zaterdag 10 juli 2021

Rond het Leen in Eeklo en het Schipdonkkanaal




Het stappen en wandelen draait nog niet gesmeerd. Het is raar maar waar, eens gepensioneerd (wat een mottig woord !) lijkt het alsof je nergens nog tijd voor vindt. Dat is geen verwijt naar anderen toe want dat geldt evenzeer voor mezelf. Nee, helemaal geen verwijt maar een vaststelling. We worden overstelpt met verplichtingen waarbij we het overzicht dreigen te verliezen en zo lijkt het alsof het ons aan tijd ontbreekt om, hoe contradictorisch het ook klinken mag, ergens tijd voor te maken. Het ganse gebeuren rond corona heeft natuurlijk ook haar steentje bijgedragen om deze indrukken te versterken. Iemand voor wie het begrip 'tijd' zowel abstract als betekenisloos is, is de Staf, m'n kleinzoontje. Gaan we een toerke doen en wat picknicken maat ? Het antwoord kan je raden, het is altijd positief. En zo belandden we enkele dagen geleden in het bospark van Lokeren voor een tochtje van enkele paaltjes. Gecombineerd met een treinritje en een bezoekje aan een speeltuin zijn dat hoogdagen voor die klein mannen. Tijd zat voor die gastjes, geen stress, geen haast en nog minder benul van een klok. Zalig toch ? 'Hou da manneke wat proper', dat wordt me doorgaans door de wederhelft nog vlug als goedbedoelde raad ingepeperd. Ja, dat zie je van hier 😀 ! Salu en tot later 

Onlangs ben ik verjaard en dan zo tussen de regendagen door kon ik gisteren mijn eerste stappen zetten op Route 66. Een allusie op m'n ouderdom en de 3940 km lange historische autoweg in de States. Verjaardagen zijn leuk maar Vadertje Tijd maakt kwa het ouder worden geen uitzonderingen. Die laat de jaartjes vrolijk aantikken. Hopelijk houdt hij deze activiteit nog wel eventjes vol. 

Ik had een staprondje gefabriceerd in Eeklo. Den Hugo had daar ook wel zin in. Hij offerde er deze keer graag zijn vrijdagnamiddagaperitief voor op. Het is bijna 4 jaar geleden dat ik  met de Ronny in Eeklo ben geweest. Ik herinner me dat er toen niet veel gestapt werd. Amper 10 paaltjes. Trein gemist en de te lekkere Blonde Augustijnen waren hier debet aan. Een verslag van deze heuglijke dag bij de 'Ovenbakkers' van Eeklo kan je nog hier vinden : Eeklo en Het Leen 

We hadden er de beste dag uitgeplukt. Rond 11 uur stapten we van de trein. Het Meetjesland lag aan onze bottienen en het kompas stond in de richting van Het Leen. Dit is een provinciaal domein in het Noorden van de provincie. Een kwartiertje later zaten we al op het terras van cafetaria 'Het Leen'. Tijdens de vorige stapronde aldaar gaf de Ronny zijne Catsjoe weg aan een manneke samen met de opdracht om zijn schooljuffrouw wijs te gaan maken dat hij een hond had gevonden. Het kommeke koffie was vlug wijlen en wij weg. Er was weinig volk te bespeuren in het domein. Tijdens een vakantie zou dat daar normaal gezien toch moeten bruisen van het jeugdige leven. ? Noppes, nada, riente, geen levende ziel te bespeuren. Het moet leuker zijn om te gaan feesten aan de Costa Brava. Ik doe heel veel moeite om het te begrijpen. Ik zal m'n onbegrip maar evengoed verhalen op m'n ouderdom en Vadertje Tijd daarvan de schuld geven. Iets verderop aan de cafetaria staat er een uitkijktoren opgesteld. Die nodigde uit om daarboven een kijkje te gaan nemen van de omgeving. Heel de omgeving van dat Leen bezit de kenmerken van een loepzuivere natuurparel. Bos, bos en nog eens bos. Met haar 37km aan wandelpaden kris kras door het bos biedt dit oord een unieke biotoop voor wandelaars. Ook is het een ideaal terrein voor rolstoelgebruikers. De ruim aanwezige smalle gebetonneerde paadjes maken dit voor hen mogelijk. De onverharde paden ogen netjes getrimd. Bankjes zijn er in overvloed. Verder zit je daar in een absoluut stitegebied. Een beetje achtergrondinformatie over de geschiedenis rondom dat Leen lijkt me nogal interessant. In een document uit 1333, bewaard in de archieven van het St-Janshospitaal, beschrijven de broeders van de Altenahoeve de leenbossen. Ze zijn gedeeltelijk hun eigendom. Ze grenzen aan hun bewerkte gronden als "Weede en Woestine ten beesten boef" of 'kreupelhout en dorre gronden ten behoeve van de dieren'.

In de loop van de volgende jaren kreeg Het Leen (toen vooral De Wilde Moer genoemd), een kwalijke reputatie. Roversbenden vonden er een geschikte schuilplaats, er leefden wolven, everzwijnen en er kwamen toen ook al vervelende muggen voor. Ook de 'haastige ziekte', een vorm van malaria, zorgde er voor veel slachtoffers. 

De Heren van Oostwinkel werden eigenaar van een deel van het gebied. Daardoor werd het dus een 'leen', wat de huidige naam kan verklaren. Maria van Hongarije, die Margaretha van Oostenrijk opvolgde, kwam er jagen en ook de Graaf van Egmond organiseerde er een jachtpartij. Op 27 april 1744 werd Maria-Theresa te Gent als Gravin van Vlaanderen ingehuldigd. Zij had een duidelijke visie op de toekomst van 'Het Leen' en liet er bossen aanplanten. Zowel het Drongengoed als 'Het Leen' zijn onder haar bewind het bos geworden. Zij was het ook die Graaf de Ferraris de opdracht gaf Vlaanderen in kaart te brengen. In de leenbossen werden kilometers en kilometers sloten gegraven die er nog altijd liggen. Op de hogere stukken tussen de sloten in werden er bomen aangeplant. Waar het zeer vochtig bleef handhaafde zich het moerasvaren-elzenbroek met kernsoorten zoals zwarte els, moerasvaren, koningsvaren, blauw glidkruid, wolfspoot, gele lis en enkele soorten veenmossen. 

Tijdens de Eerste Wereldoorlog velden de Duitse bezetters heel wat oude bomen. De inwoners van Eeklo kwamen er dagelijks hout sprokkelen. In 1934 werd "de put van Lataire" gegraven: het openlucht zwembad van Eeklo. Heel veel genot heeft men er niet van gehad, vermits in 1937 de staat de eerste stappen ondernam om het gebied aan te kopen en er een munitieopslagplaats voor Vlaanderen te installeren. De Tweede Wereldoorlog kwam immers dreigend naderbij en men voelde de nood aan een "munitiedepot". In 1973 verkocht het ministerie van landsverdediging het gebied aan de provincie Oost-Vlaanderen en werd het bestemd voor passieve natuureducatie. (*info Wikipedia)

Wat die muggen betrof die de haastige ziekte brachten, had ik en den Hugo den indruk dat hun nazaten er nog resideerden. Beiden werden we gezegend met toch een paar prikjes. Er zijn ergere dingen. Na  een flesje rosé gekraakt te hebben op een bankje (er staan er zoals reeds vermeld honderden in dit domein) verlieten we het Leen en stapten verder door naar het Schipdonkkanaal. 

Dit Schipdonkkanaal (officieel: Afleidingskanaal van de Leie) loopt over een lengte van 56 kilometer vanaf Deinze in de provincie Oost-Vlaanderen tot in Zeebrugge in de provincie West-Vlaanderen, waar het uitmondt in de Noordzee. Dit kanaal werd vanaf 1846 gegraven om een gedeelte van het water van de Leie stroomopwaarts van de stad Gent op te vangen en rechtstreeks af te voeren naar de Noordzee. We volgden hierop een recht stukje van 2km op het onverhard jaagpad langs haar boord. Ook op dit kanaal was er weinig animo te bespeuren. Volgens mij wordt het door de beroepsvaart op dit gedeelte van de vaart niet meer gebruikt. Zo, dit hebben we dan ook weeral gezien. Tijd voor een stevige pint. In café het Oud Liefken bestelden we elk een Blonde Augustijn. Tradities zijn er om gerespecteerd te worden. 

Na dit dorstlessend intermezzo stapten we terug richting het Leen uit. Onderweg kwamen we een troostplekje tegen waar we onze boterhammekes soldaat maakten. Zulke troostplekjes komen we allengs meer en meer tegen. 't Moet zijn dat de dolende mens er nood aan heeft. Ik vind het alleszins prachtige statements op onze wandelpaden. Je wordt bijna gedwongen om er even bij stil te staan. Een rustgevend momentje is je beloning hiervoor. 

We zaten terug in het Leen. Den Hugo, en ik niet minder, waren verbaasd over de schoonheid van ons wandelpad. Een gelukstreffer, ik had dit helemaal niet verwacht. De mooie paadjes slingerden wild door de bospartijen. Je kreeg de indruk dat je in een immens woud rondwaarde. Mooie vijverpartijen, swamps, felgroene varens, woekerend kruipelhout trokken er volop de aandacht. En op een handvol mensen en een fietsende parkwachter na liep je er moederziel alleen. We verlieten het domein langs een prachtig arboretum. Ikzelf kreeg de indruk dat ik in de tuin van een welgesteld koloniaal-op-rust zat. Ergens in een tropisch overzees gebied, pakweg op een archipel in de Stille Zuidzee. Wat een prachtig decor zeg ! Mooi, super ! Er was zelfs een yogapad in uitgestippeld. 

We hadden de dag graag afgesloten met een terrasje in de stadskern van Eeklo. We staken de spoorweg over en belandden terug in de bewoonde wereld. Nog een stukje laveerden we door een stadspark. Het was zichtbaar vrijdagavond want onder collega's verzamelden er verschillende werknemers op verscheidene plaatsjes om de week af te sluiten met een drink.  Verder ging het richting stadskern uit. Gezeten op het terras van Café Het Kabouterke op het kerkplein werd ons verlangen ingelost. Mijne maat sloot daar af met een Orval, ik een ice tea want er moest nog gechauffeerd worden. Als toemaatje kregen we nog een kleine wolkbreuk kado daar op dat terras. We zaten droog en konden terugblikken op een prachtige dag !  Echter the whistles were blowing in de verte waar de trein klaarstond voor de thuisreis. Een topwandeling was dit. Zo mogen er nog komen. Ik ben ervan overtuigd dat den Hugo mijn bescheiden mening deelt. 

Dean Lewis - Be Alright.


1 opmerking:

Plaats een reactie als je wil.