vrijdag 31 mei 2019

* De watervallen van Coo - sjieke buurt !

Hugo is vertrokken. Zondag na het nakomen van z'n kiesplicht koos hij resoluut voor de horizon. De noordelijke deze keer richting  Noorwegen in het spoor van Koning Olav I. De koning die de vikingen op zeer bloedige wijze tot het christendom bekeerde. Ik heb een miniscuul stukje met den Hugo meegestapt. Hij had een tussenstop gepland in de brandweerkazerne van Kruibeke en daar in de geburen ben ik hem tegemoet gelopen en heb ik eventjes aangepikt.  Als ex-vrijwilliger bij de brandweer is hij daar in die kazerne nog steeds 'kind' aan huis en kent hij het genoegen om daar op een brede schare kameraden te mogen rekenen. Voor zijn eerste etappe vinkte hij Deurne aan als eerste stop op zijn queeste naar het land der Vikingen. Hij kon daar in Deurne logeren bij zijn zus. De rest van zijn wedervaren lezen we nog wel in zijn blog. De link vind je hiernaast rechts in het kolommetje 'Blogs van vrienden - Tempus Fugit'. Ik schat dat hij nu ergens tussen Arnhem en Deventer rondzwalpt. We wensen jou een mooie reis Hugo en keer veilig terug. De runen werden alvast gunstig geworpen. En wie weet ? Misschien breng je de wijsheid die ze ginds vertellen wel voor ons mee naar huis ? Je verhaal zal ons zeker boeien. 


Nu zijn de Hávamál (*) gezegd 
in de hal van Hár 
tot heil van de mensen 
tot onheil van de reuzen. 
heil die ze zong 
heil die ze kent 
tot nut voor wie ze vernam 
tot heil voor wie ze hoorde.

(*) Het lied van de Hoge, geïnspireerd op Odin's wijsheid. 

Zo dit moet volstaan als intro. En nu wat anders. Ik had al een heel tijdje een toerke rond de watervallen van Coo in het sop liggen. Het bewandelen kwam er maar niet van omdat er enerzijds een lange treinrit aan vooraf gaat en anderzijds, rekening houdend met allerlei opduikende akkevietjes van de stapmaten, inclusief de mijne, het niet eenvoudig meer is om een tripke van dit kaliber op punt te stellen. 
Deze keer was het ochtendlijke vertrekuur wel heel ongewoon. Iets na 5 zou er al een trein moeten genomen worden. Zowel de Ronny als de Marc vonden dit geen probleem .... waar maakte ik me dan eigenlijk nog zorgen over ? ... dus afspraak met elkaar in Berchem Statie om daar de trein van 5u53 te nemen. We zijn weg !

De Watervallen van Coo, in de rivier de Amblève, worden met een hoogte van 15 meter vaak als de hoogste watervallen van België beschouwd. De toeristische dienst van de moedergemeente Stavelot geeft 13 meter aan maar de hoogste waterval van België is echter de waterval van Reinhardstein in de vallei van de Warche. Deze waterval is zelfs 60 meter hoog. De kleine waterval bestond in Coo al in of vóór de 15e eeuw. In opdracht van de prins-abt van het Abdijvorstendom Stavelot-Malmedy is in de 17e eeuw door monniken de grote waterval gemaakt, waarschijnlijk om het aan de meander gelegen Petit-Coo tegen overstromingen te beschermen. Deze watervallen zijn dan ook een bezoekje waard en dienen als startpunt voor de vele wandelaars. Met een stoeltjeslift kan men omhoog om aan het eindpunt naar de uitkijktoren te lopen, voor een indrukwekkend uitzicht op de omgeving. In 1967 werd begonnen met de bouw van de spaarbekkencentrale van Coo-Trois-Ponts. In 1979 was deze voltooid. In de verlaten meander werden twee stuwdammen gebouwd waardoor een kunstmatig meer van maximaal 71 ha ontstond. 

Als je zo vroeg van huis bent zou het wel eens een heel lange dag kunnen worden. Rekening houdend met de 6 treinuren en het tragere stappen vanwege de meer dan 1000 hoogte- en laagtemeters en dan voorzie je best een  extra schoofzakske. Deze redenering zal de Ronny ook gevolgd hebben want hij speelde met de gedachten van een stoofpotje te maken van geit om dat op de stapdag op te warmen. Nog nooit niet gegeten zo een geit, een prima idee dat aanzet om er een smakelijk uitstapje van te maken. Ik zou wel zorgen voor een bordje soep ten einde de toch lange stapdag zonder hongergevoelens te overbruggen. Desgewenst nog een fleske wijn en wat aperitiefhapjes, je kent dat wel, want over die rijstpap met gouden lepeltjes daarboven in de hemelse regionen heb ik tegenwoordig nogal zwaar m'n twijfels. Je kan volgens mijn filosofie beter eieren voor je geld kiezen en hier in dit aardse tranendal deze geneugten al tot de jouwe maken. Maar wie ben ik om zoiets te beweren ?   



Het werd dus een heel vroege trein en reeds om 5 uur aan het Beverse Station staande had ik al direct wat gezelschap en wat klap van een echtpaar dat naar Israël reisde om daar het huwelijk van hun zoon te vieren. Met wat klap was het wachten op onze trein zo voorbij. In Berchem stapten Ronny en Marc op en 3 stipte treinen/aansluitingen zorgden er voor dat we om 9u in Trois-Ponts konden uitstappen. Het beloofde een prachtige dag op Waalse bodem te worden. Het weer zat ondertussen al volledig mee. Een blauwe hemel met hier en daar wat hoge witte strepen en een verloren gelopen wolkje. 

Voor de wandeling had ik 3 lussen getekend en daaruit kozen we de lus van 18K/800hm, de rode. Dat zou genoeg zijn zo we nog op een treffelijk uur terug huiswaarts wilden keren. Wat werd dit een prachtige wandeling ! Centraler in de Belgische Ardennen kon je het niet maken. De geuren en kleuren van een schitterend glooiend landschap kwamen onder het stralende zonnetje volledig tot zijn recht. Het duurde niet lang of de Marc verdiepte zich al volop in de verschillende bloemenspecies die bloeiden in de bermen. Het duurde niet lang of we zaten al op een hoogte waarop we de ganse omgeving in ogenschouw konden nemen. Wat een woord weeral ! Valleien, immense bospartijen, getrimde weilanden, keurig afgelijnde akkerspercelen, gracieuze paarden in de velden, keurvee in de weiden en ga zo maar verder. Een streling voor het oog. 

Vlak voor de 3 bruggen van Trois-Ponts, na een klein uurtje stappen en een eerste kleine kuitenbijter, kwam er een stop. Tijd voor het taske soep gevolgd door een klein versnaperingske in de vorm van een sauciske, stukje brandnetelkaas en een olijfje ... je kent dat. Gezeten op reusachtige stenen tafels merkten we dat er voor die bruggen een file auto's aangroeide. Auto's die het stadje wilden binnenrijden. Op zulke momenten ben je wat blij dat je te voet bent. Lang hebben we er niet gezeten op die stenen. 
We kraamden daar op en na nog een uurke of 2 doorstappen  kwam het benedenmeer van Coo in zicht. Een geweldig mooi zicht daar aan dat meer en het feit dat we daar geen levende ziel aantroffen maakte dat het er de rust zelve was. Het meer azuurblauw, de oevers allures van een goudstrand, omzoomd met afwisselend lichte en donkergroene bospartijen op de heuvelflanken. Eén van de picknicktafels daar aan de oever van het meer kwam bijzonder goed van pas om de Ronny zijn gestoofde geit te proeven. Het was al bijna 2 uur en dat dalen en klimmen in dat heuvelend parcours scherpt de eetlust aan. Lekker die geit, had ik niet verwacht. De structuur van konijn maar met meer vet dooraderd. Hij had dat klaargemaakt in een pittige saus met witte en rode bonen. Flesje wijn erbij en afronden met een dessertje. Hiervoor had de Marc zich de avond ervoor aan het bakken gezet en met als resultaat heerlijke cupcakes met rabarbervulling. 

Er viel nog wat te stappen, daar waren we tenslotte voor gekomen. We stapten het ganse meer rond. Ook weer stevig klimmen deze keer waarbij er zelfs op een stuk pad langs een steile helling een touw het pad volgde. Dit diende om je er tijdens het stappen aan vast te klampen teneinden niet met je hele hebben en houden de helling af te donderen. Hier kwamen we 2 kameraden uit Turnhout tegen. Ze gingen vissen en vroegen ons op een hoogte van 50 meter boven het meer en langs de heuvelflank hoe ze bij de oever konden geraken. Dat zag er ook voor ons vrij hopeloos uit maar het zorgde toch even voor een lachwekkende noot.  Normaal tref je vissers in alle rust aan op een bankje aan de waterrand. Turend naar hun dobber. Deze onfortuinlijke vrienden slalomden met hun vislijnen annex molens, stoeltjes, pieren en ander visgerief langs struiken en bomen op de bospaadjes. Volgens mij werd er geen enkele vis aan de haak geslagen. 

Richting waterval volgden we de boorden van het meer. Wondermooie stapervaring, echt ! Aan een terrasje vlak bij de waterval werd er even aangemeerd. Plopsaland Coo, vlak aan de waterval,  swingde er op los. 8-banen, treintjes, panoramische molens, het was er voor groot en klein dolle pret.  Gejoel en gejuich, krijsende kinderen, het is de muziek van een pretpark. In de lucht zweefden tientallen parapentes en trokken er baantjes. Leuk maar het is toch ergens jammer dat zulk een mooi natuurlandschap opgeofferd werd aan de commerce. Nu, mensen beleven er een hoop plezier en laat dit belangrijk genoeg zijn om het de mensen die hele santekraam van Gert Verhulst te vergunnen.

We zaten halfweg daar aan die waterval en hadden graag de trein van 17u gehaald. Een volgende trein, tevens de allerlaatste, vertrok om 19u. Dat viel niet te riskeren en bijgevolg zetten we een tandje bij om tijdig terug in Trois-Ponts te zijn. Dat was even doorstappen en met nog een laatste klim van pakweg 240 meter wist je dat er zoiets als benen onderaan je lijf zaten. De wandelstokken werden bovengehaald, ze kwamen verdorie goed van pas.   We waren nog mooi op tijd om onze trein te halen. Ook de terugreis ging vlot. In goed gezelschap vliegt de tijd. 
Tussen Brussel en Antwerpen hebben we even Hugo opgeroepen. Hij stelt het wel en is deze avond Arnhem binnengelopen. Die gaat er ook een gat vandoor. Om 9 uur zat elk van ons terug thuis aan de haard. Toch wel enigszins moe met als oorzaak de klimpartijtjes. De Marc was trouwens al enkele malen ingedommeld op de trein. Een wandeling in de Ardennen is nu helemaal niet te vergelijken met een trotje in de Rue Neuve van Brussel. Maar dat ze stukken mooier is, daar zal niemand aan twijfelen. Vrijdag 31 mei werd een geslaagde stapdag. Iedereen was weeral content. Ik ook. 




zaterdag 25 mei 2019

* Rondje Tongeren N-NW deze keer.


De stapmaten waren er eerder op de week al op uit getrokken om de landlopersroute in Wortel en Merksplas te gaan verkennen. Hun recensies over deze wandeling waren zeer positief. Het is dan ook naar mijn oordeel een erg mooie en leerrijke uitstap. M'n vermoeden dat, weliswaar culinair ingeschat, deze uitstap in aan het decadente grenzende toestanden zou ontaarden werd bewaarheid. Gebakjes, flesjes wijn, chips 'Façon Pomme Dauphinois" met spek en eieren van de Marc z'n kippen ...  Van een nagerecht werd even niet gesproken maar het zou me verwonderen dat dit ontbrak.  Als Bourgondiër wordt je geboren en zo hoor je ook, als de tijd er tenminste rijp voor is, het loodje te leggen. Tot in de kist !  Beter een goed gevulde buik dan een kas vol chagrijn. Voilà, als ik ooit tot de ridderstand wordt verheven wordt dit m'n wapenspreuk : "Melius est quam bene repleti venter plena dolorem corporis". Althans zo zegt de Google Vertaler want ikzelf ken of versta geen letter Latijn. Ik zie het al op een wapenschild prijken boven m'n kasteeldeur. Dat zal een groot schild worden met al die woorden er op ! 
Geen stapmaten dus deze keer en dan werd het bijgevolg een solotripje. Dat heeft ook z'n waarde van tijd tot tijd. In de aanloop naar die rust bracht een stipte maar tot de nok gevulde trein me naar Tongeren. Tot in Zaventem was het sardieninblikgewijs sporen. Plooifietsen, reiskoffers, rugzakken, het reist allemaal mee. Zelfs in zo'n overvolle trein vind je workaholics die al vrolijk op hun lap-top in liggen te beuken. Lang leve de stressmaatschappij !  Ik ga wandelen punt. Doen jullie maar verder druk voort en wees onmisbaar !  Allez allez toe Jan, een beetje milder gaat ook !!! Ze zorgen immers voor jouw pensioen. 
Het was 11 uur bij aankomst in Tongeren. Het weer zag er buiten zalig uit wanneer je vanuit de trein naar buiten keek. De zon scheen al volop, een diepblauwe lucht, hoge witte condensslierten van vliegers in het zwerk, nee daarbinnen in die wagon kon ik nog net geen vogeltjes horen kwintelieren. Het beloofde bijgevolg een mooie stapdag te worden.




En dat werd het ook. 25 paaltjes in peis en vree. Ik stapte het station aan de achterkant buiten en hoopte in het eerste het beste kroegje een koffietje te scoren. Helaas, er waren er geen en al verder doorstappend werd de kans om er nog eentje aan te treffen herleid tot nul. 


Ik zat al volop in het groen wanneer ik in de richting van het kasteeldomein  van 's Herenelderen stapte. De toegangsweg tot het kasteel was met een slagboom afgesloten maar je kon er omheen lopen. Een geweldig mooie dreef omzoomd met honderden bijenkorven leidde naar het ommuurde kasteeldomein. De met sierlijke wachttorentjes versierde poort stond open maar hier werd voor alle zekerheid de ontoegankelijkheid van het domein met een verbodsbord in herinnering gebracht. Dit voor de plebejer wel te verstaan. Iets verder kwam de spoorlijn terug in zicht. Hop erover, de picknickplaats kwam er aan. 


Ik zat aan een 6-tal kilometertjes en het middaguur was al voorbij ... schoven dan maar aan het eerste het beste picknicktafeltje. De rust zelve daar aan dat bankje en tot nu was ik nog geen kat tegengekomen, laat staan een hond. Ik zat middenin het Wijngaardbos. In stille gedachten verzonken verschoot ik me een bult toen een wandelaarster me plots toeriep "Da ziet er mich eu hiel schoe pleutske uut ! " Dat was het ook, en door het verschieten vergat ik haar te vragen om er even bij te komen zitten. Lang heb ik er niet gezeten. Bokes op en weg.  Ik botste een paar paaltjes verder op het grondgebied van Hoeselt op de Vrijhern Kluis. Hier trof ik  middenin het groen een oase van rust en stilte aan . 

Broeder Geert van Elst bouwde in 1685 daar in de Vrijhernse bossen een hutje. Dit was het begin van ruim drie eeuwen kluizenaarsschap in Vrijhern. De opvolger van Broeder Geert, ene Jacobus Vandenbroeck, verving het hutje door een kluiswoning in vakwerk en liet in 1709, nadat hij een pelgrimage had ondernomen naar het Italiaanse bedevaartsoord Loreto, aan de woning een Loretokapel bijbouwen. Dit exact naar het model van het Heilig Huisje van Nazareth in het bedevaartsoord Loreto. Ik kon het niet laten en heb in het kaarsenkapelletje een bougieke aangestoken. Het is een dwangmatige handeling, onverklaarbaar ook ! Het neigt een beetje naar pyromanie 😊. 
In Vrijhern zouden tot in 1904 broeders verblijven. Zij leefden van wat de geloofsgemeenschap hen schonk en maakten zich verdienstelijk met ziekenzorg en het geven van onderwijs aan de jongeren. Op een bepaald moment liepen er 57 jongeren school, waaronder 12 internen. 
In 1968 werden de gebouwen gerestaureerd. Deze kluis is de enige in Limburg die nog bewoond is. Een bezoekje was dit wel waard. Ik heb er geen spijt van. 
En sjiek dat die paadjes en holle wegen daar zijn. Knappe omgeving, Limburg herbergt een schat aan natuur en ze dragen verdorie zorg voor hun patrimonium. Nergens heb ik een verwaarloosde tuin bespeurd. Nergens zwerfvuil, zitbanken in overvloed met overal goed onderhouden vuilnisbakjes. De stoepen en paadjes overal netjes gevaagd. Het oogt keurig en het wekt je waardering dat er met zoveel respect met de omgeving wordt omgesprongen. Je ziet elders vaak andere toestanden. Tot zelfs in m'n eigen straatje kom ik smeerpoezerij tegen. 
Onderweg naar Riksingen verlekkerde ik me in het vooruitzicht van een fris pintje. Waarom niet ? Het zonnetje lag aan de basis voor dat dorstige gevoel. Daar in dat dorpje zou wel een cafeetje te vinden zijn. Nougabolle, niet dus en dan werd er maar lustig verder gestapt. In Zevelberg was het van het zelfde laken een broek. Geen kroegje dus en dus werd het opnieuw verder stappen in de ijdele hoop een kroegje te vinden. Nu, van de dorst  doodvallen zullen we zeker niet doen. Verderstappen dus en nu ging het langs het Kasteel Rooi en de loop van de Fonteinbeek naar het natuurgebied Herenbos. Het is het éne natuurgebied dat het andere opvolgt. Ja je wordt er op wandelgebied heus verwend. Tongeren kwam in zicht. Ik heb tot vrij dicht bij de stadsrand in het groen kunnen wandelen. De Onze Lieve Vrouw Geboortebasiliek was al in zicht. Begint dat daar nu niet te druppelen? Toch wel, een paar dikke regendruppels meer niet, het zou droog blijven. Ik ben er ! Het marktplein in Tongeren is een gezellige bedoening. Terrasjes in overvloed. Onder het waakzame oog van onze dapperste aller dappere voorvaderen, Ambiorix den Eburoon, kon ik eindelijk mijn pintje degusteren. Het werd een La Trappe Blonde ! En geef me nu maar eens ongelijk zie. Het werden er trouwens twee 😂. Eén been, dat lukt niet, daar kan je niet .... 
Van de markt naar de statie was het nog een goeie 10-minuutjes wandelen. Ook naar huis verliep de treinreis zeer vlot. Toch is het een hele trip. Meer dan 2 uur ben je zoet. Deze trip krijgt 9,5 op 10. Geslaagd dus met de hoogste onderscheiding. 
Nu zondag vertrekt onzen Hugo, hierboven op de foto nog van zijn pateeke genietend, van Temse naar Nidaros/Trondheim in Noorwegen om zijn Olav's Route te volbrengen. Ik hoop dat het verkiezingsgedoe geen roet in het eten gooit want ik zou hem graag gaan uitwaaien. Alvast een mooie  maar vooral veilige tocht toegewenst Hugo !

Foto album Tongeren : https://photos.app.goo.gl/pBuRtuPGXSzDHBsT8