maandag 19 juli 2021

10-puntentochtje rond de Ajuinenstad Aalst


Voilà, nu het mooie weer zich aandient komt er in de stapagenda terug wat perspectief. Daar moet van geprofiteerd worden. Temeer daar ik de plannen voor een camino noodgedwongen zal moeten opbergen. Jammer genoeg, ik had me er nog zo op verheugd. Volgens het Vlaamse Santiagogezelschap is er blijkbaar maar 30% aan overnachtingsnachtingscapaciteit in herbergen beschikbaar. Uitwijken naar B&B's of hotels zou me wat te kostelijk worden. Bovendien is het hele covidgebeuren in Europa nog éne grote jojo met voortdurend wijzigende situaties en regeltjes. We zijn bijlange nog niet aan het eind van de ellende. Nee, op zulk een manier kan ik helemaal niet ten volle genieten van zulk een tochtje. Hopelijk blijven lijf en leden ondertussen nog wat in orde en zal ik volgend jaar vertrekken. Uitstel is geen afstel. Nog wat geduld oefenen en het komt wel in orde. 

Maandag ben ik er alleen op uit getrokken. Nog vlug een happy 3th birthday voor het kleindochterke verstuurd en hop de trein op. 't Was vroeg, kwart na zes en Beveren 's éveillait uit haar slaap. Net zoals in Parijs waar de travestieten op dit uur hun baard gaan scheren 😏. Voor de verandering koos ik voor een strak lijnwandelingetje van een goeie 20 paaltjes. Tussen Serskamp en Denderleeuw zou ik over het grondgebied van Wanzele, Lede, Impe, Erondegem, Erpe-Mere, Nieuwerkerken, Terjode en Melle stappen. Een hele boterham, 20 paaltjes dus in een grote boog van west naar zuid rond Aalst, de Ajuinenstad. 

Al na de eerste 100m in Serskamp botste ik op een troostplek. Vorige keer meldde ik al dat die meer en meer worden tegengekomen. Deze keer  had dit plekje duidelijk tot doel om mensen met de donkerste gedachten wat houvast te bieden. Een verwijzing naar de zelfmoordlijn aangebracht op een kartonnen  manneke zittende op een bank zorgde voor deze indruk. Ondertussen zou Vlaanderen al zo een 300-tal troostplekken rijk zijn. Het blijkt een initiatief te zijn van Ferm, het voormalige KVLV - Katholieke Vormingswerk voor Landelijke Vrouwen. In Deinze voltrok zich onlangs hun laatste wapenfeit : 4000 bloemen voor grootste Vlaamse Troostplek

Ondertussen gaf de zon al flink van katoen. Sweater uit en stappen maar. Zolang ik op het wandelpad der 4 uitersten zat kon ik genieten van een prachtige wandelweg. Dit genoegen duurde nog tot ik aan de paden van de Geelstervallei zou beginnen. Ik was me nog in de verte niet bewust van wat ik zou tegenkomen. Een bordje waarop de wetenswaardigheden omtrent dit gebied kond werden gemaakt vermeldde onderaan in kleine lettertjes dat je je best van laarzen voorziet. Dat had ik eerder moeten weten met de regenval van de laatste dagen. Het werd een ruige bedoening. Als de paadjes niet tot op kniehoogte onder de modder zaten dan waren ze overwoekerd met brandnetels en doornstruiken. Daar waar diepe tractorsporen het pad tot een modderpoel hadden herschapen moest ik een vluchtweg zoeken door het bos. Moeilijk gaat ook, desnoods bieden de boomstammen enig houvast bij het slingeren door de modderbrij. 

Toch werd het een hele mooie wandeling. In alle stilte door een wondermooie natuur. Af en toe eens door een bebouwde kom maar er was een mooie balans tussen wandelpaden en verharde wegen. In Nieuwerkerken staan er net zoals ik later in Denderleeuw zou tegenkomen joekels van huizen met piekfijn ogende gazonnetjes en voorhofjes. De robotmaaiers draaien er continueshiften. Vlak naast zo een megakot met gemillimeterd gazonneke, manu militari getrimde heggen moest ik een smalle bosweg, de Sterrenboswegel genaamd, inslaan. Hoop en al 200 meter kon ik er op vooruit komen. Juist tot aan de achterkant van het sjieke huis met die paradijselijke hof.  Bergen snoeiafval, gevelde coniferen en tonnen houtafval en boomstammen maakten verderkomen onmogelijk.  Voorkant mooi, achterkant een stort. Ik moest rechtsomkeer maken. 

Op nog een laatste slijkpad na in het Keelmangebied waar de Molenbeek stroomt kabbelde het wandelingetje rustig verder tot aan de bebouwde kom van Denderleeuw. Op een goede daad na viel er niets extravagants meer te vermelden. Een mot gevangen in een spinneweb naast de spoorweg heb ik helpen ontsnappen. De gazet zal ik met deze geste alvast niet halen. Zo het zat er bijna op. Veel fotokes heb ik niet kunnen trekken want mijn appareilke begon stillekes hare geest te geven. Ik val in kosten. Om de wandeling af te ronden wilde ik mezelf nog trakteren op een tripeltje. Café 'Kwa Toto' vlakbij Denderleeuw Statie bood hiervoor mogelijkheid. Toto, de pikzwarte eigenaar van de keet bracht me een Tripel Westmalle. Toen ik vroeg of hij nog andere tripels rijk was prijsde hij me met veel enthousiasme een Hoegaarden aan. In afwachting van de trein huiswaarts werd deze Westmalle met smaak geconsumeerd. Ik waande me even ergens in Afrika. Bleekgezichten waren een uitzondering daar in het straatbeeld.    Gezeten daar op den Toto zijn terras passeerde er de ene achter de andere donkergekleurde medemens. Plezant, het zorgde samen met dat stralende zonnetje zo een beetje voor een vakantiegevoel met exotisch tintje. En dat was dan ook weeral meegenomen zie ! 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.