vrijdag 13 december 2019

Singing in the Rain / Brugge - Oostende



Het plannen van onze weekse wandeling werd deze keer overschaduwd door enige twijfel. Nee, niet zozeer omdat het een vrijdag de 13de betrof maar het was eerder het voorspelde hondenweer dat mijn twijfel voedde. Regen zoals vorige week zou ons deel worden. Met bakken zou het eruit vallen volgens Sabine. Klagen gaan we hierover echt niet doen want we konden tijdens onze vorige uitstappen bijna telkens van mooi zonnig weer genieten. Het mag dan wel eens regenen, niet soms ? Die nattigheid namen we er maar bij.

Iets vóór 10u stapten ik, de Ronny en de Catsjoe af in Brugge voor een luswandelingetje in de omgeving.  Breuhhe die Scone, ahow zeg, widder kome eran veur eu toertsje. We laveerden langs de Bouverievest door het park richting het afleidingskanaal en de Sint Pieterswijk. Tot 2 uur in de middag zou het constant oude wijven blijven regenen. Dit volgens de buienradar. Geen mooi vooruitzicht dus. Op een eenzame jogster na was het park aan de Bouverievest volledig verlaten. De aalscholvers, rustend op gevelde boomstronken in het water beloerden ons met een triestige blik. Wie loopt er nu ook door zo een weer ? Regenbroek en poncho kwamen dan ook goed van pas. Voor de Ronny wordt zo een outfit onlosmakelijk aangevuld met een flapperhoed.

Al een ganse tijd lagen we op vinkenslag om ergens onderweg ons kommeke koffie te kunnen consumeren. Prachtige trapgevelwoningen, sommige meer dan 350 jaar oud kwamen we in overvloed tegen. Brugge staat er vol van. De Japanezen kunnen er maar niet genoeg van krijgen en poseren smilend voor zo een trapgeveltje ... voor de selfie natuurlijk. Netjes zoomden deze gevels de brede lanen rond het park af. Hier ga je geen Veritas of een Wibra tegenkomen opperde mijne stapmaat. Net zo min als een kroegje voor onze koffie was mijn conclusie. Dat was er evenmin te bespeuren. Net toen de regen naar een versnellingetje hoger schakelde en met gieten begon, botsten we op het Café du Gaz. Een mooie zaak, dat wel, maar de typische Westvlaamse op argwaan stoelende terughoudendheid van uitbater en kalandizie tegenover vreemden was hier voelbaar troef. Die onsympathieke sfeer werd nog versterkt door het feit dat de uitbater weinig moeite deed om zijn kalandizie vriendelijk te bedienen.
Het gure weer scherpte een ietsiepietsie de honger aan en allhoewel het hier een eet- en praatcafé betrof wilde de uitbater vóór 12u geen telloorke met snacks of hapjes voorschotelen. Oh nee want zoiets was het werk van de kok en die kwam maar eerst op de middag af. Bah, dat weinig sympathiek gedoe porde het voorgevoel wat aan dat deze wandeling geen topper zou worden.  Ach, m'n subjectief oordeel over de Westvlaming spreekt hier. Het zijn immers onverdund hard wroetende landgenoten die het ' Le Plat Pays' bevolken. 'Qui est le mien', voegde den Brel er al zingend nog aan toe, alhoewel hij daar volgens mij meer de Westhoek mee bedoelde. Zijn Marieke woonde immers daar. Jacques Brel's verdiensten lagen dan ook te rapen op de planken van de buhne, eerder dan op de met loodgrijze wolken overschaduwde West-Vlaamsche akkers waar de ontelbare kerktorens de skyline bepalen.
Soms is het wel terecht en menen de Westvlamingen, en zij niet alleen trouwens, dat de Antwerpse Sinjoren naast hun schoenen lopen van pretentie. Ik ga hen niet tegenspreken maar het is me wat 🙂 ! Komaan zeg Jan : Vrede op aarde want de kerst staat voor de deur. Vrede aan alle mensen. Uiteraard aan die van goede wil.

We hielden het daar na de koffie en 2 Omerkes voor bekeken en stapten op wanneer vervolgens de regen wat minderde. Het schof hielden we aan een bushalte. Hier zat je met je boterhammen tenminste droog. Iets eerder zagen we een fietser schoven op een bank onder een dakgoot. Op zijn gemakje speelde hij ongestoord zijn 'stutjes" naar binnen in de drup van die goot. Volgens mijne maat was dit geen idee dat excelleerde in spitsvondigheid. De man in kwestie bleek er evenwel weinig tot geen last van te hebben en at, de regen trotserend smakelijk voort onder zijn lekkende dakgoot.

Tijdens hetzelfde schof werd er besloten om onze bijna 20 paaltjes tellende wandeling iets in te korten. Dat vond ik een briljante zet. Het idee kwam op daar in dat buskotje. De regen maakte het verder stappen immers ver van aangenaam. De geplande toer rond de Brugse Sint Pieterplas zouden we laten voor wat die waard was en via de Lange Rei en het kanaal Gent - Brugge liepen we zo verder door tot aan Brugge statie.  Daar konden we terug op een trein springen om nog even naar Oostende te sporen. Even een kort wandelingetje op de 'zeidik' mocht er nog wel bij. Het was immers nog vroeg op de dag.

Daar in de koninginnebadstad aangekomen was de aanblik van het straatbeeld zelfs nog troostelozer. Met regenen was het dan wel ondertussen opgehouden maar een 10 Beaufort aan wind kregen we ervoor in de plaats. Gisteren werd er zelfs 12 Beaufort opgemeten volgens een Oostendse autochtone inwoner. Op de zeedijk striemde het door de wind opgejaagde zand in je gezicht. Iets verder werden er tegen gevels, taluds en dorpels zandheuveltjes gevormd. De huilende wind liet alles wat een beetje los zat aan gevels of paaltjes er vrolijk op los rammelen. Onstuimige golven spatten wild op tegen de golfbrekers en bezorgden onze Noordzee een woeste en dreigende aanblik. Meeuwen vlogen tegen de wind in maar kwamen geen millimeter vooruit, ze krijsten zelfs niet eens. Verder zag je geen mens op straat. Her en der slingerden steps rond op het voetpad, geen toeristen, overal spookterrassen, geen go-karretjes, geen vliegers, strandballen of jokari's (zie je die eigenlijk in de zomer nog wel ?). Wel hebben we enkele rare vogeltjes gespot. Ik had ze nog nooit gezien. Het bleken steenlopertjes te zijn. Het zijn vogeltjes die op doortrek zijn of op logies als wintergast. Ze zaten aan de rand van de havengeul hun pluimpjes te schikken. Veel bracht het niet op met die straffe wind.  Het moeten dan toch geen onbekenden zijn aan onze kusten maar ik, ik had ze nog nooit gezien.

Lang hebben we daar op die zeedijk niet rondgelopen. Te guur, we waaiden er omver. We besloten onze trip af te ronden in het eetcafeetje de Pica Pica op het mijnplein en tevens de stamkroeg van den Theo een excollega . Deze kroeg werd door de één of andere gazet verkozen tot  de beste kroeg van Oostende. Althans zo vermeldde een goed zichtbare oorkonde, op ooghoogte ingekaderd boven de pisbakjes in het toilet. Den Theo was er echter niet. Op het kasbonnetje lieten we na betaling een boodschap achter voor onze maat. De kroegbaas zou hem deze boodschap bezorgen met onze complimenten : "Beste Theo. Sorry maar we zaten zonder geld. Wil jijj voor ons deze rekening eventjes vereffenen ? Waarvoor onze wegemeende dank. Neem er trouwens ook ééntje en laat hem je smaken. Amicale groeten, Jan en Ronny". Voor een onschuldig grapje zijn we dus altijd wel te vinden. Dat moet kunnen, we leven al te veel in een verzuurde maatschappij. Om 10 na 5 vertrok in Oostende de trein terug naar huis. Nee het was zeker geen topdag vandaag maar thuis zitten zou nog een mindere optie geweest zijn. 

Met de eindejaarsperikelen wordt het wandelen nu even on hold gezet. In het nieuwe jaar kunnen we nog genoeg wandelingetjes maken. Die zijn er in overvloed.  Altijd vind je hier of daar wel een nieuw toertje. Zo, ik laat het hier bij. In opwachting van het nieuwe stapjaar, heb je mijn bescheiden groet. Prettige eindejaarsfeesten alvast !




vrijdag 6 december 2019

Kempervennen NL en van Willebroek naar Temse

Vandaag vond ik opnieuw de tijd terug om met de stapmaten Hugo, Ronny en Catsjoe een wandelingetje te doen. Dit tussen al het gehannes met Sinterklazen en Zwarte Pieten door die momenteel in overvloed het dagelijks beeld kleuren. Verleden week zat een wandelingetje er helemaal niet in. Ronny zat aan de zee met z'n vriendenkring, Hugo ... ik kan het waarom me niet meer herinneren maar waarschijnlijk was het een dineetje hier of daar. De Marc en Angelo moesten nog wat oefenen voor hun zwanezang op het werk. Binnenkort zwaaien ze af. Ze worden 'op rust gesteld'. Laat me schrijven 'pensioen' want dit oogt in hun geval iets beter. 'Op rust' ligt wel een klein beetje in het verlengde van hun huidige beroepsmatige bezigheden. Graptje M & A ! 😛, 't is voor te lachen jongens !  

Laat me beginnen met de Kempervennen. Daar huist er een resort van Centerparks waar ik een weekendje geboekt had met kroost, aangewaaiden en nageslacht. Kempervennen ligt vlakbij Valkenswaard, dichtbij Eindhoven. Men spreekt daar van de Brabantse Kempen. Een erg mooie streek ! Tussenin het familieonderonsje ben ik even op verkenning gegaan. Een hele dag solo gaan wandelen zou misplaatst geweest zijn dus had ik daar voor mezelf een klein toerke uitgestippeld rond het grote MalpievenWat een prachtige streek is me dat daar zeg !  'Malpie': Deze raar klinkende naam werd waarschijnlijk ontleend aan het Franse 'Mal Pays' ten tijde van de Franse bezetting. Een andere theorie, die waarschijnlijk de juiste is, is dat het woord een afgeleide is van het oud-Nederlandse 'maal pee'. Maal betekende toen grenspaal en pee betekende een zandrug, of zandpad. Dus een plaats waar paden op een zandrug naar een grenspaal leiden. 



Het Natuurreservaat De Malpie gelegen rond het Groot Malpieven is een uitgestrekt heidegebied met vele grote en kleinere vennen. De grote vennen zijn het Molenven, het Wasven, het Pastoorsven en de Vaarvennen. Sommige vennen, met name het Molenven en het Pastoorsven, zijn vermoedelijk aangelegd of gebruikt als visvijvers.  Het heidegebied is een van de laatst overgebleven oorspronkelijke Brabantse heidegebieden. De Dommel stroomt dwars door het gebied, tussen de heide en de beemden. Aan de oostzijde van de Dommel liggen de Malpiebeemden, die bestaan uit kleine veldjes grasland, moerasbosjes en moerassen. Het beekdal, waarin de meest zanderige bodem afwisselt met venige en lemige plekken, vormt een mooie, vloeiende overgang naar de laaggelegen dekzanden van de eigenlijke Malpie. Ik trof daar een zalig wandelgebied aan.  







-------

Den Hugo moest vandaag op tijd thuis zijn dus moest er een wandelingetje afgepitst worden dat niet te ver van huis lag en garantie bood op een tijdige thuiskomst voor hem. Ik heb dan gekozen voor het trajectje Willebroek - Temse. 



Sporen tot in Willebroek en terugkeren naar Temse met de voettram. Het voordeel van dat laatste vervoermiddel is dat dit nooit vertraging heeft tenzij je uitschuift over een bananenschil en daarbij een been breekt of zoiets in die aard. Alleszins hoef je geen rekening te houden met eventuele opstoppingen, files of motorpech. Dit gezegd zijnde staken we rond 9u van wal in Willebroek aan het station. Goed voorzien van regenkledij weliswaar want het zou de ganse dag druppelen. Een grijsgrauwe hemel sloot twijfel hieromtrent uit en bevestigde hiermee deze voorspelling. Gewapend met een paraplu, volgens onze Ronny een attribuut voor stappers-losers, begaven we ons richting A12. Bij regenweer opteert en zweert onze Ronny bij een hoed en een poncho met de looks van een overjaarse krop sla. Een onderweg tegengekomen mediotheek met scootmobielen in de vitrine zette de Ronny aan tot de mijmering dat wanneer het stappen ons niet meer zou lukken we beroep zouden kunnen doen op zo een elektrisch karretje. Dit zou ongetwijfeld een oplossing kunnen bieden. Hij moet zich volgens mij hierin al eerder verdiept hebben want volgens hem waren er al zelf uitvoeringen met rupsbanden voor recreatieve activiteiten in een bos. De volgende stap zal er één zijn op hoovercraft-technologie volgens mij.  Wacht maar, waarom niet ? Na de brug over de A12 kwamen we zo aan in het Hof ter Zielbeek. Een mooi parkdomein in Ruisbroek en dat zou teruggaan tot het jaar 1232. De historie hieraan verbonden is wel interessant om te lezen : Hof ter Zielbeek . Met de aanhoudende regen kwam de schoonheid van het park niet geheel tot haar volste recht. Maar goed, we pikkelden verder.  Een mooi vlonderpad liep tot aan de spoorweg die gevolgd werd tot in Sauvegarde. Een stop in café Prado sprak voor zichzelf. De koffie met andere woorden. Café Prado, niet te verwarren met 'Het Prado', het vermaarde Madrileense museum ! Dit Prado was een stijlvol dorpskroegje met een schat van een uitbaatster.  Het zegt veel over het sympathiegehalte van de uitbating wanneer je hond wordt aangehaald met een bakske water en een snoepje. In dit Prado was dit alleszins het geval. In Madrid zou je nog zelfs niet voorbij de ingang geraken met je viervoeter. 


Het valt nog moeilijk te bevatten dat 43 jaar geleden een ramp ons wandelgebied trof. Een bres in de Rupel teisterde de woonkernen Hingene, Eikevliet en Ruisbroek. Het was niet de eerste keer. Er werden er door de eeuwen heen verschillende genoteerd. Het dijkonderhoud en de getijdenwerking op de Rupel speelden Ruisbroek dus meermaals parten. In Ruisbroek was de dijkbreuk van 3 januari 1976 de meest indrukwekkende. Vooral omdat de bres slechts op 10 april 1976 gedicht kon worden. De getijdenwerking in het stroomgat was veel te sterk om de bres sneller te dichten. Nadien begon de schoonmaak en was de openbare verontwaardiging en politieke druk groot genoeg om werk te maken van een Vlaams Deltaplan: het Sigmaplain 1976. Ze zijn er nog mee bezig. 

We volgden een stukje de Vliet tot in Eikevliet waar we een picknicktafeltje wilden scoren. Jammer genoeg leenden de klimaatomstandigheden zich hier niet voor en stapten we door tot in Wintam. Onderweg stopten we aan een kapelletje om een bougieke aan te steken. Aangezien een theelichtje van 0,50€ niet in verhouding stond tot het beoogde doel werd het een noveenkaars van 3,50€. Noveen ..., afgeleid van het Franse woord neuf, negen ... die brandt 9 dagen aan één stuk en dat kan toch wel tellen. Het doel, namelijk de voorspraak bekomen voor een behouden fietstocht van Bas. Zijn exploot om rondomrond de ganse wereldbol te fietsen mag dit wel hebben. Het is een prestatie die al kan tellen ! Vandaar ook dat iets lijvigere bougieke. Hij rijdt nu met zijn velo op het eiland Sao Tomé, pal op de evenaar. Eveneens brandt dat bougieke voor m'n soulmate Els die Bas zal gaan vergezellen wanneer hij iets meer zuidelijker in Botswana zal toeren. Dat het haar gegund weze. Een fietstocht in Afrika, daar droomt ze al zo lang van ! Het ongewisse avontuur waarin je je als vrouw zijnde stort zonder een betrouwbare fietsgezel te vinden legde een loodzware hypotheek op het verwezenlijken van haar droom. Fingers crossed, laat haar droom alstublieft uitkomen ! Bijgaande foto werd via Whatsapp doorgestuurd. Bas kon ons gebaar ten zeerste op prijs stellen.  Voor wie het nu niet even kan vatten : Onze ontmoeting met Bas. Verder geeft deze bijdrage ook iets meer licht :  Floris V pad. Samen met Els op Bas' s uiteenzetting in Eindhoven

In een eet en praatcafé daar in Wintam was het niet toegelaten om onze bokes binnen te spelen. Begrijpelijk maar de uitbaatster stuurde ons vriendelijk door naar café 'Het Vredesoord'. De sympathieke uitbater maakte helemaal geen bezwaar. Tripeltje, koffie, Palmke, al dan niet schuimend, het smaakt altijd bij een boterhammetje. Vrouwelijke kalandizie was er in het Vredesoord niet te bespeuren. Ik vermoed dat de 'Quote van de dag' die in sierlijke krijtletters op een bord was aangebracht hier voor iets tussen zat. 😜. De gehanteerde slogan bleek helemaal niet vrouwvriendelijk te zijn. Voor de rest was het een zeer gezellig kroegje. En het mag, nee het moet  vermeld : De Sint was genadig geweest voor den Hugo. Deze morgen vond hij bij het opstaan een hele hoop lekkers op zijn nachtkastje. Hij deelde gul zijn verdiensten ten gevolge van zijn status zijnde een 'Brave Jongen' met ons.  Met mandarijntjes, marsepein en, voor de overzeese lezers, Belgian Chocolates had de Sint hem bedacht 😂. 


Na het schof ging het richting Buitenland uit. Het regende nog steeds. Eigenaardig genoeg vind je dat op de duur zelfs niet meer eens onaangenaam.  Even schuilen nog met een laatste stop in de Sinte Vadde vooraleer we langs het stort van Buitenland naar Temse wandelden. Hugo merkte op dat je niet wil weten wat er daar allemaal onder de grond verborgen ligt. Daar was de scheldebrug al zie ! Vanop de scheldebrug gezien biedt de kaai van Temse wel een sfeervolle aanblik. Althans volgens mijn oordeel. De lichtjes van de talloze cafeetjes en restaurantjes bepalen hier de skyline. Ja, en eens op die brug terechtgekomen was ons liedje uitgezongen. Hugo was op tijd in zijn heimat, ik en Ronny spoorden verder naar huis. Een geweldige dag weeral.  


vrijdag 22 november 2019

Kessel, een dikaryotische gemeente aan de Kleine Nete


Verleden week stond er een klein wandelingetje op het programma maar het is er niet van gekomen. Onverwachts, nu niet geheel, maar toch : Els m'n soulmate had een extra vrije dag en ze overwoog om mij even een goeiedag te komen zeggen. Altijd fijn, en zo konden we even onze bucketlist aanspreken om er een nuttige en leuke dag van te maken. Een bucketlist die trouwens met de jaren vriendschap langer en langer wordt. Ze had graag een bezoek gebracht aan het Fort van Breendonk en als er nog tijd zou overblijven konden we deze uitstap aanvullen met een klein toerke in Klein Willebroek. Het Fort van Breendonk is nu niet onmiddelijk een vrolijke bestemming maar wel erg leerrijk. Rond 12 u kwam ze aangereden en na een lunchke zijn we dan vertrokken. Nog even binnenwippen bij den Hugo in Temse, hij had een fotoboek en een naslagwerk over Breendonk voor haar. Het bezoek aan het fort liep vanwege Els's grote interesse wat uit waardoor het wandelingetje verviel. Geen erg, de Ronny verwachtte ons in Hemiksem voor een aperitiefje. Geen sinecure, anderhalfuur onderweg tussen Breendonk en Hemiksem, amper 12km. De hartelijke ontvangst en het hapje deed de opgelopen verkeersellende vlug vergeten. 
Maar deze week kon de wandeling wel doorgaan. Ik had Kessel uitgekozen. Kessel een dikaryotische gemeente. Wat een benaming zeg en enkel om mee te geven dat er in deze gemeente 2 dorpskernen zitten, Kessel Station en Kessel Dorp. Van zulke gemeenten is België er maar enkele rijk. 

Ronny vliegt een weekje op weduwschap, zijn vrouw is op reis, en dientengevolge werden we voor een somptueus ontbijtje ten zijnen huize uitgenodigd. Dat was weeral sympathiek van onze stapmaat. De Catsjoe was wreed zenuwachtig om te vertrekken en na een klein uurtje zijn we dan ook vertrokken. Voor een beetje afwisseling in onze reismodus zijn we in plaats van te sporen met de auto naar Kessel gebold. Rond 11 uur konden we daar starten. Opnieuw stond er zalig en prachtig weer geprogrammeerd dus 'gaan met die banaan' zou onze Els in dit geval geopperd hebben. Ronny parkeerde zijn kar aan Kessel Station waardoor we al meteen konden kennismaken met deze eerste dorpskern.

Een 50-tal meter voorbij de spoorwegovergang laveerden we voorbij café 'Torenven'. Een gezellige bruine kroeg, waar jong en oud gezellig samenkomt. Ik kreeg het vermoeden dat dit café vroeger jaren werd opengehouden door een 'dorpsbewoner-coureur'. Ik meende zijn naam ergens gelezen te hebben maar die naam ontgaat me nu. Ouderwetse 'koersvélo's' hangen er tegen de gevel. Palmen, bekers en koersgerelateerde prullaria decoreren overvloedig het interieur. Er wordt zelfs jaarlijks in de straten van Kessel Station de retro wielerwedstrijd ‘Kampioenschap van Kessel’ gehouden. De 'coureurs' staan er in retro-outfit met hun Rik Van Looyklakske en hun oubollige fietsvehikels aan de start. Steevast met ongeschoren benen. Verder de versnellingen nog aan het fietskader en zonder klikpedalen. De renners doen dan in totaal 15 rondes door Kessel Station en sprinten tussendoor voor premies. Aan café Torenven, daar waar de start en aankomst van de wedstrijd ligt, staan de meeste supporters van de retrorenners. Het is een bijzonder leuke kroeg. Momenteel liggen er 2 pompoenen van meer dan 600 kg op het terras. Naar zo schijnt, de grootste pompoenen ooit op een wedstrijd gewogen in België. Kwestie van wat sfeer te scheppen en daarmee Halloween even in de kijker te zetten.  Later op de avond zouden we in deze kroeg onze uitstap afsluiten. 

Goed, we stapten richting Kleine Nete vanuit Kessel Station.  Tussen het bos en struweel door, over paadjes bedekt met een dikke laag bladeren bereikten we al vlug de Kleine Nete. Die slingerde zich al kabbelend in vele bochtjes door het kleurrijke herfstlandschap. De wanden van de rivierbedding had zo te zien een opknapbeurtje gekregen. Binnen mooi afgelijnde boorden  stroomde het riviertje tussen Albertkanaal en de Nete. Het trok zich geen sjiek aan van ons bestaan of aanwezigheid. Hoefde ook niet, je gaat immers mee op in het schitterende landschap. Dit dal van de Kleine Nete leverde mooie natuurtafereeltjes af waarbij een reeds laagstaande zon haar best deed om op velden en bossen magnifieke kleurschakeringen te toveren.  Therapie voor de gemoedsrust ... een kleurensauna zou hetzelfde heilzame effect geven. Hou die sauna maar en geef mij dan liever de natuur.

Er werd wat gelachen onderweg met de Ronny en den Hugo. De meest onnozele uitlatingen leidden tot jolijt en schaterlach. Niettegenstaande de Ronny aandrong om ze te vermelden, durf ik ze hier niet neer te schrijven. Waanzinnige exploten zouden op stapel kunnen komen te staan tijdens deze gezamenlijke wandelmomenten. Exploten gaande van verbouwingsplannen van hele kastelen tot van fantasie overlopende staptochten over kim en einder.  Socrates, de Griekse filosoof merkte ooit op : De grootste zegeningen voor de mensheid komen voort uit waanzin want waanzin is een gift van de goden. Die mens had 2500 jaar geleden al overschot aan gelijk. Dollen, grappen en zeveren, dat staat garant voor gezellig vermaak onder de vrienden. Bijkomend voordeel van die waan- nee onzin .... het doet helemaal geen zeer 😂. 
Op de Kesselse Heide staan picknicktafeltjes in overvloed. Een uitgelezen stek om het aperitief in te luiden. Wijntje, kaas, sprotje ... We laten het op onze toertjes niet aan ons hart komen want het Bourgondische vaandel willen we immer wapperend houden ! Na dit intermezzo stapten we richting Kessel Dorp. Hiervoor diende opnieuw de spoorweg overgestoken te worden. De uitgestippelde weg ging onbedoeld over 'zogezegd' privéterrein wat maakte dat we een alternatieve manier moesten bedenken om over het spoor te geraken. Dat lukte ons wel waarna nog enkele mooie stukjes wandelwegen en waterpartijtjes de revue passeerden. Aan het Fort van Kessel was de wandeling zo goed als ten einde. Enkele jaren terug heb ik over dit Fort al eens verslag gegeven . Kijk maar :  Wandeling met het Fort van Kessel . We hebben het traject een beetje moeten inkorten vanwege wat na te komen verplichtingen later op de avond. Den Hugo naar het theater, ik naar een kwis en de Ronny ging in zijn keuken experimenteren met varkenshaasjes van het Iberico varken. Dat zijn die patta negra beestjes uit Spanje waar je in Andalusië en de Extramadura over struikelt tijdens het wandelen. Nu, onze maat zijn activiteiten omtrent dit beest kan bezwaarlijk een verplichting genoemd worden. Het is eerder een combinatie van een verslaving met een goedaardige culinaire obsessie'. Ieder diertje zijn pleziertje. Nu, de Ronny zijn Ibericovarkentje had nogal een lange snuit. Het vertellingske was weeral uit ..... Bijna dan toch, nog even zoals eerder al werd vermeld, een tripeltje in café Torenven om af te ronden. Het leven kon weeral draaglijk genoemd worden. Het verdere verloop laat zich wel raden 😋😋😋. Tot een volgende keer maar weer. 






vrijdag 8 november 2019

Van Vlaams naar Waals Brabant

Het werd voor vandaag wederom een stapdag waar elke 'Randonneur' zou willen voor tekenen met zijn bloed. Primo : Een uitgelezen weertje met de ideale temperatuur, dus rond een graad of 10. En dit onder een staalblauwe hemel en vrijwel geen zuchtje wind. Wellicht zou 'Pientje de Leugenaar', ons beroemd weericoon zaliger beweerd hebben dat de capriolen van de straalstroom hier wellicht debet aan hadden. Vervolgens secundo : Een prachtig lokatie. Het bosrijke gebied van Vlaams en Waals Brabant mag volgens mij best wedijveren met het Italiaanse Toscane. Mooie heuvellandschappen, die nu ondergedompeld in een geurig bad van warme herfstkleurtjes, een lust voor het oog zijn. En dan tertio moet of mag het toffe gezelschap vernoemd worden. Den Hugo, de Ronny en de Catsjoe. Dit gezelschap zijnde de stapmaten waarnaast je, éénmaal je je tocht naar de Eeuwige Jachtvelden hebt gelopen, met plezier wilt begraven worden. Alle ingrediënten waren dus aanwezig voor een dag vol Quality Time. De kweddelen met onze NMBS waren weer legio maar konden geenszins de pret bederven. Een greepje  uit hun dagelijkse wapenfeiten geef ik vlug mee : 's Morgens werd de aansluitende trein naar Leuven gemist vanwege een vertraagde trein in Beveren. Ook 's avonds in Gastuche  was het van hetzelfde laken een broek. Het was weeral La Guerre ten huize NMBS, een wetmatigheid ondertussen. De trein voor den Hugo in Leuven werd dan weer zonder een reden te vernoemen plots afgeschaft. Deze van de Ronny had een half uur vertraging door een, God weet waar, kapotte slagboom. Dit bedrijf zou een ge-oliede machine moeten zijn maar ze kraakt en piept in al haar kieren en voegen. 

Het heeft geenszins onze pret bedorven. We zouden van Oud Heverlee naar Waver pikkelen en rond 10u30 stapten we uit in Oud Heverlee samen met nog een Nederlands koppel dat,  naar hun outfit te oordelen, ook een toerke ging stappen. Iets eerder op de trein had de verschijning van de Catsjoe die Hollander bijna in het bagagerek doen springen. Zo een schrik had die brave man van honden. Zo we konden vertrekken richting Waver. Al meteen zette een kort hellinkje naast de spoorwegberm de toon. Er zouden er nog meer volgen. 

Koffie drong zich traditiegewijs op en een 3-tal paaltjes verder kon er in een kleurrijk kroegje 'In De Molen' genaamd, deze nood gelenigd worden. Een kalandizie bestaande uit geriatrische fietsveteranen en gepensioneerden was er al van in de vroege morgen op post. In zijn sappig Leuvens dialectje stond de kroegbaas ons te woord. Een sympathieke tiep die bovendien erg schappelijke prijzen hanteerde. Op een gegeven moment was hij zo druk bezig met een stamgast dat hij niet hoorde dat de Ronny om zijn aandacht vroeg. Meermaals riep de Ronny maar het baatte niet. Te druk bezig of wat doof waarschijnlijk. Het was een krasse bejaarde, hij had veel weg van Kirk Douglas, die gezeten aan het tafeltje naast ons de oplossing bood en even de show stal. Met zijn handen rond zijn mond een toeter vormend keelde hij de kroegbaas toe. "Hééééj" galmde het door de kroeg. Decibels genoeg om de luster in de kroeg heen en weer te laten slingeren. Wat een geweld zat er in die stem zeg ! We werden direct voortgeholpen. 

Nu moest er verder gestapt worden. De bospaden werden bedekt met een dik tapijt van afgevallen bladeren.  Merkwaardig was wel dat er in de bosranden heel andere populaties aan paddestoelen te spotten vielen dan enkele weken geleden. Deze keer vielen er veel trechter- en nevelzwammen te spotten. De mooie kabouterpaddestoel ofte vliegenzwam was nergens meer te bespeuren. 
Bij de overgang van het Heverleebos naar het Meerdaalwoud werd het ondertussen hoog tijd voor het aperitief en bij nader overleg hebben we er dan maar ineens het schof erbij aan gecrocheteerd. Kaasje, salamihap, glazeke wijn en vervolgens het boterhammeke. We konden beschikken over een nette picknicktafel. Het weer leende er zich toe om zalig te picknicken. Veel gelachen en gezeverd werd er ook. 

Opstappen dan maar om nog wat bospaadjes te verkennen. Je waande je er echt in een middeleeuws decor. Je verwachtte zo dat er een eenhoorn of een vuurspuwende draak zou voorbij wandelen, achternagezeten door de één of andere dolende ridder te paard. Echt een sprookjesomgeving. De immense holle paden waar je doorliep droegen bij tot een sfeërieke omlijsting van bos en landschap. 
Den Hugo werd bevangen door een vlaag van nostalgie. Ergens goed verscholen in het bos lag 'De Kluis'. Het was en is nog steeds een ontmoetingscentrum voor allerlei jeugdbewegingen. Als verkenner bij de scouts was den Hugo er meerdere keren geweest en hij had er ook de proeven voor het leiderslintje afgelegd. Jawel, die 'Kluis' leverde hem fijne jeugdherinneringen. Jeugdsentiment overvalt je wel eens. Het komt voor bij ieder van ons. 
De omgeving barstte uit haar voegen van de natuurpracht. Kleuren en geuren vermengden zich op een harmonieuze en  subtiele manier met Moeder Aarde en haar flora. Alle zintuigen zouden op scherp komen te staan moest men zo een week of 3-4 in een dergelijk decor mogen pelgrimmeren. Van pelgrimmeren gesproken : Aangekomen aan het meer van Pecrot kreeg ik een appje van m'n soulmate Els. Onze bijdrage voor De St. Jacobsstaf, het Nederlandse pelgrimstijdschrift, wordt gepubliceerd. Ze kunnen met die bijdrage  wel 2 bladzijden volschrijven. Kijk : Bijdrage voor het NLs Genootschap


Daar aan dat meer hebben we een 'pauzeke' ingelast. Het schitterend uitzicht vanop een bankje werd voor de Ronny iets te veel en hij zwierde van contentement zijn hoed op tafel waarna hij besloot om nog in de gauwte een fleske wijn open te trekken. Een zonde is dat zeker niet ! In het verlengde van het gaanpad rond dit meer sloot er een pad aan dat je zo in de rimboe zou kunnen aantreffen. Dichtbegroeide heesters en struiken woekerden rondomrond. Toch was het vrij goed begaanbaar en brandnetel- en doornvrij. We hebben al moeilijker stukjes pad gehad. 
Niettemin bood er zich kort na het verlaten van dit pad een eerste obstakel aan.  De uitgestippelde weg moest verlaten worden. Op 8 nov en 12 dec zou er in de aanpalende bossen gejaagd worden op herten en everzwijnen. Een verbodsbordje aan een boom waarschuwde voor het gevaar bij een eventuele doortocht. Meer nog : Het was verboden. De Ronny wilde deze waarschuwing eerst nog aan zijn bottienen lappen aangezien we van de hele dag nog geen enkel schot gehoord hadden. Den Hugo speelde liever op veilig en contacteerde wijselijk de verantwoordelijke. Uiteraard adviseerde deze man om een omweg te maken. Jawel we moesten een heel stuk uit de richting gaan. Er zouden zo een 5 à 6 km extra aan omweg bij het oorspronkelijke traject komen. Nee, dan konden we beter in plaats van nog tot in Waver te lopen, in Gastuche de wandeling stoppen. Het was ondertussen al 4 uur voorbij en de schaduwen van de bomen werden al behoorlijk lang. Nog een uurtje en het zou donker zijn. We konden nog een prachtige zonsondergang beleven, de kroon op een mooie stapdag. In Gastuche aangekomen moesten we nog een klein kwartiertje treinvertraging ondergaan ... een uurtje wachten op een verbinding in Leuven liet ons toe om nog een typisch Stella sfeercafé te bezoeken. Uiteindelijk waren we allen na 9 uur thuis. 2 uur later dan zou mogen. De petatten waren al 2 keer opgewarmd  en terug koud geworden. 

Dit is zeker een wandeling die nog eens mag overgedaan worden. 10 op 10 geef ik. Een Jezuiet zou dit nooit geven. Volgens hen bestaat hier in het aardse tranendal de perfectie niet. En voor mij nu wel zie 😝😝😝 . De soldaten van Jezuske zouden hier in dit aardse tranendal hooguit een 9,5 op 10 geven. De perfectie behoort volgens hen alleen hun 5-Sterren-Generaal toe. Ik heb een geweldige dag kunnen opschrijven. 10 op 10 alstublieft en verder geen discussie. 👌👌👌. Dat er nog maar moge komen van dit kaliber.