Uit sympathie met hun inzet voor de pelgrims heb ik er een sleutelhangertje als aandenken gekocht. Op zondag werd er gewandeld op de rommelmarkt in Kemmel. Vermoeiend, wel 10 km aan standjes met exposanten maar echt de moeite waard. Ik overdrijf niet. Zeker 5 uur hebben we er over gedaan om die ganse rommelmarkt af te struinen. Terug op het boerderijtje was de gastvrijheid van gastheer en gastvrouw weer troef. Een geweldig weekend kortom. Fijn zulke vrienden te hebben.
Woensdagavond werd ik dan vereerd met een bezoekje van Hugo Peregrinus. Ter memorie, Hugo stapte onlangs de Camino vanuit ons buurdorp Temse. Nog even de wedervaringen oprakelen en ja, de goesting om meteen de rugzak op je bult te heisen en te vertrekken wordt alleen maar aangescherpt. Nog 5 dagen en Halleluja, we zoeken eventjes een volledig andere leefwereld op, eentje waar je jezelf nog eens kunt tegenkomen.
Ziedaar, het laatste wandeltochtje voor de grote start eraan komt ! Mijne stapmaat, de Ronny, heeft tussen zijn werkzaamheden door nog een gaatje gevonden om er nog eens een dagje mee op uit te trekken. Deze keer werd de kaart getrokken van het Meetjesland en met wat geïmproviseer kon er een stukje Prins Mauritzroute bijgehaspeld worden.
De Mauritzroute, in hoofdzaak een fietsroute, ontleent haar naam aan Prins Mauritz die in 1588 een gans bolwerk in het achterland van Terneuzen oprichtte. Oude forten, linies en schansen zijn er nog aan te treffen. Hopelijk zouden we die tegenkomen op de 8 km wandelweg die de fietsroute deels overlapt.
Een wandeling door het Meetjeslandse krekengebied ontbrak dus nog in de voorbereiding. Deze streek was vroeger zee. Volgens heemkundige geschriften hebben ze 1000 jaar geleden de zee met hun inpolderingen bedwongen. Dit zou de specifieke mentaliteit van de Assenedenaars kunnen verklaren. Weliswaar een hypothese. Aan de dorpelingen aldaar wordt een zekere verwaandheid en zelfingenomenheid verweten. Het zou kunnen dat hun specifieke dialect mee aan de basis ligt van deze vooringenomenheid. In de buurgemeenten van Assenede wordt hun dialect reeds als moeilijk verstaanbaar bestempeld. In de rest van Oost Vlaanderen zelfs onverstaanbaar. Wat moet dat dan worden met mijn dialect van 'den basseng ' (de Antwerpse dokken) ? M'n curiositeit is alvast geprikkeld.
In het noorden van het gebied vind je polderland met vruchtbare kleigrond (oei, de bottienen zouden zwaar kunnen gaan wegen) en in 't zuiden voornamelijk droge zandgrond. Let's Go, en we nemen voor de fun nen tikkenhaan mee want we wandelen voor een groot stuk pal op de grens met Nederland. Eens checken naar welk land z'n ei rolt ! 8 meter niveauverschil blijkt er te zitten tussen de kleigrond in 't noorden en de zandgrond in 't zuiden.
De Ronny en de Catsjoe stonden om 9 uur reeds aan de deur. Het beloofde een mooie dag te worden met prachtig weer. Nog vlug een taske koffie en weg ermee. Rond 10 uur stonden we al in Assenede, het mosseldorp van weleer. Nu heeft Assenede die titel moeten afgeven aan de Philippine, haar Nederlandse buurgemeente. Startplaats van het wandelexploot was even de hoofdstraat uit aan het pleintje waar we bij terugkeer een enthousiaste schare pensionnés gaaibollers zouden aantreffen. Een wandeling starten doe je in stijl vind ik. Nog wat aperitiefhapjes, sprot en chorizo opgediend voor ons gedrieën en we konden vertrekken. Het eerste deel van de wandeling was rustig langs mooi aangelegde baantjes maar jammer genoeg waren deze grotendeels verhard. Prachtige zichten op polderdijken, kreekjes en geulen, allemaal getuigen uit een ver verleden waar de strijd met de zee een nimmer aflatende bezigheid was. Een strak en fris windje onder een wolkenloos hemelspan liet je weten dat we de laatste zomerdagen aan het opsouperen waren. Bordjes met de benamingen van de verschillende polders troffen we regelmatig aan op de wandeling. De verwijzing onderaan het bordje naar een eeuw ver in het verleden deed bij mij het vermoeden rijzen dat de Assenedenaars hun verleden van dijkbouwers levend hebben willen houden. Ook veel straten en gehuchtjes tot zelfs standbeelden verwijzen naar hun veroveringen op en rampspoed met de zee. Onder meer het plekje de ‘bodemloze put’ dankte zijn naam aan een stormvloed in 1808 die de zeedijken verwoestte en vervolgens de polderdijken teisterde waarbij het kolkende water een immense ronde put in de aarde boorde. Wandelend op de grens met Nederland en aangekomen aan de ‘bodemloze put’ hebben we nog maar eens onze openluchtkeuken geïnstalleerd. In de voortuin van een feeëriek boerderijtje stond een antiek picknicktafeltje met dito stoeltjes. Stijlvol gedecoreerd met aardewerk, bloempotjes en andere curiosa. Gezellig stulpje. De bewoonster van het boerderijtje, een sympathieke Nederlandse dame, bood ons direct koffie aan toen we vroegen of we haar antieke tuinmeubeltjes even mochten bezigen om even onze openluchtkeuken te mogen installeren. Tot grote ergernis van de Ronny sloeg ik het aanbod af. De valse bescheidenheid van den Belz stak nog maar eens bij mij de kop op. Dat was lang geleden die openluchtkeuken ! Het werd een onvervalst hamburgerkraam. Onderweg had de Ronny nog een ajuin gevonden, best bruikbaar voor de komende dis. Een fles rode bourgogne, een cadeau van de Ronny zijn vroegere baas, leek ons uiterst geschikt om het hamburgerfestijn wat luister te geven. Gezellig weeral en de Catsjoe heeft meegeceest want 4 hamburgers heeft ze soldaat gemaakt. Aan het einde van het dineeke kwam Patsy, want zo heette de bewoonster nog een praatje maken. Op Google Earth kon je haar stekje terugvinden. Iemand, waarschijnlijk ook onder de indruk van haar charmant huizeke, had er een foto op geplaatst met de naam ‘Heaven on Earth’ . Ook bezat ze een bootje waarmee je toertjes op de bodemloze put en omliggende slootjes en kreekjes kon maken. Prachtig. Het aansluitende deel van de wandeling was op onverharde weg tussen bossen door en langs de ontelbare kreekjes. Over mooi begroeide dijken, boswegeltjes en noem maar op met wat je een natuurliefhebber kan bekoren en je trof het eraan. Paddenstoelen zo groot als een strandbal had ik nog nooit gezien, ontelbare roofvogels op zoek naar een hapje fladderden in het zwerk, boerenzwaluwen met dozijnen vlogen hun zwanenvlucht, vossenholen, watervogels noem maar op. De wandeling liep met 27 paaltjes bijna ten einde. Nog een versnaperingeske in Assenededorp op een terrasje was onontwijkbaar. Hier zouden we te weten komen of het karakter van de Assenedenaren wel klopte. Niks van aan, gezellige mensen zijn het. Op het terras zat een schare klanten hun pintje te drinken. Een bont gezelschap van een kunstenaar in Sherlock Holmeskostuum inclusief de pijp, een lokale zwerver die zijn sleutelbeen had gebroken maar toch eens naar Santiago wilde tenen binnen enkele dagen en wat toevallige passanten. De dorpskerk stond helemaal in de steigers. Een roekeloze puber was helemaal tot in het topje van de stellingen gekropen om zo bleek later, wat fotootjes te nemen. Ik zou niet graag getuige geweest zijn van een wanhoopsdaad. De terrasklanten waren er enigszins gerust in. Enigszins benieuwd naar het vakgebied van de kunstenaar stelde de Ronny hem de vraag. Dada was zijn antwoord. Het Dadaïsme met andere woorden. Om dat te verduidelijken gaf hij een voorbeeld aan de Ronny. Zijn laatste creatie was een omgekeerde schoendoos bovenop een paal …. Soit, hij gaf eerstdaags een vernissage en we kregen een uitnodigingskaart. Erg vriendelijk maar ik heb een ander idee over kunst. Na wat uitleg mijnentwege had de zwerver zich een Santiagotochtje dan toch enigszins anders voorgesteld maar hij bleef bij zijn besluit. Een later toegekomen dame aan het tafeltje voerde nog een amicaal debatje met Sherlock over haar interpretatie van zijn kunst. Gezellig. Nog een colake en weg. Om onze Dadaïst te plezieren zijn we met een ommetje naar de auto teruggewandeld. Hij woonde in een kasteel, daar zijn we nog even gepasseerd voor een fotootje.
Dit was het
laatste tripje voor de grote reis. De kriebels zijn nog nauwelijks onder controle
te houden.
Een bedankje
en mijn appreciatie voor de tot nu toe getoonde interesse in mijn blog.