vrijdag 31 maart 2017

Scheldeland : De Weert en Driegoten

Rond halftien afspraak bij den Hugo in Temse. De Marc heb ik opgewacht in Temse station en rond halftien hadden we afspraak ten huize Hugo. De Ronny had nog een mailtje gestuurd met de melding dat hij niet meeging en den Angelo moest zonodig nog schilderen. Ik begin stillekesaan te vermoeden dat hij met een gemakborstel bezig is. Ondertussen heeft hij me al wel een fotoke opgestuurd. Waarschijnlijk om zijn alibi wat geloofwaardiger te stofferen ! 't Is een zevenjarenplan aan het worden. 
De bedoeling was vandaag om een rustig toerke in de geburen te ondernemen. Het moet niet elke week zo zijn dat er lang moet gespoord worden. Dicht bij huis in Temse leek me ideaal.



De Weert en Driegoten liggen op een boogscheut van Temse en beantwoordden volledig aan die criteria. We konden er aan beginnen. De koffie stond al klaar bij den Hugo. Nog wat bijgekletst en weg waren we. Het ochtendwolkendek deed niet vermoeden dat het een stralende dag zou worden. Er vielen bij de start van onze trip nog zelfs enkele druppels regen. 30 maart 2017 werd de warmste dag ooit in de weersgeschiedenis opgetekend zo vertelde Gil de weervrouw. 22°C werd er na de middag in onze schoot gegooid. Als je met zo'n weertje in je kot blijft zitten dan weet ik het echt niet waarop de mensen nog zitten te wachten. 

Goed, eerst moest de Schelde overgestoken worden in Temse en onmiddelijk na de brug à droite. Er lag verdorie een gezonken lichter onder de brug. We passeerden eerst het 'Sas'. Het Sas op de Oude Schelde is het oudste waterbouwkundig kunstwerk in ons land. Het werd in 1592 opgebouwd tussen de nieuwe loop van de Schelde en de Oude Schelde. Sinds 1961 raakte het sas in onbruik. In 2001 werden het sas en zijn omgeving volledig gerestaureerd. Dat plekje is intussen ook opgenomen als een van de meer dan 150 mooiste plekjes in Vlaanderen. Daarmee zaten we dus in de Weert. Weert (1242 - Werde) is toeristisch een zeer aantrekkelijk dorp met de Oude Schelde, de dijken en het heemkundig museum "De Zilverreiger". In 1100 is het een poldergehucht van Moerzeke, gelegen op een schiereiland tussen de Durme en de Schelde. In de loop der jaren kwam het dorp in de handen van verschillende leenheren. De St. Baafsabdij in Gent, de heren van Temse en daarna weer die van Bornem ... Doornik, Kamerijk enz enz. Een bewogen koehandel waarbij onze Napoleon eveneens een vinger in de geschiedkundige pap te brokken had. 

Weert is een paradijs voor fietsers en wandelaars. Jammer dat ik moet melden dat bezitters van een elektrische fiets je soms uit je sokken rijden. Op zomerse weekends krioelt het daar dan ook van recreanten. Mooie waterpartijen, restanten van de Oude Schelde en boompartijen met es en wilg maken van de omgeving een mooi en harmonieus schaakbord. De mooi gerestaureerde huizen geven het geheel wel een enigszins elitair karakter. De slijkneuzen, zo worden de bewoners van Weert genoemd omdat ze vroeger jaren hun kost verdienden met het oogsten van wijmen voor de mandenvlechters. Die wijmen groeiden aan de scheldeboord in het slijk. Ze stonden steeds voorovergebukt in de waterrand, de neus tot in het slijk geduwd om zo diep mogelijk bij de wortels de wijmen door te snijden. Echte slijkwroeters en vandaar hun bijnaam. Op het culturele vlak houden ze de traditie hoog met het instandhouden van de Gilde Van de Zoete Naam Jezus. Een gilde die er op toe moet zien dat er niet gevloekt wordt in Weert. Leuk om lezen is de oorkonde van hun oprichting :

Op den laatstleden achtsten juni duizend achthonderd vijf en dertig, de ondergetekende burgers der gemeente Weert onder den Naam van gildebroeders van De Zoete Naam Jezus vergaderd zijnde ten huize van Franciscus Ysewijn , zijn overeengekomen van : de Weerde Gilde van de Zoeten Naam Jezus ingesteld binnen deze gemeente Weert, met schriftelijke concens en volle approbatie van de hooge geestelijke weerdigheid, her en wet, in de maand mei 1789, dragend voor titel en zinspruek Christus oogen doorziet ‘t al, opnieuw in te stellen en ingevolge een reglement van de voorgeschreven jare 1793, behoudens de modofictie hieraan toegebracht te weten dat de doodschuld vervat in artikel 11 op van voorzien reglement wordt gesteld op eenen frank, gevolgendlijk hebben geprocedeerd tot het benoemen van eenen Prins, Prins D’amour, twee gezworenen en eenen deken als bezorger. De drij laatsten zullen jaarlijks veranderen en drij anderen in de plaats gekozen ofwel dezelfde herkozen worden, hebben wij beslotene briefkens overgegaan tot benoeming hierbovenvoorzegge waarvan het rezultaat is geweest als volgt: Als Prins: Florentius Joannes Andries. Prins D’Amour: Matheus Wauters. Gezworene: Franciscus Ysewijn en Joannes Baptista Pauwels. Deken: Josephus Ferdinandus Ivens. Volgen de hanteekens der gildebroeders. Aangezien de confrererie van de Zoete Naam Jezus bijzonder is ingesteld en dat haar oogwit is het uitroeien der vloeken, zo hebben besloten de Prins, Prins D’Amour, de twee gezworenen, de deken en gildebroeders eenstemmig dat als er eenen der confreers zich er aan zal plichtig maken dat hij uit de confrérie zal gesloten worden. 

Richting Driegoten nu over de gezelligste wandelpaadjes. Langs het kasteel van de graaf H. Marnix van St. Aldegonde. Grote stukken land behoren deze blauwbloedige rakker toe. Vanaf april kun je zijn kasteel onder begeleiding van een gids bezoeken. Stukjes polder, lapjes moeras en poeltjes en nog een stukje scheldedijk vielen er te bekijken vooraleer het veer over de Schelde werd bereikt. Sjiek stukje natuur met metershoge rietkragen afgezoomd. Vlak bij de monding van de Durme tref je het unieke gebied 'de schorren van de Durme' aan. Het is één van de weinige restanten zoetwaterschorren die ons land nog telt. Riet en wilgen zijn hier heer en meester, ze vormen ondoordringbare wouden die veel weg hebben van tropische mangroven. Vanop de Scheldedijk kan je deze schorren bewonderen. 

Op een gezellig terraske aan de overkant van de Schelde werden de bokes bovengehaald en daarbij werd een bescheiden pintje geconsumeerd. 't Leek net wel of het zomer was. Op het terras geuren van zonnecrèmes, korte broeken, zonnebrilletjes en  kleurige T-shirtjes. Tijdens ons schaft hebben we nog uitvoerig gebeld met de Ronny. Die was al op zijn dagbestemming in Arbourse. Zo te horen gaat het hem goed af. We kregen een instant update waabij we nog eens goed hebben kunnen schaterlachen. 

Nog een klein stukje restte er om naar het veer op de Durme te stappen. Het was dode tij en het veerbootje lag aan de grond. Toen het tij weer opkwam, na een goed kwartiertje, konden we overvaren. Den Hugo en de Marc hielpen de door het tij gestrande passagiers bij het ontschepen. De veerman bleef er erg rustig bij. Ik schat de veerman vooraan in de 80. Rust roest zal zijn lijfspreuk luiden. 

Hugo gaf ons een kleine rondleiding in Tielrode. Een gezellig maar zeer gesloten dorpje. Volgens den Hugo tref je er geen enkele vreemdeling aan. Dat warme weer moet ongetwijfeld invloed hebben gehad op  ons dorstgevoel. Café 'Het Veer' was vlakbij en bood soelaas. Een lekkere Hoegaerden, goed fris en op een terraske onder een stralend zonnetje ... het leven is weer draaglijk zou onze pelgrim gezegd hebben. 

Nog een klein stukje in rechte lijn langs de kade tot in Temse en de wandeling zat er weeral op. Temse, ik weet niet of het een stad is maar het is alleszins de plaats waar den Hugo te water is gelaten. Net zoals de schepen op de ter ziele gegane Boelwerf. Den Hugo toonde ons alle wetenswaardigheden van zijn biotoop. Daar waar hij met zijn veloke als kleine jongen een werkmanshuizeke binnenreed, de bouwzucht en expansiedrift van enkele constructiefirma's, het reilen en zeilen van de dorpsnotabelen en ook hoe de scheldedijk er vroeger uitzag. Hij kon zelfs een hele visuele reconstructie geven van alle magazijnen, ateliers, bureaus, scheepsstoelen tot zelfs de hijskranen toe die er ooit op de Boelwerf gestaan hebben. Uit zijn toelichting kon ik opmaken dat de ruimtelijke ordening in Temse grotendeels werd bepaald door enkele grootindustrielen. Cordeel, Belgomine en consoorten. 't Zal niet alleen in Temse zijn denk ik. Het is een prachtig stadje en heel aangenaam om er te vertoeven. 
Het wandelingetje zat er weeral op waarbij we een goeie portie natuur hebben getankt. Een 20km door een mooi stukje Vlaanderen kan aan ons lijstje gevoegd worden. 



Created with flickr slideshow.

dinsdag 28 maart 2017

De Ronny naar Santiago de Compostela


Mijne stapmaat is gisteren vertrokken op de St. Jacobsweg. Met de trein spoorde hij naar Vézelay en van daaruit ging hij op weg. Ik en den Hugo zijn met hem meegereisd tot in Brussel om hem uit te zwaaien. Zowel ik als den Hugo hebben nog eens even de rugzak opgetild om het caminogevoel terug op te roepen. We hebben deze samen naar het perron gedragen. Het deed raar aan. De Ronny heeft een fotoke getrokken toen we zijne rugzak naar het perron sleepten. 'Geniet' een reclamebordje is er onverhoeds mee in de foto geslopen.  




Onze maat zoekt zichzelf liever niet te verplichten tot het bijhouden van een logboek maar af en toe zal hij een teken van leven geven en via whatsapp een berichtje sturen. Hij vroeg me om de fotokes al naar zijn vader te sturen maar ik ga zijn whatsapp tekstjes in een blogpagina onderbrengen. De fotokes die hij af en toe stuurt kan ik er ook ineens bijzetten. Zo hoeft zijn brave oude vader niet geconfronteerd te worden met die whatsapp-toestanden. 

Hiernaast links vind je onder mijn foto de WhatsApp longlist van zijn berichtjes.

Buen Camino Ronny


woensdag 22 maart 2017

De Noorderkempen : Kattenbos en het Domeinbos

Een bos dat 14000 jaar oud is en waar je vroeger, heel heel lang geleden, wandelende duinen kon aantreffen dat wekte mijn belangstelling wel. De duinen wandelen dan wel niet meer maar je kan ze er nog wel aantreffen op de heide tussen de naaldbossen. Maar goed, het is het beslist waard om er eens een kijkje te gaan nemen. 
Daarvoor moest er naar Lommel gespoord worden. Lommel de duizendjarige stad in de Noorderkempen. Op den Hugo na waren we compleet. Ik, de Ronny met de Catsjoe, de Marc en den Angelo. Den Hugo heeft het even ontzettend druk met al zijn verplichtingen zo liet hij ons weten. Allerlei verenigingen waarin hij zich als vrijwilliger heeft geëngageerd vragen evenzeer om zijn aandacht. Ik kan er van meespreken. Alleszins wat dat vrijwilligerswerk betreft. Vrijwilligers zijn schaars in onze jachtige samenleving. Het is een uitstervend ras. De schaarse vrije tijd die mensen nog menen over te houden na hun dagelijkse ratrace wordt bij voorkeur besteed aan het eigen belang. Onbezoldigd dan nog ? Enkel voor niets gaat de zon op ! Beweren van geen te tijd hebben betekent meestal geen tijd te maken. Het zijn versmolten begrippen geworden. Quality time, het tegengif voor de dagelijkse dosis stress primeert. Geef hen maar eens ongelijk en vergeet niet van op tijd je oren te bedekken 




Op het marktplein van Lommel staat een standbeeldje van een teut. Een typisch historisch fenomeen uit de streek. Teuten waren rondreizende handelaars en ambachtslieden die vanaf de 16de tot de 20ste eeuw met allerlei koopwaar zoals koperwerk, textiel en aardewerk op hun bult naar Nederland, Frankrijk, Duitsland en Luxemburg trokken en die daar op markten aan de man brachten. Moest die job heden ten dage nog bestaan, ik zou geen seconde twijfelen en er direct voor tekenen. Gesteld natuurlijk dat ik een paar decennia jonger zou zijn. We zullen eens in die teuten hun voetsporen treden zie. 

Om halfelf stapten we af in het stationneke van Lommel. Den Angelo was er niet bij. Die zou in Herentals mee op onze trein stappen maar de trein die hem naar Herentals moest brengen had vertraging. Een uur later kwam hij in Lommel aan. Wij waren ondertussen al aan ons tochtje begonnen. Een goeie 500 meter verder hebben we hem opgewacht. Languit uitgestrekt op een zacht bemost heuveltje omder een pril lentezonnetje. Zalig en de Marc had daags voordien nog een cake gebakken en die zorgde al direct voor een culinair accentje. De Ronny had wat blikjes gerstenat meegescharreld en als alternatief voor het 'kommeke koffie' vonden we dat uiterst geschikt. Den Angelo was ons achternagekomen maar hij had zich vergist tussen kop en staart van ons wandelluske en liep de andere kant op. Een smske bracht hem duidelijkheid nadat het wachten op hem wat enigszins te lang duurde. De aperitief had hij gemist, dat was al zeker. De afwezigen hebben altijd ongelijk. 

Plezant stappen in dat bos. Heel zacht heuvelend over de vroegere duinruggen en zo zacht als fluweel onder je voeten. Daarvan verslijten de zolen van je botienen niet. Voornamelijk dennenwoud maar zo in het vroege voorjaar was er nog niet veel gebladerte te bespeuren. Of spreekt men bij dennenbomen van genaaldte . Volgens onze botanicus de Marc waren het niet allemaal dennenbomen maar lag de bosgrond hier en daar ook bezaaid met de dode bladeren van de Amerikaanse eik. Die waren hun zomerkleed nog aan het uitkiezen. Je moet het maar weten. Ook op de aanwezigheid van maagdenpalm maakte hij ons attent. Maagdenpalm, kleine violetkleurige bloemetjes in de bosrand. Ze stonden al mooi in de bloei.

Zuivere lucht in dat bos. Hamsteren maar ! Diepe teugen inademen als kuur en compensatie tegen de CO² uitstoot in de bewoonde wereld. Een vleugje lekkerruikende harsgeur, een indringend parfum dat je kado werd gedaan bij het passeren van enkele houtvesters die met boskap aan de slag waren. Al je zintuigen moet je aan het werk zetten als je in de natuur wandelt. Ogen de kost geven, geuren opsneuven, proeven hoe verschillend een boke smaakt wanneer je op je luie kont langs de bosrand zit. Helemaal anders dan wanneer gezeten aan een copieus buffet. Zelfs de tastzin ... het zachte mos bepotelen op schors en dode takken is al een sensatie op zich. Je leert het niet tijdens een stadswandelingetje op de Keyserlei of Meir. 

Bij de Leyssensmolen aangekomen, een korenwindmolen uit 1797, stond een picknicktafeltje. Tijd voor het schof en een uitgelezen moment voor moppentap en een lading grapjes. Locker room language ontbrak er bij wijlen evenmin. Foei, vroeger betekende dat een stuk zeep in je mond ! Fleske wijn erbij, wat hapjes en zeveren maar. Gezellig, ik heb het toch maar eens getroffen met m'n stapmaten. We waren even zinnens om de Ronny onze rugzakken te laten dragen. Kwestie van wat oefening met kilokes te maken in de aanloop naar zijn kweeste. "Zijde zot ? ".

Ik denk dat we hooguit 1 kilometertje op beton hebben gelopen. Bos, bos en bos. Soms kreeg ik de indruk van in de Landes in Frankrijk te wandelen. Af en toe, nee toch geregeld vloog er een F16 hoog in't zwerk. Het militaire vliegveld van Kleine Brogel is niet veraf. Althans voor die vliegers. Wanneer zo'n formatie gevechtsvliegtuigen een rondje vloog boven het bos en over onze koppen, maakte de Marc nog de bedenking : Die mannen doen er een minuutje over waar wij een ganse dag voor nodig hebben. Juist, maar ze zullen alleszins veel minder gezien hebben. Een ander curiosum dat we onderweg tegenkwam was een boomhut zo halverwege het bos. Op zich wel mooi maar een stalen constructie in de vorm van een caravan uit de fifties paste volgens mij niet in de bosrijke omgeving.

De Catsjoe liep er wat onrustig bij vandaag. Volgens de Ronny voelt dat beestje het aan dat hij binnenkort gaat vertrekken. Hij zit er dik mee in dat hij haar niet kan meenemen op z'n tocht. Je kan aan mensen vertellen dat je voor 3 maand gaat vertrekken, die kunnen daarvan de impact min of meer inschatten. Aan zo'n beest kun je dat onmogelijk uitleggen. Thuis gedraagt de Catsjoe zich opmerkelijk veel alerter en wispelturiger de laatste dagen, zo beweert de Ronny. Zelfs nog maar het passeren langs de kapstok of de schuif waar zijn wandelspullen in liggen doet haar opveren alsof ze zeggen wil 'Hela, ik ben er ook nog, vergeet niet van me niet te vergeten alstublieft'. Ocharme den dweep, ze zal hem nog het meeste missen. Ze zijn onafscheidelijk. Overal gaat ze met hem mee.  

De start van zijn pelgrimstocht nadert. Maandagmorgen springt hij in Brussel de thalystrein op naar Parijs. Van daaruit neemt hij de trein naar Vézelay en kan hij met het avontuur beginnen. Gisterenavond stuurde hij nog een Whatsappeke. Hij waardeerde de vele aanmoedigingen en sprak zijn dank daarover uit. Ook de voorspraak die hij in zijn berichtje vermeldde die zijn vrienden en kennissen hem vroegen  in de vorm van een gebedje te laten of een kaarsje te branden onderweg waren herkenbaar voor mij. De angst voor het onbekende vermeldde hij eveneens. Geruststellend voegde hij er op het einde aan toe dat het logischerwijs een gezonde angst was. Maandagmorgen is hij repen snijden. 
En dan begint de eerste grote emotie op je tocht gestalte te krijgen. Het onvermijdelijke afscheid. Het begin van je pelgrimstocht. Het is een afscheid dat je voordien nog nooit hebt moeten maken. De realiteit is daar ineens : het loslaten is begonnen.  Het loslaten, hand in hand gaand met het besef dat het point of no return is bereikt. Ik merkte al enige intonatie in zijn stem toen den Angelo op de terugweg in Herentals afstapte. Idem dito toen de Marc in Berchem statie nog verder spoorde naar Antwerpen en wij daar afstapten. Ik heb het afscheid samen met de Ronny gevierd, in stilte, met nog een paar pintjes in café de Lijmstok aan de overkant van de statie. Het doet wat met je, neem het van mij aan. Buen Camino maat ! Ultreia e suseia. Altijd maar verder. Va jusqu'au bout pélérin. Dat zal hij dikwijls horen in Frankrijk. Woorden die je vleugels geven.




Created with flickr slideshow.

donderdag 16 maart 2017

Scheldeland een lus tussen Dendermonde en Aalst


Olaba, ik loop lelijk achter. Het is al maandag. Verleden week donderdag had ik een uitstapje gepland en er staat nog geen letter op het digitaal platform. Om een blog bij te houden moet je je soms wel wat tijd gunnen. Pas nu kon ik er aan beginnen. Het bezoek van onze lieve vriendin Els uit Holland zat daar voor iets tussen. Lekker eten maken, gezellig bijpraten, een warm bedje klaarzetten en in een daguitstap voorzien, awel daar kruipt tijd in als je de regels van de gastvrijheid eer wil aandoen. Dat daguitstapje werd trouwens de Antwerpse Zoo. Het was alweer zo een 30 jaar geleden, de kinderen waren nog klein, dat ik er nog eens een bezoekje had gebracht. Wat was die veranderd zeg ! Ik miste de helft van de beesten van toen. Geen zebra's en bizons meer. Ook de okapi was verschwunden, net zoals de wolven, de stokstaartjes en de zeekoe in haar triestig bakske water. Het insectenmuseum ... weg, het kolossale walvisgeraamte van een blauwe vinvis ... gone away, de ijsberen, de lamas en de neushoorns idem dito ... die waren ook pleite. Amper nog 2 olifanten, 3 giraffen, wat buffels en een paar leeuwen bleven er van de grote zoogdieren te spotten.


Zwart Jefke van de Zoologie draait zich om in zijn graf. Zwart Jefke werd in Afrika aan de Goudkust als 10-jarige slavenjongen meegegeven met een Antwerpse zeekapitein. Samen met een partij vogels bestemd voor de Antwerpse Zoo belandde hij in Antwerpen. De toenmalige directeur van de Zoo nam hem onder zijn hoede en gaf hem een opvoeding en een job als portier. (Jefke de 1ste portier van de Zoo anno 1845 : Zwart Jefke ).

Wellicht hebben al die verdwenen beesten nu een onderkomen gevonden in Planckendael. Best zo, daar is er wat meer ruimte. Zo een bezoek aan een dierentuin laat bij mij wel een dubbel gevoel na. Enerzijds is het een boeiende en leerzame vrijetijdsbesteding, anderzijds vind ik het dan weer zo zielig dat die dieren daar hun ganse leven in gevangenschap moeten doorbrengen voor het vermaak van een publiek. Dubbel omdat ik met het betalen van mijn inkomgeld bijdraag tot het instandhouden ervan. Mijn zelfde oordeel treft ook cirkussen en de rondjesdraaiende pony's op een kermis. Een beest hoort thuis in de natuur en niet in een kooi. Punt !
Het werd een kleine opkomst voor de wandeling deze keer, we waren met z'n drieën. Ik de Catsjoe en de Ronny. Met een prachtige weersvoorspelling in het vooruitzicht hadden we afspraak rond 9 uur in Berchem Statie. Het werd een beetje nipt om van daaruit onze trein naar Dendermonde nog te nemen. Die hebben we dan maar laten rijden. Tijd genoeg, dan neem je toch gewoon de volgende ? Wij doen niet meer mee aan een haastig gedoe.  Dat kwam nog mooi uit voor de Ronny. Hij kon van de gelegenheid gebruik maken om zijn treinticket naar Vézelay aan te schaffen. Hij vertrekt volgende week maandag 27 maart. 't Begint verdorie te korten. 
In de onthaalhal van Berchem Statie is er een echte barista aan de slag gegaan. Met wat afgedankte ineengetimmerde paletten op te stellen als meubilair te midden van de inkomhal beschikt hij over een heuse koffiebar. Een Australiër begot. En nog een vriendelijke kerel op de koop toe ! Dat je helemaal van down under moet komen om hier een 'sjatteke koffe' te komen uitschenken. Je moet maar op het idee komen zeg ik. Nog steeds tijd genoeg voor een volgende trein besloten we om zijn kunde eens te evalueren. Het viel best mee.

't Was al 11 uur toen we in Dendermonde aan onze vliegenetersroute konden beginnen.  Eerst ging het richting Denderbelle uit. Afwisselend 'goudron' en wandelpaadjes. De wandelpaadjes voerden je langs mooie natuurplekjes. De lente ontwaakt. Korenbloemen in het veld, boshyacinthjes en krokussen staan al volop in de bloei. In de bomen en struiken ontluiken de jonge knopjes en scheuten. Frisgroene grassprietjes in de beemden en weiden ... de primavera is aan haar openingsconcert begonnen. Wat me deze keer het meeste opviel waren de geuren die de prille lentezon ontlokte aan velden en flora. Sublieme parfums gedragen door zachte briesjes walmden de neusgaten binnen. Een andere dimensie van het wandelen in de natuur die je zomaar kado krijgt. Gratis en voor niets. Een doordringende geur van cacao werden we gewaar toen we op het grondgebied van Wieze waren aangekomen. Deze keer was moeder natuur de dader niet maar wel het chokoladefabriek van Callebaut. De geur van chokolade was wel op een kilometer afstand te ruiken. Ik vraag me af of deze indringende chokoladegeur enige invloed heeft op het appetijt, vul zelf maar in het welke, van de vrouwelijke bevolking in Wieze. Ontegensprekelijk wel op de paarden die er op weiden rond de fabriek graasden. Prachtige Brabanders getooid met een chokoladekleurige vacht kwamen ons vriendelijk begroeten.  
In Herdersem, we waren op weg naar Moorsel, hebben we de bokes aangesproken. We zaten al op het grondgebied van Aalst. De Ronny had een lekker fleske vino tinto bij. Onder een stralend zonneke hebben we ons op een bankske nabij een kapelleke neergeploft en ons dagelijks brood binnen gespeeld. We kregen er het bezoek van 2 wandelende dames. Alle dagen liepen ze samen een 10-tal kilometertjes, ze kenden de streek als hun binnenzak. Onze bokes waren ondertussen wijlen en we vroegen hen of ze er iets op tegen hadden indien we een stukje met hen zouden meestappen. Geen probleem. Tof, de Ronny kreeg zo al een voorsmaakje van zijn Camino. Ontmoetingen met vreemden is een onlosmakelijk onderdeel van zo een lange tocht. Verhalen uitwisselen met mensen waarvan je zelfs hun bestaan enkele tellen tevoren nog niet kon vermoeden. Ontmoetingen in het volstrekt onschuldig kader van de natuur en de weg waarop je stapt. Ook al ben je alleen onderweg, het stappen biedt je de krachtigste tool (of app ... ☺, dat is moderner) tot socializen aan. 
De omgeving waar we stapten met dat damesduo kwam de Ronny meer en meer bekend voor. Kennen jullie de Fortweg in Moorsel vroeg hij hen terloops. Hier enkele meters verder lopen we er zo voorbij repliceerden ze. Dan gaan we hier afscheid van jullie moeten nemen besloot hij. In die Fortweg woonde een kameraad van hem. Als voormalig volleybaltrainer had de Ronny nauw samengewerkt met een eersteklas meestertrainer. Maurits Van Dam, een jonge zeventiger had in zijn leven een carrière opgebouwd als trainer van verschillende eersteklasploegen in diverse sportdisciplines. Nog steeds was hij actief in deze wereld en had hij over zijn passie verschillende boeken geschreven. Daar kon de Ronny moeilijk voorbijlopen zonder even goeiendag te gaan zeggen. Zo gezegd, zo gedaan.
Hartelijke ontvangst bij een lekker glaasje voortreffelijke wijn. Maurits woonde in een antieke gerestaureerde vierkantshoeve. Oergezellig interieur met een authentieke Leuvense stoof en lekker onderuitgezakt in een comfortabel zeteltje en het glazeke wijn haalden Maurits en de Ronny herinneringen op. Boeiende gesprekstof moest ik aanhoren waarbij de bicepsen, tricepsen en quadricepsen alsook de psychologie van het coachen de revue passeerden.  Boeiende man die Maurits. Ook hij wandelde graag maar zijn fysiek beperkte hem nu enigszins. De Ronny vertelde me dat hij veel in Duitsland ging wandelen. Dan bond hij aan elke voet een extra gewicht van één kilo en zo begon hij aan een staptocht. Bij het doorgaan toonde hij ons nog zijn verzameling trainersattributen. Een schuur vol krachtballen, halters, springtouwen en andere voor mij bestemmingsvreemde toestellen. Dat werd dus een aangenaam tussendoortje tijdens de wandeling. 
We moesten nog terug naar Dendermonde stappen. Een kleine 10 kilometertjes moesten er nog afgewalst worden. Door links en rechts een beetje verkeerd te lopen, als je zoveel babbelt onderweg let je minder op, liep de terugweg iets meer door de bebouwde kommen en langs rijwegen. Op zich geen probleem, de dag kon immers weeral  als geslaagd beschouwd worden. Het mooie lenteweer had daar zeker debet aan. Aangekomen in Dendermonde konden we zo op de trein stappen. In Beveren stapte ik af. Mijne stapmaat en zijn trouwe viervoeter reden nog verder door tot Antwerpen Zuid waar de Ronny zijn teerbeminde echtgenote hen zou oppikken. 
Het wandelingetje voor deze week ligt al klaar. Op suggestie van de Marc diende ik uit te kijken naar 'iets' met veel natuur rondom. We trekken naar de Noorderkempen. Eén lange trek door het Kattenbos en het domeinbos Pijnven ten zuiden van Lommel. We zullen deze keer met wat meer volk zijn denk ik. 


Created with flickr slideshow.

woensdag 8 maart 2017

Dwars door het slagveld van Waterloo anno 1815

Een klein voorafgaand berichtje : De blog over mijn Camino in 2012 heb ik in een nieuw kleedje gestoken. Vele linken, o.m. de fotolinken, in m'n oude blog werkten niet meer ten gevolge van webupdates. 
Moest het jou interesseren, hier is de link naar de nieuwe versie : http://innerlijkereis.blogspot.be/
Je vindt deze remake eveneens in de zijbalk. 





Voilà we zijn gearriveerd. Zoals eerder vermeld in de vorige bijdrage was Waterloo zowel de bestemming als onderwerp van onze wandeling. De laatste keer dat ik er nog eens geweest was is ondertussen meer dan een halve eeuw geleden tijdens een schoolreisje. Indertijd nog met de autobussen van Pam Vermeulen. Zuivere nostalgie. Vandaag diende daarvoor met de trein gespoord te worden tot in Eigenbrakel in Waals Brabant. Eigenbrakel zeg ik  ? Non c'est Brain l'Alleud ! Et pour les Flamands la même chose ! Deze laatste uitdrukking was dagelijkse kost bij de bevelvoering van de Franse officieren in het leger van de Napoleon. De Vlaamse boerenzonen, toen nog dwangmatig opgeëist, moeten niks anders gehoord hebben. Het Franse leger leerde hen marcheren op hun boerenklompen. In de linkse klomp moesten ze hooi steken, in de rechtse stro. Links rechts, links rechts, dat kregen ze niet te horen. Foin paille, foin paille ... zo leerden de sansculotten onze Vlaamse boerenzonen marcheren. Met de uitvaardiging van de gelijkheidswet in 1898, meer dan 80 jaar later, werd het Nederlands gelijkgesteld aan het Frans en aldus erkend als officiële landstaal. Het Frans zat echter zo diep verankerd in de militaire bevelvoering dat het tot na de 1ste wereldoorlog duurde vooraleer daar enige verandering in kwam. Tijdens mijn legerdienst in '74 heb ik het ook nog wel eens gehoord. Zowel de marinerekruten als de legerleiding in Brugge kwamen uit de beide landsdelen. Bij wijze van grap durfden die Franstalige drilmeesters deze destijds vernederende uitdrukking nog wel eens oprakelen. Link rrreks, link rrreks zou hen immers de schatergelach hebben opgeleverd. Bijgevolg brulden ze "Gauche droite, gauche droite et pour les Flamands ... la même chose !". Daarmee konden ze hun onkunde van de Nederlandse taal op een humoristische wijze in de verf zetten waardoor ze zelfs enige sympathie konden oogsten. Dit eventjes er tussendoor. We kwamen eigenlijk hierheen om een stapje te zetten. 



Op voorhand had ik 3 luskes ineengeknutseld, 22, 24 en 25 km naar keuze. Deze moest grotendeels bepaald worden door de positie van onze hoed. Het werden er een goeie 22. Rond halfelf stapten ik, de Ronny, de Catsjoe en den Angelo af in Braine l'Alleud. Nog vlug een koffietje in een cafeetje aan de overkant van de statie en we konden er in vliegen. Lijk een briesschende leeuw ! Het wolkendek had zich in een grijs kleurtje gestoken maar het regende niet. Het zou zelfs de ganse dag droog blijven. Tot aan het beroemde herdenkingsmonument, een reusachtige gietijzeren leeuw op een 45 meter hoge kunstmatige heuvel, was het eerst nog een goed halfuurtje stappen. Je zag dat beest reeds van verre staan. Amper 40 dagen na de beroemde veldslag gaf koning Willem I op 28 juli 1815 de opdracht tot het oprichten van een monument. Niet alleen zou dit monument dienen ter nagedachtenis aan de veldslag zelf, maar ook het einde weergeven van de 20 jaar durende Franse overheersing en oorlogsvoering in Europa. In eerste instantie was het geheel niet duidelijk wat voor monument er zou moeten worden opgericht. In de jaren na 1815 kwamen vele voorstellen binnen, zoals onder andere de bouw van een knekelhuis, een piramide gebouwd van bakstenen, een waterfontein, een stenen triomfboog, of zelfs een tehuis voor veteranen. Uiteindelijk werd het voorstel aangenomen van de moeder van koning Willem I, prinses Wilhelmina. Het moest een conische piramide worden met daarbovenop een standbeeld van een leeuw. 
Een immense grasvlakte lag er uitgespreid aan de voeten van het monument. The battlefield van de Slag van Waterloo. De Napoleontische legers werden er in de pan gehakt door een alliantie van de Engelsen, Nederlanders en Pruisen. Je probeert je een voorstelling te maken van hoe dat er 200 jaar geleden moet uitgezien hebben. Heelder regimenten, de officieren uitgedost in schitterende uniformen en paraderend met hun opgetuigde paarden, die daar stelling namen. Het gemarcheer van duizenden soldaten onderweg naar de heldenstatus op een onbestemd kerkhof. Een apocalyptische mélange van kanongebulder, kogels, musketten, sabelgekletter, charges te paard, kruitdampen, vuur en rook, bloed en vernieling ... de onzin van een oorlog. Het moet er verschrikkelijk aan toe gegaan hebben. 
De paadjes rond het voormalig slagveld lagen er maar modderig bij. Al vlug was het één en al slijk dat er aan je bottienen plakte. Deze paadjes gingen later over in holle kasseiwegels en na een derde van de weg afgelegd te hebben zaten we in het Bois de Palanthe. Plezant dat den Angelo er nog eens bij was. Stof genoeg om te babbelen onderweg over van alles en nog wat. Gaande van de huiselijke zorgen, de werksfeer, kookkunstjes en andere koeien en kalveren die uit de gracht dienden gehaald te worden. Een bankje niet ver van dat bos leek ons geschikt om de bokes boven te halen. Den Angelo had voor het aperitief gezorgd, ik voor een fleske rode wijn. Even getoast op de kameraadschap en we konden verder. Ondertussen werd het landschap heuvelachtiger en dat voelde je wel aan de kuiten. Ook goed opletten geblazen op die gladde modderwegeltjes of je vloog op je klarrejassen. Knap wandelen daar ! Mooie vergezichten, prachtige natuur maar ook majestueuze villa's van de welgestelde burgers des vaderland. Jongens, daar stonden daar bouwsels om U tegen te zeggen. Niet zelden met een lap privégrond eraan waarin je enkele voetbalvelden kon in verloren leggen. 'Propriété Privé' en 'Acces Interdit' ... deze bordjes kwam je in veelvoud tegen. Je kon er heel de Keyserlei mee dichtplaveien. Je maakt je dan de bedenking hoe zulke rijkdom werd vergaard. Dit was een aanleiding voor de Ronny om het boek dat hij nu leest : 'De Graaicultuur van Peter Mertens' even ter sprake te brengen. Al strookt er maar 1% van de inhoud van dit boek met de waarheid, dan nog mag je van een regelrecht schandaal spreken zo recenseerde de Ronny het boek. Pffft, geld maakt niet gelukkig. 
In het bos zie je al volop tekenen van de aankomende lente. Boshyacinthen en paasbloemen staan al volop in de bloei. Hier en daar komen de knoppen al aan de bomen. We gaan bergop. Mooi om zien !
Stilletjesaan kwam de leeuw op zijn sokkel terug in zicht. Nog een goeie 5 à 6 kilometer vielen er te stappen. We stonden voor een gesloten museum. Jammer, het zal voor een volgende keer zijn Leo. Misschien wel een andere halve eeuw geduld of tijdens een schoolreisje in een ander leven. Dan maar naar de overkant voor een pintje. In het etablissement de Wellington werd de Waterloo Triple in echte stenen kroezen geschonken. Die smaakten wel en na ieder een rondje konden we opkrassen. Onderweg naar de trein zorgde de zonsondergang voor een prachtig gekleurde einder. We waren zo aan de statie. Na een klein uurtje stonden we al in Berchem. Den Angelo was al eerder afgestapt in Mechelen. Het halfuurtje wachten op de volgende aansluiting naar huis kon best bij een pintje als afsluiter. Café de Lijmstok aan de overkant bood daarvoor toevlucht.  In de gauwte nog. Een man van het zwarte ras zat aan een tafeltje zijn pintje te drinken. Kennelijk was dat niet het eerste want hij zat al behoorlijk boven zijn theewater. Hij klampte direct de Ronny en de Catsjou aan toen we ons naar de toog begaven. Ja wablief, die kerel kon er wat van ! Volgens mij had hij nog wat gesnoven op de koop toe. En maar lulpraat uitkramen gaande van security naar Jeruzalem en van het OCMW over naar paranoïa, racisme en cultuur. Zever er maar verder oplos maat ! Niks agressief en zo uitgelaten als een kermisvogel maar hij werkte duidelijk op de zenuwstelsels van de uitbaatster en een tooghanger, naast mij gezeten op een barkruk. Bij deze laatste was het geduld bijna ten einde. Hij vermoedde dat dit bij mij en de Ronny ook het geval zou zijn en bij deze stelde hij voor om me een 'plezierke' te doen. Geen idee wat deze altruïst onder een plezierke bedoelde, vroeg ik hem om wat meer uitleg. "Awel, als je wilt geef ik hem hier sebiet wel een koek op zijn bak... ! Hij zal dan wel zijnen teut dichthouden en terug op zijne stoel gaan zitten ! Nee, dat plezierke hoefde voor mij nu niet persé maar, en dat had ik begrepen,  ik hoefde maar te knikken en hij zou dat daar tussen een pintje door wel eens rap regelen. Terug op het perron lagen we beiden in een deuk van 't lachen. De Ronny meldde me vandaag nog dat hij in 't naar huis rijden er nog steeds de slappe lach bij inschoot. Zo zie je maar. Het geweld in de wereld is nog steeds niet uitgeroeid. Triest maar helaas zal het ook nog niet direkt voor morgen zijn. 




Created with flickr slideshow.

maandag 6 maart 2017

Gaatje opvullen met Dinant - Anseremme

De vorige week kon het er eens niet van komen. Een wandeldag overgeslagen ! Allerlei prutsen aan de hand, zowel voor mij als de andere stapmaten. Dan maak ik van de gelegenheid eventjes gebruik om mijn blog aan te vullen met een vergeten wandelingetje in Dinant.
Ik had aan een bevriend koppel voorgesteld om even voor hen naar Dinant te sporen om wat informatie in te winnen aangaande de verkoop van een buitenverblijf. Als je "op rust gesteld bent" dan heb je daar tijd zat voor. En als je daarmee iemand een dienst kan bewijzen is dat mooi meegenomen. 
Geen mooi weer, grijze lucht en een gestage miezerregen waren van de partij. Mijne paraplu zou dienst doen. Er gaat niks boven een grote paraplu als het regent maar het is nogal een gedoe om zoiets op langere tochten mee te zeulen. Je hebt al je 2 handen nodig om je wandelstokken vast te houden. Je kunt toch moeilijk die paraplusteel in je keelgat planten wanneer het regent ? Dat is geen zicht !

Afgestapt in de statie van Dinant en zo de rechteroever van de Maas gevolgd tot in Anseremme was al goed voor een kleine 7 km. Een stroom of rivier volgen geeft altijd waar voor je geld. De met bomen begroeide eilandjes in het midden van de stroom, de steile rotswanden naast de oevers, de pittoreske kerkjes in de verte, een sluis, een brug, een volbeladen sleper die opstoomt, cormoranen, meeuwen en andere watervogels ... je verveelt je alleszins niet.
Op het einde nog een gestage klim van een kilometertje tot hoog boven de Maas waar je dan weer van magnifieke uitzichten kunt genieten. 
Het was maar een flitsbezoekje daar in Anseremme. De terugweg van daaruit heb ik voor de linkeroever gekozen. Een prachtig wandelpad met picknicktafeltjes en bankjes in overvloed.  Dat wandelpad lag er maar verlaten bij. In de zomermaanden zal het zich beslist wel de allures van  "une Belle Promenade" aanmeten.
Ach het was maar een kort wandelingetje. De treinreis duurde iets langer. Over en weer een goeie 7 uur. 


Met een goei boek te lezen vliegt de tijd vooruit tijdens zo een treinreis. Het boek van Phara de Aguirre en Stefaan Vermeulen : 'Ik dus naar Compostela' had ik aan De Ronny uitgeleend om zo al eens een beetje te proeven van de pelgrimssfeer. Ik besloot om het nog eens te herlezen op de trein. Het boek handelt over het project van Oikoten. Dat project behelst(e) de begeleiding van jonge mensen met een jeugdinstellingsverleden op een pelgrimstocht naar Compostela. Een verleden waarvoor wij liefst onze kop omdraaien maar dit verhelderende boek dwingt je om je kijk daarop drastisch te nuanceren. Een boek waarin zowel de begeleiders, jeugdrechters en opvoeders van de instellingen aan het woord komen. Maar de hoofdactoren in het boek zijn toch die jonge mensen die bijna stuk voor stuk uit een ontwricht gezin komen en hun verhaal doen. Als je al van een gezin kunt spreken. Veel jeugdrechters oordeelden dat zo een tocht van enkele maanden meer baat heeft bijgebracht bij die jongeren dan het jarenlange verblijf in een jeugdinstelling dat voorafging. Getuige hiervan de lage recidive die vastgesteld werd na het volbrengen van zo'n tocht. Vele jongeren ontdekten op die voettocht dat ze tot iets in staat waren en hoorden voor de eerste keer in hun leven positieve aanmoedigingen in plaats van jarenlange betutteling met regels en sancties. 
Boeiend, zo vond de Ronny ook. Hij voelde zich ook aangetrokken om iets dergelijks te ondernemen als begeleider. Hij zou dat volgens mij aankunnen en zelfs met heel veel bezieling. 

Zo, dat boek heb ik dus maar eens herlezen op de trein. Ik was zo weer thuis. Ik heb dan toch wat fotootjes van mijn uitstapje kunnen nemen. Dinant de geboortestad van Adolphe Sax, den uitvinder van de saxofoon. Ik durf wedden voor een fles champagne dat er geen 100 Amerikanen dat weten.

Voor deze week plan ik nog een uitstapje naar Waterloo. Ooit het decor voor een ander gewelddadig hoofdstukje uit onze Vaderlandse Geschiedenis. Het vorige bezoekje aan de loopgraven in de Westhoek leverde daarvoor de inspiratie. Ik ben nu nog aan het overwegen of we de 226 trappen naar dat leeuwebeest daarboven in het begin of aan het einde van ons tochtje plannen. Afspraak nu donderdag zie !




Created with flickr slideshow.