vrijdag 28 februari 2020

Het Hekselienpad en de Prinsenroute. Van Retie naar Geel

Na een zorgenvrij trein- en busritje stapten ik, de Ronny en de Catsjoe af van de Lijnbus  in het Kempendorp Retie. In Mol waren we daar opgestapt. De klok op de bakstenen kerktoren aan de Grote Markt wees stipt 10 uur aan. 10 uur, zowat tussen de terts en de sext in om eventjes naar de liturgische getijden te verwijzen en wat mij betreft een goddelijk moment om een fikse wandeling aan te vatten. Vandaag zouden we van Retie naar Geel stappen. Iets rond de 20 paaltjes. En het zou droog blijven tot in de namiddag dus konden we er maar beter aan beginnen. Onder de gerechtslinde van Retie, een boom die er al bijna 700 jaar zou staan en waar in lang vervlogen tijden recht onder gesproken werd was het even zoeken welke richting het zou uitgaan. Café Amélie wees hierbij de weg.  Het viel ons op dat daar,  het vroege uur in acht genomen,  al zo veel volk in die kroeg zat. Amélie haar zaakjes liepen gesmeerd. Na het obligate kommeke zwarte brandstof werd het ook hier vlug opkrassen. En avant !

Het kasteel van Retie was een ommetje waard. Het ligt iets ten westen van de dorpskom maar helaas konden we niet op het kasteeldomein komen. Met tierlantijnen versierde torentjes en enkele statige lantaarnpalen schraagden het stalen hekwerk dat ons de toegang tot het domein versperde.  Dit kasteel werd gebouwd in 1906 in neogotische stijl naar een ontwerp van de Leuvense architect Langerock in opdracht van François du Four, die destijds burgemeester van Turnhout en eigenaar van de drukkerij Brepols was. In dit 'nederig stulpje' kon de Swa zijn vakantie in peis en vree doorbrengen. Schiep God niet de rangen en standen ? 😉 Ola Jan, opletten met wat te veel van die de religieuze accenten in je schrijfsels te leggen. Je moet dit jaar je lot weer leggen in de handen van het Heilig Jaakske en die kan soms aardig uit de hoek komen. 

Al vlug zaten we in een prachtig stukje natuur. Een bordje bracht ons in kennis dat we ons op de Prinsenroute bevonden. Halverwege de 19de eeuw kocht de Belgische koninklijke familie 4900 hectare grond aan in Retie. Koningen, prinsen en andere met blauw bloed gezegende heerschappen en freules kwamen hier graag de adelijke beentjes strekken. Deze prinsenroute zou ons naar het Prinsenpark brengen maar vooraleer in dit park te belanden kregen we nog eerst een avontuurlijke stukje kluppelpad te verwerken. Wow, dat beloofde spannend te worden. Een kluppelpad dat eveneens onderdeel zou blijken van een kinderwandeling die Hekselientje in de kijker brengt. Hekselientje is het geesteskind van An Melis. Zij is de auteur en illustratrice van prachtige kinderboeken met Hekselientje en Belle Beer als hoofdpersonages. Met deze personages en haar verteltheater trekt An door het ganse Vlaamse land. Het is jammer dat ik dit niet eerder wist. Als 'voorleesgrootvader'  in de papklas van Stafke de kleinzoon, had dit voor mij een uitgelezen verhalenbron kunnen zijn waaruit geput kon worden. Bovendien zijn het meesterwerkjes van eigen bodem ! Kijk : An Melis.

Het eerder vermelde kluppelpad is haast 2 km lang en nauwelijks 60cm breed. Het slingert zich door het gebied dat zich de vallei van de Witte Nete noemt. Een zeer avontuurlijk stukje met halverwege dit pad een panoramisch uitzicht op de vallei. Avontuurlijk alleszins en dat beloofde. Aan weerszijden bevonden zich sprookjesachtige moerassen en waterpartijen. Een watergeest zou zo tevoorschijn kunnen komen in dit mysterieuze landschap. Een misstap kon je je hier niet veroorloven wilde je er geen nat pak aan overhouden. Het pad en haar omgeving bood dan ook het ideale decor voor draken- en heksenverhaaltjes. Je kwam er zelfs een heus heksenhuisje tegen. Gelukkig was dit kluppelpad bespannen met kippengaas om het uitschuiven erop te vermijden. Op grote stukken van dit met bankirai plankjes aangelegde kluppelpad lag er nog sneeuw en dat maakte het extra glibberig. Hier en daar wiebelde dat pad stevig over en weer en begon je je toch vragen te stellen over de stabiliteit. En zekers wanneer je hier en daar een doortrapte plank tegenkwam. Helemaal hachelijk zou het worden met tegenliggers in zicht. En die kwamen er ook !


Aangezien het wat deze tegenliggers betrof er dames met een kroost in het spel kwamen gebood de hoffelijkheid me om naast het pad aan een boom te gaan hangen en te trachten om daarbij de bottienen droog te houden. De Ronny echter koos resoluut voor de 'trek tegen m'n gilet-methode' en nam met dame na dame opeenvolgend de danshouding aan. Vervolgens etaleerde hij daar een pirouette die kon tellen. Vanuit mijn oerang-oetang positie sloeg ik het spektakel met  bezorgdheid en verwondering gade.  Geen paniek echter, deze manoeuvres verliepen vlekkeloos en zonder een nat pak konden we onze weg vervolgen. Ik geef toe, ik vreesde hier en daar toch voor een plonspartijtje. De dames wisten ons nog mee te geven dat er nog pittige stukjes geklauter aan te pas zouden komen. Gelijk hadden ze maar met aan de watermolen van Retie te belanden was het spannende intermezzo afgelopen. 
We wandelden voort tot aan het prinsenpark. Alhoewel het krokusverlof was of is zijn er verbluffend weinig mensen die met hun koters de natuur in trekken.  Op menig informatiebordje werden er fotootjes getoond uit lang vervlogen jaren. Er werden kinderen getoond die in het bos speelden. Zelfs fotootjes van jonge kereltjes die met zelfgemaakte vislijntjes in de Nete hun plezier zochten. Ja wat wil je ? Al het vertier van weleer wordt nu zo goed als verboden. Zet nu een telg uit je kroost met een vislijntje aan de oever van het één of ander vijvertje en  je krijgt het aan de stok met natuurbeheer. Maar goed ... tempora mutantur nos et mutamur in illis. 


Aangekomen in Prinsenpark bood een schuilhutje de ideale plek tot picknickken. Gezellig maar zoals ik al vermeldde, weinig volk dat voor wat animo kon zorgen. Het Prinsenpark zelf is een prachtig domein van 215 ha groot. Het is een groene oase met bossen, weilanden en waterpartijen. De heidegebiedjes herinneren aan de tijd toen de boeren hier hun schapen lieten grazen. Het park beschikt over enkele vijvers, die een unieke meerwaarde aan het domein geven. Deze worden door een grachtensysteem gevoed met kalkrijk water uit het Kempens kanaal. De waterstand wordt zo geregeld dat er tijdens de vogeltrekperioden hier en daar slikplaatsen ontstaan waar je talrijke vogels kan waarnemen. Naast deze vijvers zorgen de weiden aan de rand van het domein voor enkele mooie vergezichten. 
Het stukje wandelweg dat volgde na het prinsenpark was een paternoster van diepe plassen in brede zandpaden. Wandelstokken hadden hier goed van pas kunnen komen om het evenwicht te kunnen bewaren bij het laveren tussen de talrijke waterplassen. Dit kon best intensief wandelen genoemd worden. Zorgen dat je niet uitschuift of in een plas water belandt. We hebben dan nog een stuk door verboden terrein gestapt. Na een goeie kilometer stappen op een rechte weg verscheen er ineens een bordje dat aangaf dat je niet verder mocht. Terugkeren zou ons een uur omweg kosten. Bovendien waren we iets eerder een boer tegengekomen en waarom kon die ons niet verwittigd hebben ? Hup de draad onderdoor en verder gebaren van krommenaas. We kregen er zowaar dorst van want dit akkevietje moest doorgespoeld worden. In Ten Aard, een gehucht op weg naar Geel en vlak voor het kanaal Bocholt - Herentals zijn we café 'De Welkom' binnengeduikeld. Een streekgebonden tripeltje mocht mijn inziens niet ontbreken. Een 'Vliet' kon aan deze verzuchting tegemoetkomen. 'Overheerlijk' zou een Hollander dit vocht betitelen.  Een heerschap met z'n wederhelft had plaats genomen naast ons tafeltje. Er ontspon een gesprek over fietsen en wandelen maar de wederzijdse interesse in elkaars verhaal maakte bij de tegenpartij al gauw  plaats voor zelfingenomen arrogantie. Salut, we waren weg ... iets verder was er nog een kroegje waar we binnenduikelden. Daar werden we bediend door een sympathiek jong madammeke  met een felblauw gekleurde haarbos. Dat moet kunnen niet ? Een stuk aangenamer vertoeven was het hier. En ja, de voorspelde regen had zich ingezet. Eerst stilletjes, daarna werden het bakken hemelwater die geloosd werden. We moesten nog een kilometertje of 5 stappen. Poncho aan en komaan, op weg naar de statie. Je houdt het gewoon niet droog met zulke plensbuien. Een ervaring die ik en de Ronny al langer deelden. Aan de statie van Geel toegekomen moesten we nog bijna een uur wachten op een trein naar huis. In afwachting van de trein konden we ons best een beetje gaan opwarmen bij een koffie in de eerste de beste statiekroeg.  Met deze koffie werd het einde van ons staptochtje beklonken.  Het was met deze prachtige wandeling gewoon mooi geweest. Een korte maar correcte indruk. Meer kan ik niet zeggen. Tot een volgende keer dan maar weer. 


vrijdag 21 februari 2020

22 Enclaves in Nederland - Baarle Nassau en Hertog

Voor vandaag zou het eens iets anders worden. Een 20km tellend lijnwandelingetje tussen Baarle in Nederland en Turnhout. Grote opkomst, enkel Angelo moest verstek laten. Niet voor lang meer want binnenkort zegt ook hij de werkvloer vaarwel en tot nooit meer. Hij stuurde nog na : Helaas nog enkele weken en ik wordt vrijgelaten. Ik kon het niet nalaten om hem te antwoorden dat daarna eeuwigdurende terbeschikkingstelling zou volgen. Terbeschikkingstelling van hen die menen dat er nu toch tijd zat is om voor hen dit of hetgeen te doen. Je kan dit het best interpreteren dat je nog even niet overbodig bent geworden.
Voor ons gevieren gold de afspraak dat we zouden samenkomen in Berchem Station. We hadden nog even de tijd met de aansluiting waardoor ik en den Hugo in de vertrekhal in de rij stonden voor een kommeke koffie. Min of meer in onze nabijheid stond nog een stapper die aan de achterkant de looks vertoonde  van onze Marc. Daar kwam de Ronny en de Catsjoe al groetend aan. Het koste deze dubbelganger-stapper, die met z'n rug naar de Ronny stond, een forse amicale klop op de schouders. 'En hier is de Marc zie !' Deze begroeting ondertitelde de mep die daarop volgde.   De mens ocharme verschoot zich een verschot van 't verschieten.  Het pijnlijke misverstand leidde gelukkigerwijs niet tot een duel op leven en dood maar tot een nadere kennismaking. De handschoen werd niet geworpen en nog minder opgeraapt want de voorkeur van deze onfortuinlijke doch sympathieke man ging eerder naar een toerke stappen in Limburg. Daar had hij rendez-vous gemaakt met z'n dochter. Een wijs initiatief. Meer en meer mensen ontdekken de heilzame invloed van de wandelsport op het lijf en de geest. We wensten elkaar zoals de beleefdheid het vereist nog een fijne dag toe.  

De Marc stond al op het perron en daar kwam inmiddels ook onze trein aan. Sporen tot in Turnhout was de boodschap en daarna met een bus van De Lijn naar Baarle Nassau/Hertog. De Ronny wou per fors een biljet bemachtigen via de app van de lijn. Het leverde hem een dozijn rode boebelen in zijn nek op ! Na het tonen van enkele schermen van z'n I-phone die z'n betaalpogingen moesten staven, wist de chauffeur het zelf amper of zijn biljet nu al dan niet geldig was. Leve ons mobiliteitsbeleid : 4 man, 4 verschillende vervoerstarieven voor een zelfde traject ! Hugo een mobibkaart, ik een smsticket aan 2,65€, de Marc bezat nog een rittenkaart. 1,5€ zou dit hem kosten en de Ronny met zijn M-ticket iets van een 1,8€. Dit laatste was nog niet helemaal duidelijk. Je met een Jaguar of een BMW serie zoveel en een klets laten voeren zou je volgens mij minder kosten.  



Goed, we stonden in Baarle en konden starten. Wat een gezellig stadje zeg ! Er viel al heel wat bedrijvigheid op te merken. Baarle-Nassau vormt samen met de Belgische gemeente Baarle-Hertog het Kempense dorp Baarle. Het grondgebied van beide gemeenten loopt met name in de kern van Baarle flink door elkaar. Volgens de Ronny die er een diepgaande studie aan gewijd heeft zijn er 22 exclaves van Baarle-Hertog in Baarle-Nassau en acht exclaves van Baarle-Nassau in Baarle-Hertog. Een aantal van deze Nederlandse exclaves vormt dan weer enclaves binnen de Belgische enclaves in Nederland. Dit worden contra-enclaves of tegenenclaves en zelfs enclaves van de 2de orde genoemd. Raak daar maar eens wijs uit. Deze enclave historie voert ons terug tot in de 12de eeuw en moest het je interesseren, hier zie :  Baarle, de enclavegeschiedenis.
Het doet enigszins raar aan. Al wandelend loop je eerst in Nederland, dan weer in België om enkele stappen later weer in Nederland te verzeilen. Meerdere keren zelfs. De tricolore huisnummerbordjes moeten je er aan herinneren in welke natie je je bevindt. 
Het taske koffie drong zich al vlug op. Jaja, net als in onze koekestad hebben ze daar ook een taverne die zich de naam 'De Engel' toe eigent. Niet minder dan de journalist Patrick Van Gompel nipte daar met zijn madam ook aan een bakkie pleur. We zaten nu even weer in Nederland en het bakkie pleur wordt daar meestal in een pejoratieve zin gebruikt.  Opletten dus met je taalgebruik bij het bestellen van jouw kommeke koffie in Nederland. Nooit geweten dat deze journalist, afkomstig uit Turnhout, een erudiet promotor is van het Vlaamse stripverhaal. In meerdere strips kwam hij als cameo al eens piepen. Onder meer in de getatouëerde mossel van Kiekeboe en in de Nerostrips vind je een Patrick Van Gompelstraat en een Gompel-Archipel. In 'De Vonkende Vuurman', een Suske en Wiske-album duikt hij dan weer op  als kabouter. Een heel tof eerbetoon vind ik dat.  

Wandelen nu maar ! Er stond een zeer strakke en koude wind. Deze zorgde er voor dat de gevoelstemperatuur rond de 2°C lag. Behoorlijk fris dus en bijgevolg werden er hoofddeksels bovengehaald. Den Hugo durfde het zelfs aan om zich met een authentieke zwarte wollen pots uit het Franse Baskenland te tooien. Waarschijnlijk aangeschaft tijdens één van zijn doortochten door deze streek. Knap, ik zou er ook wel zo één willen maar ik vrees dat deze niet bij mijn anatomie of de kleur van mijn ogen past. Bovendien is m'n teerbeminde echtgenote geen fervent enthousiastelinge van hoofddeksels die het schedeldak van een proletariër warm moeten houden. 
We stapten via het gehuchtje Tommel Baarle buiten. Deels langs de snelstromende beekjes het 'Gelsloopke' en de 'Noordermark' en zo verder door de uitgestrekte velden zuidwaarts naar het eerste Belgische dorpje "Zondereigen". Ik had er nog nooit van gehoord. Dit godvergeten stulpje lag net voorbij de rijksgrens. Op de grens zelf werd er net zoals in vele andere grensdorpen zoals bvb. De Klinge en Achel de 'Dodendraad' in herinnering gebracht. Een electrische barricade die moest verhinderen dat tijdens WOI mensen zouden overlopen naar het neutrale Nederland. Een picknicktafeltje ietsje verderop leek ons geschikt voor de aperitief en het schaft. Bubbels en  een glazeke wijn op de vriendschap, een blokske kaas en een olijfje voor de goesting en vervolgens een boterhammeke voor de honger. Met een boterwafeltje en een sneetje 'Pomkoek', een woord uit onzen Hugo zijn Temsense Woordenschat, konden we afronden.  Ter illustratie, pomkoek is peperkoek voor de Antwerpenaar, pennepisse voor de West-Vlaming (Pain d' épice), kommizenespe in 't Gents .... kruidenkoek, honingkoek of ontbijtkoek voor den Hollander. 53 synoniemen zijn er. Als het kind maar een naam heeft. We konden er terug wat tegen. Die picknicktafel aan die dodendraad stond daar behoorlijk in de wind. Lang hebben we er dan toch niet gezeten, het werd ons daar wat te friskes. We hadden trouwens weeral een hoerenchance dat het de ganse dag mooi droog is gebleven. 

In het gehuchtje Zondereigen wipten we het Schuttershof binnen om even op te warmen bij een koffie. Was het koffie ? Ik ben niet meer helemaal zeker maar lang hebben we daar evenmin vertoefd. Het Schuttershof bleek een supporterscafé te zijn van Club Brugge. Verschillend vaandels en trofees zijnde de fetisjen van de voetbalminnende kalandizie decoreerden muren en plafond van het etablissement. Dit even terzijde. 

Onverharde en dikwijls beslijkte landwegels , zo hier en daar wat betonbaantjes en af en toe een stukje bos brachten ons tot aan de rand met Turnhout. Turnhout, onze kaartenstad.  Er ging beslist enige charme uit van het ganse parcours en op vele plaatsen stonden er al boompjes in de bloei. Paasbloemen, nog even en die waren al uitgebloeid. Tapijten met krokussen werden eerder al aangetroffen. Prachtig zonder meer. Onderweg waren we nog getuigen van het inladen van varkens voor de slacht. Onzen Hugo herkende het geluid al van ver, zijn oren bedrogen hem niet. Onder veel gekrijs en geduw loodste een industriële varkenshoeder de beesten per 10 of 12 in de liftkooi van de vrachtwagen. Ze kregen een prik in het oor, volgens de Marc was dit om de stress bij deze beesten te verminderen. Zielig om zien. De Ronny vroeg of hij een fotootje mocht maken van dit tafereel. Je kan het zo raden dat dit helemaal niet gewenst was. Maar goed we stapten dan nog wat verder want aan het lot van deze beesten viel er toch niets meer te wijzigen. Ainsi soit-il ! Amen. 


Kempense heideplassen, vierkantshoeven en meerbeukige hoeven zorgden vanaf nu voor wat afwisseling in het landelijke decor. Ook af en toe een stukje bos droeg hiertoe bij na een tocht doorheen weidse vlakten en megafarms. Hier en daar werd er een glimp opgevangen van het Bels lijntje. Dit Bels Lijntje is door velen gekend als het rechtstreekse fietspad tussen Turnhout en Tilburg. Maar anno 1867 raasde er een trein over dit traject. Sinds het einde van de twintigste eeuw is het Bels Lijntje een fietsroute.  Zowel de aanleg als de exploitatie van deze spoorlijn gebeurde destijds door Grand Central Belge. Hierdoor werd de spoorlijn in de Noord-Brabantse volksmond het ‘Bels Lijntje’ genoemd. Misschien dat we met de stapmaten dit Bels Lijntje eens kunnen uitlopen. Het zag er alleszins netjes en uitnodigend uit. Komaan nog wat voortstappen, we zijn er bijna ! Daar had je het kanaal Schoten Dessel al ! De Marc wist me ex-beroepshalve te vertellen dat dit kanaal maar 2m10 diep was. Boringen onder het kanaal voor kabelaanleg bezorgden hem die kennis. Stukje kanaal volgen dus en daar kwam de statie reeds in zicht. Nog een kleine debriefing van de dag met een laatste pintje in een statiekroegje en we konden huiswaarts keren. Een sjieke dag weeral. De Ronny was content dat hij na 5 weken 'inertie' de draad terug opnemen kon. In lyrische bewoordingen, bijna tegen de tranen aan, vatte hij zijn geslaagde stapdag samen. Fijn zo en zo kunnen we weeral uitzien naar de trip voor volgende week ! 


vrijdag 14 februari 2020

Londerzeel in de Brabantse Kouters

Ook deze week viel er een magere bezetting te noteren bij de stapmaten voor het wekelijkse uitstapje. Samen met de Marc trokken we voor een luswandelingetje van een goeie 20 bornes naar Londerzeel, een Vlaams Brabants dorp gelegen tussen Mechelen en Dendermonde. Droog maar bewolkt weer zo luidde de voorspelling. Bijna ideaal wandelweer dus en om halftien konden we starten. Vanuit de statie van Londerzeel teenden we naar Steenhuffel. Een eerste horde diende genomen te worden aan een gezwollen bosbeekje. Het overmaatse gedruppel van de laatste dagen zorgde voor een zompige bosgrond waarvan het overtollige water een afvoer zocht via allerlei beekjes en geultjes. Omvergewaaide bomen in het bos getuigden van Ciara's doortochtje. Het waren er echt heel veel. Veel natuurbeheerders laten deze ontwortelde bomen gewoon liggen zodat de natuur kan betijen. Het stervende hout is een uitgelezen biotoop voor zovele andere organismen. 


Eens dat bos uit stond het kompas richting Steenhuffel. In Vlaanderen eerder bekend om haar brouwerij van de Palm, de Cornet en het Estaminet pilske. Steenhuffel en wijde omgeving is als het ware doordrongen van de geest van de brouwerij. Op een afstand bekeken overheerst de brouwerij zelfs de skyline van het dorp. Laten we het maar best een fabriek noemen. Maar ik loop vooruit. Het kasteel Diepensteyn was een eerste kennismaking met de alomtegenwoordige invloedsfeer van de brouwerij. Het Kasteel annex stoeterij is een oude middeleeuwse waterburcht die door de eeuwen heen meermaals verbouwd werd. De burcht en het nabijgelegen dorp waren in de 13de eeuw eigendom van de heren van Bouchout, met Diepensteyn als centrum van de heerlijkheid. Sinds 1980 wordt het historisch gebouw beschermd en erkend als monument van onroerend erfgoed.  De NV Diepensteun die in 1989 gelieerd was met de Palmbrouwerij zette haar schouders onder de restauratie en wederopbouw van het kasteel. Met deze restauratie werd opnieuw een vijver rond het kasteel aangelegd, samen met het tuinpark.  Het is een prachtig kasteel en in de weiden eromheen grazen de beroemde Brabantse trekpaarden met hun blonde manen. Dit paard siert dan ook het bekende logo van de brouwerij sinds 1980. Een smalend grapje doet de ronde dat het Heineken bier daar ook vandaan zou komen. Op een afbeelding wordt er een emmertje onder het paard gehouden ... de rest is voer voor de verbeelding 😊😊😊. De brouwerij zelf houdt er een paardenstoeterij op na waar men met dit paardenras fokt. Nauwlettend wordt er op het wel en wee van deze beesten toegezien en zorgt men ervoor dat de raskenmerken zuiver blijven. In deze stoeterij worden ook seminaries voor bedrijven voorzien en zijn er ook recreatiemogelijkheden met karren en paardenspannen. Zulke opgetuigde paardenspannen zijn echte juweeltjes om naar te kijken. Interessant is het ook om even op de website van de stoeterij een kijkje te nemen : Stoeterij van de Palm.


Het werd 12 uur en het zou als doodzonde kunnen gecatalogeerd worden indien er in Steenhuffel geen cafeetje zou binnengesprongen worden voor het degusteren van een cornet ! Café 't excuus kreeg hierbij de eer. Deze kroeg lag schuins over het voormalig treinstation van Steenhuffel, 't Leireken genaamd. Ook weer een bewogen historie omtrent deze vergane spoorlijn kan vermeld worden waar tot 1952 stoomtreintjes bolden tussen Londerzeel en Aalst.  Naar vorm, stijl en gebruik van bouwmaterialen is 't Leireken een typisch voorbeeld van de eind 19de-eeuwse stationsgebouwen. Jarenlang lag de spoorweg er verlaten bij tot in 1987 het deel tussen Londerzeel en Opwijk werd omgevormd tot Leirekensroute, een fiets- en wandelpad. De naam 't Leireken zou verwijzen naar het verdwenen stoomtreintje dat in de volksmond "Leireken" was gedoopt, waarschijnlijk verwijzend naar een van de machinisten die Valère heette.  Anderen zeggen dan weer dat het stoomlocomotiefje zo traag reed dat het de naam 'het Sukkeleireke' kreeg.
De kroegbaas van het excuus maakte geen bezwaar dat we onze boterhammetjes zouden opeten in zijn etablissement. Sympathiek, niet elke stamineebaas of bazin ziet dat zitten. Goed, nippend van onze Cornet konden we kop noch staart krijgen aan het feit dat er in het café een hoop mannen aan de toog stonden die zich 1 voor 1 bij een tiep moesten aanmelden die iets verderop aan een tafeltje zat. Eens gezeten werden er papieren uitgewisseld, aanmerkingen gemaakt. Dit alles verliep in een vrij joviale maar toch geheimzinnige sfeer. We kregen geen hoogte van de opzet. Daar zou later op de dag klaarheid in komen maar dat is voor sebietekes.

Nog wat verder stappen nu ! Er stond een frissse wind. Het gehucht Rossem kwam aan bod. Buiten de nagedachtenis aan onze Jean-Piere zaliger sprak dit oord niet tot de verbeelding. Vervolgens kwam het dorp Imde aan de beurt en al wandelend borrelde onze Marc zijn natuurkennis terug op. 't Was lang geleden. Een bosje sneeuwklokjes verscholen in de bosrand, de schoenlappersplant waar ik nog nooit van gehoord had, een biddende torenvalk fladderend over de velden, wat nijlganzen waarvan eerst gedacht werd dat het Canadese ganzen waren, een sierlijke witte reiger die onze aanwezigheid precies niet op prijs stelde en steeds maar verder vloog om ons eens terug neergestreken te kunnen uitlachen, een kwinkelerend leeuwerikje hoog in de lucht, paasbloemen die reeds uitkwamen ... de natuur leeft weeral op. Je moet er oog voor hebben en de schoonheid ervan ondergaan De heilzame invloed hiervan op je lijf en leden kan je echt voelen. 

Na Imde ging het terug Londerzeel uit. De weg buigde af naar de A12. Een klein kilomettertje diende het verkeerslawaai voor lief genomen te worden maar dit werd ruim gecompenseerd  door een bezoekje aan de prachtige boskapel van Onze Lieve Vrouw Behoudenis der Kranken. Deze kapel werd gebouwd op een oud bedevaartsoord uit 1658 waar volgens de overlevering zich miraculeuze genezingen hebben voorgedaan. Het was in 1695 dat de prinses van Chimay, dochter van de baron van Imde, de eerste steen legde van de kapel. De kapel is nu helemaal gerestaureerd warvoor 660.000 € opgehoest diende te worden. Om het resultaat van deze werken voor de toekomst veilig te stellen diende er verwarming te worden voorzien. Met gas was het onmogelijk om een 400 meter lange invoer aan te leggen. Onroerend erfgoed verbood om wijzigingen aan uitzicht en omgeving aan te brengen. Stookolietanks waren dus uit den boze. Uiteindelijk werd er gekozen voor een ecologisch gestuurde warmtepomp. Warm grondwater werd vanuit 150 meter diepte opgepompt om zo via warmtewisselaars een constante binnentemperatuur van 12°C te verzekeren. Het is een parchtig gebouwtje. Ik ben er misschien al honderden keren op de A12 aan voorbijgereden met de auto en nu maar pas dat ik zoiets ontdek. Wat heb ik dan nog al allemaal gemist ? Dat is een vraag die ik me soms stel.


De kronkelende Molenbeek werd gevolgd tot op den dorpel van Londerzeel. Het pad liep zowaar los door het erf van een boer. Die bracht  zinken emmers met melk aan om de kalfjes te voederen die in hokjes waren ondergebracht. Hokjes die tegen de muur van het boererf opgesteld stonden. Deze brave man kwam naar ons toegelopen en gaf ons wat uitleg over zijn kalveren. Blauw Wit ras vertrouwde hij ons toe. Vleesbeesten. Een dankbaar ras want erg gemakkelijk bij het bevallen van de koeien. Steevast een keizersnede zodat er geen stress optrad bij deze beestjes. Ook kon je op deze manier veel tijd en risico besparen. 50 € voor een gewone bevalling maar je moest nauwlettend het tijdstip van werpen in het oog houden om de veearts te mobiliseren. 100 € was de prijs voor een keizersnede. Je bepaalde zelf wanneer het koebeest moch tbevallen. Dat ze nu al in openlucht stonden viel ook te verklaren zo beweerde hij. Zo kunnen ze geen griep opscharrelen was zijn boodschap. Maar hij verklaarde nog meer. Hij meende ons al eerder gezien te hebben in café 't Excuus. Dat kon kloppen ! Het was één van die mannen uit het gezelschap dat daar aan de toog stond. Wel, de man aan het tafeltje die van alles noteerde was een afgevaardigde van de suikerfabriek. Het aanwezige gezelschap bestond geheel uit boeren. En die afgevaardigde kwam noteren hoeveel grond ze aan de bietenteelt gingen toekennen. In functie daarvan kregen ze van de suikerfabriek zaaigoed. Ook deze mensen worden door Europa in de tang genomen. Zoveel zaaigoed, zoveel moet jouw opbrengst zijn waarna zoveel jouw winst zal zijn. Met handen en voeten gebonden aan de industrie om zich verzekerd te zien van een inkomen.  We namen afscheid van deze beminnelijke man en begonnen aan de laatste loodjes van ons uitstapje. 
De Molenbeek bevloeide een Londerzeels parkje. Dat parkje was wel afgesloten maar we kropen onder de omheining door. We gingen ervan uit dat het gemeentepersoneel deze had aangebracht voor Mevr.  Ciara. Iets verder moesten we toch uitwijken omdat de uitgangen versperd leken. Via een open poort aan de bibliotheek vonden we een uitweg. 
De wandeling zat er op. In afwachting van de trein nog vlug even een cafeetje binnengewipt voor een laatste slok.  Dit kon je weeral een fijne trip noemen. Mooie wandeling met een onderhoudend gezelschap. En hier en daar weeral wat wijsheid opgestoken. Superzalig  ! Tot een volgende maar weeral ! 


vrijdag 7 februari 2020

De Demervallei : Van Bilzen naar Genk


Kwa opkomst aan stappers vandaag was de opkomst eerder aan de magere kant. Alle maten hadden wel iets anders of dringends aan de hand. Dat ze er niet bij waren, het missen van een sjieke wandeling even buiten beschouwing gelaten, is helemaal niet erg want alleen op stap trekken heeft ook zo z'n charmes. Het zou dus een solotrippeke worden. Wie zelf de teugels in handen heeft stapt sneller zo beweerde Napoleon. Hij trok gezeten op een ezel de Alpen over om oorlog te gaan voeren tegen de Oostenrijkers.  En op de koop toe er nog bijna op verongelukte. Bovendien zou ik met deze solotrip van de gelegenheid eens gebruik kunnen maken om wat proefondervindelijk onderzoek te doen naar het waarheidsgehalte van een artikel dat door enkele neurowizzards  werd gepubliceerd. Volgens hen schenkt wandelen ons endorfine, die je een gevoel van welbevinden en geluk bezorgen. Dit zou ons weerbaarder maken tegen depressies en ouderdom.
Kijk, hier lees je het artikel :  Wandelen en Neurowetenschap
En hier is de wetenschapper aan het woord : Shane O' Mara 

De treinreis verliep perfect. Geen opmerkingen deze keer. Het reisje naar Bilzen werd wat opgesmukt met een beetje sightseeing bij ochtendgloren. Een fijn laagje poedersneeuw lag als een ragfijn donsdeken over velden en bomen. De felle winterzon bracht glans en gloed over het nog ontwakende landschap. Dit leverde betoverend mooie beelden op. De goesting om alle zintuigen op scherp te zetten werd bij het zien van dit schitterende panorama gevoelig aangescherpt. Dit was zonder meer de uitgelezen voorbode van een beloftevolle uitstap. Eens aangekomen in Bilzen zou ik naar Genk pikkelen. Een 23 paaltjes. Met de beide vingers in de neus wilde ik van het Limburgse landschap proeven en het schitterende weer consumeren. Met torenhoge scheppen als dit enigszins kon.
Bilzen ligt op gelijke afstanden te midden van Hasselt en Maastricht. De stad ligt net op de grens van de Kempen met Haspengouw. Het stadscentrum zelf ligt in de Demervallei. Dit riviertje moest ik na een kennismaking met het mooie park Halfmans volgen om de stad uit te geraken. Ten zuidoosten van de Demer heeft het landschap een typisch Haspengouws glooiend uitzicht.  Ik heb het ondervonden. Een steil trapje bracht me bovenaan de Borreberg. Het deed me denken aan de trappengallerij in Poitiers die je op moest lopen om het stadscentrum te bereiken. Bovenaan deze berg was een uitkijkpost met een wenteltrap opgesteld. Bij het klimmen kwam ik tot de nuchtere vaststelling dat er best enkele kilootjes mogen verdwijnen aan mijn corpus. We zullen eens een inspanning leveren, te beginnen met deze dag geen tripeltjes in het vooruitzicht te stellen. Ik heb me er aan gehouden. 

Mijn kaart op m'n GPS klopte niet. Een hele oppervlakte waar ik paadjes moest vinden had deze uitgewist bij de aanleg van een gloednieuw industrieterrein. Van betonstop was hier nog zeker geen sprake. Een lap grond ter grote van een Olympisch stadion was volgestort met beton. Een recyclagebedrijf was er zich aan het vestigen. Na het obligate omwegje door omstandigheden kwam ik in prachtige wandelwegels terecht. M'n vingers verhuisden van m'n neus naar m'n broekzakken, het stappen degenereerde naar kuieren. Wat was het hier mooi ! Hier moest je je tijd nemen om te observeren. Duizenden maretakken, gigantische bollen en eigenlijk parasieten sierden de bomen waarmee de paadjes waren afgezoomd. Bij de Kelten was de maretak, zeker een zeldzaam exemplaar dat op een eikenboom groeide, een heilige plant waaraan allerlei goede eigenschappen werden toegedicht. In de nieuwjaarsnacht werd de maretak met veel vertoon door de druïde, gekleed in maagdelijk witte gewaden, met een gouden sikkel losgesneden. Deze werd dan gebruikt in allerlei rituelen en voor het brouwen van geneeskrachtige dranken. Ik heb er nog nooit van geproefd. Wie weet valt er wat met te verdienen ? 

Nu ging het richting Albertkanaal uit. Het domeinbos Groenendaal waar de Wilderbeek doorkabbelt, het Munsterbos met haar Munsterbeek leverden een prachtig decor om door te wandelen Onderweg kwam ik een bordje tegen met de vermelding 'Kapel van het Geheime Leger'. Ik waande me even in een James Bond film. Veel geheim was er niet aan want het betrof een kapelletje dat opgericht werd op de plaats waar het verzet tijdens WO2 hun bijeenkomsten hielden. Bilzen zelf was een broeinest van collaborateurs met den Duits. Het kapelletje moet de 800 verzetstrijders uit de regio in herinnering houden. Met de oversteek aan de brug zat ik in het midden van mijn tripje. De blauwe hemel en de weerspiegeling ervan op het kanaal gaven een zomerse indruk. Ja, de temperatuur was daar al opgelopen tot 12°C.  

Een stukje grote baan viel er te volgen na de brug. Beetje muziek om wat afleiding  ... en stappen maar. Met wat muziek gaat het sneller. Napoleon had indertijd nog geen Ipod maar deed wel beroep op een resem trommelaars aangevoerd door een Tabour Major om het tempo er in te houden. Na een goeie 500m peloton links links ... en hop terug de natuur in en muziek uit. Elia pakt daar uit met een affiche verwijzend naar een ecologisch parelsnoer waarbij de hoogspanningsmasten de parels moeten voorstellen. Beetje verbeeldingskracht is daarbij wel op zijn plaats. Onder deze hoogspanningslijnen wordt er een specifieke groencorridor aangehouden in samenwerking met Natuur en Bos. Het is een mooi parcours moet ik zeggen ware het niet dat je eveneens naast een gigantisch monostort voor vliegassen loopt. Je kan nu éénmaal niet alles verlangen in het leven. Er zijn grenzen 😏.

Eens voorbij dat uit de kluiten gewassen parelsnoer kon je opnieuw door die prachtige bossen lopen. Het werd ineens ook erg heuvelachtig wat een mooi relief aan het wandelgebied gaf. Ook de vlonderpaden droegen hier hun steentje mee bij. Het Zillebos, Kolderbos en het bos van de Melberg ... stuk voor stuk de moeite om er kennis mee te maken. Ik moet zeggen dat ik bij het binnenstappen van Genk mijn vingers nu in mijn oren moest steken. De endorfines kwamen er langs daar uitgelopen. Wat een prachtige wandeling was me dit zeg ! Met het lezen van het artikeltje kon ik enkel bevestiging zien van wat ik al lange tijd wist en overtuigd ben. Zeker op een langere afstand waar je meerdere weken onderweg bent voel je die veranderingen aan je lijf. Het is verbluffend waar wat er in dat artikeltje wordt neergepend. Ik laat het hierbij maar wil toch onderstrepen dat deze uitstap echt de moeite waard was om er 2 en 1/2u voor te sporen.  Tot volgende week dan maar weeral.