zaterdag 4 maart 2023

Lierke Plezierke

Voor vandaag tekende ik opnieuw voor de Pallieterstad ! Wel, Lier is een erg tof provinciestadje en het zal niet de laatste keer zijn dat ik en enkele stapmaten er de bottienen zullen slijten. Eerdere wandelinvasies dateerden van december 2014 : " 
Van Boom naar Lier ... van de Hondenfretters naar de Schapekoppen, dit respectievelijk zijnde hun bijnamen " en van juni 2019 : " Van Lier naar Mechelen ... langs de via Brabantica. De koperen St. Jacobsschelp siert ook in Lier menig voetpad ".
In deze laatste blogpagina bezorgde de anekdote uit Felix Timmermans' zijn meesterwerk/boek 'Pallieter' die ik daarin aanhaalde me terug de caminokriebels. De verslaving wordt erger met de jaren stel ik vast. Pallieter zwierde zijn klak in de lucht ...
Den Hugo en de Marc deelden bij het vernemen van het in Lier op stapel staande wandeltrajectje m'n initiatief. Ze zouden meestappen. Niet te ver van huis, treffelijk weer voorspeld, mooie streek, gezellig stadje ... zou er soms nog iets ontbreken ? Den Hugo pikte ik thuis op en om 9u namen we de trein in St. Niklaas. Kwart voor 10 troffen we de Marc aan in het station van Lier. Den aftrap werd gegeven en na de afleidingsvaart over de Nete gepasseerd te zijn teenden we langs haar kaaimuren en de Lierse stadsvesten aan de Binnennete naar het spuihuis vlakbij het Sionpark. Een sjiek stukje wandeling om de dag mee te starten moest je het me vragen.

Het Spuihuis trok de aandacht. Na het uitgraven van een verbinding tussen de Grote en de Kleine Nete in 1426, bouwden de architecten Antoon I en Antoon II Keldermans het Groot Spui van 1508 tot 1516. Er kwamen twee sluizen, het Groot en het Klein Spui. Nu blijft enkel het Groot Spui over. De sluis had de functie van waterbeheersing van de stad. Ze werd namelijk gebouwd op de Kleine Nete die Lier doorkruiste. Men kon er het water tijdelijk opsparen en dan door de stad laten lopen, om de stad te "spuien" wat schoonspoelen betekent. Bij overstromingsgevaar kon men de sluis sluiten en werd het water via een verbindingskanaal naar de Grote Nete geleid, die een boog maakte rond de stad. Naast de functie van waterbeheersing had het ook een rol in de verdediging van de stad. Het gebouw op de sluis diende aanvankelijk voor de huisvesting van de sluiswachter. Momenteel ligt het Spuihuis aan het begin van de Binnennete, terwijl de Kleine Nete sneller in de Grote Nete uitmondt en zo verder rond de stad loopt. Het Spuihuis werd in 2009 grondig gerestaureerd en dient sinds 2012 als clublokaal voor de Sociëteit van de Schaepshoofden, een nog jonge Lierse vereniging die zich tot doel heeft gesteld prestigieuze culturele manifestaties te organiseren. 

Via enkele bruggetjes en de oevers van respectievelijk de Binnennete, Kleine Nete, Grote Nete en het Netekanaal kwam het Fort van Lier in zicht. Vooraleer de vestinggracht voor een stukje te volgen namen we een kijkje op het binnenplein. Verboden toegang weliswaar maar een beetje burgerlijke ongehoorzaamheid moet af en toe haar plaats krijgen. Leden van de aldaar gevestigde schietclub hielden er bijeenkomst. Daarom stond de poort uitnodigend en wijd open om er even een kijkje te gaan nemen. De oorspronkelijke fortengordel van Antwerpen bestaat uit 8 Brialmontforten, gebouwd vanaf 1859. Ze staan opgesteld in een 18 km lange lijn van Wijnegem tot Hoboken. Tussen 1870 en 1900 kwamen er 8 forten bij, gelegen op de buitenlinie op  ±10 km van Antwerpen in vogelvlucht. Het Fort van Lier dateert uit deze periode. Na 1906 worden er nog 11 forten bijgebouwd. Samen vormen ze de Stelling van Antwerpen, een 95 km wijde ring rond de stad. Dit fort werd in 1914 ernstig beschadigd door bombardementen van zware Duitse artillerie. Den Hugo spreidde even voor ons zijn kennis uit over den Duits zijn dikke Bertha. Deze was zo kolossaal dat ze per spoor diende vervoerd te worden. Haar 400mm obussen knalden bij haar bombardementen zo luid uiteen dat overlevenden er onomkeerbare doofheid aan overhielden. Behalve vleermuizen huizen in het fort ook verenigingen zoals schietclubs.
Jaja, ook vandaag had onze Marc had zijn rijstvlaaikes niet vergeten. Daar aan de ingang van het fort bleek de moment gekomen om deze te voorschijn te toveren. Lekker ! Het feit dat er in Lier Lierse Vlaaikens, een culinair curiosum, te verkrijgen zijn kon de Marc zijn voorliefde en keuze voor het rijstvlaaike niet aantasten. 
Aan een Bourgondisch trekje ontbreekt het de Lierenaren met hun vlaaikes dus geenszins niet. De doopvont waarboven ze gehouden werden was indertijd beslist gevuld met een grand cru en voor de doopgetuigen werd het een Liers Vlaaike in plaats van een hostie. 

Volgende stappen zouden gezet worden in de richting van de Schans Tallaart en het Fort van Koningshooikt. Door Vlaamse velden en akkers wandelden we op het gemakske verder. Wat is ons Vlaanderen toch mooi. Van puur contentement zette ik het liedje van Petra  'Vlaanderen m''n land' op. Onderweg naar dat fort en luisterend naar de kwelende Petra zagen we dat Café het Lammeke op de Aarschotsesteenweg open was. Daar konden we niet voorbijlopen temeer omdat er een lading  vrolijk volk binnenzat. 3 koffies om het rijstvlaaike door te spoelen werden er door den Hugo besteld. De actie tournee minerale moet ons ondertussen verregaand inzicht gebaard hebben. Een 20-tal oudere personen bevolkten deze kroeg. Een hele kliek wandelaars zo bleek, ze waren zelfs voorzien van seingevers. Ze waren op tocht en hielden in deze kroeg een rustpauze. De stamineebazin vond ik persoonlijk niet zo vriendelijk. Eerder nors en afgemeten zakelijk. Waarschijnlijk had ze een emmer en een dweil in gedachten wanneer ze al die slijkklodders op de grond zag, afkomstig van de vele stapbottienen die haar vloer daar besmeurden. 


Aan de ingang van het Fort van Koningshooikt hielden we schaft.  Daar rond haar vestinggracht waren we tevergeefs  naar een geschikt picknicktafeltje of plekje op zoek maar helaas, niks te vinden. Aan de ingang van het fort konden we ons neerplaveien op een omheining. Den Hugo trok zijn fleske wijn open en een Spaans tapake - Manchegokaas met appel/peren/dadelsiroop - aangevuld met een olijfje en een notensauciske zorgden voor de feestelijke touch. Zalig, een Spaans zonnig accentje alhoewel het fris werd als je zo moest stilzitten. Ik mag stellen dat ook mijn doopvont, gezien de aard van het aperitief en de voorliefde voor Spaanse camino's, met cava gevuld was. Een demi-sec om precies te zijn. Allez Jan, waar slaat deze onnozele praat nu weer op ? Awel, het is voor de fun wel te verstaan 😂.
We kregen aan die toegangspoort bezoek van iemand die een karweitje kwam uitvoeren op het fort. Een bulldozer reed het fort binnen, onze bezoeker volgde met een camionetje maar stapte even uit ter kennismaking. Een vriendelijke mens maar binnen de kortste keren kenden we heel zijn coronagerelateerde lijdensweg. Na zijn 4de coronaspuit kreeg hij last van een pijnlijke zona waar hij wreed had van afgezien. De gruwelijkste pijnen moest hij ondergaan. Gesticulerend en met een van pijn getrokken gezicht wees hij op zijn lijf de getroffen delen aan.  Niemand zou hem kunnen overtuigd hebben dat die spuit niet de oorzaak van zijn zona was. Temeer daar er een dame, een kennis van hem, identiek van dezelfde kwaal te lijden had gehad. Den Hugo vroeg of hij het was die haar die spuit soms had gegeven ? Dit gezien er met besmetting toch enigszins rekening moest gehouden worden. Het antwoord bleef onze bezoeker ons schuldig. Hij wipte  in zijn camionette en gebaarde dat hij nu heel dringend aan z'n werk moest beginnen. Hij reed het fort binnen, de bulldozer achterna. 

We stapten verder. Er kwamen enkele hindernissen in beeld. Het bleek dat delen uit paadjes van m'n uitgestippelde route in de loop van de jaren privégrond was geworden. Een boer, 78 jaar en je zou het hem niet aangegeven hebben, maakte er ons attent op. Een alternatief was er niet temeer omdat de ondertussen privégeworden gronden toebehoorden aan een nogal kwaadgrimmige kerel. Iets verder vielen we opnieuw in de prijzen. Deze keer stonden we voor een in allerijl geplaatst alluminium herashekken. We belden aan om even naar toegang te polsen maar ook dit liep op een sisser uit. De dame in kwestie bevestigde ons dat het haar privéterrein was. Het beloop in de eigendomkwesties kende ze niet aangezien ze er nog maar van in november woonde.  Dag madam ! Omkeren dus, het traceetje van 22 paaltjes kreeg vanwege al die doodlopende paadjes er zomaar 3 paaltjes extra bij. Maar dat is ook al niet erg. Ondertussen waren er grote stukken aan de hemel blauw opgeklaard en was de gure wind wat gaan liggen. De zonnewarmte was opeens goed voelbaar. Een gok waagden we bij het volgen van de Haagbeek. Hiervoor moesten we over deze beek springen gelegen iets ten westen van de Schans Tallaart. Na een paar honderden meters door het veld ploeteren om die beek te volgen dienden we opnieuw een oversteek te maken. Dit keer lag er een gammele houten palet over de beek. Voorzichtig voetje voor voetje erover. Een derde oversteek betrof een betonnen plaat over de Itterbeek en toen kwam de bepouwde kom terug in zicht. Gok geslaagd. 3de keer goede keer. 

Met terug op het Netekanaal en de Nete uit te komen kwam de stadsrand in zicht.   Via het stadspark aan deze rand trokken we Lier binnen. Bedrijvigheid troef op dit uur, halfvijf was het. Het Zimmerplein met haar Beroemde Zimmertoren en de Grote Markt volgden.  Veel volk op de been, de kroegen en de terrassen zaten al goed vol. Al vlug stonden we aan de statie van Lier voor de terugtocht. Een trein zou zo vertrekken dus namen we collectief het besluit deze te nemen. Eens te meer kwam tournée minéral in gedachten ... geen tripel bij het afsluiten van deze mooie wandeling. Maar ik ga geen onhoudbare beloften doen ... Op tijd en stond komt er wel terug een tripeltje te voorschijn. Niets is immers eeuwig. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.