vrijdag 22 april 2022

Waals Brabant : Tubize en Braine - Château

Voor de wandeluitstap van deze week tekenden de Michel en de Marc present. Een beetje in het verlengde van de eerdere recente wandelingen op de as Brussel - 's Gravenbrakel kozen we donderdag voor Tubize . Dat valt eveneens op deze as te vinden. Tubize, Tubeke in 't Vlaams liggende langs de taalgrens wordt vermeld als Tweebeek in het Algemeen Nederduitsch en Friesch Dialecticon uit 1874.  De samenvloeiing van de Zenne en de Senette bevindt zich hier, vandaar de naam Tweebeek. 

Een voorspoedig treinreisje bracht me naar dit Waals - Barabantse oord. Op de trein tussen Berchem en Brussel Midi waande ik me zoals een sardieneke in haar blikje. Schouder aan schouder moeten de mensen er in de middengang en aan de deuren naar hun werk sporen. Je bent min of meer gesandwiched als je op je werk aankomt. Ik begrijp niet dat daar geen oplossing voor gevonden wordt. Een jonge Afrikaan stond zijn plaats af voor een jonge dame en gaf aan dat er zelfs nog plaats voor mij was. Hij drong aan dat ik me zou neerzetten. 'Zie ik er dan al zo oud uit ?', vroeg ik me nog af. Dankjewel jongeman en ik zette me naast deze dame. Hoe het komt weet ik niet maar ik werd door haar aangesproken net zoals eergisteren de 80-jarige tattooman dit deed aan het fort van Steendorp. Tof en lief kind, ze vertelde me honderduit over Cuba, haar man was een Cubaan, en toetste de daar heersende cultuur aan de onze. Vergeleken met onze Westerse gejaagdheid waarbij de sky als the limit geldt en alles nog beter kan en ook moet, gaat het er ginderachter zoveel gemoedelijker aan toe. Ze biechtte me ook al haar recente wandeluitstappen op waaronder meer haar bezoekje Epernay. Dit is the place to be als je van champagne houdt. Wel, ik vind het telkens knap dat je er dan ook geweest bent en dat je zo voor wat brandstof kan zorgen om het gesprek te verrijken en daarmee ook de kennismaking gaande te houden. In de Nord stapte deze krullenbol uit, ze klopte na het uitstappen nog eens op het raampje en zwierde me een goeiedag. Tussen instagram, tik tok en facebook door moet ik bekennen dat de behoefte aan enig intermenselijk contact bij de jongere mensen, alhoewel deze schaarser en schaarser wordt, nog niet helemaal dood is. 

In Tubize brandde dus de lamp. Een 20-tal minuutjes vroeger ter plaatse dan de Marc bezochten ik en de Michel nog vlug de markt die pal aan het treinstation stond opgesteld. Kleurige kraampjes stonden er opgesteld en smakelijke geuren en odeuren van kruidig gegrilde kippen, hamburger- en braadworstkramen vulden er de lucht. Lokale lekkernijen en zelfs een kraam met Geraardbergse mattentaarten waren er van de partij. Leuk, dit alles binnen handbereik geeft je een rijk gevoel. Daar moeten we oog voor hebben. Het kan zo allemaal voorbij zijn, in een vingerknip. Zie maar naar de oorlog in Oekraïne. Veel tijd hebben we aan die markt niet besteed aangezien de trein met de Marc er zo zou aankomen. 

In wijzerszin van de lus gingen we richting Lembeekbos uit. Na een goeie kilometer wandelen in de bebouwde kom inclusief de brug over het kanaal Brussel Charleroi en nog een klets van de fusiegemeente Clabecq zaten we in het Lembeekbos. Hat is prachtig om zien hoe de boshyacinthen er in bloei stonden. Een paars tapijt ontrolde er zich tussen de woudreuzen.  Je hoeft je dus helemaal niet in het Hallerbos tussen de duizenden nieuwsgierigen te wringen om van deze jaarlijks terugkerende bloemenweelde te genieten. In het Lembeekbos liepen we daar moederziel alleen. Evenmin waren er kilometerslange ontsierende afsluitingen geplaatst om de horde recreanten binnen de wandelpaden te houden. Mooi is het wel om daar te wandelen in dat bos. Je mag wel niet opzien tegen de vantijds stevige klims die er zich aanbieden. Deze klauterpartijtjes zouden zich trouwens tijdens de ganse wandeling voordoen. Een vette 600 hoogtemeters alstublieft. Een goeie voorbereiding dus voor de Michel die binnen een goeie week zijn eerste pelgrimspassen zal zetten in de Auvergne. Trouwens, we kwamen regelmatig de blauw-gele schelp tegen op onze wandeling. Het moet zijn dat we op delen van de via Brabantica zaten. Een mooie vingerwijzing voor onze Michel. Daar in de Auvergne is het ook bergop en bergaf. Nog een schepje pittiger zelfs. Ik kan het me herinneren van op de Vulkanenroute daar. 

Eens het bos uit zouden we in de buurt moeten gekomen zijn van het kasteel van Braine. Helaas, we hebben het niet gezien. Gesloten toegangswegen en het ontsproten groen van bomen en struiken verhinderden het kijkje. We waren er al voorbij voordat onze frank viel. De banmolen van Kasteelbrakel die er in de geburen staat hebben we dan weer wel kunnen spotten. En zo stonden we ineens op het marktplein van Château Braine. Ook hier, net zoals in Sombeke, kon je een schandpaal bewonderen. Het was een vreemdsoortig torentje met opschrift 'Pilori' en ik had eerst geen idee wat het bouwsel voorstelde. Opzoeken dan maar ! Pilori bleek het Franse woord te zijn voor een schandpaal. Nog wat meer opzoekwerk achteraf leverde me volgende informatie : Deze schandpaal werd opgericht in 1521 in blauwe steen door Maximilien de Hornes, kamerheer van keizer Karel. De paal bestaat uit een zeshoekige sokkel met 4 treden waarboven een cilindervormige kolom met zeshoekig voetstuk of pedestal is geplaatst. Deze lantaarnvormige kuip werd afgeboord met zes kleine kolommen die eindigen in een drielobbig maaswerk van korfbogen. Aan de top van de zuil kan je het wapenschild zien van de familie Hornes en een wimpel met de volgende tekst: « Maximilien de Hornes, seigneur de Gaasbeek, chevalier de l’Ordre de l’Empereur, 1521 ». Gene gewone dus ! 

Meerdere malen werd dit monument bijna vernield. De eerste keer in 1794 tijdens de Franse revolutie en later tijdens de aanleg van de chaussée de Tubize in 1858. Telkens leidde dit tot lokaal protest. Ondertussen werd de schandpaal een beschermd monument.  Op deze oudste en hoogste schandpaal van België heeft de man die hem liet oprichten voluit aangegeven wie hij was en dat hij tot ridder in de orde van keizer Karel was benoemd. Zo'n opschrift is op zichzelf heel apart voor die tijd, zeker in een landelijke gemeente als Braine-le-Château, waar bijna niemand kon lezen in 1521. Dat jaartal is niet zonder betekenis. In april wordt Maarten Luther opgeroepen om op de rijksdag van Worms voor Karel V te verschijnen om zich te verantwoorden voor zijn geschriften. Hij weigert die te herroepen, waardoor er een scheuring ontstaat binnen de Roomse Kerk. In het Duitse Rijk mag Karel dan wel keizer zijn, veel uitrichten tegen de lutheranen kan hij in Duitsland niet. Maar in onze gebieden is hij wél heer en meester en start hij dan ook een vervolging van deze 'ketters', wier leider hem zo openlijk heeft beledigd in Worms. Maximiliaans opschrift op deze schandpaal maakt dus meteen duidelijk aan wiens kant hij stond en was ook een waarschuwing aan al wie er lutherse sympathieën op nahield. 

Iets verderop zou er een picknicktafel opgesteld staan. Dat was ook zo maar staande op een sportterrein en afgesloten door een hek was het nougabolle. We stapten door tot aan het kerkhof van Kasteelbrakel. Altijd vind je daar wel een plekje. Het traditionele flesje wijn werd er gekraakt. De al even tradionele rijstvlaaikes werden eerder al in het Lembeekbos opgesoupeerd. Na het schaft, we zaten op 10km, vielen er nog 13 paaltjes te gaan. Het Bois de Becasse was eveneens een heerlijke plek om door te wandelen. Ook hier maakten de vele hellingen partij uit van de uitstap. Na dit bos was het tijd voor een ander fleske wijn. Een picknicktafeltje in een speeltuin bood hiervoor de gelegenheid. We konden ons even zetten. Grappig, de makers van picknicktafel moeten geen oog voor verhoudingen gehad hebben. Eens gezeten kwam je kin aan de tafelrand. De Michel had nog een fleske gevonden in zijn rugzak. Een flesje Pinot Noir nog wel. Uitstekende keus bij een sauciske, wat olijven en wat fetakaas. Het gaf de wandeling nog een ietsje meer kleur. Zalig, het mooie weer had hier dan ook een enorm aandeel in. 

Het bos d' Oisquercq waar ons pad vervolgens doorliep bleek ontoegankelijk. We moesten omlopen om zo stilaan terug in de richting van Tubize te laveren. In het gehucht Egypte zou er een kroegje te vinden zijn. Helaas we hebben het niet gevonden of we moeten er voorbij zijn gelopen. Er restten nog een goeie 6 km te lopen. De goeie helft ervan liepen we langs het jaagpad van de Zenne. Die was hier nog proper. Vissers kwamen we er echter niet tegen en tegen dat we in Tubizestad aankwamen had het water al een bruinachtig kleurtje. Er kan een verklaring voor zijn maar ooit met de status van 'openbaar riool' bekleed te zijn geweest komen de kwalijke gedachten onvermijdelijk weer opzetten.



Zo, we waren terug bij de statie aanbeland. In de 'Taverne de la Gare' werden we letterlijk in de watten gelegd door de uitbaatster. Bij den tripel Karmeliet serveerde ze brood en een mooi stuk briekaas. Zomaar, zonder kosten. Bij de 2de ronde was het van hetzelfde laken een broek. Meer nog, een extra toastje met lekker beleg als toemaatje. Bij de 3de consumptie bedankten we voor het brood en de kaas maar dan kregen we in de plaats weer een lekker sateetje  aangeboden. Zoiets kan alleen maar in de Walen. De uitbaatster hield ervan om haar klanten te soigneren. Zeg dat wel ! En dan kan je die gastvrijheid daar dan als wildvreemde passant meebeleven. Service noem ik dat. Zoiets onthou je wel. Voilà zie, het zat er weeral op. Tijd dus om naar de haardstee terug te keren. Het was al donker toen ik de sleutel in het sleutelgat draaide. Schluss nu, come and see next week.  Bij leven en welzijn uiteraard.  


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.