donderdag 14 april 2022

De Zwalmstreek vanuit Zottegem aangelopen.


Vandaag een wandelduetje met de Michel. De andere stapmaten waren niet van de partij. De Ronny was nog aan het uitzieken van z'n corona, de Marc ging naar een optreden van Bart Peeters en den Hugo moest zijn biljartverplichtingen nakomen. Wat den Hugo betreft, hij kwam eergisteren even langs voor wat bloghints ivm zijn op stapel staande pelgrimstocht. 21 mei vertrekt hij vanuit Bordeaux en teent dan richting SdC via de Camino Olvidado. Het vertrek vanuit Poitiers, een eerder voornemen, moest hij vanwege enige matrimoniale oppositie wat bijsturen. Vandaar Bordeaux, een toegeving van 300 paaltjes. Ook in een huishouden moet de botafumeira wat in het midden kunnen blijven zwieren. Zoniet, vodden ! Dat geldt ook voor wat de pelgrimstochten betreft. De Michel dan weer, vertrekt op 2 mei vanuit de Puy en Velay. 't Zal er allemaal weeral rap zijn.

Het zou een mooie dag worden. In een trein heb je alle tijd om de omgeving te bewonderen. Nevelen over de weidelandschappen. Een zonnetje dat doorbreekt, bingo, een topdag in wording. 

I saw trees of green, red roses too 
I saw them bloom for me and you 
And I thought to myself what a wonderful world. 
I saw skies of blue and clouds of white 
The bright blessed day, the dark sacred nights 
And I thought to myself what a wonderful world.

Moest er geen oorlog heersen dan zouden de Louis zijn zoetgevooisde woorden zalvend zijn op zulk een mooie dag.  Maar goed, ik wil maar zeggen dat we het weeral troffen. Bij het aankomen in Zottegem was het dan ook al lekker warm. Het kroegje 'Meileken' rechtover de statie had haar terras al in het zonneke uitgestald en nodigde uit tot een koffietje. 2 koffietjes aub ! Na deze cafeïnerijke degustatie  trokken we van uit Zottegem de wijde wereld in. Het zou een kleurrijke dag worden. Amai !

Zottegem, ik kan het niet helpen maar de naam van deze stad geeft voor mij toch aanleiding tot enige hilariteit. Zottegem ontstond tijdens het Romeinse Keizerrijk als een kleine Germaanse nederzetting op de linkeroever van de Bettelhovebeek.  Het Germaanse stamhoofd Sotto of Sutto (de zoete) gaf zijn naam aan de nieuwe nederzetting. Sottoingahaim had sindsdien recht van bestaan op een landkaart. In 1083 noteert men Sotengem. Verschillende variaties in de naamgeving doken later op zoals Sothengem, Sottingem, Sottengem, Zotteghem, Sotengien, Sottheghem, Sottenghien en Sottegem. In alle geval klonken deze namen toch iets  eleganter dan de huidige. Zottegem heeft trouwens een heel bewogen en gewelddadige geschiedenis achter de rug. Bezettingen, plunderingen, oorlogen ...  wie daar wat meer over wil weten, Hij of Zij klikke alhier. 


Zottegem, zo geschreven en genoemd sinds 1949,  ligt in het vrij heuvelachtige Vlaamse Ardennen-landschap dat varieert van 20 meter tot 102 meter hoogte met hellingen als De Vlamme, Langendries, Grotenberge, Slijpstraat-Kortendries, Wolvenhoek, Klemhoutstraat, Kloosterbosstraat en Elverenberg-Vossenhol. De glooiende noordelijke helft van het grondgebied is iets vlakker dan het sterker heuvelende zuidelijke deel met Erwetegem, Sint-Goriks-Oudenhove, Sint-Maria-Oudenhove.

Het is in dit zuidelijke deel dat we de eerste stappen zetten. Wat een prachtige vergezichten. Mooi heuvelende landschappen zo ver je zien kon. Het zijn de ideale decors voor de adepten van palet en schildersezel om replica's van deze idyllisch tafereeltjes op het canvasdoek te toveren.  Aangezien ik hier nog nooit geweest was, was ik echt verwonderd over de schoonheid van deze contreien. Het werd iets te machtig al dit moois. In Sint Goriks Oudenhove moesten we de indrukken even laten bezinken want we hadden er dorst van gekregen. Het Huys van Oudenhove bood La Chouffe aan van het vat. Althans zo vermeldde de aankondiging op een muurbord. Daar kan je niet voorbij lopen en we zochten een plaatsje uit op het zonovergoten terras. Zalig hoe het leven eenvoudig kan zijn. De kroeg zat al vol met stamgasten. De karakteristieke blik van deze klanten wanneer je als vreemde eend in de bijt hun dranktempel betreedt is kenmerkend voor die dorpskroegjes. Verbaasd draaien ze synchroon hun kop (met doorgaans de onafscheidelijke klak erop) in  jouw richting. Wat komt die rare hier doen ? Oren heb je niet nodig, dat lees je zo op hun gezichten. Wanneer dan voor hen blijkt dat je na bestelling van een drankje geen kwaadaardige bedoelingen in de zin hebt keert hun verstoorde gemoedsrust terug. De La Chouffe glazen werden aan de tap tot ver boven het 33cl streepje gevuld. Een lief dorpswicht bracht ons deze godendrank tot op het terras. Dat smaakte weeral ! We kregen op dat terras bezoek van zo een stamgast. Dialect kan je niet verstoppen, hij had het direct door dat we van 't Stat waren. Antwerpen met andere woorden. Hij was er eens een camionette kwijtgespeeld. Hij deed ons zijn verhaal. Enkele jaren terug was hij daar samen met zijn vriend naartoe gereden voor een veiling van het één of 't ander. Na afloop van deze veiling vond hij zijn camionette niet meer terug. Na 4 dagen achter elkaar met de trein naar Antwerpen gespoord te hebben om zijn camionette daar te zoeken had hij eindelijk succes. Hij deed zijn verhaal en nog steeds leek het dat de daarbij opgelopen emotionele schade nog niet hersteld was. Nooit rijdt hij nog met de wagen naar de koekestad (gezegde dankt haar ontstaan aan de koekjesfabrikant De Beukelaer). 

Terug op weg ging het nu de richting van Rozebeek uit. Iets voorbij de vistrap van de Zwalmbeek vonden we een picknicktafeltje. Hoog tijd om de accessoires boven te halen. Wijntje, hapje ... de schoofzak zou volgen. We bemerkten dat er meer en meer wolken zich samenpakten. Dreigend weliswaar maar regen kwam er niet. Het bleef een aangenaam weerbeeld. Aan de Heilige Maagd Maria van Roosebeke stelt de lokale bevolking wel hoge eisen. Ze heeft daar behoorlijk wat job aan. Een gedenksteen opgericht bij het monument/standbeeld van de paardenomgang vermeldt haar 'jobdescription' :

Onze Lieve Vrouwe van Roosebeke gebenedijd
Maria, gij aldaar de patroonerse zijt
Wij bidden U, bevrijd Uwe dienaars tesamen
Van Pest, Oorlog, Dierenlijd inder Eeuwigheid, Amen 

Zo, aan het Bertelbos volgden we een tijdje de middenloop van de Zwalmbeek. Prachtig en iets verderop dwong een tafereeltje me om het liedje 'Oh mijnen blauwe geschelpte ' uit volle borst te zingen. Naast een weiland stond een pick up truck . Een oudere man loste er met mondjesmaat één voor één zijn duiven. Het bleek een sympathieke vent te zijn want hij kon lachen met mijn vocale uithaal. 75 was hij en sinds de dood van zijn vader, 60 jaar geleden, had hij zich ontfermd over de weesduiven die deze achterliet. Het werd een boeiende kennismaking. Elke duif kende hij bij naam. Hij was ze aan het trainen en terwijl hij ze de lucht in wierp gaf hij uitleg over het kunnen van zijn beestjes. Ze zijn nog jong en het is nu dat ze moeten leren. Kijk ze kunnen met wind mee wel 200km per uur halen maar nu met de vele wolken vliegen ze, grote kringen beschrijvend, hoger en hoger naar een open plek in het wolkendek. Het was fascinerend om even de luchtcapriolen van dat beestje te volgen. Daarboven bepalen ze dan de richting van hun vlucht zo verduidelijkte hij. Ze moeten nog veel leren en daarom maar een klein vluchtje van 35km in voorbereiding op het straffere werk. Daarom ook dat ze alleen moeten leren vliegen zodat ze hun plan leren trekken. Later moeten ze op weduwschap de grote fond aankunnen. Barcelona of Perpignan. Je zag dat die vent een speciale band had met zijn duifkes. Het duivenspel was zijn lange leven. De duiven van deze colombofiel stonden duidelijk op de eerste rij in zijn amoureuze voorkeuren. De manier waarop hij die beestjes vastpakte sprak boekdelen. Onverbloemde toewijding en passie troef. Zijn duiven hielden hem jong. Veel van zijn maten/leeftijdsgenoten zaten met een dikke pens voor hunnen 'tellevies' of hingen aan den toog in het staminee, zo betoogde hij.  Dat was niet aan hem besteed, oh nee. Over zijn vrouw sprak hij in minder rooskleurige termen. Ik durf deze hier niet neerschrijven. Allez, tot ziens hé maat en nog veel plezier en succes met je gevederde vrienden ! We braken  op. Dit was nog maar eens een aangename kennismaking. Tijdens ons onderhoud met die duivenmelker had er een andere wandelaar zich bij ons gezelschap opgedrongen. Ik vreesde dat hij in tranen zou uitbarsten. Hij had een wandelknooppunten kaart bij zich en er klopte iets niet met de wegbewijzering. Een paadje waar hij niet door kon gooide heel zijn wandelplanning overhoop. Oei, en hoe moest het nu verder ? Het was alsof zijn wereld verging. Ja, wat konden wij daaraan verhelpen ? Verongelijkt stapte hij op. Iets later op weg kwamen we een dame tegen die hetzelfde probleem ondervond. Het is wat het is zei ze al lachend, ik kom er wel uit. Wat een verschil met die eerdere triestigaard. 
Het wandelingetje liep stilletjesaan ten einde. Ondertussen waren we terug binnen de stadsgrenzen van Zotttegem beland. Op de Grote Markt was er veel animo. Terrasjes zaten bomvol. Eerder liepen we door een straat met veel donkere kroegen. Letterlijk, duisternis was er binnen troef. Laat het een beetje gezellig blijven, we liepen door naar onze eerste stek bij 'Meileken'. Navraag bij de sympathieke uitbater naar een 'Oude Zottegem' lokte een helaasgebaar zijnentwege uit. De brouwerij was uitgeweken naar Oostende maar een Toria was nu het streekbier bij uitstek. Dat moesten we proeven ! Lekker, complexe smaken wisselen elkaar af door het gebruik van fijne Amerikaanse hop. Deze zorgt voor een lange bittere afdronk. Het citrusaroma in deze sterk gehopte tripel draagt bij tot het pittige karakter. De Zottegemse Hoevebrouwers die het bier op punt stelden lieten zich inspireren door de Zottegemse volksfiguur ‘Toria’ die indertijd het café ‘Toria’ uitbaatte en daar zijn bijnaam aan dankte. Voor alles geldt er een uitleg. Het is niet gemaakt om er vloeren mee te schuren ... dus schol en op de vriendschap Michel. 
Rond 19u, of was het al 20u,  zochten we de trein op. In Brussel Zuid namen we afscheid van elkaar. Het was een mooie dag geweest. Voldaan en tevreden, peis en vree hielden de boventoon. Tenminste toch tot aan het perron in Berchem Statie. Wachtende op mijn aansluiting naar Beveren werd er op het overliggende perron een kerel amokmaker ingerekend. 4 politiemannen moesten deze klus klaren en die kerel met geweld tot bedaren brengen. Het leverde een geanimeerd schouwspel op. Wat beschikken we toch over een kleurrijke woordenschat. Het scala aan scheldwoorden en verwensingen aan het adres van deze gardes was fenomenaal. Ik durf ze hier niet neer te pennen. Het betrof de lelijkste woorden getuigend van een indrukwekkend repertoire. Helaas voor hem, de overmacht aan wetsdienaars was iets te groot, met de braceletten aan werd hij het perron afgesleept. Ik laat het hier bij. Volgende week nemen we de draad weer op. 

     

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.