woensdag 9 september 2015

Een stukje Meetjesland, het Mauritzpad en het eigenzinnige Assenede

Een weekendbezoekje bij onze vrienden Luc en Maria op hun boerderijtje in Leisele op de Franse grens in de westhoek was een aangename verpozing in de aanloop naar mijn pelgrimstocht. Gezellig aperitieven, lekker eten, wat bijpraten over kroost en gezin in een relakssfeertje ... hemels ! Op zaterdag wipten we even de grens over naar Hondschote in Frans Vlaanderen. Daar was het jaarmarkt. In de 17de eeuw behoorde gans Frans Vlaanderen en ook Romaans Vlaanderen nog bij het Graafschap Vlaanderen maar het ganse gebied werd toen kado gedaan aan het Franse koninkrijk. Opmerkelijke geschiedenis en wat de streek zo boeiend maakt is dat je begot in Frankrijk zit en dat de mensen daar nog het Oud Vlaams kunnen spreken. Als je een beetje vertrouwd bent met het Westvlaams kan je het zeer goed verstaan. Een pelgrimsstandje van de 'Association des Amis du Westhoek' op de jaarmarkt was even een bezoekje waard. Pèlerins du westhoek
Uit sympathie met hun inzet voor de pelgrims heb ik er een sleutelhangertje als aandenken gekocht. Op zondag werd er gewandeld op de rommelmarkt in Kemmel. Vermoeiend, wel 10 km aan standjes met exposanten maar echt de moeite waard. Ik overdrijf niet. Zeker 5 uur hebben we er over gedaan om die ganse rommelmarkt af te struinen. Terug op het boerderijtje was de gastvrijheid van gastheer en gastvrouw weer troef. Een geweldig weekend kortom. Fijn zulke vrienden te hebben. 
Woensdagavond werd ik dan vereerd met een bezoekje van Hugo Peregrinus. Ter memorie, Hugo stapte onlangs de Camino vanuit ons buurdorp Temse. Nog even de wedervaringen oprakelen en ja, de goesting om meteen de rugzak op je bult te heisen en te vertrekken wordt alleen maar aangescherpt. Nog 5 dagen en Halleluja, we zoeken eventjes een volledig andere leefwereld op, eentje waar je jezelf nog eens kunt tegenkomen. 

Ziedaar, het laatste wandeltochtje voor de grote start eraan komt ! Mijne stapmaat, de Ronny, heeft tussen zijn werkzaamheden door nog een gaatje gevonden om er nog eens een dagje mee op uit te trekken. Deze keer werd de kaart getrokken van het Meetjesland en met wat geïmproviseer kon er een stukje Prins Mauritzroute bijgehaspeld worden.
De Mauritzroute, in hoofdzaak een fietsroute, ontleent haar naam aan Prins Mauritz die in 1588 een gans bolwerk in het achterland van Terneuzen  oprichtte. Oude forten, linies en schansen zijn er nog aan te treffen. Hopelijk zouden we die tegenkomen op de 8 km wandelweg die de fietsroute deels overlapt. 



Een wandeling door het Meetjeslandse krekengebied ontbrak dus nog in de voorbereiding. Deze streek was vroeger zee. Volgens heemkundige geschriften hebben ze 1000 jaar geleden de zee met hun inpolderingen bedwongen. Dit zou de specifieke mentaliteit van de Assenedenaars kunnen verklaren. Weliswaar een hypothese. Aan de dorpelingen aldaar wordt een zekere verwaandheid en zelfingenomenheid verweten. Het zou kunnen dat hun specifieke dialect mee aan de basis ligt van deze vooringenomenheid. In de buurgemeenten van Assenede wordt hun dialect reeds als moeilijk verstaanbaar bestempeld. In de rest van Oost Vlaanderen zelfs onverstaanbaar. Wat moet dat dan worden met mijn dialect van 'den basseng ' (de Antwerpse dokken) ? M'n curiositeit is alvast geprikkeld.
In het noorden van het gebied vind je polderland met vruchtbare kleigrond (oei, de bottienen zouden zwaar kunnen gaan wegen)  en in 't zuiden voornamelijk droge zandgrond. Let's Go, en we nemen voor de fun nen tikkenhaan mee want we wandelen voor een groot stuk pal op de grens met Nederland. Eens checken naar welk land z'n ei rolt ! 8 meter niveauverschil blijkt er te zitten tussen de kleigrond in 't noorden en de zandgrond in 't zuiden.
De Ronny en de Catsjoe stonden om 9 uur reeds aan de deur. Het beloofde een mooie dag te worden met prachtig weer. Nog vlug een taske koffie en weg ermee. Rond 10 uur stonden we al in Assenede, het mosseldorp van weleer. Nu heeft Assenede die titel moeten afgeven aan de Philippine, haar Nederlandse buurgemeente. Startplaats van het wandelexploot was even de hoofdstraat uit aan het pleintje waar we bij terugkeer een enthousiaste schare pensionnés gaaibollers zouden aantreffen. Een wandeling starten doe je in stijl vind ik. Nog wat aperitiefhapjes, sprot en chorizo opgediend voor ons gedrieën en we konden vertrekken. Het eerste deel van de wandeling was rustig langs mooi aangelegde baantjes maar jammer genoeg waren deze grotendeels verhard. Prachtige zichten op polderdijken, kreekjes en geulen, allemaal getuigen uit een ver verleden waar de strijd met de zee een nimmer aflatende bezigheid was. Een strak en fris windje onder een wolkenloos hemelspan liet je weten dat we de laatste zomerdagen aan het opsouperen waren. Bordjes met de benamingen van de verschillende polders troffen we regelmatig aan op de wandeling. De verwijzing onderaan het bordje naar een eeuw ver in het verleden deed bij mij het vermoeden rijzen dat de Assenedenaars hun verleden van dijkbouwers levend hebben willen houden. Ook veel straten en gehuchtjes tot zelfs standbeelden  verwijzen naar hun veroveringen op en rampspoed met de zee. Onder meer het plekje de ‘bodemloze put’ dankte zijn naam aan een stormvloed in 1808 die de zeedijken verwoestte en vervolgens de polderdijken teisterde waarbij het kolkende water een immense ronde put in de aarde boorde. Wandelend op de grens met Nederland en aangekomen aan de ‘bodemloze put’  hebben we nog maar eens onze openluchtkeuken geïnstalleerd. In de voortuin van een feeëriek boerderijtje stond een antiek picknicktafeltje met dito stoeltjes. Stijlvol gedecoreerd met aardewerk, bloempotjes en andere curiosa. Gezellig stulpje. De bewoonster van het boerderijtje, een sympathieke Nederlandse dame, bood ons direct koffie aan toen we vroegen of we haar antieke tuinmeubeltjes even mochten bezigen om even onze openluchtkeuken te mogen installeren. Tot grote ergernis van de Ronny sloeg ik het aanbod af. De valse bescheidenheid van den Belz stak nog maar eens bij mij de kop op. Dat was lang geleden die openluchtkeuken !  Het werd een onvervalst hamburgerkraam. Onderweg had de Ronny nog een ajuin gevonden, best bruikbaar voor de komende dis. Een fles rode bourgogne, een cadeau van de Ronny zijn vroegere baas, leek ons uiterst geschikt om het hamburgerfestijn wat luister te geven. Gezellig weeral en de Catsjoe heeft meegeceest want 4 hamburgers heeft ze soldaat gemaakt. Aan het einde van het dineeke kwam Patsy, want zo heette de bewoonster nog een praatje maken. Op Google Earth kon je haar stekje terugvinden. Iemand, waarschijnlijk ook onder de indruk van haar charmant huizeke, had er een foto op geplaatst met de naam ‘Heaven on Earth’ . Ook bezat ze een bootje waarmee je toertjes op de bodemloze put en omliggende slootjes en kreekjes kon maken. Prachtig. Het aansluitende deel van de wandeling was op onverharde weg tussen bossen door en langs de ontelbare kreekjes. Over mooi begroeide dijken, boswegeltjes en noem maar op met wat je een natuurliefhebber kan bekoren en je trof het eraan. Paddenstoelen zo groot als een strandbal had ik nog nooit gezien, ontelbare roofvogels op zoek naar een hapje fladderden in het zwerk, boerenzwaluwen met dozijnen vlogen hun zwanenvlucht, vossenholen, watervogels noem maar op. De wandeling liep met 27 paaltjes bijna ten einde. Nog een versnaperingeske in Assenededorp op een terrasje was onontwijkbaar. Hier zouden we te weten komen of het karakter van de Assenedenaren wel klopte. Niks van aan, gezellige mensen zijn het. Op het terras zat een schare klanten hun pintje te drinken. Een bont gezelschap van een kunstenaar in Sherlock Holmeskostuum inclusief de pijp, een lokale zwerver die zijn sleutelbeen had gebroken maar toch eens naar Santiago wilde tenen binnen enkele dagen en wat toevallige passanten. De dorpskerk stond helemaal in de steigers. Een roekeloze puber was helemaal tot in het topje van de stellingen gekropen om zo bleek later, wat fotootjes te nemen. Ik zou niet graag getuige geweest zijn van een wanhoopsdaad. De terrasklanten waren er enigszins gerust in. Enigszins benieuwd naar het vakgebied van de kunstenaar stelde de Ronny hem de vraag. Dada was zijn antwoord. Het Dadaïsme met andere woorden. Om dat te verduidelijken gaf hij een voorbeeld aan de Ronny. Zijn laatste creatie was een omgekeerde schoendoos bovenop een paal …. Soit, hij gaf eerstdaags een vernissage en we kregen een uitnodigingskaart. Erg vriendelijk maar ik heb een ander idee over kunst. Na wat uitleg mijnentwege had de zwerver zich een Santiagotochtje dan toch enigszins anders voorgesteld maar hij bleef bij zijn besluit. Een later toegekomen dame aan het tafeltje voerde nog een amicaal debatje met Sherlock over haar interpretatie van zijn kunst. Gezellig. Nog een colake en weg. Om onze Dadaïst te plezieren zijn we met een ommetje naar de auto teruggewandeld. Hij woonde in een kasteel, daar zijn we nog even gepasseerd voor een fotootje.


Dit was het laatste tripje voor de grote reis. De kriebels zijn nog nauwelijks onder controle te houden.


Een bedankje en mijn appreciatie voor de tot nu toe getoonde interesse in mijn blog.


Pelgrimsgroet,
Jan.


Naar foto-album : Album Assenede

woensdag 2 september 2015

Sightseeing in de Antwerpse Zuiderkempen : Het Molse Merenpad




Nog 14 dagen en het is zover, dan kan ik vertrekken. Ik ben er ondanks de rare buikkriebels toch enigszins gerust in. Nog een paar belangrijke akkevietjes moesten gedaan worden. Nieuw paspoort regelen ... done. Afsluiten van een reisverzekering ... done. Nieuwe vibramzolen en hakken op de stapschoenen ... done. 43€ ereloon voor de schoenlapper. In tegenstelling met het lidgeld voor een wandelclub trek ik niets terug van de ziekenkas. Maar goed, m'n bottienen kunnen weer een 1500 paaltjes mee.

Voor een testje met dataroaming op de GSM kwam een zeiltochtje op het Hollandse Veerse Meer in 't weekend erg gelegen. Prachtig weer maar veel te weinig wind om de zeilen bol te kunnen zetten. Picknick op een eilandje in 't meer, spelevaren, een verfrissende duik in 't water, restaurantje als afsluiter ... een topdag. Ik ben fier op mijne zoon kapitein. Samen met scoutsvrienden slaagden ze erin om de Défi om te toveren van een schrootschuit naar een prachtige zeilboot. Jarenlang heeft hij er aan gewerkt.
Goed, m'n Gsmmeke werkt in het buitenland. Dat is dus getest. 4Mb aan dataload voor een blog bericht door te sturen. Een abonnementsuitbreiding van 300Mb/maand/buitenland aan 21€ en een sjiek  zal volstaan om dagelijks een berichtje op mijn blog te posten. 

Ondertussen lopen de eerste stortingen voor het project Novastoshnah al binnen. Althans volgens de beheerder van de sponsorrekening. Ikzelf heb daar geen zicht op omdat ik dat zo heb gewild. Maar een bedankje zeggen tegen de milde schenkers, dat wil ik natuurlijk wel.

Nu er voorspeld werd dat de temperaturen in vrije val zitten heb ik eventjes gecheckt waar het woensdag nog het warmste zou worden. Dat bleek in de Kempen te zijn. Een tochtje aan de Molse meren lag nog in de solden en dat heb ik er dan maar uitgepikt. We wagen het er nog eens op om den IJzeren weg als vervoermiddel te kiezen.
Het was eerst nog niet zeker dat de Ronny en de Catsjoe present konden zijn. Als je met verbouwingen bezig bent en rekening moet houden met onbekende leveringsdata van je bouwmateriaal dan wordt het moeilijk om op voorhand je vrije tijd te bepalen. Soit, 't is in orde gekomen en om 8 uur spoorden we richting Mol uit. Mol, de heimat van de sopweikers. Al van in 1300 graasden er tienduizenden schapen op de Molse weiden. Die zorgden voor wol voor de kledingsnijverheid. Dit tot grote ergernis van de grote steden die hun nijverheid bedreigd zagen door de beterkope concurrentie. De Mollenaars kwamen aan hun bijnaam 'de sopweikers' omdat ze de bergen vuile geklitte scheerwol, afkomstig van het achterlijf van de schapen, lieten weken en spoelen in de rustig kabbelende Nete. Dat de wolindustrie gedragen werd door arme mensen blijkt uit het feit dat om te kunnen overleven er 50 tot 90% van het dagloon van een spinner werd besteed voor de aanschaf van 450 gram roggebrood en 1,4 kg aardappelen. 

Een mooie dag is het geworden, magnifiek. Om 9 uur stapten we al af op het perron in Mol. GPSke ingesteld en dat vertelde ons dat het een tripke van tegen de 30km zou worden. Peanuts met die nieuwe zolen. De Catsjou was direct in haar nopjes. Rennen, snuffelen en verder de roedel bijeenhouden. Dat beestje beleeft in 1 dag waar vele honden een heel jaar of langer over moeten doen. Mijne maat heeft er alleszins heel veel plezier aan. Hij steekt er veel tijd in maar het resultaat is een beestje waar je met plezier mee naar buiten komt. Geen getrek, geblaf naar andere honden, gehoorzamen op de knip. Zo hoort het te zijn. 

Een mooi stuk heide lag op de eerste 5km van het trajectje. Stappen door het mulle zand gaat niet zo vlot maar dat geeft niet. Je komt vooruit en ondertussen kan je volop de natuur bewonderen. Is het niet prachtig hoe struikhei met haar bloemen een immens purperen tapijt voor je ogen ontrold ? Binnenkort komt de herfst er weeral aan en vallen de bladeren. Niet veel later is het gedaan en trekt de natuur haar winterkleed aan. 

Onderweg naar het Miramarmeer lijnde de Ronny de Catsjoe vlug aan. Hij dacht een boswachter gespot te hebben. 80€ boete als je hond niet aangelijnd is, 120€ bij een 2de overtreding en 200€ geloof ik bij een 3de. Veel geld dat eigenlijk niet in verhouding staat met het misdrijf. Als je al van een misdrijf kunt spreken. Niks te boswachter, 't was de lokale rattenvanger die zijn vallen ging inspecteren. Een goede rattenvanger laat er altijd enkele leven zodat hij niet zonder werk valt. Zo dacht ik althans. De ratten waren allemaal verdwenen wist hij me te vertellen maar nu waren het bevers die voor overlast zorgden voor de boeren. Het vooruitzicht om deze dieren mogelijk te moeten likwideren stemde hem wat somber. Een vriendelijke mens die de Ronny met raad bijstond over het bij wet verboden gebruik van vallen met springveren en allerlei vergiftige spullen. 

Onderweg zijn we nog een visser tegengekomen die een paar lijntjes had uitgeworpen. Hij viste op de zwartbekgrondel. Nog nooit van gehoord zei ik en prompt haalde hij uit zijn visbak een foto van dit specimen. Meegekomen met water uit de schepen hun balasttanks. Een beetje speurwerk op internet leert me dat men deze vis de Oostblok Pirana noemt. Een roofvis uit het Oostblok die de inheemse soorten op het Albertkanaal en de Nete verdringt. Vissers krijgen geen andere vissen meer aan hun lijn en vrezen dat het gedaan is met hun sportvisserij net zoals het de sportvissers op de Moezel verging. Tijdens zijn uitleg kreeg hij begot beet van zo'n zwartbekgrondel. Eens op het droge trok die vis de aandacht van de Catsjoe. Ze betrouwde het niet al te veel zo'n spartelende vis. 

De sas 4 toren is een imposante metalen constructie aan het kanalenkruispunt Bocholt-Herentals en Dessel-Kwaadmechelen. Na 217 treden zit je 34 meter hoog en heb je een prachtig panoramazicht over het ganse merencomplex daar in Mol. Op het platform boven op de toren stond een windroos opgesteld met de afstanden tot de wereldsteden. Peking, Parijs, Johannesburg. Een verrekijker opgesteld op het platform moest de illusie wekken dat je tot in China kon kijken :-). De arme Catsjoe kon niet mee naar boven omdat er aan de metalen antisliptreden scherpe randjes zaten waaraan ze haar pootjes zou verwonden. Geduldig wachtte het beestje onderaan de trappen tot we terug beneden waren. Aan een picknicktafeltje hebben we de boterhammetjes aangesproken. Fleske rode wijn erbij voor de gezelligheid en klaar. Begon dat daar toch niet te regenen zeker. Een schuilhutje bracht enig soelaas maar het was verdorie flink afgekoeld. Een thermometer in de buurt wees amper 15°C aan. We hebben de Catsjoe ondergestopt met een trui. Ze kon het verdragen.

Wel, de resterende kilometertjes waren zeker ook de moeite. Erg mooie zichten op de verschillende meren. Het Rauwse Meer, het Zilvermeer, het Kanaalmeer kwamen allemaal aan bod. Deze meren op zich worden verbonden met gezellige wandelpaadjes tussen de bossen. Echt magnifiek en geen mens in't rond te bespeuren. De traditionele stop voor een lekker biertje ontbrak nog. In de jachthaven Port Aventura, een naam die klinkt als een scheepsbel, was er wel een gelegenheid te vinden om dit mankement te verhelpen. Gezeten op het terraske van het jachtclubcafé smaakte de Hopus naar meer. Gebrouwen met maar liefst 5 hopsoorten alstublieft. Er volgde een 2de en voor de Ronny een Molder. Het streekbier uit Mol.

Op de terugweg naar de statie hebben we het de laatste 500 meter nog op een spurtje moeten zetten om de trein te halen. Hij reed voor onze neus de statie binnen. We hebben hem gehaald zodat we nog op een treffelijk uur thuis geraakten.  

Loopt er hier nog juist een mailtje binnen zie van de Freddy, een fijne excollega die me komt uitwaaien in Sevilla. Ik ga hem morgen antwoorden. Een beetje finetunen voor het treffen daar. 't Zou erg jammer zijn moesten we elkaar mislopen. Ik zie ernaar uit.

En voila zie, al 30 km sleet op mijn nieuwe zolen, dat is met de regel van 3 ... 1500km @ 43€ ... 30km ... uitgerekend voor 0,86€ rubber dat er nu aan de Molse bodem plakt. Nog altijd goedkoper dan De Lijn. 't Leven is ontzettend duur :-)
Volgende week de laatste uitstap bij leven en welzijn en dan begin ik aan mijne rugzak. 't Begint te korten hoor !