Het was weeral een poosje geleden dat er nog iets gepresteerd werd op het wandelvlak. Nu de Ronny terug is van zijn tocht, de Marc en de Michel een dagje vrij hadden konden we met z'n vijven een toerke doen. De Catsjoe was ook present. Onzen Hugo daarentegen, jammer genoeg was die er niet bij want hij is zijn bedevaart in Polen nog aan het afronden. Eergisteren heeft hij zijn Zwarte Madonna kunnen aanschouwen en ondertussen heeft hij ook aan Auschwitz een bezoekje afgelegd. Die is dus op de terugweg naar het thuisfront. Proficiat Hugo, dat heb je weeral knap afgehaspeld ! Op de Marc zijn prachtig initiatief zijn we naar Kapellen afgezakt. Kapellen, een groene gemeente ten noorden van Antwerpen en tevens zijn biotoop. Een mooie omgeving alleszins. In 1759 werd er een kasseiweg aangelegd tussen Merksem en Kapellen. Tegenwoordig kennen we deze baan als de Kapelsesteenweg (op het grondgebied van Ekeren en Brasschaat] of Antwerpsesteenweg (op het grondgebied van Kapellen]. In 1853 werd de spoorlijn Antwerpen-Rotterdam aangelegd. Daarmee kon de eerste stoomtrein in 1854 door Kapellen rijden. Door de goede spoorverbinding gingen veel rijke Antwerpenaren villa's in de gemeente bouwen. De buurtspoorwegen bereikten Kapellen Station op 31 juli 1927 en de tram werd op 1 december 1928 doorgetrokken naar de grens bij Putte. Bij een wandeling doorheen de omgeving van Kapellen krijg je dan ook steevast de indruk dat het hier een pleisterplaats is voor de beter begoede burgers van het land. Regelmatig speelde tijdens de wandeling dan ook het liedje 'Witte Wijn Wijven' als mind twister door mijne kop ☺☺☺.
Rond 10 uur pikte de Marc ons op aan het station om iets later verzamelen te blazen onder zijnen notenboom in zijnen hof. Gezellig en het mooie weer zorgde voor een extra troefkaart. Z'n lieve wederhelft Monique had verdorie voor een ontbijt gezorgd. Koffiekoekskes en koffie, super ! De dag kon al niet meer stuk. Een halfuurke later trokken we ons in gang en na enkele minuutjes zaten we al volop in de natuur. Het beloofde een interessant tripje te worden.
De Marc loodste ons eerst langs het domein 'Mishagen'. Een domein van 8 ha bestaande uit een park van 7 ha en 1 ha bouwgrond met hoeve en bijhorend koetshuis. Dit gerenoveerd kasteeltje met prachtige tuin en kasteelmuur werd terug in zijn oude glorie hersteld. Heel Kapellen is door bossen omgeven en baadt in het groen. In die bossen kon je door het warme weer van de voorbije dagen nog zo de zwoele geur van het boshyacinthenparfum ruiken. Een gratis extraatje voor de zintuigen, in dit geval de neus. Het ging er rustig aan toe want het was iets te warm om er vaart achter te zetten. De Ronny voorzag de Marc en de Michel uitvoerig van verhaal aangaande zijn Compostelatocht. De exposé over zijn stapexploot zorgde voor de nodige inspiratie bij de andere stapvrienden. Bij wie niet ? De Marc is ondertussen al overtuigd en hij wacht nog op het juiste moment om te vertrekken. Onze Michel heeft nog een beetje zijn twijfels. De lange duur van de tocht ligt hem nog een beetje dwars. Na de Mishagen zaten we volop in het bos, eigenlijk meer een park dat luistert naar de naam 'De Uitlegger'. Het is een park op de grens van Kapellen en Brasschaat. Het domein is ongeveer 88 hectare groot waarvan 71 hectare op het grondgebied van de gemeente Kapellen liggen. Het park kenmerkt zich door de talloze grachten en vijvers die omzoomd zijn met rododendrons. Het park kent een vaste eendenpopulatie en tevens grazen er ook paarden. Talloze wandelpaden en routes doorkruisen het gebied en op verschillende plaatsen zijn er bankjes voorzien om rustig te genieten van de natuur. Vaak zijn er in de buurt van die bankjes borden met daarop extra uitleg over de fauna en flora in het park. De Marc gaf uitvoerig uitleg over de vele in het domein verspreidde ingegraven bunkers. Het zorgde bij de Ronny voor wat humoreske scepsis. 'Als ze dan toch ingegraven werden waarom waren er dan vensteropeningen in voorzien ? '. Tja ... om op de vensterbanken bloempotten te kunnen zetten waarschijnlijk. Het zorgde voor wat komische hilariteit onder het gezelschap. Deze bunkers stammen af uit het begin van de 20ste eeuw. Ze liggen rijkelijk verspreid over het domein en liggen dus begraven onder de vele heuvels die het domein kenmerkt. Slingerend door het domein werden er een aantal paaltjes gestapt. Aan de rand van de antitankgracht ter hoogte van het Fort van Brasschaat werden de boterhammekes bovengehaald. In de lommerte ! Zalig op de kont in de beemd. De Marc had dat slim gezien bij het uitstippelen van het parkoers. Stappen bij zulk een tropisch hitte is geweldig zwaar. Dan zorg je best dat je in de schaduw of tussen de lommer van de bomen kunt wandelen. De Catsjoe die er dus ook terug bij was kon het zich gemakkelijk veroorloven om de koelte op te zoeken door geregeld een duik te maken in de grachten. Een pintje drong zich op in de Paddock. Volgens de Marc kon je in dat café met je paard binnenwandelen om er iets te drinken. Onder een parasolleke op het terras werden de dorstige kelen gesmeerd. De Ronny zijn exposé was bijlange nog niet uitgezongen waardoor we een beetje de tijd uit het oog verloren en we moesten nog naar het vliegveld van Brasschaat tenen voor een volgende pi'n'tstop in de voormalige officiersmess van het leger aldaar gelegen. Na een goed uurtje kwamen we ook daaraan. Eventjes kennismaken daar met de Marc zijn jongste dochter die er verblijft .... wat een lieve schat van een meid ! Eigenlijk was het veel te warm om nog verder te wandelen. We hebben ons daar dan maar op een terras gezet. De Ronny was nog altijd niet uitgezongen en de Tripel 'Oude Kaart' smaakte er voortreffelijk. Bijgevolg werd de klok helemaal ontzien en bovendien dreigde er nog een hevig onweer los te barsten dus moesten we beroep doen op een bezemwagen om terug ten huize Marc te geraken. Monique pikte ons daar op en éénmaal terug thuis had ze nog een avondmenuke voor ons in petto. De totale verwenning. Wat een uitgelezen dag is dit toch weeral geworden ! Iedereen dus oppertevreden. Enne, dankjewel Monique en Jolien voor jullie sympathieke bijdrage hieraan.
100 jaar na de Grote wereldbrand van '14-'18 worden er in onze Westhoek massaal evenementen op poten gezet om deze verschrikkelijke periode uit onze Vaderlandse Geschiedenis te herdenken. Enerzijds nieuwsgierig naar al deze luister en anderzijds een interesse in literatuur dienaangaande, die zowel ik als m'n stap- en pelgrimsvriendin Els delen, bracht ons naar Ieper. Ieper, de stad die op het Godshuis na volledig plat werd gelegd in deze oorlog. De indringende verhalen schuilend in de boeken 'Oorlog en Terpentijn' van Stefan Hertmans en de 'Witte Veer' van John Boyne gaven de aanzet om daar met ons tweetjes in Ieper een educatief wandelingetje op poten te zetten.
Een bezoekje aan het Flanders Fields Museum gevolgd door twee korte luswandelingetjes zouden moeten volstaan om een impressie te kunnen krijgen van het vroegere oorlogsgebeuren. Eén wandelingetje op de vestingwallen van Ieper en ééntje op het oostelijke instappunt van de Ypres Salient, de Ieperboog, vlakbij het kasteel D'hooghe. Het zou lukken.
Dat dit een welgevulde stapdag ging worden stond buiten kijf en Els zou daarvoor erg vroeg van onder de veren moeten uitkruipen. Helemaal vanuit Dordrecht gekomen stond ze al om 7u aan onze deur. Ik was nog de prut uit mijn ogen aan het wrijven toen de bel ging. Zie, daar is ze al ! Dat was weeral een blij weerzien, ook al was het door prutogen bekeken. Samen ontbijten, een schoofzakje maken, een stappenplan overlopen ... we gingen precies op schoolreis ... en hop richting de Westhoek. Het regende bakken water maar gelukkig waren de weersvoorspellingen gunstig. Rond 10u30 waren we in Ieper, de voormalige kattenstad en nu sinds het bezoek van de paus, enkele jaren geleden, omgedoopt tot Vredestad. Het weer was helemaal omgeslagen. En ten goede. Blauwe wolkenhemel en een strak windje, helemaal niet koud. We begonnen onze staptocht aan de Menen Poort. Het kolossaal monument opgericht ter herinnering van de honderdduizenden soldaten van de Commonwealth die er tijdens de WO1 het leven lieten.
Een tijdje geleden heb ik op FB een buurmeisje uit mijn jeugd ontmoet. Na haar huwelijk emigreerde ze naar Australië. Begin februari postte ze op FB het bericht van het overlijden van de 92 jarige klaroenblazer Antoon Verschoot. 60 jaar lang had hij de Last Post geblazen onder de Menenpoort. 15000 keer naar verluidt. Een partituur zal deze brave man niet meer nodig gehad hebben. In een reactie op haar bericht meldde een Australische FB-kennis haar dat een met naam genoemde grootnonkel daar in Ieper waarschijnlijk ook wel een graf zou hebben. Ik heb de naam opgezocht in het register van de gesneuvelden en jawel, hij staat er bij. Misschien doet een fotootje van zijn in de Menenpoort gebeitelde naam haar ginds down under wel een plezier ? Na enig zoekwerk konden we zijn naam terugvinden. Gelukkig stond de naam van deze held onderaan gebeiteld op de muur en konden we er een fotootje van nemen. Stap 1 van het plan werd alzo genomen. Stap 2 ging richting 'Flanders Field Museum' uit. Daar hebben we wel bijna 3 uur in rondgewandeld inclusief een klimpartijtje tot boven op de belforttoren. Is dat nu weeral toeval of niet ... daarboven op het belfort kwamen we een Australische dame tegen. Ze droeg het blauwe Santiago T-shirt met de gele schelp. Ze had ook een stukje Camino gelopen. One hundred and ten K !!!, verklaarde ze fier. Terecht ook hoor en het herinnerde me er aan, niet dat ik het vergeten was, dat mijne stapmaat de Ronny vandaag zou terugkomen van zijn pelgrimstocht. One thousand and eight hundred K en nog wat losse flodderpaaltjes ☺☺. Ik ben ondertussen de tel kwijt. Dat museum is beslist de moeite waard. Ronduit prachtig en het laat je een diepe indruk na van het uitzichtloze soldatenbestaan van destijds. Ronselpanelen, videogetuigenissen, dagboeken, foto's, oorlogstuigen, obussen, bommen en noem maar verder op. Arme stakkers waren het langs beide zijden van het front. Helden zijn het zeker maar deze erebenaming werd hen maar eerst toegekend achteraf ... gemaakt ergens in een kantoortje achter een comfortabel bureau. Zo, dat museum was erg leerzaam. Vervolgens stap 3, een wandelingetje langs de vestingwal rond Ieper. Een vesting nog ontworpen door de Franse vestingbouwkundige Vauban in opdracht van de Franse zonnekoning Louis XIV. De Nederlandse vestingbouwkundige Willem Lobrij gaf er tussen 1815 en 1830 definitief vorm aan. Heel mooi miniwandelingetje door parken geschraagd met waterpartijen. Uniek decor voor een openluchtpicknick vonden zowel ik als Els en bijgevolg vond de schoofzak daar aan een picknicktafeltje zijn finale bestemming. Bij stap 4 stonden we op de parking van het pretpark Bellewaerde. Daar vlakbij staat het Hooge Crater Museum. Goed voor een pintje, een 'Omertje' in het aanpalende café na de hier geplande wandeling. Een hotelier vlak naast het museum heeft hier op zijn domein een authentiek stukje oorlogsgrond met loopgrachten, een bunker en wat curiosa uit deze periode bewaard voor het nageslacht. Vrije toegang. De vijver die later ontstaan is bij de ontploffing van een grondmijn is prachtig. In de zomer van 1915 kwamen de Britse troepen hier in de problemen omdat de Duitsers hun frontlijn tot aan het Hooge hadden weten uit te breiden en van hieruit een onbelemmerd uitzicht hadden op de Britse frontlijn. Met een beperkte maar doelgerichte aanval probeerden de Britten deze Duitse stelling te likwideren. Op 19 juli 1915 brachten de gespecialiseerde Tunneling Companies van de Royal Engineers 1700 kg springstof tot ontploffing onder hun stellingen waarna de geallieerden de ontstane krater bestormden. Deze plek kreeg van toen af haar naam de Hooge Crater en is tegelijkertijd nu één van de oostelijke instappunten van de Ieperboog. Onderaan mijn fotokes staat er wat uitleg over de Ieperboog. Een wandelingeske van een 10 tal kilometertjes pal op de frontlijn, herkenbaar afgebakend met herdenkingsbomen, leidde ons naar enkele militaire begraafplaatsen. Kraaknette dodenakkers met gemilimeterde grasvelden en opgelijnde grafzerken. Het Franse militaire kerkhof St. Charles de Potyze met meer dan 4000 graven is indrukwekkend. Met hier en daar verspreid een sierlijke grafzerk van een soldaat-moslim aan te treffen zet dit je toch wel even aan het denken. Na het toerke dat Omertje dus. Els trakteerde maar het kostte haar als Nederlandse toch enige moeite om het Westvlaams van de kelner te vatten. Er heerste duidelijk taalverwarring, zowel bij de bestelling als bij de afrekening. Van het woordje 'Weuk ?' had ze nog nooit gehoord. Ik had het haar vooraf moeten aanleren. 't Zou de conversatie vergemakkelijkt hebben ! Els had het moeilijk om zich een loopgraaf in te beelden. Stap 5 : De Yorkshire Trench & Dug Out site zou daar duidelijkheid in brengen. Op een 8 tal kilometer gelegen buiten Ieper Centrum middenin een industriezone en vrij toegankelijk. Het was eventjes zoeken ernaar maar toch gevonden. Vooral de Dug Out sprak tot onze verbeelding. Twee trappen, gegraven vanuit de loopgraaf, van 20 meter lang onder een hoek van 45° tot op een diepte van 10 meter leidde naar een twaalftal ondergrondse vertrekken van hooguit ne kuub of 16 schat ik. Deze moesten de soldaten bescherming bieden tegen de bommenregen. Het is gewoon onvoorstelbaar hoe de sukkelaars daarin moesten zien te overleven. Het bezoekje aan deze site was beslist de moeite. Ook deze onderdompeling in het oorlogsverleden was erg leerzaam. Terug naar Ieper nu want ondertussen was het al na zessen. Nog een klein en lekker dineetje op de Grote Markt van Ieper moest de opgekomen honger stillen vooraleer stap 6 aan de orde kwam. Om 8 uur stipt was het verzamelen geblazen voor de Last Post ceremonie. Een cohorte Britse onderdanen, gekomen met autobussen, waren er al vroeg present. Heel de poort stond vol volk en een delegatie van de British Royal Guardsmen in strak galatenue en voorzien van wapperende regimentsvaandels moesten deze Last Post van de nodige militaire omlijsting voorzien. Een Brits zangkoor was er eveneens aanwezig en onder hun gezang werden er bloemenkransen aangedragen en neergelegd door Britten die daar hun gesneuvelde voorvaderen kwamen eren. Het klaroengeschal van de Last Post werd gebracht door vrijwilligers van de Ieperse brandweer. Een prachtig moment waarmee we onze wandeling stijlvol konden afronden.
Het is aandoenlijk dat er na 100 jaar nog zoveel aandacht wordt geschonken aan de gesneuvelden. Het is de heroïek volgens mij die de drijfveer is van deze aandacht. Voor Ieper is het een bron van inkomsten en de commerce doet er gouden zaken. Het gebrachte offer van zovele onschuldige en onwetende sukkelaars zou als motief voor deze handel een onderwerp van discussie kunnen zijn. Zo we waren rond. Ondanks het minder opwekkende onderwerp zijnde dood, vernieling en waanzin werd het toch een memorabele en leuke uitstap. De vrolijke compagnie van ons Els zal daar zeker wel debet aan gehad hebben. Ik ben er eigenlijk zeker van !
Tijdens de volledige duur van de Eerste wereldoorlog was de stad aan drie zijden omringd door Duitse troepen. Door de Britse verdedigers werd deze boog in het front de 'Ypres Salient' genoemd. Bij de Franse stad Verdun, verder naar het zuidoosten, deed er zich eenzelfde situatie voor. De Duitsers slaagden er echter nooit in de stad te veroveren. De Duitse cavalerie had nog voor de gevechten begonnen rond Ieper, de stad kunnen binnendringen en doortrekken. Deze veldtocht duurde maar enkele dagen. Ondanks een aantal groots opgezette veldslagen die aan 500.000 soldaten het leven kostten, bleef Ieper uit handen van de Duitsers. Eerste Slag om Ieper : Op 21 oktober 1914 begon de Eerste Slag om Ieper. Het 26ste Duitse reservekorps stond tegenover Franse en Britse troepen. Om zes uur vielen de Duitsers aan, maar ze verloren al gauw de strijd. De Duitse soldaten probeerden het later nog twee maal, maar zonder succes. Op 22 november 1914 besloot het Duitse Oppercommando het offensief te staken. Tweede Slag om Ieper : De Tweede Slag om Ieper begon op 14 april 1915 rond Hill 60. Het waren opnieuw de Duitsers die het opnamen tegen de Fransen en Britten. Deze slag staat vooral bekend omdat er voor het eerst chloorgas werd gebruikt nabij Ieper. De Duitsers maakten gebruik van gifgas op 22 april 1915. Later is door de Duitsers ook mosterdgas gebruikt. Het kreeg zo de benaming yperiet omdat het hier voor het eerst op grote schaal werd ingezet. Derde Slag om Ieper : Op 31 juli 1917 begon de Derde Slag om Ieper. De Britse veldmaarschalk Douglas Haig wilde de Duitsers de genadestoot toebrengen. De slag zelf werd gestreden op 10 november 1917. Men noemt de slag ook wel de Slag om Passendale, naar het dorpje nabij Zonnebeke. Dit dorp werd geheel verwoest. Vierde Slag om Ieper : Op 18 maart 1918 werd de Vierde en laatste Slag om Ieper gestreden. Na deze laatste slag was de stad Ieper geheel verwoest. Op 28 september 1918 verlieten de Duitsers Langemark. Ruim zes weken later, op 11 november 1918 om elf uur in de ochtend was de oorlog officieel afgelopen. Het duurde nog 50 jaar vooraleer de stad helemaal opnieuw was opgebouwd. De Britten hadden hierover gemengde gevoelens. Ze wilden de ruïnes van de stad eerder in zijn geheel bewaren als oorlogsmonument.