zaterdag 31 oktober 2020

Stekene - bij de messenvechters

Het mooiere voorspelde weer voor zaterdag deed me in extremis besluiten om er nog even op uit te trekken. Niet te ver, openbaar vervoer te vermijden dus moest er iets in de geburen gezocht worden. Ik gokte op Stekene, een dorp van 18.000 zielen in het Waasland. Van daaruit had ik graag de zuidelijke contreien gaan verkennen. Geen slechte keus zo bleek achteraf en tevens sloot deze toer perfect aan met de vorige solo-wandelingetjes daar in deze regio van het Waasland. 


Stekene, vele jaren terug .... na een week zwaar labeur op het veld, in het steengelaag of in de fabriek  ... : Moê ! M'n pree en me mes.  Wekelijks moesten de moeders de bede hunner schare zonen aanhoren wanneer dezen een stapje in de wereld wilden zetten. Als je aan een Stekenaar vraagt naar hun spotnaam is er maar één antwoord en dat luidt op zijn plat Stekens : "Messevechter".  In de prachtige blog van Tony De Ruysscher (†2018) doet hij het volgende verhaal : "Ik heb mijn vader altijd horen vertellen (in 1914 geboren) hoe hij als Kemzekenaar, nu deelgemeente van Stekene, de messenvechters moest ontlopen om te komen vrijen in Stekene met mijn moeder". Gelukkig behoort dit messengetrek nu tot de volksfolklore en kan je daar in Stekene redelijk veilig rondlopen. Het messentrekkersverhaal kent jammer genoeg nu haar vervolg in andere culturen en weliswaar met heel andere motieven. Maar ik wil daar niet over uitwijden.

Rond een uur of 11 liet ik m'n karretje achter in de kerkstraat, een zijstraat aan de indrukwekkende gotische kruiskerk in het dorpscentrum van Stekene. Neen niet gewapend met een mes maar met een mondkapje vanwege dat mottige coronavirus. Er was nog een markt aan de gang waardoor er wel flink wat volk op de been was. Stekene heeft een mooi dorpscentrum. Het verraste me enigszins. Het was jaaaaren geleden dat ik er nog eens geweest was en toen had ik daar helemaal geen oog voor. Het in neo-gotische stijl opgetrokken gemeentehuis is daar een mooie eyecatcher zoals ook de neogotische dorpspomp uit 1873 dat is. Er moet eveneens een schandpaal staan daar op het dorpsplein maar die is me ontgaan. 

Ik ging richting Stekense Vaart uit. Met een strakke wind op kop trok ik mezelf in gang voor 25 paaltjes. Het werden er uiteindelijk een kleine 20 omdat her en der de wandelpaadjes werden aangeslagen door de boeren en ik daardoor alternatieven moest vinden. Maar goed, onderweg naar die vaart liep ik voorbij het Zomerhuis. Jongelui onder het toezicht van sportmonitoren waren er volop aan het sporten. Op het terrein zelf hielden de jongelui zich netjes aan het dragen van het mondkapje. Eens buiten het sportterrein was het bij die jonge gasten even andere koek. Dat ga ik hier niet uit de doeken doen maar je kan het wel raden zeker ? 

Daar kwam de Stekense vaart in zicht zie ! Aan een bruggetje had een eenzame visser er in het gezelschap van een gans een lijntje uitgegooid. Mooi tafereeltje om zien.  Ik wandelde terug van die vaart weg om er later onverwachts en helemaal niet gepland er terug op te belanden. Op dat stukje wandelde ik door een gebied dat me deed denken aan de favella's in Juiz de Fora in Brazilië. Althans toch aan de populatie van volk dat daar resideert. Wat misschien eerst moest dienen als weekendhuisje verwerd door de jaren heen een heuse domicilie. Zelfbedruipend met generatoren, mazouttanks en houtstapels voor de stook houden de bewoners er zich in leven.  Golfplaten, verroest traliewerk, prikkeldraad en gescheurd zeildoek voeren kwa bouwstijl naast afgebladderde verf en stuntelig metselwerk zowat de boventoon. Koterijen zijn het met steevast een modderige voortuin alias junkyard waar er waakzaam toezicht gehouden wordt door razende honden, zijnde verbasterdeerde kruisingen die je zelfs in je stoutste dromen niet wil tegenkomen. Ik had spijt dat ik m'n 'dazer' niet bijhad. Zo een kaske waarmee je ultrasoon geluid fabriceert die de honden wegjaagt. Tja, 1 keer op 3 heb je daar succes mee. Zo niet is het ofwel dat ze niet reageren, ofwel nog veel kwaaier worden. 


Ik belandde terug aan die Stekense vaart. Dit bezoekje was helemaal niet vooruit gepland. Het toertje was uit de losse mouw geschud en wat bleek ? Bingo ! Deze vaart is een natuurpareltje van jewelste. Deze Stekense Vaart of ook het Kanaal van Stekene genoemd is een kleine 5km lang. Het werd gegraven in het noorden van de provincie Oost-Vlaanderen en verbindt de Moervaart met Stekene. In het verleden liep het kanaal door tot in Hulst en had het een belangrijke economische functie. Langs beide oevers omringd door stiltegebieden vormt de Stekense Vaart thans het decor voor zachte recreatie. En daar wil ik van getuigen. Aan de ene kant van de vaart een grindpad, de andere kant ligt er een aardewegel naast de vaart. Prachtig stukje wandelgebied dat even het volmaakte panorama bood voor een herfstdecor. Tanend groen aan bomen en struiken, een rimpelloze wateroppervlakte waarop de stervende afgewaaide bladeren verkleuren en vervolgens dood naar de bodem zinken. Weinig tot geen volk te bespeuren, noch wandelaars, noch fietsers. Misschien was dit wel te wijten aan de nog in extremis uit te voeren boodschappen in aanloop naar de nakende lockdown. Nog wat hamsteren was waarschijnlijk de boodschap   ! 

Nog steeds was er die frisse strakke NO-wind die het uitwaaigevoel aanscherpte. Zo een frisse kop krijgen was deugddoend en met dat gevoel was ik aan mijn laatste kilometers toegekomen. Die zouden me naar het oude steengelaag brengen. In symbiose met de Stekense vaart ontstond er in de regio ook de ontplooiïng van de tegelnijverheid. De vaart speelde tevens een belangrijke rol bij het vervoer van turf uit de veenmoerassen ten oosten van Hulst en later vlas en dus ook de producten die door de talrijke Stekense tichelbakkerijen in de buurt van het Steengelaag vervaardigd werden. Vanaf de 15e eeuw werden miljoenen tegels, dakpannen en bakstenen vervoerd door schuiten die door paarden en zelfs mensen langs het jaagpad werden getrokken. Allez hop, er plakt weeral wat geschiedenis onder m'n bottienen. Goed, daar stond ik dus aan het steengelaag. Dit gebied wordt nu beheerd door Natuurpunt. Meer dan honderd jaar drukte de mens zijn stempel op dit landschap, maar nu is het teruggegeven aan de natuur. Het gebied is 31 ha groot en bestaat uit kleiputten, jong elzenbos, een oudere populierenaanplanting met heel wat dood hout, een grote vijver en een bloemrijk hooilandje. Die grote variatie oogt voor de wandelaar erg aantrekkelijk. Deze schakering in landschappen staat borg voor een grote natuurrijkdom. Doorheen het gebied loopt een wandelpad van ongeveer 2km lengte, aan de achterzijde van de grote vijver is er een vogelkijkwand.Ik had er een kleine wandeling in uitgestippeld maar ik kreeg de indruk dat de paden wat overwoekerd waren. Ik vond er enkele niet terug. Een glimp van een beverdam heb ik tussen het gebladerte door wel kunnen opvangen. Er waren trouwens mensen met bosmaaiers bezig om de paden te ruimen. Ik moest me beperken tot het pad dat rond het natuurgebied liep. En hiermee liep m'n toerke dan ook ten einde. Ik was zo terug in het dorpscentrum aanbeland. Prachtig wandelingetje, het was goed geweest !



Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.