zondag 28 april 2024

Enkele thuisrondjes en een uitstapje naar Genk.


Op een druilerige ochtend, zo grijs en nat, 
Sta ik daar met mijn paraplu, als een verzopen rat. 
De regen klettert neer, zonder enige berouw, 
En ik vraag me af: “Waarom, oh waarom, hemel, waarom toch zo koud?” 

De wolken hangen laag, als een sombere deken, 
En mijn humeur zakt dieper dan de diepste krochten in de beken. 
De straten zijn spiegelglad, mijn schoenen soppen, 
En ik mompel: “Dit weer is om te janken, ik wil stoppen.” 

De wind huilt door de bomen, als een opgejaagd spook, 
En ik verlang naar zonnestralen, naar warmte, naar een stukje hoop. 
Maar nee, het blijft maar regenen, zonder enig pardon, 
En ik denk: “Is dit mijn straf? 

Heb ik iets misdaan, o regen, o donderwolk, o zondvloed, 
Ik staar uit het raam, mijn koffie koud, mijn sokken nat,
En ik fluister: “Lieve lente, waar ben je? 
Kom terug, kom terug!” 

Maar de regen lacht me uit, met iedere druppel, 
En ik zing mijn regenlied, het is een klaagzang.

Mei is in aantocht en het lenteweer is nog ver weg. Dat hypothekeert natuurlijk de wekelijkse tochtjes. Van mooie wandelingen of staptochtjes valt er bijgevolg enkel maar te dromen. Enkele korte uitstapjes, rond de 10 à 12 paaltjes, vielen er wel te versieren waarbij ik dankbaar gebruik maakte van het openbaar vervoer. 't Is te zeggen de autobussen van De Lijn. Met het verbeterde aanbod (althans toch wat het Waasland betreft) vergroten ook de mogelijkheden. Alle lokaties in het Waasland zijn nu beter en frekwenter bereikbaar terwijl er vroeger meer kon geklapt worden van alle uren ne lepel. Zo kwam ik de afgelopen dagen naast een koppel lokale lussen terecht in Waasmunster, Hamme, Kallo, Sint Anneke, Sint Niklaas, Bornem en de Groenplaats in de Koekestad. Solo slim, voor die korte stukjes val ik de stapmaten niet lastig. Wat er bij deze uitstapjes de boventoon voerde waren de nokvolle beken, weiden die in poelen waren veranderd en paden die eruit zagen alsof er horden wilde varkens er van een modderbad zijn komen genieten. Regelmatig werd het rechtsomkeer maken geblazen en drogere stukjes opzoeken. Bij de wandeling in Hamme waren m'n bottienen zelfs zo doorweekt dat de zolen loskwamen. Ik hield er van de nattigheid een blaar aan over. Gelukkig hadden ze hun dienst al bewezen en waren ze sowieso end of time. No problem, ik had me er al nieuwe aangeschaft. 

Maar er is goed nieuws vanuit een onverwachte hoek ! We kunnen terug spreken van een 6de stapmaat. Doordat de Catsjoe nu met z'n engelenvleugeltjes in het hondenparadijs rondfladdert en daarmee de definitieve scheiding van onze 6de stapmaat een feit werd en is, werd het gemis voor de Ronny dermate groot dat hij op zoek ging naar een nieuwe kameraad. Hij is dat beestje in Duitsland gaan halen begot ! Nu zijn we terug voltallig met den Izzy, nen Irisch Terrier.  Nog een pupke en dus zal er nog wat geduld aan te pas komen eer zij mee op stap kan. Volgens kenners is het een plezant beestje : De Ierse Terrier
We zijn content dat onze maat terug een hondeke heeft en zien uit naar de wandelingetjes die nog komen gaan. 

Off the record even en dit nu met een link naar de pelgrimswereld. Deze week kreeg ik een smske uit Melbourne - down under in Australië. In september stapt Tiziana Cor Mio de Frances. Na afloop zoekt ze me hier in België een bezoekje te brengen. Ik zie uit naar haar komst. Met Tiziana liep ik de Portuguèse tussen Lissabon en Porto. Tiziana is daar in Melbourne een politie-agente. Een harde tante naar haar verhalen te horen maar toch een lieve dame. Ik trok graag met haar op. Helaas, in Porto hield de pret op. Tegenslag met m'n ogen waardoor ik moest afhaken. Misschien zit ze nu wel daar bij die Aussies in de recherche, dat ambieerde ze. Dat kon ik toen opmaken uit onze parlées. Tof, ik zie er naar uit om wat bij te praten. 

En dan nu het toerke naar Genk. Ook deze keer geen compagnons om mee te stappen maar dat kon gecompenseerd worden met het gezelschap van m'n nichtje Marleen. Zij woont in Zutendaal en met de fiets is het maar een goed kwartierke fietsen tot in Genk. Een wandelingetje zou haar plezier doen.  
Rond 10u stapte ik uit in Genk. M'n nichtje was daar al. Ik kon m'n oren niet geloven wanneer ze zei dat het van 2019 geleden was dat we er samen een wandelingetje deden. Pfft, wat gaat het leven vooruit met een reuzevaart. 5 jaar verdorie. Er viel dus veel  bij te tateren met nichtjelief. We stapten over de brede stationsboulevard richting Molenvijverpark uit. Deze Molenvijver was oorspronkelijk een zeer nat moerasgebied, dooraderd door de Dorpsbeek. Deze Dorpsbeek zorgde voor de afwatering van het gebied dwars door het centrum van Genk en voedde vroeger een watermolen, vandaag gekend als restaurant ‘de Molen’. In 1967 werd het stadspark ingericht. De moerassen werden gedempt met aanvulgrond en de natte beemden werden gedraineerd. De Molenvijver werd behouden en uitgediept, een tweede vijver, de kweek vijver, werd aangelegd. De Dorpsbeek kreeg een vaste bedding door afboording. Ze diende om vers water aan te voeren voor de visvijver. Verder naar het oosten toe werd de grote grasvlakte gedraineerd en hersteld. Het is een prachtig park, bomen en struiken stonden al volop in het blad. Jammer van het loodgrijze weer, de prachtige groentinten die zouden schitteren bij een stralend zonnetje moesten we missen. Het Heempark sloot aan op het Molenvijverpark en vervolgens  doken we het recreatiegebied Kattevennen in. Prachtige wandelpaden en waar ik een beetje voor vreesde werd niet bewaarheid. Na de overvloedige regenval van de laatste dagen verwachtte ik me eveneens aan een modderige bedoening maar dat viel best mee. De Kattevennen puilen uit van de wandelroutes. Het domein wordt gekenmerkt door zijn bosrijke omgeving. Het zijn voornamelijk naaldhoutbestanden met enkele heiderelicten. Als je goed zoekt, vindt je er her en der enkele jeneverbesstruwelen. In het noordelijk gedeelte van het gebied situeert zich het beekvalleitje van de Dorpsbeek, een zijbeek van de Stiemerbeek. Het domein is vandaag vooral bekend omwille van het aanwezige Europlanetarium, één van de zes actieve Vlaamse volkssterrenwachten. Het is vandaag ook een belangrijk recreatieoord met talrijke toeristische, sportieve en educatieve attracties. De benaming Kattevennen herinnert aan het Engelse “cattle”, dat vee betekent, en aan de vroegere vennen die in het gebied voorkwamen waarin heel wat typische planten en dieren konden gedijen. De vennen, de typerende heide en de schaapsherder met zijn schapen zijn helaas vandaag zo goed als verdwenen en dat wil Limburgs Landschap vzw in de mate van het mogelijke herstellen. 

Limburg is kwa natuur volgens mij ronduit de mooiste provincie van ons land. Alhoewel het een hele tijd sporen is om in Genk te geraken is het beslist de moeite waard om deze regio een bezoek te brengen. Een natuurliefhebber zal hier nooit teleurgesteld worden. Het was me dan ook een genoegen om met m'n nichtje hier een leuk toereke te wandelen. Rond 16u30 kon ik daar de aftocht blazen. Een dikke knuffel voor Marleen waarna ze op haar fiets wipte en naar huis reed. Ik nam de bus naar Hasselt.  Op een trein moest ik daar nog een uur wachten. De aansluitingen in Hasselt en Berchem verliepen vlot, om  19u was ik thuis. 
En nu mag het weer stilaan gaan veranderen.  Ik denk dat ik niet de enige ben die daar zo over denkt.  

zondag 14 april 2024

Bloesemwandeling in St. Truiden

Al verleden week stonden bij onze stapmaat Michel de zinnen op een wandelingetje in de fruitstreek. Als al die fruitbomen daar in bloei komen is dat een prachtige lokatie om er een toerke te organiseren. Maar wat een weer was me dat die laatste dagen?  Aprilse grillen in 't meervoud. Het wispelturige karakter van de weersvoorspellingen zorgde voor een go/no go situatie. Ook was er gezien het koudere weer geen zekerheid dat er al volop bloesem kon aangetroffen worden. Bijgevolg leidde dit telkens tot uitstel maar donderdag jongsleden  kwam het er dan toch van. Den Hugo en de Michel tekenden present en iets na 11 uur stapten we van de trein in St. Truiden. Het kommeke koffie werd al in Leuven gedegusteerd. Brasserie 'Den Ouden Tijd' een bruine stationskroeg recht tegenover de statie is ondertussen een vaste waarde geworden bij een stop in Leuven. Eigenaardig detailke in die kroeg is dat de klok daar een kwartier achter loopt. Leep gezien van de stamineebazin want als je je op die klok verlaat speel je telkens je trein kwijt en zo blijf je nog eventjes 'hangen'. Ik vermoed, afgaande op de verlebberde tattoo op haar arm, dat de bazin Sonja heet. Niettegenstaande haar zware doorrookte stem je doet vermoeden dat ze geen poezeke is om zonder handschoenen aan te pakken is ze de vriendelijkheid zelve. 

Maar goed, we zaten in St. Truiden. Het was droog maar zwaarbewolkt en dat had ik liever anders gezien. Een staalblauwe hemel is immers het ideale decor voor een dergelijk schouwspel van natuurpracht. April is de bloesemmaand bij uitstek. Bij een vroege lente, kunnen de bloemetjes er al snel zijn. Wanneer de nachttemperatuur langer laag blijft, wachten de bloesems liever met bloeien. Daarnaast verschijnen niet alle bloesems tegelijk. Grofweg gezegd staan de vroege kersenbomen als eerste in bloei, gevolgd door de peren- en uiteindelijk de appelbomen. De latere kersenbomen kunnen daar nog na volgen. Zo kan je normaal toch tien tot twaalf dagen van de bloesems genieten. Volgens de Bloesemmeter stonden de kersen volop in de bloei, de peren waren juist uit de startblokken geschoten en voor de appelen moest er nog wat geduld geoefend worden. 

Al vlug zaten we midden in de fruitgaarden. Een kleine 20km zou beslist volstaan om een indruk te krijgen van al dat bloesemgeweld. Aangezien het vrij laat was bij aankomst moesten we al vlug uitkijken naar een picknickplaatsje. Eens we dit gevonden hadden strooide een opkomend regenbuitje roet  in 't eten. Maar kijk, 10 meter verder konden we onder het afdak van een school paljas (paillasse - strozak) par terre schoven. Een fotoke van mij en den Hugo al schovende,  getrokken door de Michel en door mij op FB geplaatst, leverde verbazing op aan het andere eind van de wereld. 't Is te zeggen in Colorado ! Lynn schreef : I love that picture ! En ik moet toegeven dat dit  simpel fotoke en gelet op het detail, veelzeggend in haar eenvoud  is. Fleske wijn, chokolade, manchego met kersensiroop - dus afgestemd op de lokale flora, chorizo, pepersalami, feta met een muntmarinade .... I love that way of having diner. Moest de Marc er nog bijgeweest zijn zouden er nog wat rijstvlaaikes bij liggen.  Een sterrenrestaurant zou hier de duimen moeten leggen. Maar om even terug naar het fotoke te kijken : Het zou evengoed de sjieke Baskenklak van den Hugo kunnen geweest zijn die voor Lynn de eyecatcher was. Nog wat stappen nu. Op het gemakske, geen haast. Een kleine 20 paaltjes loop je zo uit. Wat kan de natuur toch mooi zijn ! Het golvende terrein deed je soms vermoeden dat je in de Vlaamse Ardennen zat. Prachtig zicht op  die duizenden bomen die in bloei staan.  Mooie brede wandel- en fietswegen tussen die fruitgaarden. Breed, geen slijk toestanden, het werd prachtig wandelen. Goed gezelschap, leuke babbel en een schitterende omgeving. Jammer van de grijze wolken, dat wel. Het verwonderde me enigszins dat er vroeger hier in deze regionen ook bokkerijders rondwaarden. Ik verwachtte eerder dat deze bokkerijders opereerden in de contreien van de grenstreek met Duitsland , Nederlands en Belgisch Limburg. Een informatiepaneel op de wandelroute maakte me daar opmerkzaam op. 
Francis Martens (alias Suske de Poup) en zijn kompaan, de Bretoense deserteur Jan Baptist Petit (het Voorvelleke) leefden in de bewogen laatste decennia van de achttiende eeuw. Ze woonden in de achtergestelde buurt 'De Hel' achter de Sint-Gangulfuskerk. De twee vrijbuiters en handlangers van de Bokkenrijders werden beticht van brandstichting en gearresteerd. Ze bekenden na foltering de feiten, werden veroordeeld en stierven in juli 1784 een gruwelijke dood op de brandstapel op de Grote Markt. Het verhaal van Suske De Poup ( uitspraak: poep ) en het Voorvelleke zit verankerd in de Truiense volkse overlevering. De twee helden kregen in de stad een monument. Aan de gebrande winning op de Zepperenweg herinnert een steen met jaartal 1784 aan de brandstichting en in volkse verhalen en vertellingen worden hun leven en dood bezongen en verheerlijkt. Romancier Hendrik Prijs beschreef hen in een van zijn verhalen als vrijheidsstrijders. 'Suske de Poup was een geliefde volksjongen uit de armste buurt van de stad en een rebel, die zich tegen de macht van de rijken verzette. Francis Martens lag goed bij de vrouwen en omringde zich met mooi vrouwvolk. Aan zijn innemende verschijning dankte hij zijn bijnaam: de poepchique jongen met het mooie poepke. Zijn rechterhand Petit droeg een voorvelleke, een lederen schortje. Suske de Poup wordt in de volksverhalen gedoodverfd als een vrijheidsstrijder, maar dat beeld klopt niet helemaal. De realiteit is genuanceerder. De twee Hel-bewoners behoorden tot de grootste schurkenfamilie van de stad. Suske De Poup was geen Robin Hood. Suske, zijn broer Machiel en diens zoon Lamme hadden in 1774 al in de cel gezeten. In 1785 belandde Anastasia Kaky, de vrouw van Martens, aan de wurgpaal. Petit junior had zelfs zijn eigen vader verklikt. De straffen voor rebellerende volksmensen was onmenselijk, maar voor die tijd gewoon. In Sint-Truiden vonden in de jaren 1780 de zwaarste gerechtelijke vervolgingen ooit plaats. Er werd afgerekend met het Ancien Regime en de Luikse revolutie van 1789 kwam eraan', vertelt Frank Decat, die pas zijn boek 'Sint-Truiden 1784. Criminele histories in een Luikse stad' publiceerde. (Bron Het Nieuwsblad). 
Voilà, dat was even een geschiedkundig tussendoortje betreffende het criminele reilen en zeilen in Sint Truiden in de 18de eeuw. De wandeldag afsluiten deden we met stijl in een mooi etablissement 'De Bron' genaamd, gelegen op de Naamse Vest. Een tripeltje zou smaken na dit uitstapje. Met nog een 800m te gaan stonden we in St. Truiden aan de statie. Deze dag kunnen we weeral inkaderen zie !  Top !