Deze keer waren we maar met z'n 3'en. De Marc, ik en den Hugo tekenden opnieuw present voor een toerke in het Dijleland. Het beviel ons verleden week daar in de regio te goed. De andere 2 stapmaten waren druk bezig met de kunst van het epibreren te beoefenen. Dit al schertsend bedoeld natuurlijk. De Ronny zit met zijn camper in de Provence. Zojuist heb ik een fijne whatsapp-videocall met hem achter de rug. Het decor op de achtergrond van het schermpje in acht genomen dacht ik toch even dat hij ginderachter op de maan zat met zijn kar. Lieve kwam af en toe in beeld waarbij de mistral stevig huishield in haar kapsel. Het was er warm en ze stellen het daar goed. Morgen rijdt hij door naar de Camargue. Een wild paard gaan temmen 🐎🐎🐎 ... het zou me niet verwonderen. De Michel had nog een karwei te klaren. Z'n tuinhuis stond in de steigers voor een opknapbeurt van het schilderwerk. Dat zijn zaken die men beter niet kan veronachtzamen wil men op matrimoniaal vlak de spreekwoordelijke kerk in het midden laten.
En ondertussen is de grote vakantie weeral halfweg. Hoe langer hoe meer krijg ik de indruk dat het uitstellen van mijn camino een goede keuze is. De coronafeiten swingen meer en meer de pan uit. Het reizen op zich zuigt je mee in de draaikolk van de mallemolen die documenten, regeltjes, testen, quarantaines, controles en wat weet ik nog allemaal je opleggen en de pret bederven nog voor je 100 meter van huis bent. De lol is er al af voor wat mij betreft. Maak mij niet wijs dat het reizen de opflakkering van de coronacijfers niet in de hand werkt, maar ik wil niet zagen. 't Komt allemaal wel terug in orde.
Om halftien stapten we af in Muizen voor een toerke van tegen de 25 bornes. Een beetje in het verlengde van de vorige uitstap zou er ook terug een stukje Dijlelandroute verkend worden. Deze streek-GR loopt een voor een deel samen met de GR128 tussen Parijs en Amsterdam. Dit stuk Dijlelandroute zou zich rond het dorp van Bonheiden situeren. Het weer zou meevallen wat de regen betrof alhoewel er toch wel een vrij frisse en stevige bries stond. Regen werd er niet verwacht, dat was dus een meevaller. In de zon had je zin om een trui uit te trekken maar eens dat Laura zich achter de wolken verstopte maakte de temperatuur een duik. Een goed wandeltempo houdt je dan wel warm.
Het toertje was van eigen makelij en dan kom je al wel eens verrassingen tegen. Nog geen kilometer was er afgelegd wanneer we over een dwarsketting moesten stappen om een dreef te volgen. Na 350m stonden we voor een gesloten hek en moesten we op onze stappen terugkeren. Nu, erg is dat natuurlijk niet wanneer je in een mooie omgeving bent. Je bent alleen ietske langer onderweg. We stapten door het Mechels broek richting uit van de abdij van Bonheiden. Deze situeert zich aan de zuidkant van het kasteeldomein Zellaar. De abdij van Bethlehem uit 1965 werd aanvankelijk bewoond door zusters redemptoristinnen, de zogenaamde 'rooi nonnekes'. Deze slotzusters, bruiden van Jezus, worden zo genoemd vanwege hun ordekleed, een donkerrode wollen tunica met gordel in dezelfde kleur. Tien jaar later werd het een benedictinessenklooster. Je kunt de abdij niet bezichtigen, maar enkele dagen bezinnen in het gastenverblijf is wel mogelijk. We waren dit echter niet van plan. Het passeren van dit klooster inspireerde den Hugo wel om tijdens het schof zijn misdienaars curriculum even toe te lichten. Leuke verhalen die sporen hebben nagelaten 😊 .
Het kasteeldomein Zellaer konden we niet via de abdij bereiken tenzij we een grote omweg zouden maken. Een volgende keer dan maar misschien. Er zijn kastelen genoeg. Maar toch wel jammer want het is dé nieuwe toeristische trekpleister in Bonheiden. Je kan er genieten van mooie wandelingen in de prachtige kasteelomgeving. Het domein ontstond vermoedelijk in de dertiende eeuw als feodaal waterslot. De gracht en de aanleg van het parkdomein zijn historisch zeer waardevol. In het park staan enkele oude monumentale bomen die minstens 200 jaar oud zijn. Het park is dan ook beschermd als landschap. We zaten daar in de noordrand van Bonheiden en na nog een beetje stappen zouden we onze bokes kunnen aanspreken in het krankhoevebos. Daar waren er picknicktafeltjes te vinden. Honderden kinderen haalden er in dit speelbos hun hartje op onder de hoede van de speelpleinwerking. Een speelbos is een populaire term voor een speelzone. Het zijn percelen bos die voorbehouden zijn voor kinderen en jongeren om in te spelen. In tegenstelling tot andere bossen, moet je hier dus niet op de wegen blijven. Jonge avonturiers kunnen hier naar hartenlust met takken sleuren, hutten bouwen, in bomen klimmen en bosspelen organiseren. Dat moet plezant zijn. Er zouden er veel meer van deze bossen moeten zijn.
Na het schof belandden we in een groene gordel van bossen en weilanden die zich uitstrekten tot Rijmenam en nog verder door tot Keerbergen. Een fantastisch mooi landschap met talrijke beekjes en vlieten waaronder de krekel- en de reehagenbeek. Hier en daar viel er een ooievaar te spotten in het moerassige weiland en opmerkelijk was het dat er zovele veldbloemen groeiden langs de wandelwegen. Natuur en bos houden er een andere filosofie op na en laten de natuur meer haar gang gaan. Dat zorgt voor meer diversiteit bij fauna en flora. De Vrouwvliet met haar muggen is een waterloop die ontspringt in Begijnendijk en vloeit door Baal, Tremelo, Grootlo, Schriek, Keerbergen, Rijmenam, Bonheiden en Muizen alvorens in Mechelen uit te monden in de Dijle. Onderweg krijgt de beek verschillende namen, zoals Grote Beek, Meerloop, Raambeek, Zwartwaterbeek en Boeimeer. Pas aan Pasbrug in Mechelen krijgt ze de naam Vrouwvliet. In totaal is de loop zo'n 28 kilometer lang.
Al in de prehistorie werd de waterloop bevaren. Bewijzen daarvoor zijn de voorhistorische kano's die aan de oevers werden gevonden. Tot in de 18e eeuw was dit een merkelijk bredere rivier waarop boten voeren, meestal voortgetrokken door scheepstrekkers. Maar door de vele oorlogen in die tijd, het kanaliseren en indijken van rivieren en de aanleg van grote visvijvers die heel wat water opslorpten, is de Vrouwvliet geslonken tot de huidige beek. Een ietwat nattere zone waar de talrijke plassen nog zichtbaar getuigen van de overvloedige stortregens van de laatste dagen. Dat er sommige paden er bijlagen als slijkbaden zal niemand verbaasd hebben. Een paar keer moesten we naar alternatieven zoeken omdat de paden door overstroming onbegaanbaar waren geworden. Die plassen bieden de ideale omgeving om broeihaarden voor muggen te worden. Mannekelief, met honderden kwamen ze op je afgezoemd. En ongeacht hoeveel je er ook wegmept, ze hebben je altijd te grazen. Ook den Hugo viel in de prijzen en eigenaardig genoeg, de Marc bleef gespaard. Het was alleszins de reden dat we terug onze broekspijpen bovenhaalden om aan die terreur te ontsnappen. Te laat helaas, onze benen werden eerder in een mum van tijd getrakteerd op een serie boebels om U tegen te zeggen. Volgende keer neem ik Deet mee.
In Rijmenam aangekomen werd de verleiding te groot om te weerstaan aan een fris tripeltje. Eéntje in de gauwte want er volgden nog enkele kilmetertjes. In Rijmenam staken we de Dijlebrug over om iets verder in een grote bocht door het gebied van de Wees- en de Leibeek te trekken. Opnieuw werden we geteisterd door de modder en de muggen. Alles went echter en na een 3-tal kilometer konden we het jaagpad op de Dijle volgen. Tot in Muizen wandelden we hierop onze laatste paaltjes. Een pintje als afdronk op de mooie wandeling moesten we uitstellen tot in Mechelen. Alles was potdicht in Muizen, er zat niets anders op dan de trein te nemen. In Mechelen, bij de overstap, werd dit goedgemaakt. Een fris pintje voor de terugreis ging er gezwind in. Voilà tot daar. Volgende week doen we voort. Bij leven en welzijn welteverstaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Plaats een reactie als je wil.