt en zo verder rond de stad loopt. Het Spuihuis werd in 2009 grondig gerestaureerd en dient sinds 2012 als clublokaal voor de Sociëteit van de Schaepshoofden, een nog jonge Lierse vereniging die zich tot doel heeft gesteld prestigieuze culturele manifestaties te organiseren. 

Via enkele bruggetjes en de oevers van respectievelijk de Binnennete, Kleine Nete, Grote Nete en het Netekanaal kwam het Fort van Lier in zicht. Vooraleer de vestinggracht voor een stukje te volgen namen we een kijkje op het binnenplein. Verboden toegang weliswaar maar een beetje burgerlijke ongehoorzaamheid moet af en toe haar plaats krijgen. Leden van de aldaar gevestigde schietclub hielden er bijeenkomst. Daarom stond de poort uitnodigend en wijd open om er even een kijkje te gaan nemen. De oorspronkelijke fortengordel van Antwerpen bestaat uit 8 Brialmontforten, gebouwd vanaf 1859. Ze staan opgesteld in een 18 km lange lijn van Wijnegem tot Hoboken. Tussen 1870 en 1900 kwamen er 8 forten bij, gelegen op de buitenlinie op  ±10 km van Antwerpen in vogelvlucht. Het Fort van Lier dateert uit deze periode. Na 1906 worden er nog 11 forten bijgebouwd. Samen vormen ze de Stelling van Antwerpen, een 95 km wijde ring rond de stad. Dit fort werd in 1914 ernstig beschadigd door bombardementen van zware Duitse artillerie. Den Hugo spreidde even voor ons zijn kennis uit over den Duits zijn dikke Bertha. Deze was zo kolossaal dat ze per spoor diende vervoerd te worden. Haar 400mm obussen knalden bij haar bombardementen zo luid uiteen dat overlevenden er onomkeerbare doofheid aan overhielden. Behalve vleermuizen huizen in het fort ook verenigingen zoals schietclubs.
Jaja, ook vandaag had onze Marc had zijn rijstvlaaikes niet vergeten. Daar aan de ingang van het fort bleek de moment gekomen om deze te voorschijn te toveren. Lekker ! Het feit dat er in Lier Lierse Vlaaikens, een culinair curiosum, te verkrijgen zijn kon de Marc zijn voorliefde en keuze voor het rijstvlaaike niet aantasten. 
Aan een Bourgondisch trekje ontbreekt het de Lierenaren met hun vlaaikes dus geenszins niet. De doopvont waarboven ze gehouden werden was indertijd beslist gevuld met een grand cru en voor de doopgetuigen werd het een Liers Vlaaike in plaats van een hostie. 

Volgende stappen zouden gezet worden in de richting van de Schans Tallaart en het Fort van Koningshooikt. Door Vlaamse velden en akkers wandelden we op het gemakske verder. Wat is ons Vlaanderen toch mooi. Van puur contentement zette ik het liedje van Petra  'Vlaanderen m''n land' op. Onderweg naar dat fort en luisterend naar de kwelende Petra zagen we dat Café het Lammeke op de Aarschotsesteenweg open was. Daar konden we niet voorbijlopen temeer omdat er een lading  vrolijk volk binnenzat. 3 koffies om het rijstvlaaike door te spoelen werden er door den Hugo besteld. De actie tournee minerale moet ons ondertussen verregaand inzicht gebaard hebben. Een 20-tal oudere personen bevolkten deze kroeg. Een hele kliek wandelaars zo bleek, ze waren zelfs voorzien van seingevers. Ze waren op tocht en hielden in deze kroeg een rustpauze. De stamineebazin vond ik persoonlijk niet zo vriendelijk. Eerder nors en afgemeten zakelijk. Waarschijnlijk had ze een emmer en een dweil in gedachten wanneer ze al die slijkklodders op de grond zag, afkomstig van de vele stapbottienen die haar vloer daar besmeurden. 


Aan de ingang van het Fort van Koningshooikt hielden we schaft.  Daar rond haar vestinggracht waren we tevergeefs  naar een geschikt picknicktafeltje of plekje op zoek maar helaas, niks te vinden. Aan de ingang van het fort konden we ons neerplaveien op een omheining. Den Hugo trok zijn fleske wijn open en een Spaans tapake - Manchegokaas met appel/peren/dadelsiroop - aangevuld met een olijfje en een notensauciske zorgden voor de feestelijke touch. Zalig, een Spaans zonnig accentje alhoewel het fris werd als je zo moest stilzitten. Ik mag stellen dat ook mijn doopvont, gezien de aard van het aperitief en de voorliefde voor Spaanse camino's, met cava gevuld was. Een demi-sec om precies te zijn. Allez Jan, waar slaat deze onnozele praat nu weer op ? Awel, het is voor de fun wel te verstaan 😂.
We kregen aan die toegangspoort bezoek van iemand die een karweitje kwam uitvoeren op het fort. Een bulldozer reed het fort binnen, onze bezoeker volgde met een camionetje maar stapte even uit ter kennismaking. Een vriendelijke mens maar binnen de kortste keren kenden we heel zijn coronagerelateerde lijdensweg. Na zijn 4de coronaspuit kreeg hij last van een pijnlijke zona waar hij wreed had van afgezien. De gruwelijkste pijnen moest hij ondergaan. Gesticulerend en met een van pijn getrokken gezicht wees hij op zijn lijf de getroffen delen aan.  Niemand zou hem kunnen overtuigd hebben dat die spuit niet de oorzaak van zijn zona was. Temeer daar er een dame, een kennis van hem, identiek van dezelfde kwaal te lijden had gehad. Den Hugo vroeg of hij het was die haar die spuit soms had gegeven ? Dit gezien er met besmetting toch enigszins rekening moest gehouden worden. Het antwoord bleef onze bezoeker ons schuldig. Hij wipte  in zijn camionette en gebaarde dat hij nu heel dringend aan z'n werk moest beginnen. Hij reed het fort binnen, de bulldozer achterna. 

We stapten verder. Er kwamen enkele hindernissen in beeld. Het bleek dat delen uit paadjes van m'n uitgestippelde route in de loop van de jaren privégrond was geworden. Een boer, 78 jaar en je zou het hem niet aangegeven hebben, maakte er ons attent op. Een alternatief was er niet temeer omdat de ondertussen privégeworden gronden toebehoorden aan een nogal kwaadgrimmige kerel. Iets verder vielen we opnieuw in de prijzen. Deze keer stonden we voor een in allerijl geplaatst alluminium herashekken. We belden aan om even naar toegang te polsen maar ook dit liep op een sisser uit. De dame in kwestie bevestigde ons dat het haar privéterrein was. Het beloop in de eigendomkwesties kende ze niet aangezien ze er nog maar van in november woonde.  Dag madam ! Omkeren dus, het traceetje van 22 paaltjes kreeg vanwege al die doodlopende paadjes er zomaar 3 paaltjes extra bij. Maar dat is ook al niet erg. Ondertussen waren er grote stukken aan de hemel blauw opgeklaard en was de gure wind wat gaan liggen. De zonnewarmte was opeens goed voelbaar. Een gok waagden we bij het volgen van de Haagbeek. Hiervoor moesten we over deze beek springen gelegen iets ten westen van de Schans Tallaart. Na een paar honderden meters door het veld ploeteren om die beek te volgen dienden we opnieuw een oversteek te maken. Dit keer lag er een gammele houten palet over de beek. Voorzichtig voetje voor voetje erover. Een derde oversteek betrof een betonnen plaat over de Itterbeek en toen kwam de bepouwde kom terug in zicht. Gok geslaagd. 3de keer goede keer. 

Met terug op het Netekanaal en de Nete uit te komen kwam de stadsrand in zicht.   Via het stadspark aan deze rand trokken we Lier binnen. Bedrijvigheid troef op dit uur, halfvijf was het. Het Zimmerplein met haar Beroemde Zimmertoren en de Grote Markt volgden.  Veel volk op de been, de kroegen en de terrassen zaten al goed vol. Al vlug stonden we aan de statie van Lier voor de terugtocht. Een trein zou zo vertrekken dus namen we collectief het besluit deze te nemen. Eens te meer kwam tournée minéral in gedachten ... geen tripel bij het afsluiten van deze mooie wandeling. Maar ik ga geen onhoudbare beloften doen ... Op tijd en stond komt er wel terug een tripeltje te voorschijn. Niets is immers eeuwig.