Een weer om bij wijze van spreken geen hond door te jagen had tot gevolg dat er de vorige week niet op uit getrokken werd. Deze week, van woensdag op donderdag, stond er 's nachts een beter gesternte waardoor de weergoden goedgemutst voor een mooie dag zouden kunnen zorgen. Het werd bijgevolg verzamelen geblazen in Schoonaarde. Een lijnwandelingetje tussen dit Scheldedorpke en Wetteren lag aansnijdensklaar op de broodplank. Inspiratie voor dit trajectje had ik enkel maar te jatten op de website van de Grote Routepaden. We kunnen hier dus spreken van enige gemakzucht mijnentwege. Een kleine 20 kilometertjes doorheen de Scheldemeersen moesten deze keer volstaan om het gegeven ‘wandeling’ enige inhoud te geven.
10u10 en het 'verzamelen blazen' klonk daar in Schoonaarde. Samen met den Hugo spoorde ik daarvoor over Dendermonde. Voor de Marc en de Ronny was dit over Mechelen. Vrij vlot, zijnde weliswaar bij uitzondering - dus min of meer zonder al te grote vertragingen, bereikten we onze bestemming. Eerst diende er een kort stukje in de ochtendmist gelopen te worden tot aan de Scheldedijk vooraleer we er aan konden beginnen. Die mist omfloerste jaagpad en water. Een ideaal kiekje voor een begrafenisprentje dacht ik nog. Mooi decor. Er zat behoorlijk wat vaart in de stroming van de Schelde en dat leidde bij de Ronny en den Hugo tot enige speculatie. De Ronny beweerde dat hij zou kunnen overzwemmen en daarbij hooguit 50m zou afdrijven. Den Hugo maakte daar 500 meter van. Gewed werd er nog juist niet ! Stel .... ! Iets later fluisterde de Ronny me toe dat hij sowieso een weddenschap zou winnen. De leperik zou gewacht hebben op het dode tij. Dat werd immers eerder niet vermeld in de weddenschapsvoorwaarden. Den Hugo wist ons ook te vertellen dat de bewoners hier in de regio serieus worden getreiterd door knijten. Een echte plaag die elk jaar terug de kop opsteekt bij warmer weer. Het schijnt dat de aanplant van cannabisakkers hieraan kan verhelpen. Gemuteerde cannabis wel te verstaan.
Via de wandeldijk langs de Schelde wandelden we achtereenvolgens langs het Paardebroek en de Paardeweide. Deze twee wetlands behoren tot het natuurreservaat 'de Scheldemeersen'. De Paardeweide met 85 ha aan oppervlakte is één van de gecontroleerde overstromingsgebieden van het Sigmaplan. Hier loopt de Schelde bij extreem stormtij over de dijk en in het gebied om zo de bewoonde gebieden te beschermen tegen de overstromingen. Infoborden langs het pad doen er de ambitieuze opzet van het Sigmaplan uit de doeken en maken je wegwijs in de natte natuur. Nieuwe planten, vogels en vissen vonden al snel hunne weg naar deze nieuw ingerichte natuurpareltjes. Vooral de Paardeweide met haar open water, rietkragen en een mix van graslanden is een hotspot voor vogels. Een bont allegaartje van reigerachtigen, steltlopers en andere watervogels strijken hier graag neer. Klapwiekend vloog zo een specimen uit de reigerfamilie boven onze kop. Opletten dus dat er niets gedropt werd want die mannen hebben nogal eens last van darmkolieken en dat kan tot onappetijtelijke gevolgen leiden.
Na die Paardenweide stapten we richting Domeinbos Berlarebroek waarbij we regelmatig in die wetlands duikelden. Uiteraard lagen de paadjes er modderig bij. Zelfs hier en daar stonden ze blank. Dat was te verwachten en daarom had ik in de morgen nog m’n oude bottienen aangetrokken. M’n nieuwe bottienen wilde ik nog even een dergelijk parcours besparen.
Onze Marc is nog steeds niet genezen van zijn rijstvlaaiverslaving. Naar verluidt heeft hij na het uitbranden van de bakkerij van z’n vroegere dealer er een nieuwe ontdekt waar hij zijn gerief kan halen. Let wel, de lat kwa kwaliteit van vlaaike ligt hoog voor onze maat. Met de traditionele stop voor de rijstvlaaikesdegustatie konden we recenseren. Het mag gezegd en beaamd worden door mezelf en den Hugo : Ze zijn superlekker. De Ronny daarentegen, die onthield zich van commentaar want hij lust zoiets niet.
Tegen het middaguur aan, ondertussen waren we al terug naar die Scheldedijk gekeerd, keken we uit naar een kroegje om te kunnen schoven. Via een kleine omweg belandden we in Uitbergen waar in cafe 'De Zwaan' onze nood kon gelenigd worden. De stamineebazin, vooraan de 40 schatte ik haar, maakte geen bezwaar dat de bokes mochten opgegeten worden. Met een tripeltje of een koffietje erbij konden we na afloop over een geslaagde maaltijd spreken. Recht over het café stond er een groenten- en fruitkraam opogesteld. Dat staat er alle dagen. De Ronny kocht er 12 dadels zo groot als ganzeneieren. Volgens onze maat kon de marktkramer maar tot 6 tellen. 12 stuks werden er 2 maal tot 6 tellend in het zakje gestoken 😊. Dit even ter zijde. Gemanierd dat we waren en dit nog steeds zijn vroegen we bij het opstappen naar borstel en blik. Je laat immers serieus wat zand en slijk uit je bottienen achter na zulk een bezoekje en dat is wel vervelend. Maar het hoefde niet, de bazin maakte er helemaal geen punt van. Ze zou het zelf wel opvagen. Arrivederci bella en txs voor de gastvrijheid.
Terug naar de scheldedijk daarna om via de Wijmeers naar het Heisbroek en zo verder richting Schellebelle te tenen. In het Heisbroek werden er stokken in de wielen gestoken. In ons geval waren dat de bottienen in plaats van de wielen. Het pad was verdwenen en in een moeras herschapen. Even op de stappen terugkeren werd de boodschap om toch nog in Schellebelle te geraken. Een wandelkoppel dat ons op enkele honderden meters volgde werd door ons gewaarschuwd voor het ontoegankelijke pad. Daar werd niet naar geluisterd en ze verzaakten aan de goede raad. Wie niet horen wil moet voelen is nog steeds een gangbare uitdrukking. Aangekomen in Schellebelle aan het veer lasten we een aperostop in. En zie daar, iets later ! Het koppel dat evengoed rechtsomkeer moest maken.
Met het luiden van een aan dat veer opgestelde bel wordt de veerman verzocht om een overzet. Helaas, het geklingel zal stoppen want dit veer is aan haar laatste ademtochten bezig. 'De veerman houdt het na 32 jaar voor bekeken en dat is een probleem !' : Dit kopte de krant onlangs boven haar paginabreed bericht. Nu kwamen de Kalkense meersen aan de beurt. Deze gebieden waren te nat om te voldoen als bouwgrond. Tot in de 19e eeuw werd hier turf ontgonnen. Zo ontstonden poelen die vogels aantrokken. Het is een 100 ha groot natuurgebied bestaande uit de aaneensluiting van de Kastermeersen, Broekmeers, Springels, Wijmeers, Molenmeers, Scherenmeersen en Belham.
Als een van de grootste overblijfselen van de Scheldemeersen vormt het een laaggelegen vochtig gebied in de voormalige overstromingsvlakte van de Schelde. Door het gebied loopt ook een oude Scheldearm, die bij een rechttrekking van de Schelde werd afgesneden. Daar zijn we dan ook langs gewandeld. Nat grasland met grachten en poelen met rietkragen en knotwilgrijen troffen we aan rond deze oude Scheldearm. De wandeling zat er bijna op wanneer de voetgangersbrug over de Schelde in Wetteren in zicht kwam. Nu was het enkel nog zaak het sjieke café 'Het Posthotel' op te zoeken. Een magnifieke locatie om een dag met de stapmaten op een waardige manier af te ronden. De Marc en de Ronny vertrokken iets vroeger, ze moesten over Mechelen sporen. Ik en den Hugo bestelden nog in de gauwte een tripeltje 😌😌😌. Zie eens aan ! Weeral een mooie stapdag kon er opgetekend worden.
Om van een frisse winterwandeling aan de zee te kunnen genieten mag het daar zeker niet regenen. Donderdag en vrijdag zouden de weergoden het rustig houden in het Walhalla. Thor was goedgezind en zou zorgen voor een stralend winterzonnetje. Hij wilde ze zelfs omringen met het helderste azuurblauw. Zulk een winterwandelingetje aan zee was ik al iets langer van plan maar met de wandelmaten kwam het er nog niet van. Met zulk mooi weer in het vooruitzicht kon ik deze week moeilijk thuis blijven en koos daarom voor de vlucht vooruit.
Met de kleinzoon lukte een uitstap naar zee iets eerder al maar dan kon ik moeilijk van een serieuze trip spreken. De pier, het strand en de kerstmarkt bezoeken daar in Oostende onder ons getweetjes zonder gemoei van een betuttelende mama of oma, mims in dit geval, was zalig. Suikerspinnen, frieten en nog wat andere ongezonde lekkernijen, rommel genaamd maw, nee geen ijsjes want het was iets te koud daarvoor, nog wat kermismolentjes erbij, allemaal 'no problem' en dit alles zonder al te veel restricties. Wat een luxe zeg. Over de stichtende waarde hiervan bewaar ik even het stilzwijgen. Bovendien valt een treinreisje naar zulk een Sodoma en Gomorra wel in de smaak van zo een jonge snaak. Eerder quality time met m'n jongste beste maat is het. Zo zou ik het althans kunnen benoemen. Zolang het nog kan laat ik dit niet aan me voorbijgaan.
Als gevolg van het uitblijven van een serieus toerke liet ik een ballonneke op bij de stapmaten maar de oudejaarsroest zat er nog een beetje in, de respons was navenant. De Ronny had eerder al interesse getoond, een plan was dus in de maak maar een triest voorval was oorzaak dat ik en de Ronny oordeelden dat de andere stapmaten niet verder op de hoogte hoefden gebracht te worden van de wandelplannen. Een ex-collega die al jaren in Oostende woont maakte melding dat zijn vrouw juist kwam te overlijden. Met het aangename aan het nuttige te koppelen besloot de Ronny om contact met hem te zoeken zodat we persoonlijk ons medeleven konden komen betuigen. Daags erna op vrijdag zijn we nog eens teruggekeerd om naar de uitvaartdienst te gaan.
Deze was ontzettend mooi in haar eenvoud. Een mooie tekst sierde haar herdenkingskaartje.
Wat ik zo graag nog in je oor had willen fluisteren
vertrouw ik nu toe aan de wind
in de hoop dat elk woord recht uit mijn hart
jou daar toch nog ergens vindt.
Rust in vrede Nicole ! Het was een genoegen jou gekend te mogen hebben zijnde een warme en fijne dame. Moge den Theo dit verlies vlug een plaatsje kunnen geven.
Na de nodige gekende treinperikelen rond afschaffingen en vertragingen konden we met enige vertraging rond 10u30 in Blankenberge afstappen. Geen erg dat het wat later werd, de treinperikelen werden onderweg immers weggespoeld met warme kippeboutjes en wat borrels rum. Blankenberge was als startpunt goed gekozen aangezien er een strakke noorderwind stond. In de rug kon die ons een beetje voortblazen. Wooow, een strak blauwe hemel omspande het zwerk ! Thor was op de afspraak ! We telden afgaand op de scherp afgetekende waterdampsporen wel 11 vliegers hoog in de lucht. Een gezonde mix van lucht aangevoerd van de noordpool en de zilte zeewind vulde de longen ... hiermee zou het genieten worden van prachtig wandelweer. Op stap dus ! Een koffieke moest er nog eerst wel af kunnen. In de 'Les deux clefs' kon dat verzilverd worden. Deze volkskroeg was ons niet onbekend. Enkele jaren terug waren we daar getuige van een taalkundige openbaring. Eén van de gasten daar, een Westvlaming en op leeftijd weliswaar, bracht zijn lessen Nederlands uit zijn schooltijd ten berde. 'Lud en duddelik moet je klap'n' zei de skoolmeestere ! Jawadde het Westvlaamse dialect heeft heus haar charme. Mooi om horen is dat. Behalve voor sommige dikkenekken uit de koekestad Antwerpen die hier de volgende domme opmerking over zouden maken : "Doe verdoeme dien hiete pataat uit oewe mond ! 😉"
We stapten daar op. Rond de jachthaven wandelend kwamen we weldra aan het strand. Veel zonnekloppers zijn we er niet tegengekomen. Te koud waarschijnlijk. De aanrollende golven zorgden voor enige inspiratie bij mijn stapmaat. De leukerd wilde persé een fotootje trekken van het opkomende tij. Zo een aanrollende golf bezorgde me verdorie een paar natte voeten. Jongens dat is genieten zo een wandeling op het strand. Geen badgasten , geen vliegers, geen jokari's, strand- noch petanqueballen vielen er te bespeuren. En zelfs op het naaktstrand van Bredene vielen er geen ontblote intieme lichaamsdelen te ontwaren. Nog gene vinger, de absolute verlatenheid van een kust in wintertijd werkt inspirerend. Enkel de compagnie van enkele strandlopertjes, die gekke aalvlugge vogeltjes, mochten we smaken. Zalig ! Tot voorbij Wenduine wandelden we op het strand. Dan ruilden we dit in voor de 'Zandpanne' een natuurgebied dat reikt tot in De Haan en eens daar voorbij overgaat in het natuurgebied 'De Duinbossen'. Het gebied ligtdus halverwege tussen De Haan en Wenduine, net ten oosten van de Zwarte kiezel. Het afwisselende landschap kent een verscheidenheid aan habitats. Zo zijn er enkele vochtige duinvalleien en een stuk ouder wordend loofbos. Heel waardevol is een open en reliëfrijk binnenduin, het laatste authentiek stukje grijze duinen in De Haan.
Een ander deel was lang geleden door mensenhanden geëffend en deed een tijdje dienst als vloeiweide voor het huishoudelijk afvalwater van de nabije kustdorpen, een waterzuiveringsproject avant la lettre dus. Dit was uiteraard een zware ingreep op de oorspronkelijke duinecologie die werd stopgezet. Ondertussen neemt de natuur terug over. De Haan op zich vind ik persoonlijk het sjiekste kustplaatsje dat we rijk zijn en dat is het ook. De Haan is alom bekend als het mooiste dorp aan de Belgische kust. Dat komt niet alleen door de aanwezigheid van het unieke en pittoreske tramstation van de vorige eeuw, maar ook door de beschermde villawijk 'de Concessie'. Deze straalt nog steeds de sfeer uit van de grandeur uit de Belle Époque.
Tijd voor de bokes was ondertussen al gepasseerd. Die hebben we kunnen aanspreken in De Duinbossen, het eerder vernoemd natuurgebied. Gluhwein en nog een aperoke in de gauwte. Een voorbijganger werd een glaasje aangeboden. De brave man wees dankbaar af. Maar we mochten kennismaken. Hij was diabetespatient en herstellende van een kwade kanker vandaar het afslaan van ons aanbod. De dokters hadden hem wijsgemaakt dat hij door de medicatie die hij moest nemen extreem zwaarlijvig zou worden. Sindsdien liep hij dagelijks tussen de 20 en 25km waarmee hij zou aantonen dat de dokters ongelijk hadden. En hij leverde ons daarbij het bewijs in levende lijve. Scherp afgetraind en in een prima mood. Chapeau zeg ! Ook het feit dat de man in kwestie vroeger overkoepelend directeur was van een aantal psychiatrische klinieken boeide de Ronny enorm vanwege de raakpunten in ieders leefwereld 😊😊😊 . Over wel meer dan 600 ziekenhuisbedden strekte zijn bevoegdheid als directeur. Dat zijn er veel. We stapten nog wat verder, hielden nog een stop aan een bankje bovenaan op de duinheuvel voor wat gemijmer rond het overlijden van onze collega zijn levensgezellin. Een roodborstje bracht ons hierbij wat gezelschap. De pluimpjes opgebold vanwege de kou trippelde het maar steeds dichter en dichterbij. Dan wipte het keer op keer weg om daarna weer op te duiken. Het was alsof het beestje iets wilde vertellen. Wat broodkruimeltjes waren vlug gevonden, vlak aan onze bottienen kwam het deze oppikken. Tot ziens gevederd vriendje of zou het bij toeval vriendinnetje kunnen zijn ? Na dit korte intermezzo werd besloten om de trip wat in te korten. Zo konden we nog genoeg tijd vrij maken om de ontmoeting met onze maat wat inhoud te geven. Afspraak in zijn stamkroeg de 'Pica Pica' daar in Oostende. Om daar tijdig te geraken zouden we beroep doen op de kusttram. Bijna aan de eerstvolgende halte aangekomen moesten we hem laten rijden. Iets te laat, ik wijt de onoplettendheid aan de intensiteit waarmee m'n stapcompagnon de gesprekken voerde. We stapten door tot aan de volgende halte. Na enkele minuutjes kwam de tram er aan.
Het deed onze maat kersverse weduwnaar zichtbaar deugd om zijn relaas te kunnen doen bij een pint. En ons gaf het een warm gevoel. We zouden 's anderendaags de uitvaart bijwonen. Dat hadden we al eerder voorgenomen !