woensdag 21 januari 2015

Stekene : Het Stropersbos met een vleugke Holland

Lang kan je niet blijven stilzitten als er een wandelmicrobe in je lijf huishoudt. Uitgerukt dan maar om dat beestje te kalmeren. En het hoeft niet altijd ver van huis te zijn om een schoon stukske Vlaanderen te exploreren en dat beestje wat tot rust te brengen. Mijne maat was designer van dienst om een stevig toerke van rond de 25km uit te tekenen in het Waasland. 'Wat denk je van het Stropersbos ?', was zijn suggestie. Prima keuze en hop de hort op !



Nu roept de benaming 'Stroperbos' wel een zeer negatief beeld op maar deze naam heeft het niet te danken aan een schare vrijbuiters die het stropen tot hun dagelijkse bezigheden rekenden. Neenee, het stroperbos behoorde al in de vroege middeleeuwen tot een groot stuk van het Koningsforeest. Toen werd het nog De Stroopers genoemd naar een familie die daar behoorlijke lappen van dat bos bezat. Het Koningsforeest was één van de grootste wouden in Vlaanderen dat nog onontgonnen terrein was. Het bedekte een groot deel van het huidige Waasland. Het is dit woud dat het decor vormde in het Reynaertverhaal. De vos Reynaert verstopte zijn schat in het Hulsterbos, de noordelijke uitloper van het woud en te situeren nu in Nieuw Namen in Nederland.  Iets later dan de periode van het Reynaertverhaal werd het vooral ontgonnen door monniken die centjes roken in de boomkap. Zo ontstonden er woeste graasgronden waarop de landadel zich amuseerde met het organiseren van jachten. De gronden werden tegen de 16de eeuw herschapen in cultuurland en het ganse Stroperbos werd gerooid achtergelaten en stilletjesaan verwerd het tot arm akkerland. We schrijven eind 19de eeuw.



In 1880 werd er door de vraag vanuit de mijnindustrie naar hout, het bos massaal heraangelegd. Echter met de aanleg van naaldhout voor de mijnen werd de oorspronkelijke boombegroeiing niet gerespecteerd. De natte ondergrond was tevens minder geschikt voor dennen zodat er greppels moesten gegraven worden tussen de bomenrijen. De grondbegroeiing werd er behoorlijk door verstoord. Gelukkig wordt het tij gekeerd nu door het milieubeheer. De helft van het bos is nu in handen van de Vlaamse Overheid en sinds 2007 ondergaat het bos onder de vleugels van het Europese Life project een grondige verandering. De bedoeling is om een meer gevarieerd bos te verkrijgen. Men gaat de ontwateringsgreppels aanpakken waardoor er terug elzenbroekbos en heidewastines ontstaan. Het mooiklinkende woord wastine omschrijft een landschap dat bestaat uit een vlekkenpatroon van weide met vaak doornig struweel zoals meidoorn, sleedoorn en hondsroos. Binnen de struwelen kunnen er dan weer bomen groeien omdat ze er tegen begrazing beschermd zijn. Tegelijkertijd moeten ook de donkere dennenbossen wijken en plaats maken voor de inheemse soorten. Werk aan de winkel dus voor de natuurvrienden.

Maar nu wordt het stilaan tijd om eens de vorderingen in ogenschouw te nemen in de vorm van een wandelingeske.
De voordeur van ons toerke stond vandaag in de koestraat in Stekene. Stekene, een landelijk dorp in het Land van Waas waar de uitgaande jeugd uit Dezekes tijd spraken van 'Moe, gef me m'n pree en me mes ik ga vanavond een pintje drinken'. 

Deze keer geen perikelen met de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen. We hebben, voor de verandering, eens de auto genomen. Rond een uur of elf werd dit vervoermiddel netjes gestald aan de Boshoeve in de ontwakende koestraat in Stekene. In de rugzak zat het schoofzakske bestaande uit zuurkool, rookworst, spek en wat worstjes uit Frankfurt mooi opgeborgen. Bij mijne maat, een fles Averbode abdijbier, de Catsjoe zijn pezen en gerookte varkensoren en een minifleske calvados. Goed voorzien van leeftocht zou het einde van de dag met gemak kunnen gehaald worden. Op stap nu. Een eerste stukske, pakweg een uurke stappen, stelde iets minder voor. Veel asfalt, dat stapt niet zo prettig. Voordeel van asfalt en dus bebouwd terrein is wel dat je geheel onverwachts al eens iemand kunt tegenkomen. Nog geen uurtje na het vertrek komt er daar ineens een dametje uit haar huizeke en wat blijkt ? Een erg lieve ex-collega C. lijkt dat huizeke te bewonen. Zo'n tof en al even onverwachts weerzien doet je plezier. Een voorstel om even binnen een koffietje te komen slurpen werd eerst beleefd afgewezen. Ik had er onmiddelijk spijt van maar een 2de uitnodiging kon ik en mijne maat niet weerstaan. Leuke babbel gehad, lekkere koffie ook. De excuses voor het even ontbreken van een koekje hoefden helemaal niet maar het stuk chokolade dat ik meekreeg moest dat vermeend mankementje rechtzetten. Tof, een echt fijne verrassing om C. tegen het lijf te lopen. Mijn dag kon al niet meer stuk. Dankjewel C. het was een echt genoegen !
Het tochtje liep verder tussen slijkerige bospaadjes waar er tussen de bomen in het bos toch ontzettend veel weekendhuisjes te zien waren. Veel van die weekendhuisjes geven jammer genoeg een verwaarloosde indruk. De lawaaihinder van het verkeer op de Expressweg, enkele kilometers verder, moet je er even bijnemen. Er zijn veel ergere dingen om je druk in te maken. 
Altijd leuk om een hondeke bij te hebben tijdens de wandeling. Het geeft direct klap met andere wandelaars-hondofielen. Kwamen we daar 2 madammen tegen die met hun 2 puppies een toerke aan het wandelen waren. 6 maand oud ocharme en al een heel stuk groter dan de Catsjoe. Een hele exposé over de herkomst van hun beestjes. Waar gaan de mensen het in godsnaam allemaal zoeken ? De Kaukasus begot ! Rechtstreeks ingevoerd vanuit Rusland na een tijdje in quarantaine. Nooit van gehoord : De owcharka of kaukasische herder. 't Zagen er nu nog schattige beestjes uit maar naar de uitleg van die madammen waren of zijn dat honden die gebruikt werden voor de berenjacht. Komt zo een beest tegen in den donkere. Ze hadden ze aangekocht met het oog op de bewaking van hun 2ha grote hof. In de boekskes hadden ze gelezen dat zo een beest minstens over 20ha moet kunnen beschikken om zich happy te voelen. Eens dat deze bobbiekes 75kg wegen zal ik zeker niet onaangekondigd op die dames hun 2ha hof komen. Je moet maar facteur zijn van beroep.
Toch straf dat er zo weinig zitbankjes te bespeuren zijn op onze Vlaamse natuurpaden. Ik geloof dat we al bijna zo een 15 km gestapt hadden voor we het eerste bankje tegenkwamen. Jawel 't waren er ineens 4 en we kunnen er een voorbeeld aan nemen .... ze stonden op Nederlandse bodem een hondertal meters voorbij de grenspaal. De zuurkoolpicknick annex worstjes en spek smaakte heerlijk met dat abdijbierke. Zeker als de vrieskou komt opzetten zijt ge blij dat ge een vuurke bij hebt om een potje warm te stoken. Gezellig, zo in openlucht in een 1000 sterren restaurant te zitten. Tenminste, wat fantasie hoort erbij. Bij open weer en een nachtelijk hemelgewelf vol schitterende sterretjes. Na de dis heeft Catsjoe zich nog kostelijk geamuseerd met een jong jachthondeke dat er een wandelingeske aan het maken was. Achter elkaar hollen lijk zot, ravotten, grommen, opspringen. Plezant om dat af te zien.
In het stropersbos aangekomen zag je nog goed de met water gevulde greppels en de rabatten waarop de nu verfomfaaide naaldbomen schots en scheef gewaaid, hun zwanenzang uitzingen. Maar 't werd al donker en stilletjesaan werd het tijd om terug te keren. Jawadde, een stukje pad liep door een met een afsluiting omheind terrein. Er stonden poortjes die je als wandelaar doorgang verleenden. Zo'n afsluiting wordt er natuurlijk niet gezet om de muggen tegen te houden. Nee, er grazen daar wilde paarden en gallowayrunderen die een beetje bijeen moeten gehouden worden. Staat daar toch zo geen paard voor zo een poortje zeker ! En niet weg willen gaan. Mijne maat had het beest al eens diervriendelijk op zijn kont geklopt maar dat sorteerde geen enkel effect. Bles bleef gewoon staan. Dan maar terug naar af en via een omwegje kon het toertje afgerond worden. 't Was weer eens iets anders vandaag. Mooi weer, prachtige wandeling, fijne mensen tegengekomen. Met andere woorden, weeral een prachtige dag waarop stijlvol en op de traditionele manier in de Boshoeve kon geklonken worden. 


vrijdag 16 januari 2015

De landstreek Fagne Famenne van Zuid naar Noord - Mariembourg / Philippeville

Een beetje afgaand op de weersvoorspelling, wat natuurlijk de nodige risico's inhoudt, zou het op vrijdag een regenvrije dag worden. Een risico dat je graag neemt wanneer je de beentjes nog eens wil strekken in het één of ander mooi landschap dat ons nationaal grondgebied rijk is. Waarom niet eens de Fagne-Famenne ? Me vergeefs trachtend de lessen aardrijkskunde voor de geest te brengen lukte het me maar niet om de veelzijdigheid aan landschappen dat ons klein landje rijk is te herinneren, laat staan te benoemen. Ik heb het dan maar eens opgezocht. Gemakshalve klasseerde ik de lap Waalse grond die iets zuidelijker van onze taalgrens lag, onder de brede noemer 'Dardennen'. Fout dus, de destijdse inspanningen van onze leraar aardrijkskunde Meneer De Wilde alias 'De Kerstboom' ten spijt was mijn geografische kennis over het vaderland herleid tot vage herinneringen aan een landkaart van België die opgerold in een hoekje van de klas stond. Bij deze m'n excuses beste meester. 't Spijt me oprecht dat ik niet beter heb opgelet bij uw lessen. 



De Fagne-Famenne ligt geprangd tussen de Condroz en de Calestienne, een kalksteenformatie die de noordelijke rand van de Ardennen afboordt. De Fagne-Famenne wordt nogal eens opgesplitst in haar benaming. De Fagne ten westen van de Maasvallei, de Famenne ten oosten. Prachtige streek, heuvelend met hoogteverschillen tussen de 150 en 300 meter en op enkele plaatsen maar enkele kilometers breed. Voornamelijk een ondergrond van schistgesteente die hier en daar nog dooraderd wordt door rode en grijze marmer. 't Is echter geen marmer, 't lijkt er wel sterk op maar het is fel dooraderde kalksteen. 

Den tikkenhaan was er vroeg bij deze morgen. 5 uur meer bepaald. Het was dan ook een heel stukje sporen tot in Mariembourg, nog een heel eind Charleroi voorbij. De ondertussen legendarische vertragingen voor lief nemend was de aankomst in Mariembourg rond een uur of 10 een feit. Ik had er al een uur vroeger kunnen staan. Niks van aantrekken blijft nog altijd het parool !

Een mooi stukje uitgestippeld tussen Mariembourg en Philippeville en daarbij het prachtig dorpje Roly niet vergetend. Een dorpje waarvan de huizekes nog helemaal zijn opgetrokken uit de aldaar ontgonnen natuursteen. Prachtig stukje patrimonium tussen eiken en glooiende kalksteenheuvels. Op het stukje traject tussen de statie en het spoorwegmuseum werden we uitbundig begroet door een plaatselijke bewoner. In zijn onderbroek en marcelleke en op zijn sloefen stond hij aan zijn voordeur. Niet geheel in lijn met zijn kleding droeg hij een wintermuts. Een kwestie van geen valling op te scharrelen volgens mij. 't Zijn vriendelijke mensen onze zuiderburen. Iets wat me ook te binnen schoot bij latere contacten op de dag is dat we het beeld van onze buren dringend moeten bijstellen. Ze doen allemaal vreselijk hun best om de taal van Vondel te praten. Zoiets was tot voor enkele jaren terug gewoonweg ondenkbaar. Ook aan hun menselijke warmte kunnen we ons nauwelijks spiegelen. Steeds een goeiedag ... Ca va ? .... Bonjour les marcheurs ... en toch, deze mensen ken je van haar noch pluim. Chapeau, we kunnen er nu iets van leren.
In het spoorwegmuseum stonden enkele pareltjes aan stoomlocomotieven en oude passagierswagons. Knap hoor ! Het spoorwegdeel in deze streek is nog niet geëlectrificeerd waardoor de aanblik van deze stalen krachtpatsers in hun habitat een serieuze brok nostalgie doet oproepen.
Verder stappen over de RAVeL naar Roly. Bij het uitstippelen van de route vroeg ik me af wat de betekenis is van Ravel en of het wel begaanbare wegen waren. Op een wandelkaart is dat niet onmiddelijk duidelijk. Een gans netwerk van deze Ravel's, honderden kilometers lang wel, doorkruisen Wallonië. RAVel : Réseau Autonome de Voies Lentes. Trage wegen dus vrij vertaald. Het biedt de fietser en backpacker een waaier aan routes aan waar je U mag tegen zeggen. Voornamelijk werden ze aangelegd op verlaten spoorwegbeddingen en jaagpaadjes. Klein minpuntje op deze mooie routes, althans het stukje dat ik voor ogen had,  is wel het gebrek aan zitbankjes of schuilhutjes waar je je boterhammekes kunt opeten. In de zomer is dat geen probleem maar bij regenweer heb je het toch liever anders. 
Zo ook nu moesten we onze diner bestaande uit Cassoulet au Canard Confit improviseren op een stoeltje bestemd voor de drijfjachtjagers. Om deze jachtpost te bereiken moest je wel een stukje door het bos lopen. Een eikenbos waarvan de bodem volledig bedekt werd met het mooiste mosgroen dat je je maar kunt inbeelden. Een prachtig naturel tapijtje, gratis voor niks.
Nu liep het parcours niet helemaal over die ravels. Hier en daar er wat stukken GR aangenaaid en die liepen gewoon door moddersporen.  Maar het was verdorie mooi. Hier en daar zag je een enkele witte reiger geposteerd in het weiland aan een klaterend watervalletje. Nog nooit gezien, tot hier toe had ik nog maar enkel de blauwe reiger eens gespot. Verder nog weidse uitzichten over glooiende weiden, eikenbossen, veenmoerassen en noem maar op. Verrassend mooie streek. Toch ook een beetje jammer dat we onderweg geen everzwijnen of herten hebben kunnen spotten. 't Zou het plaatje compleet gemaakt hebben. 
Aan klap geen gebrek tijdens de tochtjes. Als je zo in gezelschap stapt komen er nogal talrijke onderwerpen aan bod weet je ? Van de politiek naar de sport, dan weer de vrienden en zo verder naar de perikelen wat betreft kroost en gezin. En ga maar door. Met het hoofdstukje ruimtelijke ordening en daarin je fantasie de vrije loop latend met renovatieplannen aan onderweg tegengekomen koterijen en bouwsels ben je ook uren zoet. Haha, we wanen ons allemaal wereldverbeteraars.
De laatste kilometers wandelen naar Philippeville toe was het echter één modderbad dat de klok sloeg. Tegelijkertijd maakten ik en mijne maat de bedenking ... 'Stel je voor dat je hier op turnsloefkes moet doorbaggeren !'. 't Is een extra inspanning bij het stapavontuur zo met je botinnekes vol slijk. 
Aangekomen aan de statie van Philippeville na een goeie 20km bleek het nog veel te vroeg om op de trein te springen. De traditionele afsluiter met een gerookt varkensoor voor de Catsjou en een streekbiertje mocht niet ontbreken. Nog een kilometertje verder het stadje ingetrokken alwaar een Chimay deze voorwaarde tot een geslaagd wandelingeske moest onderschrijven. Een gezellig bistrootje, uitgebaat door een overvriendelijk madammeke, aan de Place d'Armes in Philippeville voldeed aan de doelstellingen. 't Werden er uiteindelijk 2 van die blonde Chimay's. Lang leve onze Waalse brouwkunst. Te gek :-)

donderdag 8 januari 2015

De Heide: Beemden & Vijvers verkennen met een toertje Kessel.

Ziezo, na de uitwaaiwandeling komt het ernstigere stapwerk. Een toerke van rond de 30 kilometers in de Netevallei leek me een prima objectief om hieraan te beantwoorden. De dorpjes Kessel, Broechem, Ranst en de noordoostkant van de stad Lier in één grote lus was een ideale invalshoek. 




't Wordt nu een beetje zaak om langere trippen te oefenen. Een mooie aanloop om later deze afstanden te lopen en stilletjesaan de backpack te verzwaren tot 20kg. Dan worden terug de spaflessen gevuld met keitjes, ik heb ze nog trouwens staan, meegesjouwd. Mensen verklaren je geschift !  

Op 21 februari wordt de pelgrimszegen gegeven in de St. Romboutskathedraal in Mechelen zo bericht HOLA, het tijdschrift van het Vlaams Compostelagenootschap. Ik mag niet vergeten me daarvoor tijdig in te schrijven want dat wil ik zeker niet missen. Een mooie belevenis met heel veel symboliek. Ik ga hier even het programma in plakken, dat bespaart me wat tikwerk. 


Programma:
- Registratie
vanaf 9.30 u tot 10.15 u: welkomstkoffie en registratie in de salons "Van Dijck”, Frederik de Merodestraat 33, te 2800 Mechelen, 03 460 11 99, om de hoek van ons secretariaat in het DPC in de Varkensstraat.
- Pelgrimszegen
om 10.30 u in de St.-Romboutskathedraal op 10 min. wandelafstand: 
Welkom in de kathedraal (deuren open) vanaf 10.10u.
De Pelgrimszegen wordt opnieuw uitzonderlijk fijn verzorgd door onze werkgroep "spiritualiteit”met medewerking van ons pelgrimskoor "Adelard van Aubrac” o.l.v. Johan De Ridder. 
(Nieuwe koorleden zijn steeds welkom: elsdv@skynet.be)
- Broodjeslunch
         van 11.45 u tot 13.45 u opnieuw in Salons Van Dijck 
Namiddagprogramma
                  van 14 u
                   o Voordracht: "Compostela – een (pelgrims)tocht: mag het ietsje meer zijn?” door Dees Van Caeyzeele. Dees is priester van Don Bosco en was jaren werkzaam in jeugdzorg. Sedert zijn brugpensioen is hij al enkele jaren als econoom administratief, financieel en materieel actief in het beheer van het vormingshuis van Don Bosco te Heverlee.

         o Pelgrimsinfo
         o Café De Ware Jacob

Sjiek hé ? Okee, maar ik was aan't stappen in Kessel. Bij het uitsippelen van het trajectje had ik verdorie het mooiste stukje Kessel links laten liggen. De Kesselse Heide. Gelukkig had ik nog de deelstukjes van de Grote Routepaden bij de hand om dat er in extremis nog aan te breien. Vlakbij de Kesselse statie, op enkele boogscheuten verwijderd liepen we al tegen het fort van Kessel aan. Net zoals ons fort van Haasdonk betreft het hier een fort van 2de rang. Dit louter ter informatie voor de ingewijden in de krijgskunst. 't Enige verschil is dat er op ons fort bijna geen schot is gelost en dat het fort van Kessel de schietschijf is geweest voor de Dikke Bertha van den Duits. 't Lag er in alle geval nu vredig bij te ogen met het opkomende zonnetje dat zich stralend een baantje priemde door het wat mistige decor rond het fort. Iets verder doken we dan de heide binnen. Een parcours van ongeveer 6 km loodst je langs vloeibeemden, rietland, broekbossen en droge heide. Prachtige natuur die je tot voorbij Broechem en Ranst in verwondering doet staan. Merkwaardig vond ik het dat een GR route los door een golfterrein, het speelplein bij uitstek voor de begoede burgers, kronkelde. In het drassige maar erg mooi golvende terrein was er echter in geen kilometers in het rond één enkele golfspeler te bespeuren. Ook liep die GR los door een appelboomgaard. Trieste aanblik van al die mooie appels die niet eens geplukt werden en nu lagen te rotten op de grond. Echt zonde want het waren er lekkere. Tenminste degene die nog aan de bomen hingen. In Ranst, zowat halverwege, werd ik gewaar dat ik over een maag beschikte. Honger dus maw. Een echt typisch volkscafeetje aan de kerk, mijne meug dus, lonkte te verleidelijk om daar zomaar voorbij te lopen.  Naar binnen dus ! De waardin, een gezellig madammeke, liet ons weten dat ze 'helemaal geen kwaai madam' was. Dit nadat mijne maat haar vroeg of ze kwaad zou worden moesten we onze bokes aanspreken in haar etablissement. Den Oelegemsen Tits, een ongefilterd ambachtelijk gebrouwen gerstenat in de contreien aldaar, smaakte voortreffelijk. Het werd een klassiek tafereeltje. De Catsjou op zijn varkenoor knabbelend, de wielrenner die zijn gazet leest, een paar stokoude tantes die een koffietje slurpen na hun commisjes. Deze keer werden we onderhouden door een klant van Moorse origine. Ook hij was erg sportief ingesteld zo te oordelen naar de interesse die hij toonde voor wandelschoenen. Die moest hij ook hebben want wandelen deed hij ook graag. Niet alleen wandelen behoorde tot zijn interessesfeer maar ook café-uitstapjes. Zijn vrouw had hem een horloge ten geschenke gegeven zo groot als een dozeke Nivea zodat hij het uur beter in't oog zou kunnen houden om naar huis te keren. Met het nodige begrip voor zijn wankel tijdsbesef konden we het door hem getoonde uurwerk in al zijn afmetingen bewonderen.
Het tweede deel van het trajectje, nog een goeie 12 km oogde minder fraai. Op toch nog wel enkele charmante bospaadjes na, kwam er toch ook veel asfalt op de proppen. Dat voel je wel. Hoe raar ook maar je stapt op een onverharde weg 2 maal zo ver om eenzelfde vermoeidheid aan je voeten te voelen. Ook veel minder belastend voor je knieën wanneer je zwaar bepakt bent. 
De dagen beginnen stilletjesaan te lengen maar dat nam niet weg dat naar het einde toe het al redelijk duister werd. Aangekomen in het rivierencompleks Nete, kleine Nete, Netekanaal was het al redelijk pieren geworden. Mooie regio dat rivierenland waar er volop werk wordt gemaakt van het natuurbehoud. Zelfs meer, men probeert er terug zoals weleer een natuurlijk overstromingsgebied te verkrijgen. Op de dijken staan er nog vele aftandse weekendhuisjes te verkrotten die een doorn in het oog zijn van de natuurbeschermers. Niet zelden opgetrokken met asbest bevattende materialen en ook de aanplantingen op die percelen met dikwijls uitheemse plantsoorten die de oorspronkelijke fauna verdringen. Mooi werk van die mannen. Zo we zijn nu terug aan de statie van Kessel. Een frituurke leek me ook onweerstaanbaar na zo een mooie wandeling. Helaas den boelet voor Catsjou schoot erover want het beestje werd kordaat de toegang geweigerd. Dan maar de frieten gaan opeten in het cafeetje aan de overkant. Ook daar geen kwaai madam die er bezwaren op zou maken dat we ons aan een tafeltje installeerden om een frietje te steken. Plezant, er zijn andere cafébazen zene !

...

zondag 4 januari 2015

Een rondje Scheldeland. De kreken rond Bazel en Rupelmonde.

Traditioneel wordt met de vriendenkring Scouts Lange Wapper een uitwaaiwandeling gestapt om zo na de jaarwissel de zware last van onverteerde diners en ook Bacchus, onze God van de roes en de dronkenschap, een adieu te wuiven. Ondanks het klereweer in de regen werd het een fijne uitstap met veel animo. Na de gebruikelijke geplogendheden rondom het iedereen nieuwjaarwensen gingen we van start op de kade van Hemiksem aan het kallebeekveer. Een uitgelezen plek om onze eerste jeneverstop eer aan te doen onder het schuilhutje aan het veer. Een sjieke veerboot bracht ons naar de aanlegsteiger in Bazel, het mooiste dorpje van Oost Vlaanderen naar verluidt. 



In een begeleidend notaatje vond ik het niet nodig dat het gezelschap zich van caoutchouc bottekes diende te voorzien. Een tractor bleek daar enige dagen voordien wat roet in het eten gegooid te hebben. Het ganse jaagpad tot halverwege Rupelmonde was herschapen in een modderpad. Goed, het aspect verrassing mag ook zijn plaats krijgen in een wandelingeske. Rustig doorgelopen tot in Rupelmonde. Een bezoekje aan de Graventoren , de heimat waar Geraard Kremer, de  uitvinder van de atlas en eigenlijk de grondlegger voor de ontwikkeling van mijn wandel-GPSke, mocht niet ontbreken. Ere wie eer toekomt Mercator ! Op 50 meter van die toren ligt het ''t Loze Vissertje'. Een bezoekje waard. Het is een gezellig kroegje dat uitgebaat wordt door een rasecht Rotterdams echtpaar. Hart op de tong dus. Dat kroegje had ik op voorhand al eens gaan verkennen en reeds bij het binnenstappen kreeg dat zaakje m'n ganse sympathie. Je kan er trouwens tegen heel democratische prijzen aan een eerlijke hap eten geraken. 
Na deze pitstop over de afsluitdijk richting Bazel, het kasteel van Wissekerke uit. Onderweg maakte iemand uit het gezelschap een totter van formaat op de talud. Resultaat een gebarste enkel en 't is nu nog maar de vraag of de tripple Karmelieten ofwel de door de regen modderige talud daar voor iets tussen zaten. In Bazel even door het domein van het kasteel gestapt richting café restaurant Den Duiventoren om dit met een bezoekje te vereren. Nette zaak met nieuwe uitbaters maar met een gans ander publiek dan 't Loze Vissertje. Ook het laatste stukje wandeling terug naar het veer werden we niet gespaard van de neerpletsende regen. Ach, zoiets weerhoudt niemand om toch van de ruwe moerasnatuur te genieten. Aan het toertje van 10 km kwam een einde na het overtochtje met het veer. Het zware gevoel op de maag was wel weg maar ne mens vergeet rap de oorzaken. Een koppel garnaalkroketten gevolgd door een goeie biefstuk met frieten en champignonsaus in het gezellige restaurantje 'Het Tolhuis' in Schelle maakte ineens brandhout van onze goede voornemens.