donderdag 17 oktober 2019

Manhay - Moulins de Malempré

Enkele dagen er tussen uit met de tent was deze week 'De'  opportuniteit. 3 van de 5 stapmaten waren immers verhinderd om de wekelijkse uitstap mede te animeren. De Ronny had al lang een tekstballonneke in zijn hoofd zitten met het opschrift : 'Wat denk je ervan om eens wat edelherten te gaan spotten in onze Ardennen ?' Een ideetje zoals een ander ! In het begin van de week kreeg dit vorm en dat ballonneke kwam er langs zijn oren uit. Zo kreeg ik er weet van. En ja, toch wel, dat stond me ook aan en waarom zouden we niet enkele dagen gaan kamperen in de Ardennen ? Potten en pannen werden ingeladen alsook luchtbedden, tent en de kampeermeubelen. De fourage werd al in gang gezet omdat we geen honger wilden lijden . Zo precies of je in de Ardennen niks om te eten vindt. Grote onbekende met een niet te onderschatten impact op een kampeeravontuurtje was het weer. Donderdagmorgen vertrokken we richting Luik en aanvankelijk was het nog prima weer maar eens een goed stuk over de taalgrens tekende er zich in het zwerk toch maar een heel sombere hemel af. 

Een tent opstellen half oktober kan best maar dan is droog weer toch wel de hoofdvereiste. Al rijdend werd er een plan B klaargestoomd voor het geval het zou stortregenen. Een trekkershut zou een waardig alternatief bieden om zich te ruste te leggen. Bij aankomst op de camping Aux Massotais in Vielsalm moest noodgedwongen het plan B aangesproken worden. Het regende oude wijven zoals de volkse uitdrukking het omschrijft. Helaas, we vingen bot met ons B-plan want de Nederlandse uitbaatster meldde dat de camping niet voorzien was van trekkershutten. Ook wist ze geen andere campings in de buurt waar we terecht konden. Dan maar op Google Maps met het zoekwoord 'trekkershut' aan de slag en jawel ! Op een kleine 7km lag er een redelijk ruime camping die over zulke hutten beschikte. Camping 'Les Moulins de Malempré' had 5 spiksplinternieuwe hutten ter beschikking staan.  De gerant van deze camping was een 'Pjeirefretter', hij kwam uit Vilvoorde zo zei hij. Sympathieke man die naar de naam 'Bart' luisterde. We waren direct gesteld. Een bed, kookfornuis, wat bestek en verwarming voor 50€ per nacht. Vervolgens nog een zithoek, wc, 4 nette bedden en wat dekens. Bart kwam even meegelopen om de stoof in de hut aan te steken. De hut stond tegen de rand van een hellend bosterrein vlak aan een helder snelstromend en kronkelend beekje : Le Ruisseau de la Follerie. Alstublieft ! Ideaal voor uren speelplezier met jonge kinderen. 

Trekkershutten zijn helemaal niet zo duur. Zeker wanneer je de huurprijs door 4 kan delen.  We waren met 3 en aangezien de Catsjoe geen pree trekt, werd het delen door 2  🐶💲💲 wat op 25€ per man/nacht kwam. Echt niet duur maar wel  40€ voor de opkuis. Dit laatste dreef de prijs wel op maar het was toch aanvaardbaar. Het is een éénmalige prijs die wel door de beugel kan wanneer je er meerdere dagen zou verblijven.
Eens gesetteld hebben we een kleine wandeling ingezet om wat in de omgeving te acclimatiseren. Een klein toertje werd dit in het achterliggende woud. Lichtjes op en neer wandelend over een bospad werden er op een 450 meter hoogte  een 2 à 300 hoogtemetertjes gescoord. Het bos lag letterlijk bezaaid met paddestoelen in alle geuren en kleuren. Zoveel heb ik er nog nooit gezien. Nu las ik zojuist in de krant dat het plukken van paddestoelen in Wallonië toegelaten is. Per persoon mag je daar een emmer van 10 liter met zelfgeplukte paddestoelen vullen. In Vlaanderen is het verboden terwijl ik de mening was toegedaan dat alle Belgen gelijk voor de wet waren. De argumenten die Vlaanderen voor dit verbod hanteert zijn nochtans redelijk te noemen. Lees maar eens indien het je moest  interesseren : Paddestoelenpluk in België
Na het wandelingetje hebben we de avond gevuld met een lekker hutsepotdineetje en een flesje wijn om op de camaraderie te toasten. Gezellig ! Het hertenspotten zou voor vrijdag zijn.  
Vrijdagmorgen : English breakfast ter ere van de brexitperikelen en daarna de baan op, op zoek naar de hertjes. Het zou bij een poging blijven. Zowat overal waren er op de toegangswegen tot de wouden flyers aangebracht met de waarschuwing dat er een jacht aan de gang was en dat de toegang werd ontzegd.



Een elitair clubje 'homo sapiens' claimt daar regelmatig een gebied voor zichzelf op waardoor ze een hele hoop burgers immobiliseren. Deze sportievelingen, de jacht wordt immers een sport genoemd,  noemt men jagers. Ze vinden hun plezier in de amicale omkadering van het gebeuren maar het punt is eigenlijk dat ze weerloze dieren genadeloos omver knallen.  Ze verdienen er zelfs geld aan. Ik kan ermee leven dat dieren tot voedsel dienen, maar het aspect plezier beleven aan doden gaat voor mij te ver. Maar ja : Niet iedereen hoeft mijn mening te delen. 
Het spotten van het edelhert mochten we dus stilletjesaan op onze billen schrijven. Ze te horen burlen eveneens, er was nog wat plaats ernaast op de billen. Wat er wel te horen viel was het knallen van de jachtgeweren. Beetje jammer dat de herten onzichtbaar bleven. Voor ons dan toch wel wel te verstaan. We moesten bijgevolg op zoek gaan naar een veilig wandelgebied. Dat hebben we dan gelukkig toch gevonden. In de geburen van Oster was er een strook woud dat beheerd werd door Natuur en Bos.  Mooie wandelpaden langs weidse vergezichten. We zaten hier in het hoogste gebied van België. We hadden uitzicht op prachtige dalen en valleien. Hier en daar een kabbelend beekje, hopen paddestoelen, verlaten paadjes, daarginds dan weer een eenzame houtvester aan het werk, je kan je ogen de kost geven. Ook was het een beetje jammer om dit prachtig gebied te zien schuilgaan onder een loodgrijs wolkendek. Herten hebben we dus niet gezien maar een onoplettende vos kregen we in het zicht. Het was mooi om zien hoe hij in een grote wei naar muizen op zoek was. Ja het duurde zeker een kwartier vooraleer hij ons in de smiezen had. De Ronny heeft wel 40 fotokes van dat beestje getrokken. Eens hij ons opmerkte maakte hij zich gauw uit de voeten. 

Het werd weeral tijd om naar de hut te keren en te gaan koken. Een rijkelijk gestoffeerde zuurkoolschotel stond geagendeerd. Mja, dat bourgondische tintje mag zeker niet ontbreken. Nog eerst een kort avondwandelingetje waarbij we kort kennis maakten met een man uit Utrecht. Oh, die prees de Belgen de hemel in. Hoofdzakelijk om hun gemoedelijkheid. Hollanders hebben ZO een bek declameerde hij waarbij hij zijn armen breed ten hemel spreidde. Ronny vond het niet beter om een poging te ondernemen om deze brave man uit te nodigen om mee aan te schuiven aan onze dis. Ik moest een beetje vertalen ... ondertussen kan ik aan de mimiek van onze Noorderburen al aflezen of ze de Vlaamse taal wel verstaan. Ronny zijn 'Pateekes' werd naar gebakjes vertaald en 'choucroute' naar zuurkool. Nog wat aardige woorden, rare woorden dus kregen bijgevolg betekenis in de oren van deze Nederlandse onderdaan. Hij bedankte beleefd, zijn vrouw zou hij niet kunnen overtuigen om mee te komen. Bovendien stond hij versteld van ons aanbod. 'Zoiets zal je een Hollander nooit horen vragen' weerlegde hij met enige schroom. 
Met de avonddis konden we het luik Ardennen afsluiten. We keerden zaterdag terug naar huis. We kunnen weeral even op dit avontuurtje teren en naar een volgende uitstap uitkijken. Wat is dit toch plezant. De natuur proeven met vrienden. We zijn nog niet zinnens om hiermee op te houden. Bijlange niet.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.