vrijdag 25 januari 2019

* HM Oostende, onze Komingin der badsteden.



Het hoeft niet altijd schitterend weer te zijn om naar de Noordzee te trekken. Als je voor een winteruitstapje daar naar het strand en duinen trekt dan kies je voor een instant vitamineboost van formaat. Energie opdoen dankzij de gezonde zeelucht, het wijdse strandzicht, het ongestoord wandelen of slenteren langs strand of dijk. Geen lawaaierige animaties, geen op elkaar gestapelde strandgangers of je van je sokkel rijdende go-karretjes. Nergens anders adem je pure zuurstof en jodium in. En wat hoor ik nu juist op de radio ? Als dat geen toeval is : Zeelucht zou de ontwikkeling van bepaalde kankercellen afremmen en een remmende invloed hebben op andere nare ziekten zoals auto-imuunaandoeningen en een te hoog cholesterolgehalte. Hop, naar de zee dus voor een gezondheidskuur ! Gemakshalve kwam Oostende nog maar eens aan bod.  Bovendien zou er een bezoekje aan een oud collega kunnen in zitten. Den Theo, die is iets voor zijn pensioen aan de kust gaan wonen. En als je hem daar niet moest aantreffen dan rijdt hij wel ergens in het Zuiden rond met zijn huis op wielen. Geef die jongen maar eens ongelijk ! Naar zee dus en met een variatie op een eerdere wandeling daar in Oostende te maken was het tripje vlug ineen gestoken. Deze keer geen wandeling tot ver voorbij Bredene maar de lichtblauwe lijn volgend  tot aan het Paelsteenveld om dan landinwaarts de rand van Bredene's mamoetcamping te volgen tot aan de recreatievijver. De spuikom biedt ook een mooi panorama. Daar zullen we deze keer rondtrekken langs de westelijke kant. Eens terug in de bebouwde kom van Oostende moet er nog een bezoekje aan het Maria Hendrikapark inzitten. Theo zouden we aantreffen in een Spaanse taveerne de Pica Pica aan het mijnplein. Dit etablissement is een Spaanse volbloed waar je enkel de échte Spaanse tapas kan krijgen. Een aanloopje naar m'n aanstaand tochtje in Galicië komt me welgelegen.  Benieuwd of er pulpo op de kaart staat. Salud !   



Hugo was me thuis komen oppikken en na een anderhalf uurtje sporen stonden we om 10 uur in Oostende. Ik, de Ronny, zijn beestje en den Hugo. De Catsjoe zou eerst thuisblijven vanwege de pekeltoestanden op de wegen, maar ze is dan toch maar mee op het appel  verschenen. 
Met de zuidwestenwind zouden we klokgewijs stappen. Wind in de rug, dus op dijk en strand. Veel wind werd nochtans niet geregistreerd. Iets voor de vistrap aan het viskraampje van Lange Nelle, ik vermoed hier de roepnaam van de één of andere roemruchte vissersvrouw en volksfiguur, zwaaide den Theo ons vanop zijn appartementsbalkon aan de overkant al toe. 'Tot strakskes !'. We hadden met hem afspraak rond een uur of 4 in die Spaanse  kroeg iets verderop aan het mijnplein. Maar eerst even de viskraampjes inspecteren. Zo een gedroogde wijting is een ideaal aperitiefhapje ... zou ik ? Nee 10€ voor een viske vond ik nogal bij z'n haar getrokken. De Ronny trakteerde ons dan maar op een schaaltje gefrituurde visaperitiefjes. Sympathiek van onze stapmaat ! Later op de dag zou hij nog sympathieker worden ! 
In een toeristisch brochuurke over Oostende wordt er gewag gemaakt van een 'Zee van Smaakwandeling'. Het betreft een 3km lang wandeltochtje langs de Michelinsterrenhemel die de Oostendse horeca rijk is en waarschijnlijk dat diezelfde horeca ook dat brochuurke heeft gesponsord. 


Ik onthou van die wandeling enkel het startpunt en dat is de vistrap.  De vistrap was een openlucht vismarkt en ontstond door de uitbouw van de haven in de 19de eeuw. Deze oude vistrap is sinds 2016 vervangen door een modern gebouwtje. De officiële opening hiervan was voorzien op een vrijdag maar het Oostendse vissersbijgeloof stak hier haar vermanend vingertje omhoog. Immers, als er tijdens een lange periode niet uitgevaren werd, zo luidde de wijze raad,  mag er nooit herbegonnen worden op een vrijdag. Dat zou allerlei onheil meebrengen. Deze gedachtengang zou ook toepasselijk zijn voor hun vistrap. Bijgevolg werd er op donderdag, de dag voor de opening, al vis aan de man gebracht. Deze is dagelijks geopend, behalve op Kerstdag, Nieuwjaar en wanneer er storm op zee is geweest. Van ’s morgens vroeg vind je hier de meest verse Noordzeevis alsook de Oostendse grijze garnalen waar men die onovertroffen garnaalkroketten mee kan maken.


Stappen nu maar. De schipper aan het veerpontje stond vertrekkensklaar om de vaargeul naar de vuurtorenwijk over te steken. Ja hij wilde even wachten als we ons zouden reppen. Even een loopje dus. De schepen die aan de rede lagen aangemeerd baadden in de mistflarden. De flessen van de torenhoge kranen op de schepen voor de aanleg van het windmolenpark waren zelfs niet meer te zien. Een grijs wolkendek, daar zouden we het de ganse dag mee moeten stellen. Op het water was het wel erg fris, gelukkig had ik m'n mutske bij. Eens aan de overkant zochten we al vlug het strand op. Dat lag er uitnodigend tot stappen  bij. Op een enkele strandjutter na, was daar geen mens te bespeuren. Geen vliegers, strandballen, jokari's frisbees of andere aan beachfun gerelateerde attributen waren er te bespeuren. Enkel zalige rust en een kust in haar winterponnetje.  De sneeuwstroken op de uitgestrekte duinrichels boden een impressionant zicht. De zachte zandbodem van het strand maakte het stappen wel iets moeilijker maar dat neem je voor zulk een prachtige wandelervaring er graag bij. 


Dat stukje strandwandeling werd afgesloten en vervolgens op de kameraadschap beklonken in het Strandhuisje Louis en Marie van Bredene. Een koffietje gevolgd door een Blonde Betsy, het ambachtelijk brouwsel  van Bredene. We lieten strand en zee achter ons en keerden terug naar de bewoonde wereld. Daar aan de kust moet het de laatste dagen flink gesneeuwd hebben. De wandelpaden lagen er behoorlijk besneeuwd bij. Platgelopen en deels bevrozen was het opletten om niet onderuit te gaan op de wandelpaadjes. 


Schafttijd diende zich aan en hiervoor kozen we het visserkapelletje OLV ter Duinen van Bredene uit. Waar nu de Kapelstraat is, bevond zich 250 jaar geleden slechts een eenzame zandweg die de enige verkeersmogelijkheid bood achter de onveilige en weinig toegankelijke duinen. Tussen 1710 en 1715 werd een O.L.Vrouwebeeld in een kapelletje op een staak geplaatst. Met het geld van de offerblok werd een kleine schuilplaats gebouwd om het beeld te beschutten. In 1717 werd een houten kapel gebouwd die echter door weer en wind en een aantal inbraken aftakelde en uiteindelijk in 1736 vervangen werd door de huidige stenen kapel. De kapel was een geliefde bedevaartsplaats van de Vlaamse vissers. Er hangen naast vele ex-voto's, foto's van sloepen, dikwijls gedocumenteerd met de namen en foto's van de bemanning en de datum van de scheepsramp. Nu overheersen er bloemen en kaarsjes. In de gemetselde grot naast de kapel worden jaarlijks talloze kaarsen gebrand. Er is ook een altaar voor het houden van openluchtmissen en op de laatste zondag van mei vindt er daar in Bredene een bedevaart plaats met eucharistieviering aan de kapel. 
Geïnspireerd door het boek 'De ogen van de muskusos' van  Paul de Marez  waarin hij zijn Heilige Olav's pelgrimstocht beschrijft vanuit Vlaanderen naar Trondheim werd er door ons een kaars aangestoken voor onze nakende pelgrimstochten. In 't bijzonder voor den Hugo en de Ronny die de Heilige Olav's route binnenkort zullen stappen tussen Oslo en Trondheim in Noorwegen. In de bougiekesautomaat daar ter plaatse vonden we er verdorie eentje van Sint Isidoor. In het grotje hebben we zijn bougieke naast die van het Heilig Trezeke geplaatst. Dan heeft hij wat gezelschap. Wel, in dat boek spiegelt de schrijver de hagiografie van Sint Isidoor aan deze van de Heilige Olav. Olaf II Haraldsson (ca. 995 - Stiklestad, 29 juli 1030) was koning van Noorwegen. Aanvankelijk nam hij deel aan de beruchte vikingentochten en sloeg hij menig vermeende opposant de hersenpan en het walhalla in. De contrasten die bij die afspiegeling tevoorschijn komen bevestigen dan weer de feiten dat de uitwassen van het katholieke geloof in de donkere eeuwen niet moesten onderdoen voor deze die we nu in extremistische moslimmiddens terugvinden. Helaas. 
We zaten droog daar in dat kapelletje want ondertussen was het beginnen te miezeren. Dat zou nog een lange tijd aanhouden en bij zo'n miezerregen twijfel je of je de regenkledij wel dan niet zou aantrekken. Steeds laat je je toch verrassen want ook bij dit soort neerslag toon je na een halfuurtje stappen veel gelijkenis met een verzopen rat. We wandelden dwars door de camping van Bredene naar de spuikom. Hierbij een kleine stop onderweg makend aan een fonteintje want onzen Hugo had nog een fleske Chimay te kraken. Daarna ging het richting spuikom uit. In een eerdere post heb ik over die spuikom al eens bericht : Spuikom Oostende . 
Deze keer werd het de westelijke rand van de spuikom. Een meranti wandelpad zoomde deze kant van de spuikom af. Ook hier was het opletten geblazen want die planken waren gevaarlijk glibberig. Het was daar aan die spuikom onmogelijk voor de Ronny om aan de oesterput en het gelijknamige viswinkeltje voorbij te stappen. Hier vergastte hij ons op een serieke Ostendaises. Hoe decadent zeg ! Oesters degusteren in een plunje van landlopers.  Alhoewel ikzelf zo geen grote fanaat ben van dit snotterig beest, vond ik ze vergeleken met het buitenlandse aanbod best lekker. Verser kon niet, we zaten vlak aan die oesterput ! 😋😋😋


Deze 'Ostendaises' worden sinds 2017 erkend als streekproduct. Echter reeds in 1765 kenden ze hun oorsprong. Lang voor onze tijd dus ontstond in Oostende de eerste kwekerij. 200 jaar geleden werden miljoenen van de befaamde Royal d'Ostende geëxporteerd naar Frankrijk, Rusland, de Balkanstaten en de Duitse en Oostenrijkse gebieden. Deze Belgische 'Ostendaises' mochten in deze periode onder geen beding ontbreken op de menu’s van de Europese upper class. Oorspronkelijk werden hier aan onze Belgische kust uitsluitend platte oesters gekweekt. Door de Grote Oorlog en epidemies in de jaren '20 werden de oesterkwekers verplicht om de holle exemplaren te importeren en daarmee verder te kweken. Sinds 1995 wordt er terug in Oostende gekweekt. Deze Oostendse oesters worden van klein zaadje gekweekt tot een volwaardige lekkernij die tijdens de wintermaanden wordt geoogst. We waren daar dus on the right place & time. Dankzij het voedingsrijke water in de spuikom en een goede opvolging wordt er een vlezige oester verkregen. Deze is zacht ziltig van smaak, ik kan het beamen. 
Nu was het nog enkel zaak om de afspraak met den Theo en zijn vrouw Nicole na te komen. Nog een kilometertje of 3 schat ik en zo rond 4 uur duikelden we de Pica Pica binnen. Een hartelijk weerzien onder ex-collega's werd het en dit na een heel lange tijd. Een weerzien dat zich gelukkig kon onderscheiden van deze waarbij men, eens op pensioen, elkaar enkel nog eens kan treffen op de begrafenis van de één of de ander onfortuinlijke ex-collega. Er kon veel verteld worden bij een lekker Oostends Keyte Tripeltje en helaas dan wel geen pulpo maar evengoed, een koppel sappige Vlaamse kiekebillekes smaakte ook. Helaas moest er ook nog naar huis teruggekeerd worden. Daar zorgde onze NMBS voor. Mooi op tijd waren we in de statie en daar kwam na enkele minuutjes de trein al aan. Een prachtige dag was dit weeral. Er mogen er zo nog komen wat mij betreft. Met alle dank hiervoor aan de Ronny, Hugo, den Theo en zijn Kolleke 👍👍😃

Naar foto-album : https://photos.app.goo.gl/GJbnRcDVyfAc1fbY7


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.