donderdag 16 november 2017

Herentals, bij de Klokkenververs of Pee Stekers

Voor vandaag werd er nog maar eens op de trein gegokt. Als je van verrassingen houdt tijdens het reizen zit je geheid goed bij onzen IJzeren Weg. Je valt er nogal met regelmaat in de prijzen met stakingen, defecten aan rollend materieel en infrastructuur, spectaculaire vertragingen, afschaffingen en ga zo maar door. Maar we gaan niet de zagevent spelen vandaag. Vanaf de zijlijn is het steeds gemakkelijk om commentaar te geven.  Erg ver wilden we niet sporen aangezien de dagen nu te vlug beginnen korten. Herentals, hoofdstad van onze Kempen, en haar omgeving waren de bestemmingen voor vandaag. Hier worden er uitgebreide mogelijkheden geboden tot natuurrecreatie. Wandelen maakt daar ongetwijfeld het grootste deel van uit en misschien dekt het wel de ganse lading. Wandelsport is helemaal geen kunst als je fysiek nog een beetje weerbaar bent. En een atleet hoef je daar ook al  helemaal niet voor te zijn. Ik zie nog geen Gouden Bottien of een Zilveren Wandelstokje uitreiken aan de één of andere verkozen 'Wandelaar van het Jaar' beladen met indrukwekkende prestaties. Daar hoef je niet aan te twijfelen. 

Herentals heeft haar naam te danken aan de haagbeuk, een plant die je daar veelvuldig in de natuur aantreft. Haagbeuk werd vroeger jaren immers Heers genoemd. Ook op het wapenschild van Herentals tref je de haagbeuk aan. De stad is gelegen ten zuiden van de Kleine Nete en het noorden is vooral een bebost gebied met een rijke fauna en flora. Het is daar in dat noorden dat de lamp brandde of beter gezegd de klok luidde.  Herentalsenaren worden Klokkenververs of ook wel Pee Stekers genoemd. Om in vorige eeuwen de klokken in het Belfort te beschermen tegen roest kwamen enkele pientere notabelen op een ingenieus idee. Ze lieten de klokken overschilderen. Het mooie klokkengebeier van weleer werd hierdoor helemaal vervormd en was niet meer om aan te horen. Hun bijnaam de Pee Stekers is dan weer een ander verhaal dat uit een oudere legende ontsproot. Een poortwachter vond de grendel niet van de stadspoort toen een vijandelijk leger de stad wilde binnenstormen. Een grote pee kon ook tijdelijk dienst doen als grendel totdat hij de grendel had teruggevonden. Zo oordeelde hij althans maar tijdens zijn zoektocht speelde voorbijwandelend vee de wortel ongestoord naar binnen. Ik kan me van m'n wandeling in Ninove een gelijkaardig wapenfeit herinneren. 

Stipte trein vandaag, sjappoo voor de NMBS deze keer. Afgestapt in Herentals-statie rond een uur of halfelf voor een luswandelingetje van een dikke 20 kilometertjes aan de noordwestrand van Herentals. Ik, de Ronny en de Catsjoe. De andere stapmaten waren verhinderd vanwege andere plannen. Schilderen bijvoorbeeld zoals den Angelo. Hij heeft zich nog 4 borstels extra moeten aankopen. Een sjiek trackske dwars door de bossen, langs kanalen en een riviertje lag in het vooruitzicht. Volop in het groen dus. Allez, als je dat nog mag zeggen in het midden van de herfst 😔. 


Maar eerst nog een stukje stad doorwandelen vooraleer dat groen kon geconsumeerd worden. Herentals is een stad met een rijke geschiedenis, vooral een militaire als garnizoensstad van verschillende legers. Zelfs tot voor kort lagen logistieke bataljons van het Britse leger hier gekazerneerd. 

Van 1576 tot 1584 bezetten Staatse troepen de stad. Gezien de evolutie van de artillerie de stenen middeleeuwse muren overbodig maakten, werden er aarden vesten aangelegd die ook nu nog deels bestaan. Om de stad verdedigbaarder te maken werd een deel van de stad afgebroken. Ook het Begijnhof Herentals diende te verhuizen naar de huidige locatie aan de Begijnenvest. Herentals werd een belangrijke garnizoensstad centraal gelegen in de Kempen waardoor het wel leed onder talrijke soldatenwoelingen in de 16de, 17de en 18de eeuw en daardoor economisch achteruit ging. 

Goed, we stapten richting Kleine Nete uit en de Poederleese steenweg voorbij om een eerste bezoekje te brengen aan de Kruisberg. Daar treft men een zeer pittoreske kruisweg aan. Waarschijnlijk de oudste van het land. Een 15de eeuwse minderbroeder die naar Jeruzalem had gepelgrimeerd en zich in 1461 te Herentals vestigde kwam op het idee een Palestijnse kruisweg na te bootsen. Bovenop de berg staat dan de Heilige Kruiskapel (1534). Een prima omweggetje om onze katholiek getinte evocaties van verleden week wat kleur te geven. Enkele jaren geleden waren we hier al eens gepasseerd. Nu zag het kapelletje er vrij vervallen uit. Een deel van het dak was ingestort. 

De Kleine Nete zouden we nog tegenkomen iets verder en ook het Kanaal Bocholt Herentals. Altijd rustgevend zo een stukje jaagpad. In de loop der jaren zijn er heel wat infrastructuurwerken uitgevoerd in de Kempen. Zowel aan de waterwegen als aan het spoor. In 1803 beginnen de eerste veldmetingen van het Grand Canal du Nord die de Schelde, Maas en Rijn moest verbinden. In 1806 kiest men voor het tracé Antwerpen-Venlo-Neuss via Herentals. Het tracé Antwerpen-Herentals liep voorlopig via de rivieren Schelde, Rupel, Nete en Kleine Nete, doch het stuk Rupel-Herentals was quasi onbruikbaar. In 1810 toen de werken voor 2/3 voltooid waren, waaronder het kanaal Herentals-Ten Aard, vroegen de Nederlanders om de werken stil te leggen om hun monopolie op de Rijnhavens te beschermen. Kort na de oprichting van België werden de werken verdergezet. Het Netekanaal tussen de Rupel en Duffel werd in 1839 bevaarbaar, en ook de kanalisering van de Kleine Nete tot aan Herentals werd voltooid in 1839. Het hele tracé zal de Kempische Vaart gaan heten. Herentals werd ook een belangrijk spoorknooppunt. In 1855 werd het tracé Herentals-Turnhout geopend alsook het tracé Lier-Herentals. In 1878 werd het traject van Herentals naar Mol geopend als onderdeel van de IJzeren Rijn, die Antwerpen met Mönchengladbach in Duitsland moest verbinden. Door grote spoor-, steenweg-, en waterinfrastructuur werken werd Herentals een belangrijk knooppunt in het noorden van de nieuwe Belgische staat. Heel wat fabrieken vestigden zich daardoor in de stad, waaronder een ijzergieterij, lakennijverheid, en schoenfabrieken. Vooral in de 2de helft van de 19de eeuw herstelde Herentals zich economisch. 

Tot hier een grabbel met weetjes over Herentals. Inmiddels zaten we al te midden van de Kempische Heuvelrug. Vrij mooie wandelpaadjes kris kras door een bosgebied begroeid met grove en Corsicaanse dennen. Je zit daar in een erg gevarieerde biotoop bestaande uit heidegrond, vennen, open stuifzanden, holle wegen en loofbos. Ondertussen was het zo een beetje te beginnen miezeren en we waren op zoek naar een picknickplaatsje voor het schaft. Een vogelkijkhut aan het Zwarte Water, een uitgestrekt ven, bood de ideale stek aan. De Ronny wees me er op dat er nog volk in die hut zat. Een bel was er niet en voorzichtigskes zijn we naar binnen geschuifeld. Wie weet welke taferelen je er aantreft ? Inderdaad een jong koppeltje was er even aan het schuilen voor de regenbui en tegelijkertijd wat aan het uitrusten van hun wandeling. Het was er dan ook een mooi plekje met wijds uitzicht op het grote ven. Toch nog een leuk babbeltje gehad met dat koppel. Ze gingen vaak wandelen in deze bossen. De wandeling liep verder langs de snepkesvijver richting camping 'De Korte Heide'. Even passeerden we een stel verlaten vakantiewoningen. Het bood een apocalyptische aanblik. De benaming stortplaats waardig. Onbegrijpelijk dat zulk verval door de overheid in Herentals wordt gedoogd. De aanblik hiervan is in ieder geval geen stimulans voor passanten om zorg te dragen voor natuur en milieu. 

Een terrasje doen in november klinkt nogal onnozel maar we konden moeilijk voorbijlopen aan het restaurant annex café van camping De Kleine Heide. De kalandizie van dit etablissement zat binnen knusjes te genieten van een koffieke en een taartje. Die moet ons zot verklaard hebben omdat we op dat terras buiten wilden gaan zitten. Op een terraske onder een afdakje smaakt een tripeltje dubbel zo goed vind ik en er was plaats genoeg. Leeg, geen kat zat er op het terras ! 
Er moest nog een kilometertje of 8 afgestruind worden. Die waren voor het Olens Broek bestemd. Het Olens Broek maakte als natuurgebied langs de Kleine Nete, gelegen tussen de gemeente Olen en de stad Herentals een mooie comeback. Het ganse gebied was bijna volledig verwoest door landbouwontginning waardoor het helemaal verdorde. Een zorgvuldige aanpak van Natuurpunt heeft ervoor gezorgd dat het vandaag opnieuw in volle bloei staat. Het werd volledig in haar oude pracht hersteld. Het bestaat nu uit verschillende deelgebieden die samen één groen/blauw lint vormen langs de Kleine Nete. Samen vormen ze een gevarieerd landschap van ongeveer 185 hectare groot met elzenbroekbossen, hooilanden, rivierduinen en houtwallen. Ook weeral een topgebied om door te wandelen. 
Het begon al te donkeren en ik had verdorie m'n lampje niet bij. Gelukkig had de Ronny het zijne bij want op het smalle paadje langs de Kleine Nete, de laatste kilometers tot aan de statie was het behoorlijk donker. We zijn dus heelhuids aan de statie geraakt. Iets na schema maar dat was eerder te wijten aan het verloren lopen. Op die talloze paadjes moet je goed je kaart of GPS in  't oog houden of je loopt zo de afslagen voorbij. Zeker als je druk met elkaar in gesprek bent heb je het vlug vlaggen. Daarmee werd ons trajectje van een goeie 20km met een slordige 4km verlengd. Ach een paar paaltjes meer, dat maakt geen verschil. Eens te meer werd het een heel schone dag. Gene moment verveeld. 

En vooruit nu maar, ik ga nog een beetje aan mijne Camino Portuguèse knutselen. Beetje de Albergues opzoeken. Daar in Portugal moet ge meestal bij de pompiers gaan aankloppen om slapen te vinden. Dat is nu ook weer geen probleem. Wat heb je aan een superdeluxe bed of een ballroom als slaapkamer wanneer je je ogen dicht hebt en slaapt ? Je ziet immers geen lap ! Maar .... en daardoor begin ik weer vol enthousiasme te plannen ...  ik heb ondertussen heel goed nieuws gekregen van mijne stapmaat op de Zilverroute Al Wimmer uit Portland / Oregon. Na zijn beenbreuk in '15 in Compostela heeft hij er alle vertrouwen in dat hij volgend jaar terug The Way kan gaan verkennen. Ik ben er blij om. Het heeft er een hele tijd naar uitgezien dat hij zijn been zou kwijtspelen. Gelukkig, na een heel lange revalidatie en vele operaties is alles terug in de plooien gevallen. In augustus of september zien we mekaar terug in Lissabon als het Dezeke Vader belieft. We hebben al halvelings afgesproken. We zien er al wreed naar uit ! Holy Guacamole, ik hoor het hem al zeggen. Fantastische gast den Al.


13197 Created with flickr slideshow.

dinsdag 7 november 2017

Hamme en het Beneden-Scheldegebied

Vandaag trokken we naar Hamme. Op den Angelo na iedereen present voor een wandelingetje aan de Beneden-Scheldeloop waarin de Durme uitmondt. Ik vermoed dat onze maat Angelo het niet meer durft te zeggen dat hij nog altijd aan zijn schilderwerk bezig is. Niet dat daar ooit om gevraagd werd maar een reden om forfait te geven gaf hij deze keer niet op 💤💦. We zullen eens op een zondag een benefietwandeling organiseren in Willebroek en met de opbrengst ervan een schare schilders bekostigen. Of het tv-programma 'Help mijn man is een klusser' eens aanschrijven met een verzoekje kan ook. Met de andere 4 stapmaten een weekje mee een handje gaan toesteken is een andere valabele optie. Dit uiteraard tegen kost, drank en inwoon.  Het valt alleszins te overwegen. Ach, een beetje gekheid op een stokske is goed voor de lachrimpels van onze maat. 
Alhoewel een groot gedeelte op Hams grondgebied zou verlopen was de start gepland in Elversele. Dit lag iets gemakkelijker om zonder te veel omwegen Hamme aan te lopen en tegelijkertijd den Hugo op te pikken in Temse. In Hamme zelf, een in de 7de eeuw ontstaan dorp uit een Frankische nederzetting valt er veel te bezien. De driebeukige classicistische kerk van Sint-Pieters Banden met een 12e-eeuwse westertoren met laatromaanse galmgaten is nog maar een begin. Een Spaans Huis met tuin, de oude Mirabrug, een pastorie genaamd 'De Grote Napoleon'. Verder nog de enige resterende windmolen zonder wieken 'De Groten Dorst', een beschermde Kapel genaamd Tweebruggen, en een authentieke getijden-watermolen aan de Oude Durme. Maar er valt in de omtrek nog zoveel meer bekijks te bewonderen. De moeite is het wel.


In de deelgemeente Moerzeke rust in de Pius X-kapel het stoffelijk overschot van de zaligverklaarde priester Edward Poppe. Op het grondgebied van Hamme zelf ligt ook het Lippenbroek. Dit gebied maakt onderwerp uit van een experimenteel project voor het herstel van een intergetijdengebied in het Schelde-estuarium. Aan de monding van de Durme herinnert een monument ons aan Filip De Pillecyn, de illustere Hamse schrijver. Of er ooit een monument komt te staan voor de hedendaagse schrijver Herman Brusselmans, ook een Hammenaar, valt nog af te wachten. Een Archeologisch Museum met méér dan 5.000 voorwerpen van de prehistorie tot de 17de eeuw tref je daar in Hamme ook al aan. Keuze genoeg dus wanneer je wat volkscultuur wil gaan snuiven. Maar de bedoeling was om hier de wijdse omgeving in te trekken. Er op af dus ! 





Elversele, Hamme, Driegoten Veer, Branst, Mariekerke,  Moerzeke Veer en terug naar af. Dat moest het worden. Alleszins een fermbelegd boke. Het weer zat mee, wel overwegend grijs maar droog, dus op weg.
Aan de Mirabrug autootje gestald. Deze draaibrug over de Durme kreeg haar naam van het vrouwelijke hoofdpersonage uit het plattelandsepos van filmregisseur Fons Rademaekers. De opnamen voor  de Vlaamse film Mira, of 'de  teleurgang van de Waterhoek' werden daar gedraaid. Plattelandsnostalgie met als blauwdruk onze vaderlandse geschiedenis. Het boerenleven van weleer of sociaal drama waren doorgaans de hoofdingrediënten in onze Vlaamse films. Je moet natuurlijk wel van zulk een genre houden maar jarenlang waren dit de enige genres die als representatief golden voor onze Vlaamse filmkunst
Rond 11u liepen we deze beroemde brug over richting Hamme. Langs polderwegeltjes ging het in een wijde boog rond Hamme richting het veer Driegoten. De aanleg van overstromingsgebieden, potpolders en nieuwe dijken maken deel uit van de Sigmawerken en eventjes zag het ernaar uit dat deze werken onze wandelplannen in de war zouden sturen. Zo'n grote bedrijvigheid werd er nu ook niet aan de dag gelegd en bijgevolg maakten de afsluitingen rond de werken geen al te grote indruk en hindernis om op koers te blijven. Kort daarop werd het veer Driegoten - Weert genomen. Een onderdeel van het parcours waar de Catsjoe niet zo happig op is. De veerman kwam er stipt om 12 uur aangereden met z'n veloke. Enkele minuutjes later konden we voortstappen richting Branst, eveneens een gezellig Scheldedorpje. De Ronny heeft er zijn avondsoep kunnen bijeenrapen. Enorme preivelden lagen er juist gerooid bij en de preistengels die van de kar gevallen waren verhuisden naar  zijn rugzak. Niks mis mee, verser kon je niet vinden. 


In Mariekerke zijn we een cafeetje binnengeduikeld. Er bleek een scheepvaartmuseummeke in gehuisvest. Niet verwonderlijk wanneer je weet dat Mariekerke ooit een vermaard vissersdorp is geweest. Gezellige kroeg vol foto's van vissers met die typerende karakterkoppen. In de tuin van de kroeg stond de stuurhut van een spits opgesteld.  Prompt kregen we van een klant, blijkbaar de prins van de visfeestvierderij, een uitnodiging voor de visfeesten in juni volgend jaar. De cafébazin, een dame van een reeds respectabele leeftijd,  speelde sjoelbak met haar man. Er heerste een gemoedelijke sfeer in dat kroegje. Na onzen tweede tripel nam ze de microfoon en begon ze oude visserliedjes te kwelen van achter haar toog. De onderwerpen die in deze liedjes aan bod kwamen waren mijns inziens nu wel niet onmiddelijk voor kinderoortjes bestemd maar niettemin erg amusant. Ondertussen hadden we de cafévloer lelijk begaaid met de opgedroogde modder die aan onze bottienen was blijven plakken. Het deerde haar niet maar ze stelde het zichtbaar op prijs dat we om borstel en vuilblik vroegen om het vervolgens zelf op te vagen. Rare klanten moet ze gedacht hebben. Dat kon ik uit haar oogskes aflezen. Het was een klein moeite om dat even op te lossen. 
Nog wat verder stappen nu langs de scheldeboord tot aan het veer van Mariekerke dat ons naar Moerzeke-Kastel zou brengen. Dat verliep ook vlot. Daarna ging het terug binnendoor naar Hamme uit. Overwegend leverde dit lusje van een 20-tal km'tjes een prachtige wandeling op in een veelzijdig gebied. Poldergrond, dijken, moerassen, taluds, jaagpaden, rietkragen, wielen, een sleper op de stroom, smalle kronkelpaadjes slingerend in de vette poldergrond, wandelwegen voor de zondagsrecreant, pittoreske dorpjes, kortom een hele brede waaier in het natuuraanbod krijg je daar op je bord. Maar het begon al te donkeren ondertussen en bijgevolg liep de wandeling op haar einde. 


Er werd weeral heel wat bijgepraat onderweg. Zelfs de leerstellingen van de kerk passeerden even de revue. Niet dat het religieuze ons zo bezighoudt, het was meer een kwestie van wat er nog te herinneren viel van de 10 geboden en de 7 werken van barmhartigheid. De Ronny riep de hulp in van zijn smartphone om de gaten in zijn geheugen aan te vullen. Een schande feitelijk en dit als recentelijk ingewijde Compostela-pelgrim. De aanwezige kennis viel nog mee. Niet moeilijk als je je herinnert dat dit er vroeger bij wijze van spreken door de pastoors werd ingeklopt. Van m'n 6 jaar al 😠, afgaand op m'n eerste communieboekje. Die zwartrokken verdomme,  uit wel verdomd vaatje lagen die eigenlijk wel te tappen ?   Op een paar overbodige geboden uit die stenen tafelen na hoef je eigenlijk niet veel meer te weten om als een goed mens door 't leven te stappen. Althans, dit is mijn mening maar evengoed met het nodige respect voor degenen die daar anders over denken. 
De straten van Hamme lagen er maar verlaten bij. Den Hugo speelde op die laatste kilometertjes nog even als stadsgids.  Hamme bleek een tweede thuis voor hem te zijn. Een boeiend en stijlvol brochureke over Hamme vind je via deze link : Toeristische Brochure Hamme . Moest het jou interesseren uiteraard. 

Na nog een korte stop aan een cafeetje in Hamme zelf was het al volledig donker. Bij aankomst aan de Mira brug was deze al geheel in duisternis gehuld. Een mooie wandeling werd weeral opgeschreven.  Deze mening werd unaniem gedeeld met de andere stapmaten en de Catsjoe. 

donderdag 2 november 2017

Het " Sint Anneke " - een solotripke

Stramme knoken deze morgen bij het opstaan. De mot begint er precies haar werk in te doen. Waarschijnlijk te wijten aan het feit dat het inmiddels 3 weken geleden is dat ik nog gestapt heb. Sorry, 2 weken. Die mot heeft blijkbaar nog een ander werkterrein. Rust roest dus en ik word het stilletjes aan gewaar. 
Deze keer ben ik er onverwachts alleen op uit getrokken. In het herfstverlof zouden de stapmaten wellicht wat anders aan hun hoofd gehad hebben en om op het laatste nippertje nog een oproep te lanceren ... daar was het al wat te laat voor. 


 


Maar verleden week vrijdag daarentegen zijn we met de stapmaten en de respectievelijke eega's nog eens bijeengekomen ten huize Ronny om de vriendschap wat op te blinken. Geweldige avond, lekker gegeten want de Ronny had daar een paella getoverd om U tegen te zeggen. Nogal royaal uitgepakt zou ik durven zeggen want er was genoeg om een heel regiment dragonders mee vol te lepelen, hun paarden mochten daar gerust bijgeteld worden. Een superieure en lekkere Rioja erbij, wat onovertroffen tapakes die Marc en Monique hadden ineengeknutseld als voorgerechtje, subliem gebak met signatuur "Maison Agnes & Hugo / Tamise" en een onvervalste crème Catalane van ons Annick als respectievelijke dessertjes. Af met ander woorden,  ... alles  volledig in stijl overeenkomstig onze Santiago-avonturen in Spanje die ondertussen onze stap-palmaressen al wat kleur hebben gegeven. Alhoewel, daar op die camino's hebben we het dikwijls moeten stellen met een simpel boccadilloke con jamon of queso en wat water uit de één of andere fontein of kraantje. Dat er bij deze hoorn des overvloeds de toekomstplannen werden toegelicht hoeft geen betoog. De volgende keer zal het bij ons thuis te doen zijn. Plezant, dat zal dus nog vervolgd worden !


Maar waar naartoe zo op het laatste moment ?  Antwerpen Linkeroever is vlakbij en daar liggen enkele mooie natuurgebieden die beslist de moeite zijn om er eens door te wandelen. Enkele werden er wel kunstmatig aangelegd maar dat doet er niet toe. De inspanningen die geleverd werden om tot dit resultaat te komen zijn lovenswaardig. 



Antwerpen Linkeroever of in de volksmond het 'Sint Anneke' daar heb ik mijn eerste huwelijksjaren nog doorgebracht, meer bepaald in zo een appartementsgebouw op het 15de verdiep. Lang heb ik het er niet volgehouden want ik ging daar stilletjes dood zoals een vogeltje in een veel te klein kotje. Het uitzicht was er wel prachtig ! De Scheldestroom, de skyline van Antwerpen en het Sint Annastrand.
Het Sint Annastrand verwijst naar het voormalige dorpje Sint-Anna dat in de eerste helft van de 20ste eeuw plaats moest maken voor de nieuwe ontwikkelingen op de Antwerpse linkeroever. Toen was het strandje een populaire trekpleister bij veel Antwerpenaren. Met een veerboot kwamen ze hierheen om van de befaamde mosselen op Sint-Anneke te genieten. Ook vandaag kan je nog steeds mosselen proeven in een van de talrijke horecazaken.  Enne, de veerboot is terug van weggeweest !

In de gauwte had ik nog een toerke getekend. Ik schat nat gewogen een goeie 20 paaltjes. Startplaats op het scoutsterrein Lange Wapper en zo naar de Burchtse Weel, vervolgens naar het Vlietbos, het Rot en de Middenvijver om dan uiteindelijk aan het Sint Annastrand te belanden, in de volksmond beter gekend als "De Plaasj". Het Sint Annabos, tot over onze landsgrenzen heen in 'vakliteratuur' gepromoot als de ontmoetingsplek bij uitstek voor onze homofiele medemens, heb ik niet in het trajectje opgenomen. 





Via de Finse looppiste die mooi naast het Galgenweel loopt ging het naar de Burchtse Weel. Het Galgenweel is het grootste semi-natuurlijk brakwatermeer in Vlaanderen. Het meer is ongeveer 40 ha groot. De diepte varieert van 2 tot 15 meter en heeft een oeverlengte van 3500 meter. Het meer is ontstaan na een dijkdoorbraak en staat via een sluis in verbinding met de Zeeschelde zodat het een brakwaterplas kan blijven. Ook rond het Galgenweel is het beslist eens de moeite om een kijkje te nemen. De Burchtse Weel is nu helemaal leeggedregd en biedt de aanblik van een schorre. Je ziet er al een heleboel waadvogels fourageren.


Zo belandde ik na een goed halfuurtje al in Burcht. Oscar, een viriel en kleurrijk dorpsfiguur uit Burcht had de Vlaamse Leeuw gedrapeerd aan de gevel van zijn sjiek huis in de Kloosterstraat. God weet voor welke reden ? Het bos aan de Burchtse Weel was verlaten en het leek er op dat er zojuist een hevige storm dit stukje bos had geteisterd. Overal waar je zag lagen er omvergewaaide bomen over de paadjes. Het had ook iets griezeligs in zich dat bos. Links en rechts staken er met mos begroeide resten van betonconstructies uit de bosgrond. Tot krot vervallen hangars aan de zijkant, overwoekerde industrieterreinen, hier zou eens deugdzaam werk van moeten gemaakt worden om dit terug wat op te waarderen.  

Daarna kwam het Vlietbos aan de beurt. Ook hier geen levende ziel te bespeuren. Dit bos oogde iets mooier alhoewel ik de indruk kreeg dat men de natuurlijke vegetatie vrij spel liet in dit bos. Een nieuwe vorm van natuurbeheer waarbij enkel exoten en woekerende gewassen bestreden worden ter wille van de inheemse begroeiïng. Het zag er vrij woest uit maar daarom niet minder mooi. Die indruk had ik ook aan het Rot, een natuurgebied dat tegen de middenvijver aanleunde. Hier zag je dan weer duidelijk de hand in van het natuurbeheer. Mooie wandelpaadjes uit fijn grind en hier en daar een bordje met wat uitleg over fauna en flora. Op één van de bordjes stond er vermeld dat dit gebied een overwinteringsgebied is voor veel gevederde vrienden. Tevens werd er op gewezen dat dit een rustplaats was voor mens en dier en dat dit moest gerespecteerd worden. Alle begrip daarvoor maar ik stelde me toch vragen bij de notie 'rust'.  De E17 met haar op- en afritten in de buurt leverde serieus wat achtergrondlawaai op. Rond de 75dB, ik heb het nagemeten, en dan mochten we nog van een kalme dag spreken midden in de herfstvakantie. Met de aanleg van de Middenvijver, enkele jaren geleden, heeft Natuurbeheer haar doel bereikt. Een uitgekiend waterdammenstelsel om de vismigratie te bevorderen werd verwezenlijkt. Op één van de bordjes werd er gewag gemaakt van de zalmtrek maar daar stel ik me als leek toch enige vragen bij. Soit, het is er aangenaam toeven.  
Na de middenvijver belandde ik op de immens grote hondenweide. Het was er vrij rustig. Enkele species van de canem amans, hondenliefhebbers dus, lieten er hun viervoeters ongebreideld stoeien. Een paradijs voor de beesten. De Catsjoe heeft hier ook al rondgelopen vertelde de Ronny me. Zij kan er dus ongetwijfeld over meeblaffen. 
Nog een laatste stukje diende er bezocht te worden. De Plaasj. Tevens de biotoop van Radio Minerva, de vrije zender gerund door krasse 70-plussers. Het strand lag er maar verlaten bij wat gezien de temperatuur en de periode in het jaar niet te verwonderen viel. Wie zit er nu in zijn zwembroek of bikini aan een strand in november ? In België dan nog wel ! Een heel ander beeld valt er in de zomer te spotten. Dan loop je er soms letterlijk op de koppen. De restaurantjes op de dijk daarentegen trokken al wel wat volk. Waar zou dat Bougondische hart anders nog kloppen ? 
Zo mijn solotripje zat er op. Erg geslaagd als tussendoortje en het mooie weertje was ontegensprekelijk debet hieraan. Volgende week zijn de maten er terug bij. Toch wel iets gezelliger als je wat klap hebt onderweg en ook : De drempel is dan wat lager om hier of daar een kroegje binnen te duikelen voor een lekker pintje. M'n stapmaten miste ik vandaag toch wel een beetje. 



12651 Created with flickr slideshow.