donderdag 19 oktober 2017

De Hagelandse Heuvels tussen Wezemaal en Kortrijk-Dutsel

Het mooie stapavontuurtje in de Ardennen was nog maar nauwelijks verteerd of het Santiagogenootschap kwam aansluitend met een herfstwandelingetje voor de dag. Afspraak met de Ronny op zondag om 10u in Kruibeke in Café 'Ons Huis' achter de kerk. De Catsjoe bleef thuis. De opzet van de organisatoren, stuk voor stuk vrijwilligers van het genootschap, was om tijdens een wandelingetje informatie te verschaffen aan eventuele kandidaat pelgrims. Een 30-tal leden meldden zich present. Pelgrims in spé waren er echter niet te bespeuren. Maar goed, het mooie weer zorgde voor een ontspannen sfeertje tijdens de wandeling. Een simpel rondewandelingetje langs de overstromingsbekkens van Kruibeke en de Scheldepolder. Een waterval stond ook op het programma maar die treedt enkel maar in werking bij giertij. En zo kon je ook eens naar de verhalen van andere Santiagogangers luisteren. Toch markant dat het begrip 'toeval' steeds komt bovendrijven in die verhalen. Leo, een meestappend genootschapslid, vertelde dat hij op een bepaalde plaats in Frankrijk een keuze moest maken omtrent de te volgen weg op een tweesprong. Nergens een aanduiding te vinden dus de kans was fifty/fifty om een verkeerde weg in te slaan. Hij besloot het pad te volgen dat een fluitend vogeltje hem leek aan te wijzen. Dat vogeltje bleef nog een hele tijd kwinkelerend kleine stukjes voor hem uit vliegen alsof het hem wou gidsen. Het bleek achteraf de juiste weg geweest te zijn. Enkele jaren later leest hij met verstomming een pelgrimsgetuigenis in het één of ander pelgrimstijdschrift. Daarin leest hij dat op krak dezelfde plaats daar in Frankrijk de schrijver van de bijdrage identiek dezelfde ervaring heeft gehad. Tja, opdat moment maak je dan toch de bedenking of je dit allemaal niet gedroomd hebt !


Met de intrede van de herfst komt de inspiratie voor het componeren van wandelingetjes ineens terug naar boven. Ineens heb ik er een tiental uit mijn toverhoed kunnen halen. Het Hageland is er eentje van. Ik ben er al wel eens in de geburen geweest, maar nog niet er midden in. Landschappelijk heeft het Hageland veel gemeen met Toscane in Italië wat ook geldt voor het aangrenzende Droog Haspengouw. Deze interpretatie komt niet van mij, ik heb het gelezen. Het Hageland wordt in het zuiden begrensd door de heuvelrug van de Pellenberg en in het zuidoosten door de loop van de Velpe. De oostgrens van het Hageland wordt gevormd door de Gete en de noordgrens door de vallei van de Demer. 
Het dorp Wezemaal, startplaats van onze wandeling, groeide uit tot een bedevaartsoord in de XVde eeuw. Sint Job moest de verzuchtingen van de pelgrims daar incasseren. Job, een welgesteld en gezegend man, tevens zeer Godvrezend werd door Hemzelve ten gronde gericht. Het resultaat was dat hij alles kwijtspeelde. Fortuin, gezin, gezondheid en geluk. Als een arme sukkelaar moest hij de geschiedenis instappen. Een folieke van God, zogezegd om hem op de proef te stellen. De Alwetende, hoe leg je het allemaal uit, moet dan toch zijn twijfels gehad hebben. Om die klus te klaren deed hij beroep op de hand en spandiensten van de Satan ... pfffft, wat hebben ze ons toch allemaal wijsgemaakt ??? Mensenlief toch,  het is een vette kluif voor theologen. 


Soit, Wezemaal werd het belangrijkste bedevaartsoord van Sint Job in de Nederlanden. Tussen 1496 en 1520 werd een recordaantal aan pelgrims opgetekend. Dit als gevolg van de grote syfilisepidemie die Europa vanaf 1496 teisterde. Rond 1515 trokken minstens 23.000 bedevaarders naar Wezemaal. Van de duizenden metalen pelgrimsinsignes die in de kerk aan pelgrims werden verkocht zijn er exemplaren teruggevonden in Nederland en in Canterbury in Engeland. Business as usual. 

Goed, ik heb nog geen stap gezet tot nu toe. Een lus van 23 km met een 300-tal hoogtemeterkes middenin het Hageland was de opzet.  Na een vlotte treinreis, waar zullen we het schrijven, stapten we rond 11u af in het station van Wezemaal.




Den Angelo stond ons al op te wachten, Ttz ik, den Hugo, de Ronny en de Catsjoe. Here we go, een rondje met de klok mee, het kompas gedraaid richting de Wijngaardberg. Opletten Janneman met dat Angelsaksisch taal'mis'bruik. Onze Nederlandse taal is mooi genoeg om het met andere woorden te beschrijven. We waren dus de 'pist in'. Na nog geen kilometertje zaten we al buiten de bebouwing en aan de rand van die Wijngaardberg. Een venijnig klimmetje naar boven en ik werd al direct gewaar dat dit een mooie trip zou worden. Inderdaad na afloop van deze wandeling mag deze zich met stip nestelen in mijn top 5 van de dagstappers. Het was onvoorstelbaar mooi weer voor half oktober. Na een uurtje stapten we al in korte mouwtjes. Met recht en reden mocht er geklapt worden van een 'Indian Summer'. Lap, weeral zo een Engels woord dat er tussenkruipt. Vele schoolkinderen liepen daar in het bos op de heuvelflanken. Het was dan ook een uitgelezen dagje voor de leerkrachten, goeiemorgen juffrouw, om een educatieve klasuitstap met het bos als thema op de schoolagenda te plaatsen. Links en rechts vonden we mapjes opgehangen aan de bomen waarin tekst en uitleg werd gegeven van de te ontdekken wetenswaardigheden. Holle wegen bijvoorbeeld waar de regen gezorgd heeft voor de vorming ervan in de heuvelflanken. Getuigenheuvels die je een authentieke blik geven op het landschap zoals het er in de oertijd uitzag. Een boeiende les natuurkennis zo midden in het bos. Groot gelijk geef ik die juffrouwen en meesters met op die manier les te geven. De opgedane leerstof blijft dan beter hangen bij die jonge gastjes. Ik kan me uit de lessen natuurkennis destijds enkel nog de dissectie van een konijn herinneren en een les over de voortplanting. Hoofdactoren in deze laatste waren een kieken en een ei. Het feit dat mijn lagere school een college was en dientengevolge gerund werd door pastoors zal dan ook wel niet vreemd in de oren klinken.

De Wijngaardberg is één van de laatste onaangetaste getuigenheuvels van het Hageland. Ze hebben de tand des tijds doorstaan. De heuvel is 72 m hoog en werd tijdens het Tertiair gevormd door de Diestiaanzee. Het ijzerzandsteen dat in de berg wordt aangetroffen vindt men terug in het onderste deel van de toren en de zijbeuken van de Sint-Martinuskerk in Wezemaal. Tijdens de eerste helft van de 19e eeuw werd op de zuidelijke flank van de berg aan wijnbouw gedaan.  De in 1995 geklasseerde wijngaardmuur moest de wijnranken beschermen tegen de noordenwind. Tussen al de wijngaarden op de flank staat er nu nog 1 wijngaard waar de druiven geteeld worden net zoals ten tijde van de middeleeuwen. 
Op de flank van die Wijngaardberg, pal onder een appelboom, werd de picknick in gang gezet. Een gammele picknicktafel, een stralend zonnetje, een betoverend uitzicht op het glooiende landschap met wijngaarden ... zet daar enkele goeie flesjes wijn bij, het Ardeense hammetje uit Rochefort van verleden week, een Camenbertkazeke, wat sausiskes, een zakje met noten, een paar maatjesharingen en wat goed belegde bokes en je waant je weeral in de hemel. Enige rustverstoorder van dienst was een hond die gedurig blafte achter een naburig hek. Hij stelde onze aanwezigheid duidelijk niet op prijs. Het werkte danig op de Ronny zijn zenuwen. Met kennis van zaken en een sauciske bracht hij deze viervoeter tot bedaren die daarop afdroop. De staart tussen zijn achterpoten gekruld. 
Den Angelo klopte bij wijze van afscheid aan deze paradijselijke picknick nog wat appelen uit den boom voor den Hugo. We konden weeral verder ! Volgende stappen voerden ons naar het Kasteel van Horst, we zaten halverwege de wandeling. Onderweg daar naar toe kon de Ronny het niet laten om in een badkuip te kruipen met het verzoek om dit op de pelicule vast te leggen. Een badkuip dienst doende als drinkbak voor de koeien in de wei. De Catsjoe vond het maar niks en joeg al blaffend de koeien weg die uit curiositeit hun drinkbak met daarin de Ronny kwamen inspecteren.  Een plezante noot in de aanloop naar dat kasteel. Daar stond er een schreeuwlelijke kunstverzameling opgesteld.   Ik vermoed dat het thema 'baksteen' was. Een verzameling paletten met bakstenen stond er tegenover het kasteel geposteerd. Het contrast was afschuwelijk maar misschien was dit wel de opzet van deze tentoonstelling. Iets eerder stond er op een betonnen sokkel een bakstenen bouwsel vol spleten. Ik denk dat het een gemetselde muur moest voorstellen. Daarbovenop een betonnen afdak. Kunst moest dat voorstellen. Als het al een functie had dan was het die om daar ter plaatse mensen samen te brengen om dan gezamelijk de afschuwelijkheid ervan ter sprake te brengen. Zo maakten we daar kennis met Gerda die onze mening deelde aangaande dat 'kunstwerk'. Een toffe madam die tot onze verbazing spontaan inging op het aanbod om samen iets te gaan drinken wat verderop aan het kasteel. Leuke babbel weeral bij een lekkere tripel van Horst. Wat betreft dat mottig kunstwerk vol spleten kwamen we tot de slotsom dat men dit het best als 'De Klaagmuur' kon omschrijven. Spleten genoeg om er papiertjes in te stoppen. Wandelen brengt mensen tesamen. Met een auto ga je dat moeilijk kunnen verwezenlijken. Gerda was pedagoge en daar op dat terras ontspon er zich een leerrijke babbel. Ze woonde in Wezemaal maar was afkomstig uit Antwerpen. Blijven plakken na haar studies in Leuven.  Het gebeurt wel eens meer. We namen afscheid van Gerda die ons nog een tegenaanbod presenteerde om even langs te komen in Wezemaal. Ze had echter nog maar 1 pintje in huis en die avond moest ze nog naar de ukelele-lessen. Nee dankjevriendelijk, we moesten dringend opstappen. Onzen Angelo werd wat ongeduldig gezien het late uur en de onbetrouwbare stiptheid van den ijzeren weg om nog thuis te geraken. Tot ziens beste Gerda ! Ik kreeg bij het afscheid nog een knuffel begot. 
Het was dus ongemerkt vrij laat geworden. Rond 5 uur begonnen we aan de terugtocht. Het zou al vlug beginnen donkeren. De laatste zonnestralen schilderden het glooiende landschap in magnifieke kleuren. Daarenboven waren we getuige van een magistrale zonsondergang.  Sjieke dinges ! De terugweg vlotte verbazend snel. Iets moeten inkorten op het laatste om nog samen een pintje te kunnen pakken in een kroegje. De deur van Café het Sportlokaal stond vanwege de warme buitentemperatuur nog uitnodigend open. Vooruit dan maar, een pintje kan er nog wel bij. Den Angelo vroeg om  wat nootjes aan de cafébaas. Bij een pintje smaakt dat wel. Eerst beweerde die vent dat hij geen nootjes bezat. Een stamgast aan de toog deed zijn beklag door te beweren dat in de 20 jaren dat hij klant was van het Sportlokaal, hij nog nooit een nootje had gekregen van de kroegbaas. Die gast was dan ook verrast dat er 2 telloorkes vol apennoten op ons tafeltje belandden. Die cafébaas zal vanaf nu zijn klanten ook wat meer van nootjes moeten voorzien. 
Dit is weeral een uitgelezen dag geworden. Een mooie afsluiter voor de zoveelste keer. Nog de trein op en naar moeder de vrouw. Het was mooi geweest.     



12292 Created with flickr slideshow.

maandag 9 oktober 2017

Even er tussenuit in de Ardennen - Ave et Auffe






Het zou een beetje zonde zijn geweest om bij een seizoenswissel de metamorfose van de natuur te moeten missen. Het is nu dat de herfst zich onomkeerbaar ingezet heeft. En als je daar volop getuige van wil zijn kan je bijvoorbeeld naar onze Ardennen trekken. Erg ver is het niet van huis maar als je hier naartoe trekt dan volstaat een dagtripje nauwelijks. De dagen korten nu zienderogen en met een trein ben je al vlug 3 uur onderweg. Neem je daarentegen de auto dan kan je, afgaand op de files die via de dagelijkse verkeersinformatie op de radio je oren laten tuiten, nog nauwelijks je aankomst inschatten. Hewel, dan rest er niets anders meer dan een kort verblijfje te boeken in het één of ander trekkershutje ergens 'ten velde'.  In het laagseizoen is zoiets vlug gefikst. Camping Le Roptai in Ave et Auffe, een 20-tal kilometertjes ten zuiden van Dinant bood hiervoor een uitstekend alternatief. Met de prima accomodatie daar ter beschikking gesteld logeer je op rozen. Kookhoekje, douche en toilet, verwarming, 4 bedden, een zithoek en terrasje ... aan wat ontbreekt het je dan nog ? Basic volstaat want als luxe bepalend moet worden voor het pleziergehalte van een uitstap zit je mijn inziens op het verkeerde spoor. Plezier moet je immers zelf maken en niet laten afhangen van comfort. Blijf bij een andere mening dan maar beter thuis. Voor amper 35€ per man waren we gesteld moesten we met z'n vieren geweest zijn. Helaas de andere mannelijke stapmaten moesten verstek laten gaan. Onze Els had graag enkele dagen mee gaan stappen maar ze kon zich enkel op donderdag en vrijdag vrijmaken ... echt jammer want op donderdag kwamen we al naar huis. Een volgende keer dan maar ! 


Maandag



.

Met z'n drietjes op weg dus naar Dardennen. De Ronny, de Catsjoe en den deze. De valiezen, lees rugzakken, waren vlug gemaakt en na nog enkele summiere boodschapjes gedaan te hebben waren we pleite. Rond halfdrie waren we ter plaatse en 10 minuutjes later konden we al aperitieven op het terraske met olijfjes, gemarineerde sardinnekes, banderillo's, de overschot van een paella van daags te voren en een smakelijke pint. Wat wil je nog meer ?

De camping lag er rustig en verlaten bij. Het hoogseizoen was immers voorbij. Enkel aan de overkant van onze blokhut was er nog enig leven te bespeuren. Het zou ons nog een aangename avond opleveren. 
Voor een toertje te gaan stappen of een verkenningstochtje te maken was het inmiddels wat te laat geworden. Waarom zouden we niet eens aan onze overburen gaan vragen om eens langs te komen voor een babbel ? Toffe mensen zo bleek. Conny en Leen, een echtpaar op rust uit Rotterdam, kwamen zich er bij zetten. Het werd een geweldige avond. Ik heb er zelfs enkele schrammen op mijn neus aan overgehouden. Ik struikelde op de kiezelsteentjes voor de blokhut en belandde op mijn voorgevel. Niets ergs, gewoonlijk hou ik er een blauw oog aan over maar deze keer viel het goed mee. Zoiets kan al eens gebeuren als het glas dieper is dan je denkt.  Maar je moet er iets voor over hebben als je van ontmoetingen met andere mensen houdt. Gezellig, we hebben ons geen minuut verveeld. Het werd verdorie halftwee in de morgen. 

Dinsdag



.

Een 20-tal wandelingetjes had ik uitgestippeld daar in de geburen. Eentje daarvan, een kleine 20km lange 8-vormige lus naar Han sur Lesse kreeg de voorkeur. Op stap met de wandelstokken ! Direct zit je daar in de volle natuur. Prachtig die vergezichten op het heuvelende landschap. De herfst had al flink de boomkruinen geverfd op de heuveltoppen. Modderige paadjes bezaaid met keien bemoeilijkten een beetje het stapwerk en dan kwamen die wandelstokken goed van pas op die glibberige baantjes. Af en toe eens een fikse klim naar boven op de berg, dat zat  mee in het aanbod. 


In de bossen vind je in deze periode volop paddestoelen in alle maten en kleuren. Het is jammer dat er enige kennis vereist is om de eetbare te herkennen. Ik heb ze alleszins niet. In de Ardennen is er hooguit maar een kwart eetbaar, een kwart giftig en de rest stelt culinair niks voor. Toch heb ik een groene knolamoniet kunnen spotten. De giftigste paddestoel ter wereld.  Ongeveer 15% van de slachtoffers sterft binnen tien dagen na het eten van de paddenstoel. Degenen die het overleven herstellen nooit meer volledig. Tot het midden van de 20ste eeuw lag het sterftecijfer na consumptie van de groene knolamaniet rond de 70%. Door verbeterde behandelmethodes (waaronder levertransplantatie) is dit sterftecijfer teruggebracht naar 22,4%. Bij kinderen leidt het eten van deze paddenstoel in 51% van de gevallen tot de dood. Opletten dus wanneer je met kinderen in het bos wandelt. 

Na een goed uurtje kwamen de schotelantennes van Lessive in zicht. Dit grondstation voor telecommunicatie behoort niet langer meer toe aan mijn vroegere broodheer. Het staat er nu te verkommeren met lagen mos op de schotels. Triestig om dat paradepaardje van weleer nu zo aan te treffen. We bereikten de brug over de Lesse in Han. Han, tijdens de zomerperiode een florissant toeristisch dorpje lag er verlaten bij. De Ronny wenste zich een Ardeens hammetje aan te schaffen. De slagerij was nog gesloten tot 2 uur. Wachten kan je best op een terrasje. Een St. Feuillien moet je proeven. Meesterklasse in de Waalse brouwsels. Die gleed weer smakelijk binnen. Het werd vlug tijd om weer op te stappen. Na het oogsten van het Ardeens hammetje en enkele sauciskes konden we aan de 2de helft van de wandeling beginnen. Die verliep vlot en rond een uur of 5 waren we terug aan onze blokhut. Eerst nog een klein aperitiefje dat voorzien werd met in olijfolie gebakken korstjes oudbakken baguette overpoeierd met bruschettakruiden. Hier had de Ronny voor gezorgd.  Daarna de avonddis met gebakken petatjes, rookworst, frankfurters, spek en zuurkool. Zelfs een flesje wijn stond op de sobere menukaart.
Leen, de overbuur kwam nog even langs met de vraag of we 's anderendaags even bij hem wilden komen borrelen. Tuurlijk dat, graag zelfs. En zo liep deze dag ook weeral succesvol ten einde. Vroeg in bed deze keer, den 10-urenhond was zelfs nog niet op ronde.

Woensdag



.

Goed geslapen in de aanloop naar een nieuwe stapdag. Na een stevig ontbijt met een rijkelijk versierde Spaanse omelet konden we er tegenaan. Deze keer een grote lus naar Wellin, eveneens een toeristisch dorpje in het Ardeense landschap. De schoonheid van dit landschap hoef ik niet meer te verheerlijken. Geef je ogen daar de kost en je komt nooit bedrogen uit.

Even buiten de camping staat in Ave het klooster van 'Les soeurs de Sainte Marie'. We liepen er voorbij en zagen daar een oud nonneke bezig met het onkruid te wieden in de grote voortuin. Labore et orate, werken en bidden. Daar moesten we eens mee gaan kennismaken. Soeur Luc was de naam. Ze was ver in de zeventig en leefde al 40 jaar in het klooster naar de regels van de Domenikanessen. Domenicanen waren beruchte inquisiteurs uit de middeleeuwen. De Malleus Maleficarum ofte heksenhamer was hun meest geliefde handboek. 40 jaar is niet zo lang was ze van mening. Tja, 40 jaar is te verwaarlozen wanneer je het vergelijkt met het uitzicht op het Eeuwige Leven in den hemel dat haar te beurt zou vallen. Een lief mens, ze gaf ons wat uitleg over het reilen en zeilen binnen haar kloostergemeenschap. De bruiden des Heren worden schaars, ze waren nog maar met z'n vijven daar in dat klooster. Haar werk bestond er in om de vele gasten die er op retraite hun geestelijke noden kwamen lenigen het naar de zin te maken. Ik bracht het gesprek op onze Santiagotocht. Ach, ze zou zo graag eens naar daar gaan. Het zal er wellicht nooit van komen mijmerde ze leunend op haar hark. Ik begon met het verhaal te vertellen van de Ronny zijn ontmoeting in Santiago met een jonge pastoor die dwars door zijn rugzak 2 paternosters kon wijden, daarna tot de vaststelling kwam dat hij er nog 2 tekort kwam, er 's anderendaags 2 ging bijkopen, vervolgens met een dilemma zat ... 2 gewijde en 2 ongewijde en wie dewelke kado doen ? ... ,  en dan bij het buitenkomen van de winkel, nog geen minuut later, op straat die pastoor terug tegen het lijf lopen. Toeval bestaat niet vertelde ik aan Soeur Luc. Ze was akkoord maar gaf er toch een andere verklaring voor. Nee, dat is Gods Voorzienigheid, la Providence du Seigneur wist ze me te verbeteren. Toeval bestaat inderdaad niet. Tja, ik benijd een beetje de mensen met een rotsvast geloof, ze houden zich alleszins het paradijs voor ogen. 
In Wellin was het tijd voor een pintje. Een forellenrestaurant met taverne was al open. Een korte stop weliswaar maar toch lang genoeg voor de Catsjoe om de vloer deskundig van het nodige slijk en stof te voorzien. Met het op te kuisen was dit ook helemaal geen probleem. Nog een mooi stuk gelopen terug richting camping uit. Enkele jachtrefuges tegengekomen en af en toe vertelde een aan een boom gespijkerd bordje je wanneer je je best niet laat zien in dat bos. Jagers knallen je je er zo omver. Bah, dieren afmaken voor de sport. 
Toch wel wat achtergrondlawaai van autoweg vastgesteld op de terugweg wat wanneer je er begon op te letten enigszins stoorde. Op een kilometertje van het eindpunt meende ik een fout te bespeuren in mijn uitgestippelde pad. We kwamen uit op een afspanning en zouden er los door moeten breken. Niet doen dus en beter een alternatieve route beramen. Dit hielp niet veel, een steile afdaling was te riskant. Eerder wou de Ronny dwars door het woud 500 meter boenken om op het eindpunt te komen. Het zou niet veel opgebracht hebben, die steile afdaling zou niet vermeden kunnen worden. Rond een uur of 5 waren we rond. 
Voor het avondeten werd er een lekkere spaghetti gemonteerd. Leven als God in de Ardennen, ik moest terug aan Soeur Luc denken. 


Tegen 7 uur zakten we af naar onze overburen Leen en Conny. Dozeke pralinekes voor de gastvrouw meegebracht vanuit Wellin en er lag weeral een prachtige dagafsluiter in het verschiet. Voor de Catsjoe had Conny al een zacht slaapmatje gespreid in de voortent van haar caravan. Leen zette een zacht muziekje op. Gezelligheid was weeral troef. Slingers met gekleurde 'lampies' gaven het interieur van onze gastheren bakken sfeer. Ik hou van die lampies, die kleurtjes, vertrouwde Leen ons toe.  Lieve mensen die een mooi verhaal konden brengen. Leen, zeeman en havenarbeider geweest had een bewogen leven in de beroepsvaart achter de rug en Conny evenzeer als kokkin in een grootkeuken. Bij een smakelijk pintje en een hapje werd er veel verteld over de wederzijdse cultuur. Met ontzag luisterde ik naar Leen en Conny's verhalen over hun inzet en sociaal engagement voor kinderen die het een beetje moeilijk hadden met de opvoeding.  Leen en Conny ontfermden zich een beetje over die gastjes en probeerden hen het gevoel te geven van er ook bij te horen. Leen was een aangename verteller. Zijn Rotterdams dialect werd grappig gesausd met voor ons onbekende 'lelijke woorden'. Taal van het hart die voor de hand ligt wanneer er over onrecht gepraat wordt. Ruwe bolster die Leen, maar een blanke pit ! Op het einde van de avond haalde de Ronny zijn mondmuziekske nog boven om een airke te spelen voor dit sympathieke koppel. Een mooie avond weeral. Bedtijd kwam er aan. De tijd vliegt snel als je in goeie compagnie zit. 

Donderdag



Created with flickr slideshow 11918.


Goed geslapen en nu werd het rustig inpakken. Om de kosten wat te drukken hadden we geopteerd om de opkuis van de blokhut voor 

onze rekening te nemen. Het scheelde 42€ en dat kon je rap zelf verdienen. Na een klein uurtje was dat ook gefikst. Als laatste orgelpunt stond er nog een uitstapje naar Rochefort gepland. Dat hammetje dat de Ronny in Han had gekocht stak me wreed de ogen uit en ik had me nog graag er ook eentje aangeschaft. Dat zou ik daar wel in de gauwte op de kop tikken. Na nog een 'au revoir' gewenst te hebben aan onze overburen reden we de camping buiten. Na een kwartiertje zaten we al in Rochefort. Het bood zoals Wellin en Han sur Lesse een desolate indruk. Het drukke autoverkeer in het centrum niet te na gesproken.  Eens het toeristisch seizoen voorbij valt dat niet te verwonderen. Een klein wandelingetje door het stadje en nog een paar koffietjes geslurpt vooraleer de terugreis aan te vatten en het avontuur zat er op. Weeral een berg aan energie getankt zie !
Rond Brussel was het weeral prijs. Een uurtje aanschuiven op de ring. Wat een verschil met een ontspannen wandelingetje. Na 3 uur bollen waren we thuis. Het liedje was uit.