vrijdag 14 februari 2020

Londerzeel in de Brabantse Kouters

Ook deze week viel er een magere bezetting te noteren bij de stapmaten voor het wekelijkse uitstapje. Samen met de Marc trokken we voor een luswandelingetje van een goeie 20 bornes naar Londerzeel, een Vlaams Brabants dorp gelegen tussen Mechelen en Dendermonde. Droog maar bewolkt weer zo luidde de voorspelling. Bijna ideaal wandelweer dus en om halftien konden we starten. Vanuit de statie van Londerzeel teenden we naar Steenhuffel. Een eerste horde diende genomen te worden aan een gezwollen bosbeekje. Het overmaatse gedruppel van de laatste dagen zorgde voor een zompige bosgrond waarvan het overtollige water een afvoer zocht via allerlei beekjes en geultjes. Omvergewaaide bomen in het bos getuigden van Ciara's doortochtje. Het waren er echt heel veel. Veel natuurbeheerders laten deze ontwortelde bomen gewoon liggen zodat de natuur kan betijen. Het stervende hout is een uitgelezen biotoop voor zovele andere organismen. 


Eens dat bos uit stond het kompas richting Steenhuffel. In Vlaanderen eerder bekend om haar brouwerij van de Palm, de Cornet en het Estaminet pilske. Steenhuffel en wijde omgeving is als het ware doordrongen van de geest van de brouwerij. Op een afstand bekeken overheerst de brouwerij zelfs de skyline van het dorp. Laten we het maar best een fabriek noemen. Maar ik loop vooruit. Het kasteel Diepensteyn was een eerste kennismaking met de alomtegenwoordige invloedsfeer van de brouwerij. Het Kasteel annex stoeterij is een oude middeleeuwse waterburcht die door de eeuwen heen meermaals verbouwd werd. De burcht en het nabijgelegen dorp waren in de 13de eeuw eigendom van de heren van Bouchout, met Diepensteyn als centrum van de heerlijkheid. Sinds 1980 wordt het historisch gebouw beschermd en erkend als monument van onroerend erfgoed.  De NV Diepensteun die in 1989 gelieerd was met de Palmbrouwerij zette haar schouders onder de restauratie en wederopbouw van het kasteel. Met deze restauratie werd opnieuw een vijver rond het kasteel aangelegd, samen met het tuinpark.  Het is een prachtig kasteel en in de weiden eromheen grazen de beroemde Brabantse trekpaarden met hun blonde manen. Dit paard siert dan ook het bekende logo van de brouwerij sinds 1980. Een smalend grapje doet de ronde dat het Heineken bier daar ook vandaan zou komen. Op een afbeelding wordt er een emmertje onder het paard gehouden ... de rest is voer voor de verbeelding 😊😊😊. De brouwerij zelf houdt er een paardenstoeterij op na waar men met dit paardenras fokt. Nauwlettend wordt er op het wel en wee van deze beesten toegezien en zorgt men ervoor dat de raskenmerken zuiver blijven. In deze stoeterij worden ook seminaries voor bedrijven voorzien en zijn er ook recreatiemogelijkheden met karren en paardenspannen. Zulke opgetuigde paardenspannen zijn echte juweeltjes om naar te kijken. Interessant is het ook om even op de website van de stoeterij een kijkje te nemen : Stoeterij van de Palm.


Het werd 12 uur en het zou als doodzonde kunnen gecatalogeerd worden indien er in Steenhuffel geen cafeetje zou binnengesprongen worden voor het degusteren van een cornet ! Café 't excuus kreeg hierbij de eer. Deze kroeg lag schuins over het voormalig treinstation van Steenhuffel, 't Leireken genaamd. Ook weer een bewogen historie omtrent deze vergane spoorlijn kan vermeld worden waar tot 1952 stoomtreintjes bolden tussen Londerzeel en Aalst.  Naar vorm, stijl en gebruik van bouwmaterialen is 't Leireken een typisch voorbeeld van de eind 19de-eeuwse stationsgebouwen. Jarenlang lag de spoorweg er verlaten bij tot in 1987 het deel tussen Londerzeel en Opwijk werd omgevormd tot Leirekensroute, een fiets- en wandelpad. De naam 't Leireken zou verwijzen naar het verdwenen stoomtreintje dat in de volksmond "Leireken" was gedoopt, waarschijnlijk verwijzend naar een van de machinisten die Valère heette.  Anderen zeggen dan weer dat het stoomlocomotiefje zo traag reed dat het de naam 'het Sukkeleireke' kreeg.
De kroegbaas van het excuus maakte geen bezwaar dat we onze boterhammetjes zouden opeten in zijn etablissement. Sympathiek, niet elke stamineebaas of bazin ziet dat zitten. Goed, nippend van onze Cornet konden we kop noch staart krijgen aan het feit dat er in het café een hoop mannen aan de toog stonden die zich 1 voor 1 bij een tiep moesten aanmelden die iets verderop aan een tafeltje zat. Eens gezeten werden er papieren uitgewisseld, aanmerkingen gemaakt. Dit alles verliep in een vrij joviale maar toch geheimzinnige sfeer. We kregen geen hoogte van de opzet. Daar zou later op de dag klaarheid in komen maar dat is voor sebietekes.

Nog wat verder stappen nu ! Er stond een frissse wind. Het gehucht Rossem kwam aan bod. Buiten de nagedachtenis aan onze Jean-Piere zaliger sprak dit oord niet tot de verbeelding. Vervolgens kwam het dorp Imde aan de beurt en al wandelend borrelde onze Marc zijn natuurkennis terug op. 't Was lang geleden. Een bosje sneeuwklokjes verscholen in de bosrand, de schoenlappersplant waar ik nog nooit van gehoord had, een biddende torenvalk fladderend over de velden, wat nijlganzen waarvan eerst gedacht werd dat het Canadese ganzen waren, een sierlijke witte reiger die onze aanwezigheid precies niet op prijs stelde en steeds maar verder vloog om ons eens terug neergestreken te kunnen uitlachen, een kwinkelerend leeuwerikje hoog in de lucht, paasbloemen die reeds uitkwamen ... de natuur leeft weeral op. Je moet er oog voor hebben en de schoonheid ervan ondergaan De heilzame invloed hiervan op je lijf en leden kan je echt voelen. 

Na Imde ging het terug Londerzeel uit. De weg buigde af naar de A12. Een klein kilomettertje diende het verkeerslawaai voor lief genomen te worden maar dit werd ruim gecompenseerd  door een bezoekje aan de prachtige boskapel van Onze Lieve Vrouw Behoudenis der Kranken. Deze kapel werd gebouwd op een oud bedevaartsoord uit 1658 waar volgens de overlevering zich miraculeuze genezingen hebben voorgedaan. Het was in 1695 dat de prinses van Chimay, dochter van de baron van Imde, de eerste steen legde van de kapel. De kapel is nu helemaal gerestaureerd warvoor 660.000 € opgehoest diende te worden. Om het resultaat van deze werken voor de toekomst veilig te stellen diende er verwarming te worden voorzien. Met gas was het onmogelijk om een 400 meter lange invoer aan te leggen. Onroerend erfgoed verbood om wijzigingen aan uitzicht en omgeving aan te brengen. Stookolietanks waren dus uit den boze. Uiteindelijk werd er gekozen voor een ecologisch gestuurde warmtepomp. Warm grondwater werd vanuit 150 meter diepte opgepompt om zo via warmtewisselaars een constante binnentemperatuur van 12°C te verzekeren. Het is een parchtig gebouwtje. Ik ben er misschien al honderden keren op de A12 aan voorbijgereden met de auto en nu maar pas dat ik zoiets ontdek. Wat heb ik dan nog al allemaal gemist ? Dat is een vraag die ik me soms stel.


De kronkelende Molenbeek werd gevolgd tot op den dorpel van Londerzeel. Het pad liep zowaar los door het erf van een boer. Die bracht  zinken emmers met melk aan om de kalfjes te voederen die in hokjes waren ondergebracht. Hokjes die tegen de muur van het boererf opgesteld stonden. Deze brave man kwam naar ons toegelopen en gaf ons wat uitleg over zijn kalveren. Blauw Wit ras vertrouwde hij ons toe. Vleesbeesten. Een dankbaar ras want erg gemakkelijk bij het bevallen van de koeien. Steevast een keizersnede zodat er geen stress optrad bij deze beestjes. Ook kon je op deze manier veel tijd en risico besparen. 50 € voor een gewone bevalling maar je moest nauwlettend het tijdstip van werpen in het oog houden om de veearts te mobiliseren. 100 € was de prijs voor een keizersnede. Je bepaalde zelf wanneer het koebeest moch tbevallen. Dat ze nu al in openlucht stonden viel ook te verklaren zo beweerde hij. Zo kunnen ze geen griep opscharrelen was zijn boodschap. Maar hij verklaarde nog meer. Hij meende ons al eerder gezien te hebben in café 't Excuus. Dat kon kloppen ! Het was één van die mannen uit het gezelschap dat daar aan de toog stond. Wel, de man aan het tafeltje die van alles noteerde was een afgevaardigde van de suikerfabriek. Het aanwezige gezelschap bestond geheel uit boeren. En die afgevaardigde kwam noteren hoeveel grond ze aan de bietenteelt gingen toekennen. In functie daarvan kregen ze van de suikerfabriek zaaigoed. Ook deze mensen worden door Europa in de tang genomen. Zoveel zaaigoed, zoveel moet jouw opbrengst zijn waarna zoveel jouw winst zal zijn. Met handen en voeten gebonden aan de industrie om zich verzekerd te zien van een inkomen.  We namen afscheid van deze beminnelijke man en begonnen aan de laatste loodjes van ons uitstapje. 
De Molenbeek bevloeide een Londerzeels parkje. Dat parkje was wel afgesloten maar we kropen onder de omheining door. We gingen ervan uit dat het gemeentepersoneel deze had aangebracht voor Mevr.  Ciara. Iets verder moesten we toch uitwijken omdat de uitgangen versperd leken. Via een open poort aan de bibliotheek vonden we een uitweg. 
De wandeling zat er op. In afwachting van de trein nog vlug even een cafeetje binnengewipt voor een laatste slok.  Dit kon je weeral een fijne trip noemen. Mooie wandeling met een onderhoudend gezelschap. En hier en daar weeral wat wijsheid opgestoken. Superzalig  ! Tot een volgende maar weeral ! 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats een reactie als je wil.