De bedoeling was vandaag om een rustig toerke in de geburen te ondernemen. Het moet niet elke week zo zijn dat er lang moet gespoord worden. Dicht bij huis in Temse leek me ideaal.
De Weert en Driegoten liggen op een boogscheut van Temse en beantwoordden volledig aan die criteria. We konden er aan beginnen. De koffie stond al klaar bij den Hugo. Nog wat bijgekletst en weg waren we. Het ochtendwolkendek deed niet vermoeden dat het een stralende dag zou worden. Er vielen bij de start van onze trip nog zelfs enkele druppels regen. 30 maart 2017 werd de warmste dag ooit in de weersgeschiedenis opgetekend zo vertelde Gil de weervrouw. 22°C werd er na de middag in onze schoot gegooid. Als je met zo'n weertje in je kot blijft zitten dan weet ik het echt niet waarop de mensen nog zitten te wachten.
Goed, eerst moest de Schelde overgestoken worden in Temse en onmiddelijk na de brug à droite. Er lag verdorie een gezonken lichter onder de brug. We passeerden eerst het 'Sas'. Het Sas op de Oude Schelde is het oudste waterbouwkundig kunstwerk in ons land. Het werd in 1592 opgebouwd tussen de nieuwe loop van de Schelde en de Oude Schelde. Sinds 1961 raakte het sas in onbruik. In 2001 werden het sas en zijn omgeving volledig gerestaureerd. Dat plekje is intussen ook opgenomen als een van de meer dan 150 mooiste plekjes in Vlaanderen. Daarmee zaten we dus in de Weert. Weert (1242 - Werde) is toeristisch een zeer aantrekkelijk dorp met de Oude Schelde, de dijken en het heemkundig museum "De Zilverreiger". In 1100 is het een poldergehucht van Moerzeke, gelegen op een schiereiland tussen de Durme en de Schelde. In de loop der jaren kwam het dorp in de handen van verschillende leenheren. De St. Baafsabdij in Gent, de heren van Temse en daarna weer die van Bornem ... Doornik, Kamerijk enz enz. Een bewogen koehandel waarbij onze Napoleon eveneens een vinger in de geschiedkundige pap te brokken had.
Weert is een paradijs voor fietsers en wandelaars. Jammer dat ik moet melden dat bezitters van een elektrische fiets je soms uit je sokken rijden. Op zomerse weekends krioelt het daar dan ook van recreanten. Mooie waterpartijen, restanten van de Oude Schelde en boompartijen met es en wilg maken van de omgeving een mooi en harmonieus schaakbord. De mooi gerestaureerde huizen geven het geheel wel een enigszins elitair karakter. De slijkneuzen, zo worden de bewoners van Weert genoemd omdat ze vroeger jaren hun kost verdienden met het oogsten van wijmen voor de mandenvlechters. Die wijmen groeiden aan de scheldeboord in het slijk. Ze stonden steeds voorovergebukt in de waterrand, de neus tot in het slijk geduwd om zo diep mogelijk bij de wortels de wijmen door te snijden. Echte slijkwroeters en vandaar hun bijnaam. Op het culturele vlak houden ze de traditie hoog met het instandhouden van de Gilde Van de Zoete Naam Jezus. Een gilde die er op toe moet zien dat er niet gevloekt wordt in Weert. Leuk om lezen is de oorkonde van hun oprichting :
Op den laatstleden achtsten juni duizend achthonderd vijf en dertig, de ondergetekende burgers der gemeente Weert onder den Naam van gildebroeders van De Zoete Naam Jezus vergaderd zijnde ten huize van Franciscus Ysewijn , zijn overeengekomen van : de Weerde Gilde van de Zoeten Naam Jezus ingesteld binnen deze gemeente Weert, met schriftelijke concens en volle approbatie van de hooge geestelijke weerdigheid, her en wet, in de maand mei 1789, dragend voor titel en zinspruek Christus oogen doorziet ‘t al, opnieuw in te stellen en ingevolge een reglement van de voorgeschreven jare 1793, behoudens de modofictie hieraan toegebracht te weten dat de doodschuld vervat in artikel 11 op van voorzien reglement wordt gesteld op eenen frank, gevolgendlijk hebben geprocedeerd tot het benoemen van eenen Prins, Prins D’amour, twee gezworenen en eenen deken als bezorger. De drij laatsten zullen jaarlijks veranderen en drij anderen in de plaats gekozen ofwel dezelfde herkozen worden, hebben wij beslotene briefkens overgegaan tot benoeming hierbovenvoorzegge waarvan het rezultaat is geweest als volgt: Als Prins: Florentius Joannes Andries. Prins D’Amour: Matheus Wauters. Gezworene: Franciscus Ysewijn en Joannes Baptista Pauwels. Deken: Josephus Ferdinandus Ivens. Volgen de hanteekens der gildebroeders. Aangezien de confrererie van de Zoete Naam Jezus bijzonder is ingesteld en dat haar oogwit is het uitroeien der vloeken, zo hebben besloten de Prins, Prins D’Amour, de twee gezworenen, de deken en gildebroeders eenstemmig dat als er eenen der confreers zich er aan zal plichtig maken dat hij uit de confrérie zal gesloten worden.
Richting Driegoten nu over de gezelligste wandelpaadjes. Langs het kasteel van de graaf H. Marnix van St. Aldegonde. Grote stukken land behoren deze blauwbloedige rakker toe. Vanaf april kun je zijn kasteel onder begeleiding van een gids bezoeken. Stukjes polder, lapjes moeras en poeltjes en nog een stukje scheldedijk vielen er te bekijken vooraleer het veer over de Schelde werd bereikt. Sjiek stukje natuur met metershoge rietkragen afgezoomd. Vlak bij de monding van de Durme tref je het unieke gebied 'de schorren van de Durme' aan. Het is één van de weinige restanten zoetwaterschorren die ons land nog telt. Riet en wilgen zijn hier heer en meester, ze vormen ondoordringbare wouden die veel weg hebben van tropische mangroven. Vanop de Scheldedijk kan je deze schorren bewonderen.
Op een gezellig terraske aan de overkant van de Schelde werden de bokes bovengehaald en daarbij werd een bescheiden pintje geconsumeerd. 't Leek net wel of het zomer was. Op het terras geuren van zonnecrèmes, korte broeken, zonnebrilletjes en kleurige T-shirtjes. Tijdens ons schaft hebben we nog uitvoerig gebeld met de Ronny. Die was al op zijn dagbestemming in Arbourse. Zo te horen gaat het hem goed af. We kregen een instant update waabij we nog eens goed hebben kunnen schaterlachen.
Nog een klein stukje restte er om naar het veer op de Durme te stappen. Het was dode tij en het veerbootje lag aan de grond. Toen het tij weer opkwam, na een goed kwartiertje, konden we overvaren. Den Hugo en de Marc hielpen de door het tij gestrande passagiers bij het ontschepen. De veerman bleef er erg rustig bij. Ik schat de veerman vooraan in de 80. Rust roest zal zijn lijfspreuk luiden.
Hugo gaf ons een kleine rondleiding in Tielrode. Een gezellig maar zeer gesloten dorpje. Volgens den Hugo tref je er geen enkele vreemdeling aan. Dat warme weer moet ongetwijfeld invloed hebben gehad op ons dorstgevoel. Café 'Het Veer' was vlakbij en bood soelaas. Een lekkere Hoegaerden, goed fris en op een terraske onder een stralend zonnetje ... het leven is weer draaglijk zou onze pelgrim gezegd hebben.
Nog een klein stukje in rechte lijn langs de kade tot in Temse en de wandeling zat er weeral op. Temse, ik weet niet of het een stad is maar het is alleszins de plaats waar den Hugo te water is gelaten. Net zoals de schepen op de ter ziele gegane Boelwerf. Den Hugo toonde ons alle wetenswaardigheden van zijn biotoop. Daar waar hij met zijn veloke als kleine jongen een werkmanshuizeke binnenreed, de bouwzucht en expansiedrift van enkele constructiefirma's, het reilen en zeilen van de dorpsnotabelen en ook hoe de scheldedijk er vroeger uitzag. Hij kon zelfs een hele visuele reconstructie geven van alle magazijnen, ateliers, bureaus, scheepsstoelen tot zelfs de hijskranen toe die er ooit op de Boelwerf gestaan hebben. Uit zijn toelichting kon ik opmaken dat de ruimtelijke ordening in Temse grotendeels werd bepaald door enkele grootindustrielen. Cordeel, Belgomine en consoorten. 't Zal niet alleen in Temse zijn denk ik. Het is een prachtig stadje en heel aangenaam om er te vertoeven.
Het wandelingetje zat er weeral op waarbij we een goeie portie natuur hebben getankt. Een 20km door een mooi stukje Vlaanderen kan aan ons lijstje gevoegd worden.
Created with flickr slideshow.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Plaats een reactie als je wil.