maandag 18 juli 2016

Zeeland (NL) - Spelevaren op het Veerse meer en een zwaar staptochtje




Tja, de hemel kleurde één en al oranje met een sportief gouden randje de afgelopen dagen. Laat me dit maar eens even uitleggen.
Verleden weekend viel ons nogmaals het plezier te beurt om Els en Rien uit Dordrecht als gasten te mogen ontvangen. Een fijn stel mensen die ik op mijn camino in 2012 heb leren kennen. Rien zou met zijn fiets op vrijdag komen, Els 's avonds met de wagen en zij zou haar racefiets meebrengen om er op zondag mee terug naar Dordrecht te keren. Een koersvelo zeggen ze hier maar daarmee zou ik de waarheid geweld aan doen. Het betrof bij beide tweewielers om hightech machines die in een zilverkastje thuishoren, eerder dan in een ordinair fietsenrek. Ik was van oordeel dat de rit een 8 tal uurtjes in beslag zou nemen maar ne mens kan zich soms van tijd vergissen. In een kleine 4 uur tijds werd de afstand overbrugd. Ik moest even gaan zitten want dit zou ik geenszins kunnen nadoen. Soit, voor zaterdag had ik voor mijn lieve gasten een zeiltochtje op het Veerse Meer in het programma voorzien.

/>

Zoon Kristof, mijnen oudste en schipper van dienst, wachtte ons op aan de jachthaven van Wolphaartsdijk aan het Veerse meer in Nederland. Nog enkele fokkematen uit de scoutsleiding waren eveneens present. Met den Défi, een open tweemast jacht met 30 vierkante meter aan zeiloppervlak, is het zalig spelevaren. Jarenlang heeft zoonlief met enkele scoutsvrienden aan die schuit gewerkt. Een subliem resultaat werd er geboekt na afloop van de job. 't Moet gezegd weze ! Prachtig zeilweer, af en toe een strak windje tot 4 Bft en een schitterend zonnetje waren van de partij. Na de welkomstdrink met wat bubbels werd het oploeven aan de wind tot aan het eilandje voor Stroodorp waar we een korte picknick versierden met z'n allen. Een Vlaamse klassieker, kriekskes met frikadellebollen (gehaktballen) stonden er op het menu. Dit om de op vrijdagavond gecomsumeerde Nederlandse Zeeuwse Mosselen te compenseren. Ongekend die cullinaire combinatie bij onze Nederlandse vrienden, net zoals het gebruik om selder te gebruiken bij het klaarstomen van de mosseltjes. Bij ons is dan weer het gebruik van bier in de bereiding niet bekend. Het is tof om elkaars gebruiken te leren kennen en ook om deze naar waarde te willen schatten. Een prachtig weekend werd dit weeral in compagnie van fijne lui. Fortuin heeft geen enkele waarde als je deze vriendschappen tot je ware rijkdom kan verheffen. Zo zie ik het althans. Kortom, het werd een weekendje om op te schrijven waar ik met graagte gevolg aan geef. 
Tot hier het eerste hoofdstukje Nederland. Op zondag kwam reeds het vervolg. Een bbq bij dochterlief in Hulst op Nederlandse bodem. Een bbq-tje als bedankje voor degenen die hulp hadden geboden bij haar verhuis. Leuk en lekker zeggen ze daar in Holland.

Het derde kapittel schrijven we eveneens op Nederlandse bodem. Brouwershaven aan het Grevelingenmeer in Zeeland werd door de scoustskes gekozen als kampstek anno 2016. Afspraak om 10 uur aan het sluisplateau in Wemeldinge. Van daaruit zouden een 30 tal gastjes van tussen de 10 en 12 met de fiets en onder begeleiding van m'n scoutsvrienden naar Brouwershaven fietsen. Een kleine 50 km langs de fietsknooppunten. Waarom zou ik dat niet eens te poot doen ?

Die Zeelandbrug van 5 km lang over de Oosterschelde intrigeerde me wel. Vlug even de kortste route uitgetekend, wat tussen Wemeldinge en Brouwershaven toch nog vlug een kleine 40 paaltjes aan stapwerk vertegenwoordigde, en klaar was Kees. Om 6u30 uur 's morgens vloog de rugzak al op mijnen bult en stappen maar. Wemeldinge lag er op dat vroege uur nog vredig ingedommeld bij. Je hoeft je echt niet af te vragen waar je bent aanbeland wanneer je geblinddoekt ergens ter wereld wordt gedropt.  Bespeur je een windmolen dan is de kans zeer groot dat je in Nederland zit. Molens vallen in het Nederlandse landschap meer te bespeuren dan dat er cafeetjes in Vlaanderen zijn volgens mij.  De toon werd dan ook al bij de eerste kilometers gezet bij het verlaten van Wemeldinge met het aanzicht op 2 mooie windmolens. Verder wandelend langs de dijk van de Oosterschelde viel er dan te genieten van de prachtige uitzichten op de stroom en haar oevers. Het was lage tij en in de modderbanken deden de scholeksters volop hun best om pieren te zoeken. Ik verstoorde hun bezigheid klaarblijkelijk want af en toe kwamen ze luid krijsend over mijne kop gevlogen met een kras-op boodschap. Mooie beesten met die knalrode bek, dat wel. Zo vroeg in de morgen was er al een hele horde sportduikers aan de oevers op het appel. Ik vraag me af of die daar in dat modderige brakke water wel een steek kunnen zien. De duiksport is echter onbekende materie voor me. Zo halverwege op weg naar de Zeelandbrug hoorde ik achter me een dame al zingend roepen "Welkom in Zeeland, goeiemorgen meneer". Als was ze de vriendelijkheid zelve, zo kwam ze voorbijgefietst met haar zoontje. Althans haar zoon, zo zou later blijken want aan de brug zelve kwam ik haar opnieuw tegen. Ik moest kennismaken met haar. Rina was de naam en haar zoontje heette Robert-Jan. Een kereltje van rond de 12 met een joekel van een bel bengelend aan zijn oor. Rina tutterde aan een fles sterke drank alsof de algehele drooglegging in Nederland nakende was. Het scheelde niet veel of ze had daarbij haar ganse leven uit de doeken gedaan. Bij het voorstellen van hare Robert-Jan vertrouwde ze me toe dat ze nog zeven andere kinderen had. Even maakte ik me de bedenking of er geen verwarring in 't spel was met die dubbele voornamen. Nee hoor, degelijk 8 stuks, hare Robert-Jan inbegrepen. Het was Robert-Jan zijn levensdroom geweest om eens over en weer over de Zeelandbrug te fietsen. Alzo kwam er wat klaarheid omtrent de reden van hun gezamenlijke fietstochtje. Of ze het gehaald heeft weet ik niet want terloops vroeg ze me of er geen laadpunt voor haar elektrische fiets in de geburen was. Hoe zou ik dat nu in godsnaam kunnen weten beaamde ik. "Laat God daar maar buiten, Die kan ik missen als kiespijn" klonk haar weemoedige antwoord. Een lief maar arm mens, ik kreeg er begot medelijden mee. Ze moet betere tijden gekend hebben. En nu, haar zoontje's droom waarmaken met de fles moonshine als gezel.  "Ga in vrede" riep ze me nog na toen ik in aan mijn Zeelandbrug begon.
Als enige voetganger op die kilometers lange brug baande ik me een weg naar het einde ervan. Honderden fietsers raasden me voorbij in snelvaart. Er kwam precies geen eind aan die brug. 5 kilometer non stop beton. De ganse weg trouwens wat zich aan het einde in Brouwershaven vertaalde in zware voeten. Maar wat een idyllisch plaatje kreeg je daar hoog boven de zee. Een vlakke waterspiegel onder een schitterend zonnetje. De meeuwen die bewegingsloos naast je meezweefden, zeilbootjes die hun baantjes onder je door trokken, de oever aan het andere eind van de brug die onbereikbaar leek. De moeite om er eens over te kuieren. Maar er moest nog een heel eind verder gestapt worden. Noord Beveland lag achter de rug, nu was Schouwen Duiveland aan de beurt. Dat moest, om tot in Brouwershaven te geraken nog helemaal van zuid naar noord doorkruist worden. Eerst kwam Zierikzee aan de beurt. Dat heb ik gans doorkruist. Prachtig stadje. Mooi dooraderd met weidse kanalen en vaarten. Honderden plezierbootjes, platbodems, tjalken, de één al antieker dan de andere sierden daar het straatbeeld. Niet te vergeten natuurlijk, hier en daar een sierlijke molen die voor het onbetwistbare Hollandse accent zorgde. Oude panden en pakhuizen die verwijzen naar de visnijverheid tref je er eveneens aan. Ik vond er ook de gereformeerde kerkgebouwtjes waar op dat moment vele vrome kerkgangers binnenschuifelden om den Here Allemachtig te loven en alzo hun zondagsplicht te vervullen. Veel Duitse toeristen heb ik daar in Zierikzee aangetroffen. Die liepen er ook vrolijk rond.
En maar verder stappen over de ontelbare dijken langs de kanalen en groene weiden. Vlak, het is daar verdorie vlak dat landschap. Eindeloze verten, langs alle kanten, naast, voor en achter je, zie je de horizon. Wat een contrast met een heuvellandschap maar evengoed geweldig mooi. Rond halfvier kwam ik ter bestemming op de kampplaats. Een vrij zwaar parcours, dat moet ik wel kwijt. Niet zozeer de afstand maar wel het asfalt en het beton waren hier oorzaak aan. Dat voel je na 40 kilometertjes wel. Mooie timing ook, dat moet eveneens vermeld worden want dat jong fietsgeweld kwam tegelijkertijd met mij aan op de kampplaats. Ze waren flink moe en moesten hun tenten nog opstellen. Een heus kampement werd het. Shelters, slaaptenten, een eettent en een heuse keukentent die naar het schijnt nog tijdens de oorlog in Korea heeft gediend. Een afdanker weliswaar maar prima materiaal om de keuken te dienen tijdens zo een kamp. In afwachting van het avondeten ben ik met de vrienden nog even gaan aperitieven in Brouwershaven. Daarna samen nog aanschuiven aan de kampkookpot wat ik een mooie bezegeling vond voor een zoveelste gezegende dag. Voor de terugtocht naar Wemeldingen kon ik met een auto meerijden waar ik overigens niet om treurde. 't Was middernacht toen ik de ogen sloot. Moe, maar ik wist waarvan !  
  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.