Het was weeral een poosje geleden dat we onze Dordrechtse vrienden Rien en Els hadden gezien en dit weekend is het er dan uiteindelijk van gekomen. Hartelijk weerzien natuurlijk en voor zaterdag lag er een bezoekje aan Rotterdam in het verschiet. De avond vooraf werd er bij een gezellig dineetje nog wat bijgekletst. Dordrecht ligt op amper 20 kilometertjes van Rotterdam. Vanuit Dordrecht kan je er zelfs met een watertaxi naar toe maar dit zou een vrij kostelijke zaak geworden zijn. Daar had je bijgevolg niets aan. Na amper een klein halfuurtje bollen kon Rien zijn wagentje kwijt in de parking onderaan de alom bekende markthal van Rotterdam. Een gigantisch bouwwerk. Het is een woon en winkelgebouw dat centraal een markthal overkoepelt. Naast een overdekte markt herbergt het complex 228 appartementen, 4600 vierkante meter winkelruimte en 1600 vierkante meter horeca. Het is een echte bezienswaardigheid. Kleurrijke standjes met allerlei delicatessen staan er in honderdvoud. De aangebouwde appartementen geven boogrond uitzicht op de marktvloer. Het loont echt de moeite om er een bezoekje te brengen. Bij de bouw ervan werden nog allerlei artefacten opgegraven die je nu nog kan bezichtigen via de roltrap naar het ondergrondse van de markthal.
Naar een historisch centrum moet je niet op zoek gaan in Rotterdam. Immers in de 2de wereldoorlog werd het helemaal met de grond gelijk gemaakt. Platgebombardeerd zoals Dresden in de 2de en Ieper in de 1ste wereldbrand. Enkel de Grote of Sint Laurenskerk is het enige bouwwerk dat de bombardementen heeft overleefd. Ze staat er als enig curiosum dat nog kan getuigen over het bestaan van een middeleeuws stadcentrum aan de Rotte.
Na de markthal werd er een bezoekje gebracht aan een bouwwerk van gekantelde kubussen die als appartement woonst bieden aan, hoe zou je het verwoorden, ietwat extravagante bewoners. Binnenin de leefruimte werd ik een beetje bevangen door vertigo. Die scheve muren, daken en vensters bezorgden me een evenwichtverstorend en bevangend gevoel. Ik was een beetje verwonderd dat de vraagprijs voor zo een woonst tot 170.000 € bedroeg. Men zou me er nog geld bovenop mogen geven om daar te wonen, geen haar op mijne kop om dit zelfs nog maar te overwegen. Enkel en alleen hierom het bekijken waard.
Het is prachtig om kijken hoe het oude havengedeelte harmoniseert met de naoorloogse tot ontwikkeling gekomen stadsarchitectuur. Oude platbodems, aken en jollen liggen er vredig aan de kade en bepalen eigenlijk het stadspanorama. De skyline van Rotterdam is eveneens prachtig met die torenhoge bruggen en de silhouetten van majestueuze wolkenkrabbers. Gelukkig werden die meer aan de buitenrand van de stadskern opgetrokken.
Een bezoekje aan het maritiem museum stond eveneens op de bucket list. Na een lekker bakkie koffie, zoals de Hollanders het zo smakelijk kunnen uitdrukken, in een Caraïbisch koffiebarretje op de één of andere kaai zou dat bezoekje aan bod komen. De Caraïbische uitbaatster was één en al vrolijkheid bij de bediening. De koffie smaakte er zoveel te beter door.
Rotterdam mag zich dan wel met recht en reden de titel van grootste zeehaven ter wereld toeeigenen, hun maritiem museum moet ruimschoots onderdoen voor het Museum Aan de Stroom in onze koekestad. Interessant dat wel maar naar mijn gevoel werd er eerder een educatief programma voor schoolkinderen aangeboden in plaats van een historische schets over het ontstaan, de groei en de daarbijhorende nautische nering van deze havenstad. Enkele binnenschepen, zoals bvb een turfschip, een graanzuiger en een mammoetkraan konden bezocht worden wat beslist de moeite was. Verder kon je in het museum enkele mooie scheepsmaquettes bewonderen en metershoge schilderijen. En ook kon je je min of meer inleven bij het reilen en zeilen tijdens een atlantische overtocht op een passagiersschip. Een reconstructie van de 1ste klas hutten, een casino en een luxe restaurant zorgden daarvoor. Ook kon je videogetuigenissen beluisteren van eigenaars die je laten kennismaken met het leven op woonboten. Voor de kinderen was er een immense speelvloer ontworpen waarop de continenten en de wereldwijde vaarroutes stonden getekend. Dit tot doel de oorsprong en de verschillenden reiswegen te ontdekken van het voedsel dat op onze tafel komt. Een educatief kwisprogramma was hiervoor uitgewerkt. Koffie, rijst, thee, specerijen, bananen, appelsienen en dergelijke meer kwamen aan bod. Het werd al vlug laat en stilletjesaan keerden we terug naar de auto. Opletten daar in Rotterdam ! Wij zijn het helemaal niet gewoon dat er heuse fietspaden door de binnenstad lopen waarover de fietsers in volle vaart hun weg banen. In de markthal had er ondertussen een loepzuiver Rotterdams muziekbandje zich geïnstalleerd. Uit volle borst kweelden ze een stukje uit hun reportoire. "De Moordenaar" zo heette hun muzikale creatie. Ik kon hun Rotterdams dialect nauwelijks ontcijferen. Toch gezellig en het werd alleszins een boeiende uitstap. Kort en nee, helemaal geen wandeltrip maar toch een tripje dat het waard was om te vermelden in mijn blog.
Om de dag af te sluiten werden we nog vergast op een tafel met echte Hollandse Boerenkost. Dit werd bij een vorig verzoek door onze vrienden beloofd. Rien maakte voor ons Hollandse stamppot van boerenkool met rookworst en gestoofde runderlappen in een heerlijke jus. Saus met andere woorden. Boerenkool hadden we nog nooit geproefd en Annick dacht verdorie dat het spinazie was. Dat werd een lekkere kennismaking met de Hollandse keuken. Lang leve de internationale contacten. Bij een volgend tegenbezoekje staat de 'Zollegie' op het programma. Nog nooit van gehoord zei Els 😋 ! Bij de hint 'Apies kijke' viel de Rijksdaalder. Ze vond het prima en bijgevolg kunnen we daar weeral naar uitkijken.
zaterdag 26 november 2016
donderdag 24 november 2016
* West Vlaanderen. Tussen Beernem en Hertsvelde
De weergoden waren vandaag met het juiste been uit hun wolkenbedje gestapt en bezorgden mij, de Ronny en de Catsjoe een uitgelezen weertje voor een daguitstapje in het West-Vlaamse Beernem. De stapmaten Hugo, Angelo en de Marc hadden andere katten te geselen. Eéntje moet er de dans ontsprongen zijn en die werd ons dan ook gestuurd. Een volgende keer dan maar, er komen nog genoeg gelegenheden. Een gok op de trein om ons ten gepaste tijde op onze bestemming en terug te brengen draaide traditiegetrouw uit op een sisser. Om halftwaalf stapten we af in Beernem statie. Meer dan drie uur onderweg voor amper 80 km. Vertragingen, onverstaanbare omroepingen van perronwissels, kortom het gekende liedje. Met de velo van de Rien of Els zou je vlugger geweest zijn. Eigenlijk geen reden om je druk over te maken. In Beveren stapte m'n ex collega de Kim mee op te trein. Lang geleden nog gezien die knakker en ik was blij hem nog eens tegen het lijf te lopen. Hij spoorde mee tot in Gent vandaag om naar een teambuilding van zijn werk te gaan. Teambuilding ... vroeger gingen de werkmaten al eens samen een pintje drinken en volgens mij levert zoiets meer collegialiteit en arbeidsvreugde op dan al dat nieuwerwets gehannes. Toegegeven, vroeger geloofde ik ook in al die baanbrekende bedrijfsontwikkelingen. Tempora mutantur nos et mutamur in illis. Den Ovidius had overschot aan gelijk. De treinvertragingen gaven ons het voordeel om bij 'Den Bazil' aan de overkant van Gent St. Pieters nog samen met de Kim een lekker koffieke te gaan slurpen in afwachting van een verbinding naar Beernem. De Catsjoe vond dat dik ok want ondertussen weet zij al dat zo een tussenstop haar een gerookte kiekepoot en eventueel, lees maar meestal, nog een snoepke van de cafébazin oplevert.
Halftwaalf dus en we konden uit onze startblokken schieten. Een klein stukje verharde weg bracht ons tot aan het psychiatrische zorgcentrum St. Amandus van Beernem. Den Hugo had ons gewaarschuwd dat er in de streek nog altijd een moordenaar rondsloop. Tussen 1915 en 1944 werden er in lijn de volgende heerschappen om het hoekje geholpen : Jonkheer Henri d' Udekem d'Acoz (waar hebben we die naam nog gehoord ?), de jachtwachter Camiel Dierickx, een René de Baene, een Hector de Sutter, een zekere Ernest van Poucke die meende de dader te kennen en tot slot Omer Van Haecke. Het mysterieuze rond deze moorden inspireerde liedjesschrijvers, schrijvers tot zelfs de makers van televisiereeksen. Tot een volledige opheldering van deze misdaden is het nooit gekomen aangezien er verbanden werden vermoed maar nooit konden worden aangetoond. Ik vermoed dat de dader ondertussen wel het tijdelijke met het eeuwige zal omgeruild hebben. Soit, we zaten al aan het psychiatrisch centrum. Een stukje dwars door het domein bracht ons tot aan het kerkhof waar de overleden broeders rustten die jarenlang de zorg voor de patiënten op zich hadden genomen. Indrukwekkend, net een soldatenkerkhof uit de 1ste wereldoorlog. Alle kruisjes netjes opgelijnd en de graven piekfijn onderhouden. Vanaf het centrum ging het richting Bulskampveld uit. Eeuwen geleden was deze regio een desolaat moeras en heidegebied. Door ontginning op het einde van de 18de eeuw trok de rust en de natuur de aandacht van rijke edellieden. Onder meer het geslacht Lippens waarvan de fontonten van een telg uit deze adellijke dynastie in m'n vorige bijdrage eventjes werden aangehaald. Hun imposante kastelen liggen nu nog verscholen in deze immense groene oase. Beernem, vroeger jaren Berneham komt van het Germaanse birnu, vertaald beer. De contouren van het modderrijke gebied had de vorm van een beer. Het is een prachtig wandelgebied nu. Bossen en nog eens bossen met ontelbare paadjes en beekjes waar je eindeloos in zou kunnen verdwalen. De hopen afgevallen bladeren zorgden voor een zacht tapijtje op de paadjes. De herfststorm van zondag laatsleden had er behoorlijk huisgehouden en vele bomen stonden er daardoor in hun wintertenueke. Naakt en in grillige vormen afgetekend voor het oog. Onderweg naar het kasteel Bulskampveld passeerden we een vogelopvangcentrum waar de Ronny zijn zoveelste wandeltrofee scoorde. Deze keer een houten plaat op maat uitgezaagd naar de beeltenis van een arend. Een klein stukje van de staart en de poten ontbraken maar zoiets kon volgens de Ronny gerepareerd worden. 'Die kan dienen voor mijne pergola te decoreren' luidde het motief om die vogel naar zijn rugzak te laten verhuizen. Ik vermoed dat hij de intentie heeft om zijne pergola op te waarderen naar het statuut van een museum . Aan het kasteel vonden we een picknicktafeltje dat al direct werd gekonfiskeerd om de schoofzak te kunnen aanspreken. Geen openluchtkeuken als het al zo vlug donker wordt. Daar kruipt te veel tijd in. Na 5 uur wordt het al behoorlijk donker en dan valt er nog weinig te ontdekken rondom je heen. Het einde van het bos kwam in zicht en daarmee viel er nog een kort stukje af te leggen tot aan de statie,. Zo meteen zou de wandellus haar eindpunt bereikt hebben ware het niet dat we duidelijk aan een fris pintje toe waren. Café de Sportvriend op enkele wandelstappen van de statie was open. Eureka, met een goeie Westmalle kon de prachtige wandeling afgesloten worden. We kregen daar al vlug gezelschap aan den toog. Nico, een stamgast nam plaats op een barkruk naast me. Hij knoopte meteen het gesprek aan nadat hij voorzien werd van een Jupilerke door de cafébazin. Even kreeg ik de indruk dat hij resident was van het hierboven vermelde zorgcentrum. Nico zorgde zelf voor de bevestiging. Sinds zijn 3de levensjaar werd hij geplaagd door schizofrenie. Met de nodige medicatie was het leven draaglijk voor hem. Ik en de Ronny vielen bijna van onze barkruk toen hij zijn arsenaal aan pillen in onze handen duwde. Munitie voor een hele week in een tupperwarebox ter grootte van een klein brood. Een doos voorzien van 7 schuifjes met verschillende vakjes waar allerlei gekleurde pilletjes en capsullekes in lagen. Per dag een schuif medicatie. Hij verklaarde zichzelf stabiel maar helemaal niet genezen. Hij had er zich bij neergelegd dat dit nooit het geval kon worden. Hij drukte zijn dankbaarheid uit dat hij goede opvang en ondersteuning vond in de geestelijke zorg. Ik vond het eerlijk gezegd een verrijkende kennismaking. Nog nooit eerder heb ik het gevoel gekend dat de toenaderingsdrempel tot iemand met een ernstige psychische aandoening zo laag was. Zo gewoon ook, het verraste me aangenaam.
Tijd om naar huis te keren. De dag zat er op. Op de trein huiswaarts zaten we in compagnie van een Letse vrouw met haar peuterdochtertje en een koppel toeristen uit Singapore. Deze laatsten waren zichtbaar bang van de Catsjoe maar het dochterke van die Letse madam had het duidelijk naar de zin. Grappig en het schaapke haar geluk kon helemaal niet meer op toen de Ronny haar zijn gevonden arend gaf om ermee te spelen. Plezant reizen zo met die interactie vind ik. Ik was zo in Beveren statie. Nog 5km te voet naar huis en mijn kilometertellerke is weeral met 30 paaltjes dikker geworden. Tot de volgende !
Halftwaalf dus en we konden uit onze startblokken schieten. Een klein stukje verharde weg bracht ons tot aan het psychiatrische zorgcentrum St. Amandus van Beernem. Den Hugo had ons gewaarschuwd dat er in de streek nog altijd een moordenaar rondsloop. Tussen 1915 en 1944 werden er in lijn de volgende heerschappen om het hoekje geholpen : Jonkheer Henri d' Udekem d'Acoz (waar hebben we die naam nog gehoord ?), de jachtwachter Camiel Dierickx, een René de Baene, een Hector de Sutter, een zekere Ernest van Poucke die meende de dader te kennen en tot slot Omer Van Haecke. Het mysterieuze rond deze moorden inspireerde liedjesschrijvers, schrijvers tot zelfs de makers van televisiereeksen. Tot een volledige opheldering van deze misdaden is het nooit gekomen aangezien er verbanden werden vermoed maar nooit konden worden aangetoond. Ik vermoed dat de dader ondertussen wel het tijdelijke met het eeuwige zal omgeruild hebben. Soit, we zaten al aan het psychiatrisch centrum. Een stukje dwars door het domein bracht ons tot aan het kerkhof waar de overleden broeders rustten die jarenlang de zorg voor de patiënten op zich hadden genomen. Indrukwekkend, net een soldatenkerkhof uit de 1ste wereldoorlog. Alle kruisjes netjes opgelijnd en de graven piekfijn onderhouden. Vanaf het centrum ging het richting Bulskampveld uit. Eeuwen geleden was deze regio een desolaat moeras en heidegebied. Door ontginning op het einde van de 18de eeuw trok de rust en de natuur de aandacht van rijke edellieden. Onder meer het geslacht Lippens waarvan de fontonten van een telg uit deze adellijke dynastie in m'n vorige bijdrage eventjes werden aangehaald. Hun imposante kastelen liggen nu nog verscholen in deze immense groene oase. Beernem, vroeger jaren Berneham komt van het Germaanse birnu, vertaald beer. De contouren van het modderrijke gebied had de vorm van een beer. Het is een prachtig wandelgebied nu. Bossen en nog eens bossen met ontelbare paadjes en beekjes waar je eindeloos in zou kunnen verdwalen. De hopen afgevallen bladeren zorgden voor een zacht tapijtje op de paadjes. De herfststorm van zondag laatsleden had er behoorlijk huisgehouden en vele bomen stonden er daardoor in hun wintertenueke. Naakt en in grillige vormen afgetekend voor het oog. Onderweg naar het kasteel Bulskampveld passeerden we een vogelopvangcentrum waar de Ronny zijn zoveelste wandeltrofee scoorde. Deze keer een houten plaat op maat uitgezaagd naar de beeltenis van een arend. Een klein stukje van de staart en de poten ontbraken maar zoiets kon volgens de Ronny gerepareerd worden. 'Die kan dienen voor mijne pergola te decoreren' luidde het motief om die vogel naar zijn rugzak te laten verhuizen. Ik vermoed dat hij de intentie heeft om zijne pergola op te waarderen naar het statuut van een museum . Aan het kasteel vonden we een picknicktafeltje dat al direct werd gekonfiskeerd om de schoofzak te kunnen aanspreken. Geen openluchtkeuken als het al zo vlug donker wordt. Daar kruipt te veel tijd in. Na 5 uur wordt het al behoorlijk donker en dan valt er nog weinig te ontdekken rondom je heen. Het einde van het bos kwam in zicht en daarmee viel er nog een kort stukje af te leggen tot aan de statie,. Zo meteen zou de wandellus haar eindpunt bereikt hebben ware het niet dat we duidelijk aan een fris pintje toe waren. Café de Sportvriend op enkele wandelstappen van de statie was open. Eureka, met een goeie Westmalle kon de prachtige wandeling afgesloten worden. We kregen daar al vlug gezelschap aan den toog. Nico, een stamgast nam plaats op een barkruk naast me. Hij knoopte meteen het gesprek aan nadat hij voorzien werd van een Jupilerke door de cafébazin. Even kreeg ik de indruk dat hij resident was van het hierboven vermelde zorgcentrum. Nico zorgde zelf voor de bevestiging. Sinds zijn 3de levensjaar werd hij geplaagd door schizofrenie. Met de nodige medicatie was het leven draaglijk voor hem. Ik en de Ronny vielen bijna van onze barkruk toen hij zijn arsenaal aan pillen in onze handen duwde. Munitie voor een hele week in een tupperwarebox ter grootte van een klein brood. Een doos voorzien van 7 schuifjes met verschillende vakjes waar allerlei gekleurde pilletjes en capsullekes in lagen. Per dag een schuif medicatie. Hij verklaarde zichzelf stabiel maar helemaal niet genezen. Hij had er zich bij neergelegd dat dit nooit het geval kon worden. Hij drukte zijn dankbaarheid uit dat hij goede opvang en ondersteuning vond in de geestelijke zorg. Ik vond het eerlijk gezegd een verrijkende kennismaking. Nog nooit eerder heb ik het gevoel gekend dat de toenaderingsdrempel tot iemand met een ernstige psychische aandoening zo laag was. Zo gewoon ook, het verraste me aangenaam.
Tijd om naar huis te keren. De dag zat er op. Op de trein huiswaarts zaten we in compagnie van een Letse vrouw met haar peuterdochtertje en een koppel toeristen uit Singapore. Deze laatsten waren zichtbaar bang van de Catsjoe maar het dochterke van die Letse madam had het duidelijk naar de zin. Grappig en het schaapke haar geluk kon helemaal niet meer op toen de Ronny haar zijn gevonden arend gaf om ermee te spelen. Plezant reizen zo met die interactie vind ik. Ik was zo in Beveren statie. Nog 5km te voet naar huis en mijn kilometertellerke is weeral met 30 paaltjes dikker geworden. Tot de volgende !
Abonneren op:
Posts (Atom)