zondag 1 juni 2025

Stationstapper tussen Wetteren en Gent Dampoort.

Solo slim werd het vandaag. Van Wetteren naar Gent Dampoort wilde ik wandelen. Dit was goed voor een goeie 25 paaltjes maar met de omwegen meegerekend werden het er 27. Grotendeels volgde dit pad niet alleen de GR122 Hulst - Doornik maar ook de Martinusroute die van het Nederlandse Utrecht tot in het Franse Tours loopt. Het werd een prachttrip maar nu, 2 dagen later en om al even vooruit op m'n relaas te lopen : M'n voeten zijn nog altijd aan het recupereren. Is het de ouderdom die me die loer draait ? Of was het de rust die roest ? Het zal zich wel oplossen. 

Verleden week ging onze Marc nog mee maar deze week trok ik er dus alleen op uit. Tempora mutantur et nos mutamur in illis ... vrij vertaald : De tijden veranderen en zo veranderen ook wij. Dit was een uitspraak van éne Matthias Borbonius in de 8ste eeuw waarmee die mens nagels met koppen sloeg. Met de Matthias z'n statement aan te halen bedoel ik dat het wandelgroepeke  stillekesaan ter ziele aan 't gaan is. Hier en daar zie ik nog een sporadische opflakkering en daar zal het mijn inziens bij blijven. Terecht worden er bij de stapmaten argumenten aangehaald om te verzaken maar het is allengs meer regel dan uitzondering aan het worden. De verplichtingen links en rechts op allerlei gebied verhinderen het vlot oplijnen met elkaar. Daardoor begin ik me een beetje opdringerig te voelen telkens ik een voorstel doorgeef. Ik kan fout zitten maar rond een gevoel kan men niet heen. Dat hebben de jaren me geleerd. Soit, het zij zo en bovendien is alles vergankelijk en niets bezit het eeuwige leven maar het zou me toch verheugen indien het enthousiasme terug wat aanzwengelde. En als de goesting opwelt om er samen eens op uit te trekken dan hoor ik het wel. 'Tempora mutantur et ego cum illis mutor' ga ik nu voor mezelf invullen 😊😊😊 ! Aanpassen aan de veranderingen ! Tot daar ! 

Om 9 uur stapte ik af in Wetteren. Een vlotte treintrip ging daaraan vooraf. De statie van Wetteren ligt wat uit het centrum. Het centrum zelf ligt tegen de Schelde aan en via een gezellige winkelstraat kwam ik daar terecht. Nu was het nog enkel een kwestie van met de voetgangersbrug de Schelde over te steken en de wandeling kon volop van start gaan. Aan de overkant liep ik langs de scheldeboord door de gehuchten Liefkenshoek, Kapellendries en Overschelde.  Ik stuitte daar in het gehucht Ede op de kruitmolen van de toenmalige buskruitfabriek en ook op een borstbeeld van de stichter Jan Frans Cooppal. Die stond er op een hardstenen sokkel. Een hele geschiedenis zit er gesponnen rond die buskruitmaker en zijn 'poeierfabriek'. Zo werden er ondermeer een 8-tal ontploffingen met een serieus aantal slachtoffers genoteerd op haar industrieel palmares. Moest het je interesseren : Buskruitfabriek Cooppal of het Poerkot.  

Een mooie wandelweg door het bos van Neerhekkers volgde met daarna de kennismaking met het kasteel van die pistonnekesfabrikant.  Ik liep voorbij het smeedijzeren hek van het kasteel van Jan Frans. Enkel de achtergevel van het kasteel was te zien. Daarna ging het richting Laarne uit waarbij ik iets voor de gemeentegrens door het Prullenbos liep. Het Prullenbos is een idyllisch recreatiedomein met een mooie visvijver. Laarne centrum zelf kon me bekoren. Het is een nette provinciegemeente die gezelligheid uitstraalt maar er desondanks prat op gaat een heksengemeente genoemd te worden. 

Het kasteel van Laarne wenkte. Dit bouwwerkjuweel is een prachtig bewaarde, middeleeuwse waterburcht met oorsprong in de 13de eeuw. De spitse ronde torens en de vierkante donjon stammen nog uit die vroegste tijd. Achter de tot de verbeelding sprekende gevel schuilt echter een duister verleden. Bij een bezoek ontdek je één van de donkerste hoofdstukken uit de geschiedenis van dit indrukwekkend slot. Jammer, ik was er iets te vroeg want een toerke in het kasteel zou me wel aangesproken hebben. Heksen spreken al eeuwenlang tot de verbeelding. In Europa werden ze vanaf 1450 ruim drie eeuwen lang vervolgd, ook in Laarne. In het midden van de zestiende en het begin van de zeventiende eeuw zijn een zevental Laarnse heksen veroordeeld. Annekin van Laerne, die evenwel in Gent woonde, was de eerste in het rijtje. In 1527 werd hij veroordeeld, niet als heks maar als misdadiger. Hij voorzag in zijn bestaan met waarzeggerij. Hij liep hiervoor een eerste veroordeling op in 1527 en werd uiteindelijk onthoofd in 1534. Tijdens het bewind van aartshertogen Albrecht en Isabella (1599-1621) bereikte de heksenwaan een hoogtepunt. Charles van Zuylen, de toenmalige heer van Laarne, speelde een belangrijke rol bij de lokale vervolgingen. Hij had de juridische macht om onder meer dood- en lijfstraffen uit te spreken. Onder zijn bewind vonden zes heksenprocessen plaats. Janne Callens, Passcheyne Neyts, Josyne Celis en Willemyne Sveermans eindigden op de brandstapel. De enige man, Lieven Lammens, werd verbannen. Josyne Luycx kreeg de vrijspraak. Laarne is zich zeer bewust van haar heksenidentiteit en stimuleert op verschillende manieren dat het verhaal van de heksen deel uitmaakt van het lokale collectieve geheugen. 

Rond de verkeerswissel R4 met de E17 ontstond er na haar aanleg een prachtig natuurgebied : De Damvallei. Prachtige wandelpaden slingerend door een gebied van plassen en bossen kom je niet vaak in elke regio tegen. Sprakeloos was ik om zo een ongerept plekje te ontdekken. Dit gebied is ontstaan toen de Schelde een andere loop koos en het gebied verlandde. In dit laagveenmoeras met vele poelen, blauwgraslanden en moerasbosjes liggen nog talrijke turfputjes. De Maan- en Kolkbeek doorsnijden het gebied en in de beekvalleitjes komen vele knotbomen voor. Op het hogergelegen stuk tussen de valleitjes ligt er dan weer akkerland. Wandelend langs de Damsloot, het Damslootmeer, de Meerskantpoelen en het Damvalleimeer kon ik m'n ogen volop de kost geven. Het geheel baadde in een decor van rust en groene weelde. Het Reinaertpark in Destelbergen liet ik links liggen en richtte me terug op de Scheldeboord. Daarmee kwam ik op het grondgebied van Gentbrugge terecht. Ik meende nog even langs m'n zoon te lopen, die woont daar in de geburen maar naar gewoonte was hij niet thuis. Hij zat in Blankenberge. Verder stappen dan maar, zo een kilometertje of 2 langs de Schelde. Ik herinner me van een eerdere wandeling met dezelfde zoon dat de aldaar omwonenden regelmatig getroffen worden door knijtenplagen. Waar rivieren zijn, kunnen knijten opduiken. Het zijn kleine, venijnige steekvliegjes die goed gedijen in natte natuur en hun eitjes leggen in vers slib. Die omstandigheden zijn massaal aanwezig langs de Schelde tussen Gentbrugge en Melle. Bij gebrek aan natuurlijke stroming is de Schelde er immers aangezand. Ja zeg, koop daar dan een peperduur luxe-appartement met zicht op de Schelde en je kunt achter je ramen blijven zitten wil je niet aangevallen worden door duizenden knijten. De bouwpromotoren zullen dit zeker niet vermeld hebben in hun promotiebrochureke.

Aangekomen in de Gentse periferie stak ik de Franse vaart over waardoor ik in het Keizerspark belandde. Daar was men een openluchtfestival aan het organiseren. Met vervolgens de brug over de Schelde te nemen kon ik via de Brusselse Poort Gent binnenglippen. De kade van de Achtervisserij en deze van de Nederschelde diende ik zo een 2km te volgen. Die kade zelf verkennen en er eens langs te lopen is zeker de moeite waard. Breed is het verharde zandpaadje niet. Hooguit 1 meter tussen de reling en de rooilijn van de bebouwing, ttz het tuinmuurtje van de aanpalende erven. De versiering van die tuintjes, tenminste deze waar je een inkijk hebt, bestaan uit de meest uiteenlopende prullaria
 en houden zo een beetje het midden tussen kleurige kitsch en nostalgische hippieglorie. Molentjes, bloempotten, smeedwerk, ballonnekes, plastieken bloemen en beestjes , tuinkabouters en noem maar op fleuren hier de buurt op. Wel leuk om dit in een stedelijke omgeving aan te treffen. 

Tussen de Napoleon De Pauwvertakking en de statie van Gent Dampoort kreeg ik een smske met een foto van mijne maat de Walter, een politieinspecteur op rust. Op die foto zat hij ergens op het één of ander Antwerps terras me met een brede smile jaloers te maken. Een 'Al Blondy' tripel pronkte met zijn witte schuimkraag uitdagend voor zijn neus. Aangezien ik al aan de statie was aanbeland zocht ik ook koortsachtig naar een terraske om hem een gelijkaardig fotoke terug te kunnen sturen. Eentje met een kasteelbierke of een Gruut van Gent, alleszins zoiets in die aard 😃. Geen terras te vinden maar het contrast tussen de buurt en de gedane wandeling kon niet groter zijn. Wat een vieze verloederde en marginale buurt is dat statiekwartier daar zeg ! Vuilnis in portieken met hopen. Mensen, sukkelaars eigenlijk die op de grond zittend naast hun blikje bier je aanstaren. Kleren in lompen. Ze bekijken je met een uitdrukkingsloze blik. Een walm tabaksrook moet je  trotseren bij het voorbijlopen. De armoe staat op hun lijf geschreven net zoals hun oerlelijke nietszeggende tattoos die hun sociale identiteit moet boosten. Ocharme toch denk je dan, hoe kom je in zulk een troosteloze toestand terecht ? Zelfs de stank van het drukke verkeer daar in de straten geven de troosteloosheid van de buurt nog een extra accentje. Weg daar ! En het idee om een terraske te zoeken liet ik bijgevolg al vlug varen. Ik besloot om de trein naar huis te nemen en eens thuis in mijnen hof een tripeltje soldaat te maken. Zo, de 27 paaltjes zaten er op, ik voelde terug dat er voeten onder mijn lijf stonden. Het zal nog even trainen worden vooraleer ik deze afstanden terug met de vingers in de neus kan aanpakken. Maar dat komt nog wel. Geduld is immers een mooie deugd. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.