Een beetje afgaand op de weersvoorspelling, wat natuurlijk de nodige risico's inhoudt, zou het op vrijdag een regenvrije dag worden. Een risico dat je graag neemt wanneer je de beentjes nog eens wil strekken in het één of ander mooi landschap dat ons nationaal grondgebied rijk is. Waarom niet eens de Fagne-Famenne ? Me vergeefs trachtend de lessen aardrijkskunde voor de geest te brengen lukte het me maar niet om de veelzijdigheid aan landschappen dat ons klein landje rijk is te herinneren, laat staan te benoemen. Ik heb het dan maar eens opgezocht. Gemakshalve klasseerde ik de lap Waalse grond die iets zuidelijker van onze taalgrens lag, onder de brede noemer 'Dardennen'. Fout dus, de destijdse inspanningen van onze leraar aardrijkskunde Meneer De Wilde alias 'De Kerstboom' ten spijt was mijn geografische kennis over het vaderland herleid tot vage herinneringen aan een landkaart van België die opgerold in een hoekje van de klas stond. Bij deze m'n excuses beste meester. 't Spijt me oprecht dat ik niet beter heb opgelet bij uw lessen.
De Fagne-Famenne ligt geprangd tussen de Condroz en de Calestienne, een kalksteenformatie die de noordelijke rand van de Ardennen afboordt. De Fagne-Famenne wordt nogal eens opgesplitst in haar benaming. De Fagne ten westen van de Maasvallei, de Famenne ten oosten. Prachtige streek, heuvelend met hoogteverschillen tussen de 150 en 300 meter en op enkele plaatsen maar enkele kilometers breed. Voornamelijk een ondergrond van schistgesteente die hier en daar nog dooraderd wordt door rode en grijze marmer. 't Is echter geen marmer, 't lijkt er wel sterk op maar het is fel dooraderde kalksteen.
Den tikkenhaan was er vroeg bij deze morgen. 5 uur meer bepaald. Het was dan ook een heel stukje sporen tot in Mariembourg, nog een heel eind Charleroi voorbij. De ondertussen legendarische vertragingen voor lief nemend was de aankomst in Mariembourg rond een uur of 10 een feit. Ik had er al een uur vroeger kunnen staan. Niks van aantrekken blijft nog altijd het parool !
Een mooi stukje uitgestippeld tussen Mariembourg en Philippeville en daarbij het prachtig dorpje Roly niet vergetend. Een dorpje waarvan de huizekes nog helemaal zijn opgetrokken uit de aldaar ontgonnen natuursteen. Prachtig stukje patrimonium tussen eiken en glooiende kalksteenheuvels. Op het stukje traject tussen de statie en het spoorwegmuseum werden we uitbundig begroet door een plaatselijke bewoner. In zijn onderbroek en marcelleke en op zijn sloefen stond hij aan zijn voordeur. Niet geheel in lijn met zijn kleding droeg hij een wintermuts. Een kwestie van geen valling op te scharrelen volgens mij. 't Zijn vriendelijke mensen onze zuiderburen. Iets wat me ook te binnen schoot bij latere contacten op de dag is dat we het beeld van onze buren dringend moeten bijstellen. Ze doen allemaal vreselijk hun best om de taal van Vondel te praten. Zoiets was tot voor enkele jaren terug gewoonweg ondenkbaar. Ook aan hun menselijke warmte kunnen we ons nauwelijks spiegelen. Steeds een goeiedag ... Ca va ? .... Bonjour les marcheurs ... en toch, deze mensen ken je van haar noch pluim. Chapeau, we kunnen er nu iets van leren.
In het spoorwegmuseum stonden enkele pareltjes aan stoomlocomotieven en oude passagierswagons. Knap hoor ! Het spoorwegdeel in deze streek is nog niet geëlectrificeerd waardoor de aanblik van deze stalen krachtpatsers in hun habitat een serieuze brok nostalgie doet oproepen.
Verder stappen over de RAVeL naar Roly. Bij het uitstippelen van de route vroeg ik me af wat de betekenis is van Ravel en of het wel begaanbare wegen waren. Op een wandelkaart is dat niet onmiddelijk duidelijk. Een gans netwerk van deze Ravel's, honderden kilometers lang wel, doorkruisen Wallonië. RAVel : Réseau Autonome de Voies Lentes. Trage wegen dus vrij vertaald. Het biedt de fietser en backpacker een waaier aan routes aan waar je U mag tegen zeggen. Voornamelijk werden ze aangelegd op verlaten spoorwegbeddingen en jaagpaadjes. Klein minpuntje op deze mooie routes, althans het stukje dat ik voor ogen had, is wel het gebrek aan zitbankjes of schuilhutjes waar je je boterhammekes kunt opeten. In de zomer is dat geen probleem maar bij regenweer heb je het toch liever anders.
Zo ook nu moesten we onze diner bestaande uit Cassoulet au Canard Confit improviseren op een stoeltje bestemd voor de drijfjachtjagers. Om deze jachtpost te bereiken moest je wel een stukje door het bos lopen. Een eikenbos waarvan de bodem volledig bedekt werd met het mooiste mosgroen dat je je maar kunt inbeelden. Een prachtig naturel tapijtje, gratis voor niks.
Nu liep het parcours niet helemaal over die ravels. Hier en daar er wat stukken GR aangenaaid en die liepen gewoon door moddersporen. Maar het was verdorie mooi. Hier en daar zag je een enkele witte reiger geposteerd in het weiland aan een klaterend watervalletje. Nog nooit gezien, tot hier toe had ik nog maar enkel de blauwe reiger eens gespot. Verder nog weidse uitzichten over glooiende weiden, eikenbossen, veenmoerassen en noem maar op. Verrassend mooie streek. Toch ook een beetje jammer dat we onderweg geen everzwijnen of herten hebben kunnen spotten. 't Zou het plaatje compleet gemaakt hebben.
Aan klap geen gebrek tijdens de tochtjes. Als je zo in gezelschap stapt komen er nogal talrijke onderwerpen aan bod weet je ? Van de politiek naar de sport, dan weer de vrienden en zo verder naar de perikelen wat betreft kroost en gezin. En ga maar door. Met het hoofdstukje ruimtelijke ordening en daarin je fantasie de vrije loop latend met renovatieplannen aan onderweg tegengekomen koterijen en bouwsels ben je ook uren zoet. Haha, we wanen ons allemaal wereldverbeteraars.
De laatste kilometers wandelen naar Philippeville toe was het echter één modderbad dat de klok sloeg. Tegelijkertijd maakten ik en mijne maat de bedenking ... 'Stel je voor dat je hier op turnsloefkes moet doorbaggeren !'. 't Is een extra inspanning bij het stapavontuur zo met je botinnekes vol slijk.
Aangekomen aan de statie van Philippeville na een goeie 20km bleek het nog veel te vroeg om op de trein te springen. De traditionele afsluiter met een gerookt varkensoor voor de Catsjou en een streekbiertje mocht niet ontbreken. Nog een kilometertje verder het stadje ingetrokken alwaar een Chimay deze voorwaarde tot een geslaagd wandelingeske moest onderschrijven. Een gezellig bistrootje, uitgebaat door een overvriendelijk madammeke, aan de Place d'Armes in Philippeville voldeed aan de doelstellingen. 't Werden er uiteindelijk 2 van die blonde Chimay's. Lang leve onze Waalse brouwkunst. Te gek :-)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Plaats een reactie als je wil.