zondag 27 januari 2019

* Een bijdrage voor het Nederlandse Santiago Genootschap

Het Nederlandse Compostelagenootschap deed in december '18 een oproep aan haar leden om een bijdrage in te zenden dat in hun ledenblad zou gepubliceerd worden. Het betrof de vraag of buitenlandse ontmoetingen op een camino tot een vervolgverhaal hebben geleid na de tocht. Els heeft het verhaal van onze ontmoeting ingezonden. Tevens vroeg ze mij om ook een woordje neer te pennen. Dat heb ik dan ook graag gedaan.



Dit was de bijdrage van Els :

Tijdens het lopen van het Pieterpad in 1994 dacht ik: “Ik zou eigenlijk ook wel eens naar Santiago de Compostella willen lopen”, maar die wens stopte abrupt toen ik een tijdje erna een TV documentaire zag over Santiago de Compostella. Ik dacht toen: “Oh, nee. Wat een poppenkast. Dit ga ik niet doen ! In 2009 liep ik met mijn man en een vriend de “Haute Route Pyrenees”. Deze loopt dwars door de Pyreneeën van de Atlantische Oceaan tot aan de Middellandse zee. Hierbij kruis je de Camino Frances. Op dat moment voelde ik toch weer de behoefte om toch een keer naar Santiago de Compostela te gaan. Dan niet lopend, maar op de fiets. 


Zo gezegd, zo gedaan. In 2012 zijn mijn man en ik per fiets vertrokken. We zouden tot aan St. Jean Pied de Port gaan om dan in 2014 weer verder te gaan. Iedereen maakt wel eens zo’n dag mee. De hele dag regen en geen draad meer droog toen we in Melle (Frankrijk) op de lege municipal camping aankwamen. Niemand te zien, nergens konden we droog en/of warm zitten, maar de werkende douche maakte al veel goed. We hadden onze tent al opgezet toen er nog iemand als een verzopen kat kwam aanlopen. Het was Jan, een Vlaming die in Antwerpen was begonnen. Eigenlijk al vanaf het eerste moment hadden we het gezellig met elkaar en kwam het verschil tussen België en Nederland al aan bod. 
Ik heb zelf heel wat ervaring met zware rugzak trekkings, maar Jan liet mij (onbewust) een nieuw handigheidje zien: Wat doe je met je natte sokken tijdens kamperen zonder comfort? Juist, je dampt ze droog in het pannetje waar je even daarvoor je eten in hebt gemaakt. Heel efficiënt. 

Na een avond met elkaar, scheidden onze wegen weer. We hadden wel onze gegevens uitgewisseld, maar meestal verwatert een contact vrij rap en dus zo zou dit contact ook geen bestaansrecht hebben. Eénmaal in Baskenland aangekomen voelde ik weer een bepaalde energiestroom die ervoor zorgde dat ik helemaal niet wilde stoppen met fietsen. Rechts van me zag ik aan de horizon wat mensjes bergopwaarts lopen, voor me zag ik het bergmassief van de Pyreneeën met wederom het gevoel waarmee deze Camino begonnen is : “Er heerst hier een bepaalde aardstraling.” Maar helaas was St. Jean Pied de Port het eindpunt voor dat jaar. 

Eénmaal thuis ben ik Jan wel blijven volgen op zijn blog. Jan kan prachtig schrijven en het was daarom ook een genot om het te lezen. Tevens was het ook heerlijk om nog enkele weken in de Camino sfeer te kunnen blijven. Sporadisch hadden we wat mail contact, meer niet. Maar steeds vaker kwamen er van die toevalligheden voor. Of zijn het geen toevalligheden? Ik zei eens: Ik ga Jan eens een mail sturen en de telefoon ging. Ik vertelde iemand over de ontmoeting met Jan en er kwam tegelijkertijd een sms binnen. Steeds als we bij elkaar kwamen regende het die dag. In 2014 hebben we onze Camino vervolgd, zoals was gepland. Van Jan hadden we een flesje wijwater meegekregen om over onze fietsen te sprenkelen als we onze fietstocht weer zouden aanvangen. Het was bewolkt, maar wel droog totdat het flesje wijwater over de fietsen werd verdeeld. Het begon wat te regenen, ik keek omhoog en ik riep: “Ja hoor, Jan is er weer.” We waren nog maar enkele meters weg toen we een wolkbreuk over ons heen kregen. Wederom (net als met de ontmoeting met Jan) was er geen draad meer droog. Het heeft verder die hele Camino niet meer geregend, maar de aanwezigheid van Jan was later voor mij duidelijk weer voelbaar op een 2 dagen lang, vlak traject waarbij wij steeds parallel aan het wandelparkoers fietsten. Alsof hij constant rond mij aanwezig was. ’s Avonds heb ik hem geschreven en toen bleef hij weer weg. Op het plein in Santiago heb ik hem wel gebeld dat we goed aangekomen waren. We zouden door 2 kennissen opgepikt worden om zo in 4 dagen tijd langs, alle hoogtepunten op de Camino terug naar huis te rijden. Heel toevallig (?) reden we ook door Melle. Dit merkten we op en zeiden dat we hier Jan 2 jaar daarvoor hadden ontmoet. En piepiep… een SMS kwam binnen. Het werd nu gewoon beangstigend. Er moet meer zijn tussen ons.


Na deze Camino de Frances is het contact nog intenser geworden. Er gaat geen week voorbij dat we elkaar niet appen (of skypen).  Begin 2018 vroeg Jan of ik het leuk vond om mee te gaan naar een bijeenkomst van het Vlaams Genootschap in Antwerpen. Niet wetende, bleek het een Pelgrimsdienst te zijn waarbij alle Pelgrims, die dat jaar van plan waren te vertrekken, gezegend werden voor een Bon Camino. Jan ging de Camino Portugués lopen vanuit Lissabon en ik ging de Via de la Plata fietsen. 
Na 5,5 jaar vriendschap zijn we nu samen gezegend. Wie had dat kunnen verzinnen? Helaas heeft Jan zijn Camino in Porto om medische reden met spoed moeten staken.
In April gaan we samen op CAM (Camino Apart Together). Jan vervolgt zijn pad weer vanaf Porto en ik fiets de Camino del Sureste. Hiervan is geen boekje geschreven, maar met heel veel hulp van Jan en dus ook heel veel dank aan Jan, heb ik nu een prachtig bestand voor op mijn GPS. We zullen tegelijkertijd in Santiago de Compostella aankomen en ons samen enkele dagen gaan vermaken in de omgeving.

En dit was mijn bijdrage :

Zaterdag 5 augustus 2012 was de dag van mijn ontmoeting met Els en Rien, haar man. Dat was in Melle - Frankrijk in de regio Nouvelle Aquitaine. Kort na het afscheid, op zondag 6, vertrouwde ik aan mijn blogpost deze woorden toe : 


Vanmorgen dan afscheid genomen van Els en Rien. Zij reden naar de veerpont over de Gironde vandaag en zo verder naar de Spaanse grens. Fantastisch koppel ! Je kan je niet inbeelden wat voor verrijkende indrukken je opdoet tijdens zo’n voettocht. Na al die ellende met die regen was de afsluiter van de dag nog een kanjer.    (....... volledige blogpost)

Het was op dag 33 na m’n vertrek uit Antwerpen toen ik doorregend en doorweekt tegen de avond aan op een zigeunercamping aanbelandde. De apocalytische aanblik van deze camping sloot naadloos aan op een stapdag vol ellende en miserie. Op een stel fietsers na, gezeten aan een godverlaten receptie, was daar geen enkele toerist te bespeuren. Enkel ‘des Gitans - Gypsies’ wier blikken, doen en laten niet al te geruststellend op me overkwamen. Wellicht was dit wel een onterechte inschatting. Een ‘Bonjour’ aan dat stel fietsers werd onder verwonderende en keurende blikken met dezelfde woorden beantwoord. Ik moet er met de allures van een drenkeling niet uitgezien hebben. Maar hoorde ik daar niet dat er enkele woorden in het Nederlands volgden ? 
Na een dikke maand onderweg kon ik eindelijk nog eens mijn moedertaal spreken. Nederlands, de taal die we als Vlamingen samen met onze Noorderburen delen. Het werd een heel fijn samenzijn met dit Hollandse koppel. Verhalen werden opgedist en je voelde dat de interesse voor elkaars vertelsels wederzijds was. Het werd laat, erg laat zelfs. Het klikte gewoon en we moesten onszelf dwingen de tent op te zoeken om te gaan slapen . Te weinig rust wreekt zich immers ongenadig op een camino. 

En net zoals ik voor deze kennismaking nog andere leuke mensen had ontmoet overviel me opnieuw de deemoed ‘s anderendaags ‘s morgens bij het afscheid nemen. Een zoveelste adieu en het uitwuiven met ‘Het gaat jullie goed !’. ‘Zie ik hen nog ooit weer ?’  is de vraag die onvermijdelijk opborrelt.  Die kans was vrijwel onbestaande. Dus weeral opnieuw dat loslaten en er een plaatsje in je hart voor zoeken. Groot was dan ook m’n verbazing dat ik na enkele weken een aanmoedigende reactie kreeg van Els op m’n blogpost. Ik was in de wolken en daar kwam ik die dag niet meer af. Zalig zacht stappen was dat, ik herinner het me levendig. Er volgden nog enkele berichtjes die me geweldig plezierden maar met het laatste, en dit na 86 dagen pelgrimmeren en aankomst in SdC, schoot m’n gemoed helemaal vol.  

Lieve, lieve, lieve Jan. KLASSE. Je trekt me in je emoties mee. Ik zie me daar alvast ook op het plein staan. Wellicht als fietser minder geëmotioneerd omdat ik van mening ben dat een fietser geen pelgrimganger kan zijn. Daar zie je te weinig voor af en de gedachten gaan niet diep genoeg om tot bezinning te komen. Daar gaat het allemaal te snel voor...............  Maar OK lieve Jan, blijf nog lekker in de roes. Geniet vandaag intens van alles om je heen ..........Hele dikke knuffels en nog veel meer van Els en Rien, je hebt het verdiend.

Dit berichtje heeft geleid tot een onderlinge diepe vriendschap met Els. Een vriendschap in de ware zin van het woord, te vergelijken zoals deze  tussen broer en zus. De toevalligheden die we samen reeds optekenden en waarover we ons samen verwonderden en nog steeds verwonderen maakten ons tot zielsverwanten, soulmates zoals we elkaar noemen. Ze stimuleren het verlangen de leefwereld van mekaar te leren kennen met alle respect voor de integriteit van mekaar. We zijn ondertussen nu 6 jaar verder en onderhouden onze treffens en uitstapjes. En al zijn we nog zo verschillend van cultuur en levensinvulling, er is iets in onze vriendschap dat bindt en boeit. Samen spreken we de woorden uit dat deze vriendschap nog moge verdiepen. Het valt moeilijk onder woorden te brengen maar het voelt zeer fijn aan. Ik beschouw deze vriendschap als een waardevol geschenk, een gift als het ware van de mooiste camino uit m’n leven. Een geschenk dat ik ten volle zal blijven koesteren.  


vrijdag 25 januari 2019

* HM Oostende, onze Komingin der badsteden.



Het hoeft niet altijd schitterend weer te zijn om naar de Noordzee te trekken. Als je voor een winteruitstapje daar naar het strand en duinen trekt dan kies je voor een instant vitamineboost van formaat. Energie opdoen dankzij de gezonde zeelucht, het wijdse strandzicht, het ongestoord wandelen of slenteren langs strand of dijk. Geen lawaaierige animaties, geen op elkaar gestapelde strandgangers of je van je sokkel rijdende go-karretjes. Nergens anders adem je pure zuurstof en jodium in. En wat hoor ik nu juist op de radio ? Als dat geen toeval is : Zeelucht zou de ontwikkeling van bepaalde kankercellen afremmen en een remmende invloed hebben op andere nare ziekten zoals auto-imuunaandoeningen en een te hoog cholesterolgehalte. Hop, naar de zee dus voor een gezondheidskuur ! Gemakshalve kwam Oostende nog maar eens aan bod.  Bovendien zou er een bezoekje aan een oud collega kunnen in zitten. Den Theo, die is iets voor zijn pensioen aan de kust gaan wonen. En als je hem daar niet moest aantreffen dan rijdt hij wel ergens in het Zuiden rond met zijn huis op wielen. Geef die jongen maar eens ongelijk ! Naar zee dus en met een variatie op een eerdere wandeling daar in Oostende te maken was het tripje vlug ineen gestoken. Deze keer geen wandeling tot ver voorbij Bredene maar de lichtblauwe lijn volgend  tot aan het Paelsteenveld om dan landinwaarts de rand van Bredene's mamoetcamping te volgen tot aan de recreatievijver. De spuikom biedt ook een mooi panorama. Daar zullen we deze keer rondtrekken langs de westelijke kant. Eens terug in de bebouwde kom van Oostende moet er nog een bezoekje aan het Maria Hendrikapark inzitten. Theo zouden we aantreffen in een Spaanse taveerne de Pica Pica aan het mijnplein. Dit etablissement is een Spaanse volbloed waar je enkel de échte Spaanse tapas kan krijgen. Een aanloopje naar m'n aanstaand tochtje in Galicië komt me welgelegen.  Benieuwd of er pulpo op de kaart staat. Salud !   



Hugo was me thuis komen oppikken en na een anderhalf uurtje sporen stonden we om 10 uur in Oostende. Ik, de Ronny, zijn beestje en den Hugo. De Catsjoe zou eerst thuisblijven vanwege de pekeltoestanden op de wegen, maar ze is dan toch maar mee op het appel  verschenen. 
Met de zuidwestenwind zouden we klokgewijs stappen. Wind in de rug, dus op dijk en strand. Veel wind werd nochtans niet geregistreerd. Iets voor de vistrap aan het viskraampje van Lange Nelle, ik vermoed hier de roepnaam van de één of andere roemruchte vissersvrouw en volksfiguur, zwaaide den Theo ons vanop zijn appartementsbalkon aan de overkant al toe. 'Tot strakskes !'. We hadden met hem afspraak rond een uur of 4 in die Spaanse  kroeg iets verderop aan het mijnplein. Maar eerst even de viskraampjes inspecteren. Zo een gedroogde wijting is een ideaal aperitiefhapje ... zou ik ? Nee 10€ voor een viske vond ik nogal bij z'n haar getrokken. De Ronny trakteerde ons dan maar op een schaaltje gefrituurde visaperitiefjes. Sympathiek van onze stapmaat ! Later op de dag zou hij nog sympathieker worden ! 
In een toeristisch brochuurke over Oostende wordt er gewag gemaakt van een 'Zee van Smaakwandeling'. Het betreft een 3km lang wandeltochtje langs de Michelinsterrenhemel die de Oostendse horeca rijk is en waarschijnlijk dat diezelfde horeca ook dat brochuurke heeft gesponsord. 


Ik onthou van die wandeling enkel het startpunt en dat is de vistrap.  De vistrap was een openlucht vismarkt en ontstond door de uitbouw van de haven in de 19de eeuw. Deze oude vistrap is sinds 2016 vervangen door een modern gebouwtje. De officiële opening hiervan was voorzien op een vrijdag maar het Oostendse vissersbijgeloof stak hier haar vermanend vingertje omhoog. Immers, als er tijdens een lange periode niet uitgevaren werd, zo luidde de wijze raad,  mag er nooit herbegonnen worden op een vrijdag. Dat zou allerlei onheil meebrengen. Deze gedachtengang zou ook toepasselijk zijn voor hun vistrap. Bijgevolg werd er op donderdag, de dag voor de opening, al vis aan de man gebracht. Deze is dagelijks geopend, behalve op Kerstdag, Nieuwjaar en wanneer er storm op zee is geweest. Van ’s morgens vroeg vind je hier de meest verse Noordzeevis alsook de Oostendse grijze garnalen waar men die onovertroffen garnaalkroketten mee kan maken.


Stappen nu maar. De schipper aan het veerpontje stond vertrekkensklaar om de vaargeul naar de vuurtorenwijk over te steken. Ja hij wilde even wachten als we ons zouden reppen. Even een loopje dus. De schepen die aan de rede lagen aangemeerd baadden in de mistflarden. De flessen van de torenhoge kranen op de schepen voor de aanleg van het windmolenpark waren zelfs niet meer te zien. Een grijs wolkendek, daar zouden we het de ganse dag mee moeten stellen. Op het water was het wel erg fris, gelukkig had ik m'n mutske bij. Eens aan de overkant zochten we al vlug het strand op. Dat lag er uitnodigend tot stappen  bij. Op een enkele strandjutter na, was daar geen mens te bespeuren. Geen vliegers, strandballen, jokari's frisbees of andere aan beachfun gerelateerde attributen waren er te bespeuren. Enkel zalige rust en een kust in haar winterponnetje.  De sneeuwstroken op de uitgestrekte duinrichels boden een impressionant zicht. De zachte zandbodem van het strand maakte het stappen wel iets moeilijker maar dat neem je voor zulk een prachtige wandelervaring er graag bij. 


Dat stukje strandwandeling werd afgesloten en vervolgens op de kameraadschap beklonken in het Strandhuisje Louis en Marie van Bredene. Een koffietje gevolgd door een Blonde Betsy, het ambachtelijk brouwsel  van Bredene. We lieten strand en zee achter ons en keerden terug naar de bewoonde wereld. Daar aan de kust moet het de laatste dagen flink gesneeuwd hebben. De wandelpaden lagen er behoorlijk besneeuwd bij. Platgelopen en deels bevrozen was het opletten om niet onderuit te gaan op de wandelpaadjes. 


Schafttijd diende zich aan en hiervoor kozen we het visserkapelletje OLV ter Duinen van Bredene uit. Waar nu de Kapelstraat is, bevond zich 250 jaar geleden slechts een eenzame zandweg die de enige verkeersmogelijkheid bood achter de onveilige en weinig toegankelijke duinen. Tussen 1710 en 1715 werd een O.L.Vrouwebeeld in een kapelletje op een staak geplaatst. Met het geld van de offerblok werd een kleine schuilplaats gebouwd om het beeld te beschutten. In 1717 werd een houten kapel gebouwd die echter door weer en wind en een aantal inbraken aftakelde en uiteindelijk in 1736 vervangen werd door de huidige stenen kapel. De kapel was een geliefde bedevaartsplaats van de Vlaamse vissers. Er hangen naast vele ex-voto's, foto's van sloepen, dikwijls gedocumenteerd met de namen en foto's van de bemanning en de datum van de scheepsramp. Nu overheersen er bloemen en kaarsjes. In de gemetselde grot naast de kapel worden jaarlijks talloze kaarsen gebrand. Er is ook een altaar voor het houden van openluchtmissen en op de laatste zondag van mei vindt er daar in Bredene een bedevaart plaats met eucharistieviering aan de kapel. 
Geïnspireerd door het boek 'De ogen van de muskusos' van  Paul de Marez  waarin hij zijn Heilige Olav's pelgrimstocht beschrijft vanuit Vlaanderen naar Trondheim werd er door ons een kaars aangestoken voor onze nakende pelgrimstochten. In 't bijzonder voor den Hugo en de Ronny die de Heilige Olav's route binnenkort zullen stappen tussen Oslo en Trondheim in Noorwegen. In de bougiekesautomaat daar ter plaatse vonden we er verdorie eentje van Sint Isidoor. In het grotje hebben we zijn bougieke naast die van het Heilig Trezeke geplaatst. Dan heeft hij wat gezelschap. Wel, in dat boek spiegelt de schrijver de hagiografie van Sint Isidoor aan deze van de Heilige Olav. Olaf II Haraldsson (ca. 995 - Stiklestad, 29 juli 1030) was koning van Noorwegen. Aanvankelijk nam hij deel aan de beruchte vikingentochten en sloeg hij menig vermeende opposant de hersenpan en het walhalla in. De contrasten die bij die afspiegeling tevoorschijn komen bevestigen dan weer de feiten dat de uitwassen van het katholieke geloof in de donkere eeuwen niet moesten onderdoen voor deze die we nu in extremistische moslimmiddens terugvinden. Helaas. 
We zaten droog daar in dat kapelletje want ondertussen was het beginnen te miezeren. Dat zou nog een lange tijd aanhouden en bij zo'n miezerregen twijfel je of je de regenkledij wel dan niet zou aantrekken. Steeds laat je je toch verrassen want ook bij dit soort neerslag toon je na een halfuurtje stappen veel gelijkenis met een verzopen rat. We wandelden dwars door de camping van Bredene naar de spuikom. Hierbij een kleine stop onderweg makend aan een fonteintje want onzen Hugo had nog een fleske Chimay te kraken. Daarna ging het richting spuikom uit. In een eerdere post heb ik over die spuikom al eens bericht : Spuikom Oostende . 
Deze keer werd het de westelijke rand van de spuikom. Een meranti wandelpad zoomde deze kant van de spuikom af. Ook hier was het opletten geblazen want die planken waren gevaarlijk glibberig. Het was daar aan die spuikom onmogelijk voor de Ronny om aan de oesterput en het gelijknamige viswinkeltje voorbij te stappen. Hier vergastte hij ons op een serieke Ostendaises. Hoe decadent zeg ! Oesters degusteren in een plunje van landlopers.  Alhoewel ikzelf zo geen grote fanaat ben van dit snotterig beest, vond ik ze vergeleken met het buitenlandse aanbod best lekker. Verser kon niet, we zaten vlak aan die oesterput ! 😋😋😋


Deze 'Ostendaises' worden sinds 2017 erkend als streekproduct. Echter reeds in 1765 kenden ze hun oorsprong. Lang voor onze tijd dus ontstond in Oostende de eerste kwekerij. 200 jaar geleden werden miljoenen van de befaamde Royal d'Ostende geëxporteerd naar Frankrijk, Rusland, de Balkanstaten en de Duitse en Oostenrijkse gebieden. Deze Belgische 'Ostendaises' mochten in deze periode onder geen beding ontbreken op de menu’s van de Europese upper class. Oorspronkelijk werden hier aan onze Belgische kust uitsluitend platte oesters gekweekt. Door de Grote Oorlog en epidemies in de jaren '20 werden de oesterkwekers verplicht om de holle exemplaren te importeren en daarmee verder te kweken. Sinds 1995 wordt er terug in Oostende gekweekt. Deze Oostendse oesters worden van klein zaadje gekweekt tot een volwaardige lekkernij die tijdens de wintermaanden wordt geoogst. We waren daar dus on the right place & time. Dankzij het voedingsrijke water in de spuikom en een goede opvolging wordt er een vlezige oester verkregen. Deze is zacht ziltig van smaak, ik kan het beamen. 
Nu was het nog enkel zaak om de afspraak met den Theo en zijn vrouw Nicole na te komen. Nog een kilometertje of 3 schat ik en zo rond 4 uur duikelden we de Pica Pica binnen. Een hartelijk weerzien onder ex-collega's werd het en dit na een heel lange tijd. Een weerzien dat zich gelukkig kon onderscheiden van deze waarbij men, eens op pensioen, elkaar enkel nog eens kan treffen op de begrafenis van de één of de ander onfortuinlijke ex-collega. Er kon veel verteld worden bij een lekker Oostends Keyte Tripeltje en helaas dan wel geen pulpo maar evengoed, een koppel sappige Vlaamse kiekebillekes smaakte ook. Helaas moest er ook nog naar huis teruggekeerd worden. Daar zorgde onze NMBS voor. Mooi op tijd waren we in de statie en daar kwam na enkele minuutjes de trein al aan. Een prachtige dag was dit weeral. Er mogen er zo nog komen wat mij betreft. Met alle dank hiervoor aan de Ronny, Hugo, den Theo en zijn Kolleke 👍👍😃

Naar foto-album : https://photos.app.goo.gl/GJbnRcDVyfAc1fbY7