donderdag 28 april 2022

Wetteren naar Zottegem / Vlaamse Ardennen

 

Voor  vandaag opteerde ik voor een eenvoudig lijnwandelingetje van statie naar statie.  Om haftien startte ik in Wetteren voor een kleine 25 kilometertjes met Zottegem als bestemming. Een wandelingetje in zuidelijke richting met het zonneke aan de voorkant zodat ze voor wat kleur en vitamine D kon zorgen. De Vlaamse Ardennen zouden weer aan bod komen. Laura scheen volop, een stralende lentedag zou het worden. 
De eerste 12 paaltjes liepen over Massemen, Westrem, Bavegem tot in St. Lievens Houtem.St. Lievens Houtem is een kraaknet dorp. Ideaal om er een bankje uit te kiezen en de broodtrommel aan te spreken. Tot hiertoe viel het parcours eigenlijk een beetje tegen en viel er niks spectaculairs te melden. Veel 'goudron' en de paadjes die door de velden liepen waren voor 50% omgeploegd zodat ik echt van een geaccidenteerd parcours kon spreken. Boeren zien zo nauw niet wanneer ze hun akkers omploegen. Een padje van 50cm breed aan de zijkant van een akker is niet opgewassen tegen zo een enorme ploeg. Het landschap was tot hiertoe vrij vlak  trouwens. In 1 van die velden werd ik dan nog aangevallen door een kievit. Ik vermoed dat die vogel zijn nest wilde beschermen. In z'n koleire vloog hij bijna tegen een electriciteitspaal waarna hij uiteindelijk afdroop. De dorpjes dan, weliswaar de vredigheid zelve maar daar wil je niet dood teruggevonden worden. Saai, geen levende kat te bespeuren. Blaffende honden des te meer. Wel veel kitscherige voortuintjes met kabouters en windmolentjes, een klaterend watervalletje dat je hoort, kwetterende parkieten ergens in een verre tuin, een vlijtige huismus met borstel en blik die de straat veegt waarbij zelfs de straatgoot niet wordt ontzien, een haan die kraait in de verte ... het is een herkenbaar scenario voor een doorsnee plattelandsdorp. Onder een strakblauwe hemel valt er dan nog best mee te leven. Wat me opviel daar in die velden was dat er verdorie veel militaire helicopters in de lucht cirkelden. 

Vanaf St. Lievens Houtem kwamen de Vlaamse Ardennen in zicht. Er kwamen wat meer plooien in het landschap wat een prachtig decor opleverde. St. Lievens Houtem is een kraaknet dorp. In het parkje aan de St. Livinuskerk, een uitloper van het Eilandbos, zette ik me op een bankje voor de bokes aan te spreken. Een halfuurtje rust en terug op pad. Vooraleer in Zottegem aan te kloppen passeerde ik Oombergen, Leeuwergem, Grotenberge en Bevegem.

Vooral de beekvallei van Cotthem was een tiptop wandelgebied. Cotthem is een pittoresk gehucht in het landelijke gebied gelegen tussen Sint-Lievens-Houtem en Oombergen. Het bestaat uit een twintigtal huizen, waarvan enkele nog uit de 18de eeuw stammen. Op de wandeling zelf kom je zomereik, gewone esdoorn, boskers en haagbeuk tegen. Het zijn de voornaamste boomsoorten, en hazelaar domineert de struiklaag. Van februari tot mei kun je genieten van de voorjaarsbloei. De allereerste zijn de sneeuwklokjes en ze worden al gauw gevolgd door paarse schubwortels en bosanemonen. Het is vaak wachten tot eind maart of de eerste helft van april tot de tapijten van boshyacint en daslook bloeien. Halverwege spotte ik nog een Romeinse mijlpaal. Weliswaar een reconstructie uit blauwe hardsteen en geen originele zoals ik deze in Spanje tegenkwam op de Zilverroute. Deze paal maakte me duidelijk dat ik op een voormalige Romeinse heirbaan wandelde.   

Tot in Zottegem was het prachtig wandelen en het domein Breivelde in Zottegem als afsluiter was fantastisch gewoon. Zelden heb ik zo een prachtig kasteelpark met vijvers gezien.  Aangelegd in de 19de eeuw slaagde de architect erin om het glooiende landschap te herschapen tot een feeëriek decor. Er worden zelfs wandelingen in georganiseerd, 3km aan paden lopen door dit park. Kasteelpark domein Breivelde

Zo, de wandeling zat erop. Ik hou het hier kort, de fotokes spreken voor zichzelf. Nog vlug een Toria gaan snoepen bij Meileken aan Zottegem Statie en hop de trein op. Moeder riep ! 😁😁😁😁.  

vrijdag 22 april 2022

Waals Brabant : Tubize en Braine - Château

Voor de wandeluitstap van deze week tekenden de Michel en de Marc present. Een beetje in het verlengde van de eerdere recente wandelingen op de as Brussel - 's Gravenbrakel kozen we donderdag voor Tubize . Dat valt eveneens op deze as te vinden. Tubize, Tubeke in 't Vlaams liggende langs de taalgrens wordt vermeld als Tweebeek in het Algemeen Nederduitsch en Friesch Dialecticon uit 1874.  De samenvloeiing van de Zenne en de Senette bevindt zich hier, vandaar de naam Tweebeek. 

Een voorspoedig treinreisje bracht me naar dit Waals - Barabantse oord. Op de trein tussen Berchem en Brussel Midi waande ik me zoals een sardieneke in haar blikje. Schouder aan schouder moeten de mensen er in de middengang en aan de deuren naar hun werk sporen. Je bent min of meer gesandwiched als je op je werk aankomt. Ik begrijp niet dat daar geen oplossing voor gevonden wordt. Een jonge Afrikaan stond zijn plaats af voor een jonge dame en gaf aan dat er zelfs nog plaats voor mij was. Hij drong aan dat ik me zou neerzetten. 'Zie ik er dan al zo oud uit ?', vroeg ik me nog af. Dankjewel jongeman en ik zette me naast deze dame. Hoe het komt weet ik niet maar ik werd door haar aangesproken net zoals eergisteren de 80-jarige tattooman dit deed aan het fort van Steendorp. Tof en lief kind, ze vertelde me honderduit over Cuba, haar man was een Cubaan, en toetste de daar heersende cultuur aan de onze. Vergeleken met onze Westerse gejaagdheid waarbij de sky als the limit geldt en alles nog beter kan en ook moet, gaat het er ginderachter zoveel gemoedelijker aan toe. Ze biechtte me ook al haar recente wandeluitstappen op waaronder meer haar bezoekje Epernay. Dit is the place to be als je van champagne houdt. Wel, ik vind het telkens knap dat je er dan ook geweest bent en dat je zo voor wat brandstof kan zorgen om het gesprek te verrijken en daarmee ook de kennismaking gaande te houden. In de Nord stapte deze krullenbol uit, ze klopte na het uitstappen nog eens op het raampje en zwierde me een goeiedag. Tussen instagram, tik tok en facebook door moet ik bekennen dat de behoefte aan enig intermenselijk contact bij de jongere mensen, alhoewel deze schaarser en schaarser wordt, nog niet helemaal dood is. 

In Tubize brandde dus de lamp. Een 20-tal minuutjes vroeger ter plaatse dan de Marc bezochten ik en de Michel nog vlug de markt die pal aan het treinstation stond opgesteld. Kleurige kraampjes stonden er opgesteld en smakelijke geuren en odeuren van kruidig gegrilde kippen, hamburger- en braadworstkramen vulden er de lucht. Lokale lekkernijen en zelfs een kraam met Geraardbergse mattentaarten waren er van de partij. Leuk, dit alles binnen handbereik geeft je een rijk gevoel. Daar moeten we oog voor hebben. Het kan zo allemaal voorbij zijn, in een vingerknip. Zie maar naar de oorlog in Oekraïne. Veel tijd hebben we aan die markt niet besteed aangezien de trein met de Marc er zo zou aankomen. 

In wijzerszin van de lus gingen we richting Lembeekbos uit. Na een goeie kilometer wandelen in de bebouwde kom inclusief de brug over het kanaal Brussel Charleroi en nog een klets van de fusiegemeente Clabecq zaten we in het Lembeekbos. Hat is prachtig om zien hoe de boshyacinthen er in bloei stonden. Een paars tapijt ontrolde er zich tussen de woudreuzen.  Je hoeft je dus helemaal niet in het Hallerbos tussen de duizenden nieuwsgierigen te wringen om van deze jaarlijks terugkerende bloemenweelde te genieten. In het Lembeekbos liepen we daar moederziel alleen. Evenmin waren er kilometerslange ontsierende afsluitingen geplaatst om de horde recreanten binnen de wandelpaden te houden. Mooi is het wel om daar te wandelen in dat bos. Je mag wel niet opzien tegen de vantijds stevige klims die er zich aanbieden. Deze klauterpartijtjes zouden zich trouwens tijdens de ganse wandeling voordoen. Een vette 600 hoogtemeters alstublieft. Een goeie voorbereiding dus voor de Michel die binnen een goeie week zijn eerste pelgrimspassen zal zetten in de Auvergne. Trouwens, we kwamen regelmatig de blauw-gele schelp tegen op onze wandeling. Het moet zijn dat we op delen van de via Brabantica zaten. Een mooie vingerwijzing voor onze Michel. Daar in de Auvergne is het ook bergop en bergaf. Nog een schepje pittiger zelfs. Ik kan het me herinneren van op de Vulkanenroute daar. 

Eens het bos uit zouden we in de buurt moeten gekomen zijn van het kasteel van Braine. Helaas, we hebben het niet gezien. Gesloten toegangswegen en het ontsproten groen van bomen en struiken verhinderden het kijkje. We waren er al voorbij voordat onze frank viel. De banmolen van Kasteelbrakel die er in de geburen staat hebben we dan weer wel kunnen spotten. En zo stonden we ineens op het marktplein van Château Braine. Ook hier, net zoals in Sombeke, kon je een schandpaal bewonderen. Het was een vreemdsoortig torentje met opschrift 'Pilori' en ik had eerst geen idee wat het bouwsel voorstelde. Opzoeken dan maar ! Pilori bleek het Franse woord te zijn voor een schandpaal. Nog wat meer opzoekwerk achteraf leverde me volgende informatie : Deze schandpaal werd opgericht in 1521 in blauwe steen door Maximilien de Hornes, kamerheer van keizer Karel. De paal bestaat uit een zeshoekige sokkel met 4 treden waarboven een cilindervormige kolom met zeshoekig voetstuk of pedestal is geplaatst. Deze lantaarnvormige kuip werd afgeboord met zes kleine kolommen die eindigen in een drielobbig maaswerk van korfbogen. Aan de top van de zuil kan je het wapenschild zien van de familie Hornes en een wimpel met de volgende tekst: « Maximilien de Hornes, seigneur de Gaasbeek, chevalier de l’Ordre de l’Empereur, 1521 ». Gene gewone dus ! 

Meerdere malen werd dit monument bijna vernield. De eerste keer in 1794 tijdens de Franse revolutie en later tijdens de aanleg van de chaussée de Tubize in 1858. Telkens leidde dit tot lokaal protest. Ondertussen werd de schandpaal een beschermd monument.  Op deze oudste en hoogste schandpaal van België heeft de man die hem liet oprichten voluit aangegeven wie hij was en dat hij tot ridder in de orde van keizer Karel was benoemd. Zo'n opschrift is op zichzelf heel apart voor die tijd, zeker in een landelijke gemeente als Braine-le-Château, waar bijna niemand kon lezen in 1521. Dat jaartal is niet zonder betekenis. In april wordt Maarten Luther opgeroepen om op de rijksdag van Worms voor Karel V te verschijnen om zich te verantwoorden voor zijn geschriften. Hij weigert die te herroepen, waardoor er een scheuring ontstaat binnen de Roomse Kerk. In het Duitse Rijk mag Karel dan wel keizer zijn, veel uitrichten tegen de lutheranen kan hij in Duitsland niet. Maar in onze gebieden is hij wél heer en meester en start hij dan ook een vervolging van deze 'ketters', wier leider hem zo openlijk heeft beledigd in Worms. Maximiliaans opschrift op deze schandpaal maakt dus meteen duidelijk aan wiens kant hij stond en was ook een waarschuwing aan al wie er lutherse sympathieën op nahield. 

Iets verderop zou er een picknicktafel opgesteld staan. Dat was ook zo maar staande op een sportterrein en afgesloten door een hek was het nougabolle. We stapten door tot aan het kerkhof van Kasteelbrakel. Altijd vind je daar wel een plekje. Het traditionele flesje wijn werd er gekraakt. De al even tradionele rijstvlaaikes werden eerder al in het Lembeekbos opgesoupeerd. Na het schaft, we zaten op 10km, vielen er nog 13 paaltjes te gaan. Het Bois de Becasse was eveneens een heerlijke plek om door te wandelen. Ook hier maakten de vele hellingen partij uit van de uitstap. Na dit bos was het tijd voor een ander fleske wijn. Een picknicktafeltje in een speeltuin bood hiervoor de gelegenheid. We konden ons even zetten. Grappig, de makers van picknicktafel moeten geen oog voor verhoudingen gehad hebben. Eens gezeten kwam je kin aan de tafelrand. De Michel had nog een fleske gevonden in zijn rugzak. Een flesje Pinot Noir nog wel. Uitstekende keus bij een sauciske, wat olijven en wat fetakaas. Het gaf de wandeling nog een ietsje meer kleur. Zalig, het mooie weer had hier dan ook een enorm aandeel in. 

Het bos d' Oisquercq waar ons pad vervolgens doorliep bleek ontoegankelijk. We moesten omlopen om zo stilaan terug in de richting van Tubize te laveren. In het gehucht Egypte zou er een kroegje te vinden zijn. Helaas we hebben het niet gevonden of we moeten er voorbij zijn gelopen. Er restten nog een goeie 6 km te lopen. De goeie helft ervan liepen we langs het jaagpad van de Zenne. Die was hier nog proper. Vissers kwamen we er echter niet tegen en tegen dat we in Tubizestad aankwamen had het water al een bruinachtig kleurtje. Er kan een verklaring voor zijn maar ooit met de status van 'openbaar riool' bekleed te zijn geweest komen de kwalijke gedachten onvermijdelijk weer opzetten.



Zo, we waren terug bij de statie aanbeland. In de 'Taverne de la Gare' werden we letterlijk in de watten gelegd door de uitbaatster. Bij den tripel Karmeliet serveerde ze brood en een mooi stuk briekaas. Zomaar, zonder kosten. Bij de 2de ronde was het van hetzelfde laken een broek. Meer nog, een extra toastje met lekker beleg als toemaatje. Bij de 3de consumptie bedankten we voor het brood en de kaas maar dan kregen we in de plaats weer een lekker sateetje  aangeboden. Zoiets kan alleen maar in de Walen. De uitbaatster hield ervan om haar klanten te soigneren. Zeg dat wel ! En dan kan je die gastvrijheid daar dan als wildvreemde passant meebeleven. Service noem ik dat. Zoiets onthou je wel. Voilà zie, het zat er weeral op. Tijd dus om naar de haardstee terug te keren. Het was al donker toen ik de sleutel in het sleutelgat draaide. Schluss nu, come and see next week.  Bij leven en welzijn uiteraard.  


donderdag 14 april 2022

De Zwalmstreek vanuit Zottegem aangelopen.


Vandaag een wandelduetje met de Michel. De andere stapmaten waren niet van de partij. De Ronny was nog aan het uitzieken van z'n corona, de Marc ging naar een optreden van Bart Peeters en den Hugo moest zijn biljartverplichtingen nakomen. Wat den Hugo betreft, hij kwam eergisteren even langs voor wat bloghints ivm zijn op stapel staande pelgrimstocht. 21 mei vertrekt hij vanuit Bordeaux en teent dan richting SdC via de Camino Olvidado. Het vertrek vanuit Poitiers, een eerder voornemen, moest hij vanwege enige matrimoniale oppositie wat bijsturen. Vandaar Bordeaux, een toegeving van 300 paaltjes. Ook in een huishouden moet de botafumeira wat in het midden kunnen blijven zwieren. Zoniet, vodden ! Dat geldt ook voor wat de pelgrimstochten betreft. De Michel dan weer, vertrekt op 2 mei vanuit de Puy en Velay. 't Zal er allemaal weeral rap zijn.

Het zou een mooie dag worden. In een trein heb je alle tijd om de omgeving te bewonderen. Nevelen over de weidelandschappen. Een zonnetje dat doorbreekt, bingo, een topdag in wording. 

I saw trees of green, red roses too 
I saw them bloom for me and you 
And I thought to myself what a wonderful world. 
I saw skies of blue and clouds of white 
The bright blessed day, the dark sacred nights 
And I thought to myself what a wonderful world.

Moest er geen oorlog heersen dan zouden de Louis zijn zoetgevooisde woorden zalvend zijn op zulk een mooie dag.  Maar goed, ik wil maar zeggen dat we het weeral troffen. Bij het aankomen in Zottegem was het dan ook al lekker warm. Het kroegje 'Meileken' rechtover de statie had haar terras al in het zonneke uitgestald en nodigde uit tot een koffietje. 2 koffietjes aub ! Na deze cafeïnerijke degustatie  trokken we van uit Zottegem de wijde wereld in. Het zou een kleurrijke dag worden. Amai !

Zottegem, ik kan het niet helpen maar de naam van deze stad geeft voor mij toch aanleiding tot enige hilariteit. Zottegem ontstond tijdens het Romeinse Keizerrijk als een kleine Germaanse nederzetting op de linkeroever van de Bettelhovebeek.  Het Germaanse stamhoofd Sotto of Sutto (de zoete) gaf zijn naam aan de nieuwe nederzetting. Sottoingahaim had sindsdien recht van bestaan op een landkaart. In 1083 noteert men Sotengem. Verschillende variaties in de naamgeving doken later op zoals Sothengem, Sottingem, Sottengem, Zotteghem, Sotengien, Sottheghem, Sottenghien en Sottegem. In alle geval klonken deze namen toch iets  eleganter dan de huidige. Zottegem heeft trouwens een heel bewogen en gewelddadige geschiedenis achter de rug. Bezettingen, plunderingen, oorlogen ...  wie daar wat meer over wil weten, Hij of Zij klikke alhier. 


Zottegem, zo geschreven en genoemd sinds 1949,  ligt in het vrij heuvelachtige Vlaamse Ardennen-landschap dat varieert van 20 meter tot 102 meter hoogte met hellingen als De Vlamme, Langendries, Grotenberge, Slijpstraat-Kortendries, Wolvenhoek, Klemhoutstraat, Kloosterbosstraat en Elverenberg-Vossenhol. De glooiende noordelijke helft van het grondgebied is iets vlakker dan het sterker heuvelende zuidelijke deel met Erwetegem, Sint-Goriks-Oudenhove, Sint-Maria-Oudenhove.

Het is in dit zuidelijke deel dat we de eerste stappen zetten. Wat een prachtige vergezichten. Mooi heuvelende landschappen zo ver je zien kon. Het zijn de ideale decors voor de adepten van palet en schildersezel om replica's van deze idyllisch tafereeltjes op het canvasdoek te toveren.  Aangezien ik hier nog nooit geweest was, was ik echt verwonderd over de schoonheid van deze contreien. Het werd iets te machtig al dit moois. In Sint Goriks Oudenhove moesten we de indrukken even laten bezinken want we hadden er dorst van gekregen. Het Huys van Oudenhove bood La Chouffe aan van het vat. Althans zo vermeldde de aankondiging op een muurbord. Daar kan je niet voorbij lopen en we zochten een plaatsje uit op het zonovergoten terras. Zalig hoe het leven eenvoudig kan zijn. De kroeg zat al vol met stamgasten. De karakteristieke blik van deze klanten wanneer je als vreemde eend in de bijt hun dranktempel betreedt is kenmerkend voor die dorpskroegjes. Verbaasd draaien ze synchroon hun kop (met doorgaans de onafscheidelijke klak erop) in  jouw richting. Wat komt die rare hier doen ? Oren heb je niet nodig, dat lees je zo op hun gezichten. Wanneer dan voor hen blijkt dat je na bestelling van een drankje geen kwaadaardige bedoelingen in de zin hebt keert hun verstoorde gemoedsrust terug. De La Chouffe glazen werden aan de tap tot ver boven het 33cl streepje gevuld. Een lief dorpswicht bracht ons deze godendrank tot op het terras. Dat smaakte weeral ! We kregen op dat terras bezoek van zo een stamgast. Dialect kan je niet verstoppen, hij had het direct door dat we van 't Stat waren. Antwerpen met andere woorden. Hij was er eens een camionette kwijtgespeeld. Hij deed ons zijn verhaal. Enkele jaren terug was hij daar samen met zijn vriend naartoe gereden voor een veiling van het één of 't ander. Na afloop van deze veiling vond hij zijn camionette niet meer terug. Na 4 dagen achter elkaar met de trein naar Antwerpen gespoord te hebben om zijn camionette daar te zoeken had hij eindelijk succes. Hij deed zijn verhaal en nog steeds leek het dat de daarbij opgelopen emotionele schade nog niet hersteld was. Nooit rijdt hij nog met de wagen naar de koekestad (gezegde dankt haar ontstaan aan de koekjesfabrikant De Beukelaer). 

Terug op weg ging het nu de richting van Rozebeek uit. Iets voorbij de vistrap van de Zwalmbeek vonden we een picknicktafeltje. Hoog tijd om de accessoires boven te halen. Wijntje, hapje ... de schoofzak zou volgen. We bemerkten dat er meer en meer wolken zich samenpakten. Dreigend weliswaar maar regen kwam er niet. Het bleef een aangenaam weerbeeld. Aan de Heilige Maagd Maria van Roosebeke stelt de lokale bevolking wel hoge eisen. Ze heeft daar behoorlijk wat job aan. Een gedenksteen opgericht bij het monument/standbeeld van de paardenomgang vermeldt haar 'jobdescription' :

Onze Lieve Vrouwe van Roosebeke gebenedijd
Maria, gij aldaar de patroonerse zijt
Wij bidden U, bevrijd Uwe dienaars tesamen
Van Pest, Oorlog, Dierenlijd inder Eeuwigheid, Amen 

Zo, aan het Bertelbos volgden we een tijdje de middenloop van de Zwalmbeek. Prachtig en iets verderop dwong een tafereeltje me om het liedje 'Oh mijnen blauwe geschelpte ' uit volle borst te zingen. Naast een weiland stond een pick up truck . Een oudere man loste er met mondjesmaat één voor één zijn duiven. Het bleek een sympathieke vent te zijn want hij kon lachen met mijn vocale uithaal. 75 was hij en sinds de dood van zijn vader, 60 jaar geleden, had hij zich ontfermd over de weesduiven die deze achterliet. Het werd een boeiende kennismaking. Elke duif kende hij bij naam. Hij was ze aan het trainen en terwijl hij ze de lucht in wierp gaf hij uitleg over het kunnen van zijn beestjes. Ze zijn nog jong en het is nu dat ze moeten leren. Kijk ze kunnen met wind mee wel 200km per uur halen maar nu met de vele wolken vliegen ze, grote kringen beschrijvend, hoger en hoger naar een open plek in het wolkendek. Het was fascinerend om even de luchtcapriolen van dat beestje te volgen. Daarboven bepalen ze dan de richting van hun vlucht zo verduidelijkte hij. Ze moeten nog veel leren en daarom maar een klein vluchtje van 35km in voorbereiding op het straffere werk. Daarom ook dat ze alleen moeten leren vliegen zodat ze hun plan leren trekken. Later moeten ze op weduwschap de grote fond aankunnen. Barcelona of Perpignan. Je zag dat die vent een speciale band had met zijn duifkes. Het duivenspel was zijn lange leven. De duiven van deze colombofiel stonden duidelijk op de eerste rij in zijn amoureuze voorkeuren. De manier waarop hij die beestjes vastpakte sprak boekdelen. Onverbloemde toewijding en passie troef. Zijn duiven hielden hem jong. Veel van zijn maten/leeftijdsgenoten zaten met een dikke pens voor hunnen 'tellevies' of hingen aan den toog in het staminee, zo betoogde hij.  Dat was niet aan hem besteed, oh nee. Over zijn vrouw sprak hij in minder rooskleurige termen. Ik durf deze hier niet neerschrijven. Allez, tot ziens hé maat en nog veel plezier en succes met je gevederde vrienden ! We braken  op. Dit was nog maar eens een aangename kennismaking. Tijdens ons onderhoud met die duivenmelker had er een andere wandelaar zich bij ons gezelschap opgedrongen. Ik vreesde dat hij in tranen zou uitbarsten. Hij had een wandelknooppunten kaart bij zich en er klopte iets niet met de wegbewijzering. Een paadje waar hij niet door kon gooide heel zijn wandelplanning overhoop. Oei, en hoe moest het nu verder ? Het was alsof zijn wereld verging. Ja, wat konden wij daaraan verhelpen ? Verongelijkt stapte hij op. Iets later op weg kwamen we een dame tegen die hetzelfde probleem ondervond. Het is wat het is zei ze al lachend, ik kom er wel uit. Wat een verschil met die eerdere triestigaard. 
Het wandelingetje liep stilletjesaan ten einde. Ondertussen waren we terug binnen de stadsgrenzen van Zotttegem beland. Op de Grote Markt was er veel animo. Terrasjes zaten bomvol. Eerder liepen we door een straat met veel donkere kroegen. Letterlijk, duisternis was er binnen troef. Laat het een beetje gezellig blijven, we liepen door naar onze eerste stek bij 'Meileken'. Navraag bij de sympathieke uitbater naar een 'Oude Zottegem' lokte een helaasgebaar zijnentwege uit. De brouwerij was uitgeweken naar Oostende maar een Toria was nu het streekbier bij uitstek. Dat moesten we proeven ! Lekker, complexe smaken wisselen elkaar af door het gebruik van fijne Amerikaanse hop. Deze zorgt voor een lange bittere afdronk. Het citrusaroma in deze sterk gehopte tripel draagt bij tot het pittige karakter. De Zottegemse Hoevebrouwers die het bier op punt stelden lieten zich inspireren door de Zottegemse volksfiguur ‘Toria’ die indertijd het café ‘Toria’ uitbaatte en daar zijn bijnaam aan dankte. Voor alles geldt er een uitleg. Het is niet gemaakt om er vloeren mee te schuren ... dus schol en op de vriendschap Michel. 
Rond 19u, of was het al 20u,  zochten we de trein op. In Brussel Zuid namen we afscheid van elkaar. Het was een mooie dag geweest. Voldaan en tevreden, peis en vree hielden de boventoon. Tenminste toch tot aan het perron in Berchem Statie. Wachtende op mijn aansluiting naar Beveren werd er op het overliggende perron een kerel amokmaker ingerekend. 4 politiemannen moesten deze klus klaren en die kerel met geweld tot bedaren brengen. Het leverde een geanimeerd schouwspel op. Wat beschikken we toch over een kleurrijke woordenschat. Het scala aan scheldwoorden en verwensingen aan het adres van deze gardes was fenomenaal. Ik durf ze hier niet neer te pennen. Het betrof de lelijkste woorden getuigend van een indrukwekkend repertoire. Helaas voor hem, de overmacht aan wetsdienaars was iets te groot, met de braceletten aan werd hij het perron afgesleept. Ik laat het hier bij. Volgende week nemen we de draad weer op. 

     

vrijdag 1 april 2022

Van Hennuyères naar Braine le Compte

 

Zo, de maand maart zit er op met 328.000 stappen. Om aan m'n 10.000 stappen / dag te komen diende er nog een klein efforke plaats te vinden. Dat werd gisteren geleverd samen met de Michel en de Marc. Een lijnwandelingetje van een dikke 20km met 700 hoogtemeters in Waals Brabant. Het zelfde scenario kwa vervoer zoals naar Lot en het Hallebos. De trein naar 's Gravenbrakel en deze keer afstappen in Hennuyères. Van hieruit vervolgens à pied naar Braine le Compte. Rond 10u kwamen we aan op ons vertrekpunt. Deze keer waren er wel wat perikelen met treinvertragingen maar al bij al viel dit nog mee. En we troffen het. Ondanks de minder positieve meteorologische berichten zou het de ganse dag droog blijven. En maar goed ook want het gekozen parcours zou herschapen zijn geworden in 1 gigantische modderbaan. De glijpartijen zouden legio geworden zijn op de vantijds steile bospaadjes. 

De Marc passeert op zijn weg naar de statie van Kapellen telkens een goed bakkerke. Voorbijlopen lukt hem niet tenzij na een aanschaf van enkele rijstvlaaikes. Het vlaaike wordt inmiddels een klassieker net zoals het traditionele bakje troost bij de aanvang van onze gezamenlijke tripjes. Ze smaakten weeral voortreffelijk. We hadden nog geen 2km gestapt

Hennuyères is een dorpje in de provincie Henegouwen. Het stulpje lag er nog vredig ingedommeld bij. Althans zo oogden de straten bij het uitstappen aan de statie. In een wijde boog, dwars door het noordelijke deel van het Bois de la  Houssière, stapten we rond het dorp heen. In heel dat bos waren er gigantische graafwerken en boomrooiingen aan de gang geweest. Normaal gezien hadden we niet door dat bos mogen lopen maar bij eventuele opmerkingen zouden we ons kunnen beroept hebben op het feit dat we de Franse taal niet machtig waren. Bijgevolg konden we de bordjes die het verbod aangaven niet lezen. Vele bordjes lagen trouwens al op de grond, roodwitlinten aan doorgangswegen waren doorgeknipt, we kregen de indruk dat men vergeten was die signalisatie weg te nemen. Er was immers geen enkele activiteit meer te bespeuren in heel dat bos. Graafmachines en aanverwante voertuigen zouden we dan toch op zijn minst daar hebben moeten aantreffen. Nada ! We vroegen ons wel af wat de reden moest zijn voor de immense  omwoeling van gans dat bos.
Bijkomend akkevietje was dat er vele uitgestippelde bospaadjes gewoon weggevaagd waren en we op wat improvisatie aangewezen waren. Boenken met andere woorden. 
Ik heb het even opgezocht. Volgens de milieudecreten dient Wallonië enkele habitats terug in haar oorspronkelijke staat te brengen. De laatste decennia hebben berkenbomen het bos gekoloniseerd. De oorspronkelijke heide verdween daardoor en dat moest hersteld worden. De bomen en stronken werden gerooid en de humusgrond werd afgegraven tot op de zandlaag zodat de oude hierin nog aanwezige zaden terug zouden kiemen. Op die manier zou de oorspronkelijke heide opnieuw tot bloei komen en de zandwallen die door de afgravingen tot stand zijn gekomen zouden een ideale habitat opleveren voor wilde bijen en oeverzwaluwen.  

Ter hoogte van de 3 Bruyère gehuchten verbreedt het bos tot een 4-tal kilometers en loopt verder door helemaal tot in Braine le Compte. Hier spreekt men van Le Grand Bois de la Houssière. Het bos biedt een wirwar aan betoverende bospaden die heuvelend slingeren tussen majestueuze woudreuzen. Jammer genoeg hebben de recente stormen ook hier hun tol geëist. Vele bomen zijn er gesneuveld. Vooral beuken die in tegenstelling tot wat men zou denken toch maar een freel wortelgestel hebben. De Marc telde de jaarringen van zo een gigant. Bij 150 hield hij op. Waarschijnlijk was hij wel meer dan 200 jaar oud. Moest die kunnen vertellen hebben ! 

Halverwege het bos zochten we onze picknick te organiseren. Een picknicktafel is daarbij een troef. We vonden er eentje. Flesje wijn, aperitiefhapje en een boterhammeke. Wat kan er nog ontbreken ? Juist ! Wat lol tappen, een vettig moppeke en toch wel ook al eens wat serieuzere praat. Onderwerp bij verve is natuurlijk de op til staande tocht van onze Michel. Dat begint nu wel degelijk te korten. 
Verleden week was het Franse les onderweg en deze keer heb ik een beetje duiding kunnen geven bij het gebruik van de wandel-GPS. Ikzelf zag in het begin op tegen het ogenschijnlijk ingewikkelde gebruik ervan. Eens je wat practische ervaring krijgt begin je het grote voordeel ervan in te zien. In den vreemde je weg ergens naartoe zoeken zonder hulpmiddelen kan al eens lastig zijn. Een waypointje duiden op je GPS bvb en je weg ernaartoe op vragen, het vraagt wel wat knopjeswerk maar het is veel efficienter en betrouwbaar. Ook coordinaten van adressen of plaatsen omvormen en inplannen in je uitgestippelde tocht biedt zo zijn voordelen. Het is eenvoudig eens je het onder de knie hebt, de aanloop om even door te dringen in de materie vraagt wel wat inspanning. Maar (of is het 'en' ?) het loont. En zo wandelden we gezapig tot ons eerste kroegje voor de klassieke tripel. Café Torine nam hierbij de honneurs waar. De 'betere zaak' ware het niet dat de prijzen navenant waren. Bijna 5€ voor een klep. Maar goed, je zit daar niet elke dag. We zaten ruim over halfweg dus een 2de exemplaar zou eveneens smaken. Voor een 3de exemplaar vlakbij de statie moesten er nog wat paaltjes geteld worden. Die werden vlot afgewerkt en de tripel in Café Maison Clément smaakte nog beter. Een goeie 3€ en je kreeg er nog een schoteltje kaas bovenop. Een simpele volkskroeg en een vriendelijke bediening valt nog steeds te verkiezen. 

Het zat er op. Leuke dag, wat camaraderie en wat stijve kuiten daags nadien. Het kan geen kwaad.